1
VADEMECUM
Gids van de reglementen
van het schaakspel
Bedoeld voor alle wedstrijdleiders, toernooileiders,
bestuurders en clubverantwoordelijken
Nederlandstalige versie voor België & Vlaanderen
Derde Editie (v3.05), 20 Januari 2019,
Bernard Malfliet
Kattenbroekstraat 1, 9310 Aalst, 0471/983.387, bernard_malfliet@hotmail.com
2
Inhoud
FIDE Regels voor het Schaakspel ........................................................ 5
Basis spelregels ................................................................................ 7
Wedstrijdregels .............................................................................. 18
A. Rapidschaak ............................................................................... 36
B. Snelschaak ................................................................................. 38
C. De notatie van schaakpartijen ...................................................... 38
D. Regels voor het schaken met blinden en visueel gehandicapte spelers40
Richtlijn III: Versneld beëindigen ...................................................... 45
Gebruikte woordenschat .................................................................. 48
Doorgeefschaak reglement ............................................................... 53
Ethische Code van de FIDE .............................................................. 55
FIDE Toernooiregels ........................................................................ 58
FIDE Toernooi Organisator ............................................................... 68
Internationale Organisatoren ............................................................ 69
Lijst van wereldkampioenen ............................................................. 70
Wereldkampioenen bij de vrouwen .................................................... 71
Het toernooireglement ..................................................................... 72
De rol van de wedstrijdleider ............................................................ 74
Informatie voor de schaakkring ........................................................ 88
Schaakstukken ............................................................................... 91
Tijdschema’s en het gebruik van diverse klokken ................................ 92
2 Klokken ...................................................................................... 94
2.2 Digitale klokken ........................................................................ 95
Aanvraag FIDE of Internationaal arbiter ........................................... 105
Lijst van arbiters ........................................................................... 109
Paringssystemen ........................................................................... 114
Gesloten toernooien ...................................................................... 114
Zwitsers op Rating ........................................................................ 117
FIDE Regels Zwitsers ..................................................................... 118
FIDE reglement Zwitsers Systeem ................................................... 121
Versnelde paringen ....................................................................... 127
Amsterdams Systeem .................................................................... 129
Keizer-Systeem ............................................................................ 130
Amerikaans systeem ..................................................................... 138
Het Scheveningen Systeem ............................................................ 140
Hutton Systeem ............................................................................ 141
FIDE Regels voor scheidingssystemen ............................................. 142
FIDE Normen................................................................................ 148
Lijst van meesters ......................................................................... 161
Organogram schaken in België ....................................................... 163
3
Geschiedenis van de KBSB ............................................................. 164
Statuten van de KBSB vzw ............................................................. 166
Huishoudelijk Reglement van de KBSB............................................. 175
KBSB bestuur ............................................................................... 188
Wedstrijdreglement van de KBSB .................................................... 190
HET BELGISCH KAMPIOENSCHAP .................................................... 202
NATIONALE INTERCLUBKAMPIOENSCHAPPEN ................................... 206
INTERNATIONALE TOERNOOIEN ..................................................... 216
NATIONALE JEUGDKAMPIOENSCHAPPEN.......................................... 219
Belgische Kampioenen ................................................................... 229
Belgische jeugdkampioenen ........................................................... 233
Kampioen Interclubs KBSB ............................................................. 240
Het ELO-systeem .......................................................................... 242
FIDE Rating Regels ....................................................................... 247
WERKING VAN DE NATIONALE ELO-VERWERKING. ........................... 252
Toegestane tempo’s ...................................................................... 257
Verwerking van toernooiresultaten voor FIDE ELO ............................. 258
Geschiedenis van de VSF ............................................................... 261
Statuten van de VSF ..................................................................... 266
Huishoudelijk reglement VSF .......................................................... 274
Raad van Bestuur VSF ................................................................... 282
Reglementen Toernooien VSF ......................................................... 283
REGLEMENT VSF - JEUGDKAMPIOENSCHAP ...................................... 285
REGLEMENT VSF-SCHOOLSCHAAKKAMPIOENSCHAP.......................... 291
Draaiboeken schoolschaak ............................................................. 293
Vlaamse Schoolschaakkampioenschappen Secundair Onderwijs .......... 293
Vlaamse Schoolschaakkampioenschappen Lager Onderwijs ................ 296
VZW Wetgeving ............................................................................ 299
Ledenadministratie ........................................................................ 306
Schaakleraars ............................................................................... 310
FIDE Trainers ............................................................................... 312
Belgische FIDE trainers .................................................................. 319
Ligabesturen ................................................................................ 320
1. Schaakverbond Vlaams-Brabant en Vlaams-Brussel ....................... 320
2. Liga Antwerpen ......................................................................... 324
3. Liga West-Vlaanderen vzw ......................................................... 337
4. Liga Oost-Vlaanderen vzw .......................................................... 344
5. Liga Limburg vzw ...................................................................... 353
4
Inleiding
Dit vademecum heeft de ambitie een volledige handleiding te zijn voor de
clubverantwoordelijken, de scheidsrechters en de organisatoren van toernooien
in Vlaanderen en België.
Het vademecum bevat naast de reglementen ook een reeks voetnoten die nuttig
kunnen zijn voor het beter begrijpen van de regels. Let wel, de voetnoten zijn
niet bindend en geven enkel de opinie en de ervaring van de auteur van het
vademecum weer. Toch is het een goede richtlijn die vaak gevolgd kan worden.
Gelieve eventuele fouten door te geven aan de auteur, Bernard Malfliet,
bernard_malfliet@hotmail.com
Laatste updates:
- Reglementswijzigingen VSF
- Statuutswijzigingen en aanpassing WR KBSB
- Aanpassing bestuur KBSB en VSF
- Kampioenen 2018
- Outlining en indexering van de hoofdstukken
5
FIDE Regels voor het Schaakspel
Geschiedenis
Voor de schaakgeschiedenis is het jaar 1929 een historisch jaar. Voor 1929 had elk land
zijn eigen spelregels en reglementen zodat bij de inrichting van een internationaal
toernooi de inrichters verplicht waren omstandig uit te leggen volgens welke regels en
regelingen zou gespeeld worden. Het zal U duidelijk zijn dat in die omstandigheden de
incidenten tussen inrichters en spelers en de spelers onderling dagelijkse kost waren.
Iedereen was het erover eens dat een overkoepelend orgaan diende opgericht te
worden wiens taak erin zou bestaan spelregels te ontwerpen welke erkend zouden
moeten worden door de gehele schaakwereld en dat tevens toezicht zou moeten houden
op de naleving van deze regels in toernooien en matchen. Dat toezicht diende te
geschieden door speciaal voor dat doel opgeleide mensen, nl. de arbiters
(wedstrijdleiders).
Bij de 1e schaakolympiade te Parijs was het grootste deel van de deelnemende landen
akkoord dat een internationale schaakorganisatie diende opgericht te worden. leder
land verbond zich ertoe lid te zullen worden.
Op 20 juli 1924 werd de Wereldschaakbond (Federation Internationale des Echecs -
F.I.D.E.) opgericht. Onder de oprichters bevond zich naast de Nederlander Rueb die
voorzitter werd ook een Belg, namelijk Leon Weltjens
FIDE telt vandaag 162 federaties als lid en kende tot nu toe 6 voorzitters:
Alexander Rueb (NED), 1924-1949
Folke Rogard (ZWE), 1949-1970
Machgielis (Max) Euwe (NED), 1970-1978
Fridrik Olafson (ICE), 1978-1982
Florencio Campomanes (PHI), 1982-1995
Kirsan Ilyumzhinov (RUS), 1995-heden
Dankzij het bestaan van de FIDE was de mogelijkheid tot opstelling van internationaal
geldende regels aanwezig en de 1e uitgave ervan werd aangenomen op het FIDE-
congres te Venetië in 1929. Daar in die tijd de voertaal van de FIDE het Frans was, was
deze uitgave dan ook in het Frans. Elke bond werd echter verzocht deze regels in zijn
landstaal te vertalen.
Er waren (en er zijn helaas) nog landelijke en regionale bonden met hun eigen op
bepaalde punten afwijkende en aanvullende bepalingen. Vandaar dat in landelijke en/of
regionale competities soms een artikel ingelast wordt, luidend ongeveer als volgt: "De
regels van de FIDE worden toegepast voor zover niet anders is bepaald".
Het zal U ook duidelijk zijn dat na verloop van tijd bleek dat het reglement van 1929
allesbehalve volmaakt was. Pas bij de reorganisatie van de FIDE onder leiding van Folke
ROGAARD (intussen was in 1947 de Sovjet-Unie tot de FIDE toegetreden) kwam er een
algemene herziening van de spelregels. Zo kwam de 2e editie tot stand, goedgekeurd
op het FIDE-congres te STOCKHOLM in 1952.
Deze bleef gedurende ruim 30 jaar in voege. Vele ervaren spelers van vandaag zullen
deze regels nog in hun genen hebben. Het is deze editie die de grondslag is van de
huidige spelregels, natuurlijk aangepest en gewijzigd volgens de evolutie, o.a. het
noteren van de zetten, het opvorderen van remise, het aanraken van meer dan een
stuk, enz...
In de schoot van de FIDE werd dan een permanente commissie (nl. de "PERMANENTE
FIDE-SPELREGELCOMMISSIE) opgericht met als taak
a. eventueel noodzakelijk geachte wijzigingen in de regels hetzij op eigen initiatief,
hetzij op aanduiding van de aangesloten bonden, hetzij door een bepaalde
6
beslissing van een wedstrijdleider, voor te bereiden en deze voor te stellen aan
het congres;
b. interpretaties te geven - indien nodig - bij bepaalde artikels.
In 1984 werd op het congres van Graz werd een herwerkte versie van de regels
goedgekeurd, opgesteld door de spelregelcommissie van de FIDE; Nadien werden deze
regels nog aangepast op 1 juli 1997, 1 juli 2001, 1 juli 2005, 1 juli 2009, 1 juli 2014 en
1 Juli 2017.
Huidige versie
De Engelse tekst is de authentieke versie van de Regels voor het Schaakspel,
aangenomen op het 88e FIDE-Congres in Goynuk, Turkije, en geldt vanaf 1 januari
2018
1
.
In deze tekst wordt het woord « arbiter » gebruikt voor de meer gebruikelijke term
« wedstrijdleider » of « scheidsrechter »
Waar in de tekst gerefereerd wordt naar “hij”, “hem” of “zijn”, wordt eveneens bedoeld
“zij” of “haar”
De FIDE Regels bestaan uit drie gedeelten:
1. Basisspelregels Deze zou je in een speelgoeddoos met een schaakspel kunnen
aantreffen, artikels 1 tot en met 5
2. Wedstrijdregels Voor het schaken in georganiseerd verband, artikels 6 tot en met
14.
3. Aanhangsels Met als meest interessante onderdelen: De notatie en regels voor
rapid- en snelschaak.
Voorwoord
2
De Regels voor het Schaakspel kunnen niet alle mogelijke situaties, die tijdens een
partij voorkomen, dekken. Evenmin kunnen ze alle administratieve kwesties regelen.
In situaties die niet nauwkeurig door een artikel van de Regels worden geregeld moet
het mogelijk zijn om tot een juiste beslissing te komen door analoge situaties in
overweging te nemen, die wel in de Regels voor het Schaakspel zijn behandeld. In de
Regels wordt ervan uit gegaan dat arbiters over de vereiste bekwaamheid beschikken,
een goed beoordelingsvermogen hebben en volstrekt objectief zijn
3
. Een te
gedetailleerde beschrijving van een regel kan ertoe leiden dat de arbiter niet in volle
vrijheid kan beslissen en zou hem daardoor kunnen beletten de oplossing van een
probleem te vinden, gebaseerd op billijkheid, logica en bijzondere omstandigheden.
4
De FIDE doet een beroep op alle schakers en schaakbonden deze opvatting te
aanvaarden
5
.
1
Recente wijzigingen zijn aangegeven in rode tekst (op de website) en licht afwijkend van zwart
voor de boekvorm
2
De nota’s onderaan de pagina dienen enkel ter verduidelijking van de regels van het
schaakspel, maar vervangen deze niet. Uiteindelijk gelden voor de arbiter enkel de Regels en
het eigen oordeel.
3
De titel van arbiter mag dus niet licht uitgedeeld worden. De bond moet overtuigd zijn van
voornoemde kwaliteiten alvorens iemand tot arbiter te benoemen. Ook in gevallen die niet
eenvoudig door de regels zijn beschreven zal de arbiter een goede beslissing moeten nemen.
4
In het algemeen is een goede leidraad voor de arbiter dat hij enkel een beslissing neemt indien
de beide spelers er niet zelf in slagen overeen te komen, en steeds beslist in het belang van de
partij op het schaakbord (« wat is de beste beslissing in de aan gang zijnde partij »), niet in het
belang van het toernooi, of van de spelers, of van de « regels ».
5
Hier wordt dus specifiek verzocht om een eventueel beroep tegen een beslissing van een arbiter
te beperken tot het eventueel overtreden van billijkheid of logica.
7
Het is een noodzakelijke voorwaarde indien een partij wil meetellen voor FIDE-ratings,
dat deze partij gespeeld werd volgens de FIDE-regels voor het schaakspel.
Het is eveneens aanbevolen dat competitieve partijen die niet gespeeld worden voor
FIDE-rating ook deze regels volgen
Aangesloten federaties mogen FIDE
6
vragen om een officiële uitspraak te doen over
aangelegenheden betreffende de Regels voor het Schaakspel.
7
Basis spelregels
Artikel 1: Aard en doel van het schaakspel
8
1.1 De schaakpartij wordt gespeeld tussen twee tegenstanders die hun stukken
verplaatsen op een vierkant bord, "schaakbord" genoemd.
1.2 De speler met de licht gekleurde stukken (Wit) begint de partij, de speler met de
donker gekleurde stukken (Zwart) doet de volgende zet, waarna de spelers elk
om beurt spelen
9
.
1.3 Men zegt dat een speler "aan zet is",
10
wanneer de zet van zijn tegenstander is
"gedaan"
11
.
1.4 Het doel van elke speler is om de koning van de tegenstander zodanig "aan te
vallen", dat de tegenstander geen reglementaire zet meer kan doen.
1.4.1. Men zegt dat een speler die dit doel bereikt, de koning van de tegenstander
heeft "matgezet" en dat hij de partij heeft gewonnen. Het is niet toegestaan de
eigen koning aangevallen te laten staan of een zet te doen waardoor de eigen
koning aangevallen wordt. Ook is het niet toegestaan de koning van de
tegenstander te "slaan"
12
.
6
FIDE secretariaat, Singrou Avenue 9, 11743 Athene, Griekenland, tel 00 30 210 921 2047, fax
00 30 210 921 2859, internet www.fide.com, e-mail office@fide.com
7
In de vorige versie van het reglement stond ook dat een aangesloten schaakbond de vrijheid
heeft om regels die meer gedetailleerd zijn, in te voeren onder voorwaarde dat:
a. zij in geen enkel opzicht in strijd zijn met de officiële FIDE Regels voor het Schaakspel;
b. zij beperkt zijn tot het gebied van de desbetreffende bond;
c. zij niet gelden voor een FIDE-wedstrijd, -kampioenschap of kwalificatietoernooi, of voor
een FIDE-titel- of ratingtoernooi.
8
Artikel 1 werd in 2017 hernummerd, het artikel 1.1 is nu opgesplitst in 3 artikels 1.1 tot 1.3
9
Het is interessant dat de regel dat om beurten gespeeld wordt blijkbaar niet expliciet in de
vorige versies van de regels stond. Het was wel onder verstaan door artikel 6.7 waarin de
alternering van het tijdsgebruik wordt aangegeven. Het lijkt evident, maar toch goed om te
vermelden in het begin van de regels.
10
Een vuistregel zegt: “Alleen de speler die aan zet is mag iets doen.” Dit geldt voor het doen
van een zet, voor het indienen van claims, etc.
11
Mag je zetten voor de tegenstander zijn klok heeft ingedrukt? In principe mag dit niet, vandaar
de verwijzing naar artikel 6.7. Toch zien we dat in snelle fases van het spel dit weleens voorkomt,
en zeker als de tegenstander vergeet zijn klok stil te zetten. Het is niet aangewezen hier zeer
strikt tussen te komen: spelen als de tegenstander zijn zet heeft “gedaan” op het bord (en het
is een reglementaire zet) is niet redelijkerwijs strafbaar.
12
Dit artikel leidt soms tot vrij exuberante interpretaties zoals: wie de koning slaat verliest de
partij. Dit is onjuist, het is niet zo dat elke overtreding van de regels onmiddellijk leidt tot het
verlies van een partij, maar wel een terechtwijzing verdient.
8
1.4.2. De tegenstander, wiens koning is matgezet, heeft de partij verloren.
1.5 Als de stelling zodanig is dat geen der spelers nog mat kan zetten, dan is de partij
remise (zie artikel 5.2.2)
13
.
Artikel 2: De beginopstelling van de stukken op het schaakbord
2.1 Het schaakbord bestaat uit 64 gelijke vierkante velden, in een 8 bij 8 patroon, die
afwisselend licht (de "witte" velden) en donker (de "zwarte" velden) zijn gekleurd
14
.
Het schaakbord wordt zodanig tussen de spelers geplaatst, dat het hoekveld dat het
dichtst bij de rechterzijde van de speler ligt, wit is
15
.
2.2 Bij het begin van de partij heeft de ene speler (“Wit”) 16 lichtgekleurde stukken
(de "witte" stukken); de ander (“Zwart”) heeft 16 donkergekleurde stukken (de
"zwarte" stukken). Deze stukken zijn de volgende:
Wit Zwart Symbool
een koning
een dame
twee torens
twee lopers
twee paarden
acht pionnen
Staunton stukken:
p D K L P T
Ondanks dit is het aangeraden om in snelschaak de koning van de tegenstander die zijn koning
in schaak laat staan niet te slaan, maar wel winst op te eisen door een onregelmatige zet. Het
slaan van de koning zou immers door sommige arbiters geïnterpreteerd kunnen worden als een
onregelmatige zet die opnieuw een winstclaim toelaat. Echter zolang de klok niet is ingedrukt is
er niets aan de hand, want zelfs in snelschaak mag een onregelmatige zet worden teruggenomen
zolang de klok niet is ingedrukt.
Let wel op: dit de opinie van de auteur en sommige andere arbiters hebben een andere mening
over de gevolgen na het nemen van de koning.
13
Meer over dergelijke stelling in artikel 5.2.2 en de nota’s hiervan
14
Het is niet noodzakelijk dat de velden wit en zwart zijn, maar de kleur moet voldoende
verschillend zijn zodat geen vergissing mogelijk is. Het is best dat het bord het licht niet
weerkaatst omdat dit de spelers kan storen. De stukken moeten een omvang hebben zodat ze
passen op de velden van het bord.
15
In de volksmond moet het bord zodanig liggen dat beide Dames op een veld van hun kleur
starten.
Indien het bord toch niet juist zou liggen is artikel 7.2.2 van toepassing.
9
2.3 De beginopstelling van de stukken op het schaakbord is als volgt
16
:
2.4 De acht verticale kolommen van velden noemt men "lijnen". De acht horizontale
reeksen van velden noemt men "rijen". Een rechte lijn van velden van dezelfde kleur
waarvan hoekpunten elkaar raken, wordt een "diagonaal" genoemd.
Artikel 3: De loop van de stukken
3.1 Het is niet toegestaan een stuk te verplaatsen naar een veld waarop een stuk van
dezelfde kleur staat.
3.1.1. Als een stuk naar een veld gaat waarop een stuk van de tegenstander staat, dan
wordt dit geslagen en, als deel van deze zet, verwijderd van het schaakbord.
3.1.2. Een stuk valt een stuk van de tegenstander aan, als het eerstgenoemde stuk op
dat veld iets kan slaan in overeenstemming met de artikelen 3.2 tot en met 3.8.
3.1.3. Een stuk valt een veld aan, zelfs als het stuk niet naar het veld verplaatst mag
worden omdat het dan de eigen koning aangevallen laat staan of deze daardoor
aangevallen wordt
17
.
3.2 De loper kan worden verplaatst naar elk veld van een diagonaal waarop hij staat
18
.
16
Het is belangrijk om voor de start de correcte opstelling van de stukken te controleren. Dit
vermijdt veel problemen tijdens de partij.
De paarden mogen met hun snuit geplaatst worden zoals de speler het zelf verkiest.
17
Dit artikel maakt duidelijk dat het niet noodzakelijk is dat een aangevallen stuk ook effectief
kan geslagen worden, maar het blijft wel aangevallen staan. Dit is een belangrijk artikel omdat
bijvoorbeeld een gepend stuk wel degelijk schaak kan geven, of in uitzonderlijk geval zelfs mat.
18
Lopers staan op velden van verschillende kleur. Ieder heeft een “witte” loper en een “zwarte”
loper. De “witte” loper kan enkel op witte velden staan. Indien een speler twee lopers op dezelfde
kleur van veld heeft kan dit enkel het gevolg zijn van een promotie tot loper of een illegale zet.
10
3.3 De toren kan worden verplaatst naar elk veld van de lijn of rij waarop hij staat.
3.4 De dame kan worden verplaatst naar elk veld van de lijn, de rij of een diagonaal
waarop zij staat.
3.5 Bij deze zetten kan de loper, toren of dame niet over een stuk heen worden
verplaatst.
3.6 Het paard kan worden verplaatst naar een van de dichtstbijzijnde velden die niet
op dezelfde lijn, rij of diagonaal liggen als waarop het staat.
19
3.7.1 De pion kan voorwaarts worden verplaatst naar het onbezette veld direct vóór
hem op dezelfde lijn, of
3.7.2 bij zijn eerste zet
20
mag de pion worden verplaatst als in 3.7.1., of als alternatief
mag hij twee velden op dezelfde lijn naar voren worden verplaatst onder voorwaarde
dat beide velden onbezet zijn
21
, of
3.7.3 de pion kan worden verplaatst naar een door een stuk van de tegenstander bezet
veld schuin voor hem op een aangrenzende lijn. Hierbij wordt dit stuk geslagen.
19
Deze uitleg blijft ontzettend cryptisch. Maar blijkbaar heeft niemand bij FIDE het gezond
verstand om dit artikel te wijzigen. Gelukkig weten we allemaal hoe het paard gaat: Eén recht
één schuin (cursus Van Wijgerden) of zoals we vroeger leerden “twee vooruit en één opzij”.
De combinatie van artikel 3.5 en 3.6 maakt impliciet duidelijk dat het paard WEL over een ander
stuk mag springen. Bij deze toch maar letterlijk zeggen.
20
Dus elke pion vanuit haar beginpositie
21
De pion mag dus niet springen over een ander stuk en mag niet rechtdoor slaan
11
3.7.4.1 Een pion die een veld aanvalt dat is overschreden door een pion van de
tegenstander die vanaf zijn oorspronkelijke veld twee velden in één zet naar voren is
gegaan, mag
22
die pion van de tegenstander slaan alsof deze slechts één veld naar
voren is gegaan.
3.7.4.2 Dit slaan is alleen toegestaan bij de eerstvolgende zet en wordt "en passant"
slaan genoemd.
3.7.5.1 Als een aan zet zijnde speler een pion speelt naar de rij die het verst van zijn
beginpositie is verwijderd
23
, dan moet hij, als deel van dezelfde zet, de pion vervangen
door een nieuwe dame, toren, loper of paard van dezelfde kleur
24
op het bedoelde
aankomstveld
25
.
3.7.5.2 De keuze van de speler is niet beperkt tot stukken die eerder zijn geslagen
26
.
3.7.5.3 Deze vervanging van een pion door een ander stuk wordt "promotie"
genoemd
27
. Het nieuwe stuk functioneert onmiddellijk.
22
Indien en-passant de enige zet is in een stelling, dan MOET dit gespeeld worden. Het is
bijvoorbeeld geen PAT indien er nog een en-passant zet mogelijk is.
23
Of in normale mensentaal “de overkant”. Het veld van aankomst noemen we het
“promotieveld
24
Het nieuwe stuk komt pas in spel van zodra het is losgelaten. Dit betekent dat zolang het
nieuwe stuk niet is losgelaten op het promotieveld mag het nog vervangen worden door een
ander stuk.
25
Dit stond eerder niet in de regels, het stuk moet in de plaats komen van de pion op het
promotieveld. Wellicht was dit beschouwd als evident.
26
Dus er mogen verschillende Dames op het bord komen of meer dan twee lopers, paarden of
torens.
27
De arbiter moet erop toezien dat promotie correct wordt uitgevoerd. Dit houdt in dat het
nieuwe stuk geplaatst moet worden alvorens de klok in te drukken, maar ook dat de
tegenstander de beschikbaar van het te plaatsen stuk niet mag verhinderen (door het vast te
houden of buiten bereik van de tegenstander te plaatsen). Eventueel mag de klok gestopt
worden als het promotiestuk niet onmiddellijk ter beschikking is. Het is ook absoluut verboden
om met de pion door te spelen alsof het een ander stuk zou zijn.
12
3.8 Er zijn twee verschillende manieren waarop de koning kan worden verplaatst,
namelijk
3.8.1 naar een aangrenzend veld dat niet door een of meer stukken van de
tegenstander wordt aangevallen.
3.8.2 "rokeren". Dit is een zet van de koning en een toren van dezelfde kleur op dezelfde
rij, geldend als een enkele koningszet, en wordt uitgevoerd door de koning van zijn
oorspronkelijke veld twee velden naar de toren te verplaatsen die ook op haar
beginpositie staat en daarna de toren over de koning heen te verplaatsen op het door
de koning overschreden veld.
Vóór wits korte rokade, zwarts lange rokade
Ná wits korte rokade, zwarts lange rokade
3.8.2.1 Het recht op rokeren is verloren:
3.8.2.1.1 als met de koning al een zet is gedaan, of
3.8.2.1.2 met een toren waarmee al is gezet.
Bijzondere aandacht voor een promotie tot tweede Dame. Het is absoluut verboden exotische
stukken zoals omgedraaide torens op het bord te plaatsen. Een omgekeerde toren is geen dame,
maar gewoon een toren die slecht geplaatst is. De arbiter dient in dergelijke gevallen in te grijpen
en de speler terecht te wijzen, hij kan ook een penaliteit toepassen volgens artikel 12.9. Bij
promotie naar een tweede dame moet een Dame gevonden worden liefst op een ander bord
waar de partij reeds gedaan is. Nog beter is dat een arbiter in de buurt een reservedame op zak
heeft die hij onmiddellijk ter beschikking kan stellen.
13
3.8.2.2 Rokeren is tijdelijk niet toegestaan zolang:
3.8.2.2.1 het veld waarop de koning staat, het veld dat hij overschrijdt
28
of het veld dat
hij moet gaan bezetten, wordt aangevallen door een of meer stukken van de
tegenstander;
3.8.2.2.2 als er een stuk staat tussen de koning en de toren waarmee wordt beoogd te
gerokeren.
3.9.1 Men zegt
29
dat de koning "schaak" staat, als hij wordt aangevallen door een of
meer stukken van de tegenstander, zelfs als deze stukken niet naar het veld van de
koning verplaatst zouden mogen worden omdat ze dan de eigen koning in schaak zetten
of laten staan
30
.
3.9.2 Een stuk mag niet worden verplaatst als daardoor de eigen koning schaak komt
te staan of schaak blijft staan.
31
3.10 Legale en illegale zetten
32
a. Een zet is legaal” of “reglementair” als aan alle vereisten van artikels 3.1 tot 3.9
voldaan is.
b. een zet is “illegaal” of “onreglementair” als hij niet voldoet aan alle veresiten van
regels van 3.1 tot 3.9.
c. een positie is onreglementairindien deze positie niet bereikt kon worden door het
uitvoeren van enkel reglementaire zetten
33
Artikel 4: Het uitvoeren van een zet.
34
4.1 Bij het doen van een zet mag slechts één hand
35
worden gebruikt.
28
Wit mag dus niet kort rokeren als f1 aangevallen staat, of niet lang rokeren als d1 aangevallen
staat. Wit mag wél lang rokeren als veld b1 aangevallen staat. Dat de toren al dan niet
aangevallen staat doet niet terzake voor de rokade. Er is een anekdote dat een beroemde
grootmeester ooit eens gevraagd heeft aan de arbiter of hij mocht rokeren als de toren
aangevallen stond, met uiteraard een bevestigend antwoord.
29
Het schaak zetten van de koning moet echter niet worden aangekondigd, maar het mag,
zolang het de tegenstander niet hindert. Foutief aankondigen van schaak of mat kan aanleiding
geven tot een sanctie (bijvoorbeeld 2 minuten extra voor de tegenstander) indien dit de
tegenstander heeft gehinderd.
30
Korte herhaling van artikel 3.1.3 voor degenen die het nog niet begrepen hadden, een gepend
stuk kan schaak geven.
31
Dus als een dergelijk stuk wordt aangeraakt hoeft men hiermee niet te spelen. De regels
verbieden immers om het stuk te verplaatsen.
32
Nieuw artikel in 2014. De notie van illegale of onreglementaire zetten werd voorheen
uiteengezet in artikel 4.6 maar is dus nu verplaatst naar artikel 3.
33
Een beroemd voorbeeld hiervan is het bekende schaakprobleem, het matzetten van een
koning in het midden van het bord met twee torens en één paard. Een praktisch voorbeeld
hiervan is een situatie die nog weleens voorkomt in snelschaak of schoolschaak waarbij beide
koningen schaak staan (of zelfs waarbij een koning ontbreekt).
34
In alle gevallen van artikel 4 is het de taak van de arbiter om tussenbeide te komen als hij
een overtreding van de regels vaststelt. Hij moet dit dus niet overlaten aan een claim van de
tegenstander. De arbiter zal elke illegale zet die hij vaststelt onmiddellijk laten corrigeren.
35
Weinig gekend artikel, want veel spelers voeren de rokade uit met twee handen of slaan een
vijandelijk stuk met twee handen (met de ene hand wordt het vijandelijk stuk verwijderd, en
met de andere komt het eigen stuk in de plaats). Dit is dus allebei verboden volgens artikel 4.1.
Bijkomend wil dit ook zeggen dat met dezelfde hand waarmee gespeeld wordt ook de klok moet
worden stilgezet, maar dit is door de meeste spelers geweten. Let op want vanaf 2017 wordt
dit streng bestraft, zie artikel 7.5
14
4.2.1 Onder voorwaarde dat hij eerst zijn bedoeling daartoe kenbaar maakt
(bijvoorbeeld
36
door "j'adoube" of "ik zet recht" te zeggen), mag de aan zet zijnde
37
speler een of meer stukken op hun velden rechtzetten.
4.2.2 Elk ander physiek contact met eens stuk, met uitzondering van een duidelijk
toevallig contact, zal beschouwd worden als intentioneel
38
4.3 Als de aan zet zijnde
39
speler, behoudens het in artikel 4.2 vermelde, met de
bedoeling te spelen of te nemen
40
, op het schaakbord:
4.3.1 een of meer van zijn eigen stukken aanraakt
41
, dan moet hij spelen met het
eerst aangeraakte stuk dat kan worden verplaatst
42
, of
4.3.2 een of meer van de stukken van zijn tegenstander aanraakt, dan moet hij het
eerst aangeraakte stuk dat kan worden geslagen, slaan, of
4.3.3 één stuk van elke kleur aanraakt, dan moet hij het stuk van zijn tegenstander
met zijn eigen stuk slaan. Indien dit onreglementair is, dan moet hij het eerst
aangeraakte stuk verplaatsen of slaan dat kan worden verplaatst of geslagen. Als het
onduidelijk is, of het eigen stuk van de speler of dat van zijn tegenstander het eerst
was aangeraakt, wordt het eigen stuk van de speler beschouwd als te zijn aangeraakt
vóór dat van zijn tegenstander.
4.4 bijzondere situaties van aanraken van stukken
4.4.1 Als een speler opzettelijk zijn koning en een toren aanraakt, dan moet hij aan
36
Elke manier is goed om de tegenstander en vooral de arbiter te waarschuwen van dit
voornemen, « j’adoube » is enkel een voorbeeld.
37
Het rechtzetten van stukken op de tijd van de tegenstander kan indien dit hinderlijk is voor
de tegenstander, aanleiding geven tot een sanctie, bijvoorbeeld extra tijd voor de gehinderde
speler.
38
Nieuw artikel sinds 2017 dat mijns inziens niet echt veel toevoegt, aan wat reeds in artikel
4.3 begrepen is. In elk geval de regels zeggen nu expliciet dat er zoiets bestaat als “toevallig
contact” en dat dit niet valt onder de “aangeraakt is spelen” regel. Zie ook onder de voetnoot
bij volgend artikel: de intentie om te spelen.
39
Dit artikel is dus niet van toepassing op de speler die niet aan zet is.
40
« bedoeling te spelen » is hier een belangrijke notie. De « aangeraakt is spelen » regel is niet
van toepassing op stukken die per ongeluk aangeraakt worden tijdens een onbehouwen
manoeuvre. Het onopzettelijk aanraken van een stuk leidt NIET tot de verplichting om ermee te
spelen, zelfs indien er geen « j’adoube » werd gezegd. De versie 2014 heeft dit nog meer
verduidelijkt dan de vorige die enkel sprak van “opzettelijk”.
Meer nog, indien de speler zich vergist en per ongeluk een verkeerd stuk aanraakt dan het stuk
dat hij van plan was om te spelen, kan dit ook beschouwd worden als niet aangeraakt met de
bedoeling te spelen. De fout zal wel vrij flagrant moeten zijn alvorens de arbiter deze redenering
volgt. Bijvoorbeeld staan twee lopers vlak naast elkaar en de speler raakt de verkeerde loper
aan om eens tuk te nemen. Uit de intentie die er is om het vijandelijke stuk te slaan kan de
arbiter opmaken dat de bedoeling van de speler was met d andere loper te spelen. Dit kan dus
een aanvaardbare beslissing zijn om de speler toe te laten zijn bedoelde zet te spelen en niet te
verplichten om met de verkeerde loper een zet te doen.
41
In de praktijk blijkt het erg moeilijk om het aanraken van een stuk te bewijzen tenzij de arbiter
ter plaatse was op het moment van het aanraken. Getuigenissen van toeschouwers worden in
deze systematisch niet aanvaard, tenzij hun onpartijdigheid kan worden bewezen. Getuigenis
van een official (een lid van de organisatie) wordt wel aanvaard. Wel kan de speler die het
aanraken ontkent, een waarschuwing ontvangen dat bij een eventuele vaststelbare overtreding
in het vervolg van de partij een sanctie kan volgen.
42
Het is toegestaan het aangeraakte stuk gedurende een tijd vast te houden of zelfs terug te
plaatsen op het oorspronkelijke veld om verder na te denken. Dit verandert echter niets aan het
feit dat uiteindelijk met het aangeraakte stuk moet worden gespeeld.
15
die kant rokeren, indien dit reglementair is toegestaan.
4.4.2 Als een speler opzettelijk
43
een toren aanraakt en daarna zijn koning, dan mag
hij bij die zet niet aan die zijde rokeren en is artikel 4.3.1 op de situatie van
toepassing
44
.
4.4.3 Als een speler met de bedoeling om te rokeren de koning aanraakt, of
tegelijkertijd koning en toren, maar rokeren aan die zijde niet is toegestaan, dan
moet de speler een andere reglementaire zet met zijn koning doen
45
, waarbij rokeren
aan de andere zijde niet is uitgesloten. Als er geen reglementaire zet met de koning
mogelijk is, dan is elke andere reglementaire zet toegestaan.
4.4.4 Als een speler een pion laat promoveren, dan is de keuze voor een stuk
definitief als het stuk het promotieveld heeft aangeraakt
46
.
4.5 Als geen van de aangeraakte stukken volgens artikels 4.3 en 4.4 kan worden
verplaatst of geslagen, dan is elke andere reglementaire zet toegestaan
47
.
4.6
48
De promotie mag op verschillende wijzen worden uitgevoerd
4.6.1 de pion hoeft niet op het veld van aankomst te worden geplaatst
4.6.2 de pion wegnemen en vervangen door een nieuw stuk op het promotieveld mag
geschieden in willekeurige orde
4.6.3 Indien een stuk van de tegenstander op het promotieveld staat wordt dit
geslagen
4.7 Als een stuk op een veld is losgelaten en het een reglementaire zet of een deel
van een reglementaire zet betreft, dan mag het niet meer op een ander veld worden
geplaatst
49
. De zet wordt beschouwd als te zijn uitgevoerd indien:
4.7.1 bij het slaan: zodra het geslagen stuk van het bord is verwijderd en de hand
43
« opzettelijk » is alweer belangrijk. Zeker bij jongere spelers kan het misschien éénmaal dat
de toren eerst wordt aangeraakt voor het uitvoeren van een rokade zonder goed te beseffen dat
dit verkeerd is. Dit kan als onopzettelijk worden aanzien. Dus een rokade uitgevoerd door eerst
de toren aan te raken en pas daarna de koning hoeft niet gesanctioneerd worden omwille van of
dankzij het woord « onopzettelijk ». Let wel: Sommige arbiters zijn echter van oordeel dat het
aanraken van de toren wel degelijk als opzettelijk moet beschouwd worden zelfs als de intentie
was om te rokeren.
44
Dus een zet met de toren is verplicht, indien dit kan, en geen rokade.
45
Een rokade is in eerste instantie een speciale koningszet. Dit principe vereenvoudigt de
problematiek van wat te doen als blijkt dat een gespeelde rokade niet toegelaten was. Een
andere koningszet zal dan moeten gespeeld worden indien mogelijk.
46
Een eventuele keuze naast het bord mag dus nog worden gewijzigd zolang het stuk het bord
niet heeft aangeraakt. De reden is dat het stuk nog niet in het spel is zolang het niet op het bord
staat. Let wel zodra het promotiestuk het bord heeft geraakt is de zet definitief, zelfs indien de
pionzet nog niet uitgevoerd is, het plaatsen van een promotiestuk maakt de zet ondubbelzinnig.
Let op want eerdere regels lieten wel toe om het stuk nog te wijzigen zolang het niet was
losgelaten, nu is dus het aanraken van het bord beslissend.
47
Zeker belangrijk (en soms vergeten) in snelschaak en rapidschaak. Een speler is niet verplicht
een onreglementaire zet te doen. Als met het aangeraakte stuk geen geldige zet mogelijk is,
mag met een ander stuk worden gespeeld.
48
Dit nieuwe artikel (°2014) is een verduidelijking ten behoeve van de twijfelende schakers
vermoed ik. Alles wat hierin staat is overbodig en gedekt door de overige regels.
49
Kort samengevat: « aanraken is spelen » en « losgelaten is gespeeld ». Let op: onopzettelijk
loslaten bestaat niet volgens de FIDE. Indien iemand per ongeluk het stuk loslaat tijdens de zet
kan dit toch als de gespeelde zet beschouwd worden. Toch zou ik een lans willen breken voor
een stuk dat uit de handen valt op een willekeurig veld; ik zou dit toch willen interpreteren als
onopzettelijk en toelaten dat het stuk alsnog op het bedoelde veld wordt geplaatst.
16
van de speler, nadat deze zijn eigen stuk op het nieuwe veld heeft gezet,
laatstgenoemd stuk heeft losgelaten;
4.7.2 bij de rokade: zodra de hand van de speler de toren op het veld van
bestemming heeft losgelaten. Wanneer de hand van de speler de koning heeft
losgelaten, is de zet nog niet gedaan, maar de speler heeft dan niet meer het recht
een andere zet uit te voeren dan de rokade, mits deze rokade reglementair is; Indien
de rokade illegaal is mag de speler een andere legale zet uitvoeren met de koning
(inclusief rokeren aan de andere zijde). Als er geen legale zet mogelijk is met de
koning kan de speler vrij een andere zet spelen.
4.7.3 bij de promotie van een pion
50
: zodra de pion van het bord is verwijderd en de
hand van de speler het nieuwe stuk op het promotieveld heeft losgelaten.
4.8 Een speler verspeelt zijn recht op een claim tegen een overtreding door zijn
tegenstander van artikel 4.1 tot 4.7, als hij een stuk aanraakt
51
met de bedoeling te
spelen of te slaan.
4.9. Indien een speler niet in staat is de stukken te bewegen, mag een assistent
aangeduid worden door de speler, indien deze aanvaard wordt door de arbiter, om deze
acties uit te voeren
52
.
Artikel 5: Het einde van de partij
5.1.1 De partij is gewonnen door de speler die de koning van zijn tegenstander heeft
matgezet
53
. Dit beëindigt de partij onmiddellijk
54
, vooropgesteld dat de zet waarmee de
matpositie werd bereikt, reglementair was
55
, in overeenstemming met artikels 3 en
50
Als het stuk waarnaar de pion wil promoveren niet dadelijk voorhandig is mag de speler de
klok een moment stilzetten om het gepaste stuk te zoeken of aan de arbiter te vragen.
51
Beetje cryptische omschrijving van: je moet het aanraken en niet spelen van een stuk door
de tegenstander claimen alvorens zelf een stuk aan te raken. Idem voor het loslaten, en hoewel
dit reeds zo werd toegepast is dit pas toegevoegd in de versie 2009.
52
In opdracht van de speler in kwestie. De assistent voort dus enkel uit wat de speler zegt.
53
In toernooien met beginnende schakers (of kleine kinderen) valt het nogal eens voor dat
onterecht mat wordt aangekondigd. Dat de tegenstander hiermee instemt hoeft niet noodzakelijk
geïnterpreteerd te worden als een opgave, het is een natuurlijke reactie op een foutieve claim.
In mijn opinie mag de arbiter ingrijpen en de partij laten verder spelen indien het geen mat was,
tenzij de tegenstander in kwestie reeds vrij formeel heeft opgegeven. Meer nog, het onterecht
aankondigen van mat kan beschouwd worden als hinderen van de tegenstander en aanleiding
geven tot een sanctie.
54
Dit gebeurt automatisch onafhankelijk van wanneer en door wie deze situatie is opgemerkt of
“geclaimd”. De uitslag staat vast en het is te laat om te wijzen op een gevallen vlag, of op een
eerder voorgevallen onreglementaire zet
Dit is één van de situaties waarin de arbiter regelmatig zelf kan ingrijpen zonder enig verzoek
van de spelers. Zelfs een onopgemerkt mat beëindigt de partij onmiddellijk en doorspelen is dus
nutteloos.
Indien het vallen van de vlag geclaimd wordt nadat de matzet is uitgevoerd is de mat toch geldig.
In het hypothetisch geval dat het tegelijk gebeurt, zou de voorkeur moeten gegeven worden aan
de matzet, omdat dit met de logica van de partij strookt.
In een toernooi in Liège vroeg een speler aan de arbiter of het eventueel toegestaan was om
nog remise voor te stellen aan de tegenstander als je hem net had matgezet, waarop de arbiter
de wijze woorden sprak « mat is de schoonste manier om een partij te beëindigen, zwijgen en
tekenen »
55
Deze laatste paragraaf werd recent toegevoegd, maar niet voordat een spitsvondige speler
me eens probeerde mat te zetten terwijl hijzelf schaak stond. Hij merkte op: je staat mat en dit
beëindigt de partij onmiddellijk, je kan dus mijn koning die schaak staat niet meer nemen...
17
artikels 4.2 tot 4.7.
5.1.2 De partij is gewonnen door de speler wiens tegenstander zegt
56
dat hij opgeeft.
Dit beëindigt de partij onmiddellijk.
5.2.1 De partij is remise
57
als de aan zet zijnde speler geen reglementaire zet kan doen
en zijn koning niet schaak staat. Men zegt dat de partij in "pat" eindigt. Dit beëindigt
de partij onmiddellijk
58
, vooropgesteld dat de zet waarmee de patpositie werd bereikt,
reglementair was in overeenstemming met artikels 3 en artikels 4.2 tot 4.7.
5.2.2 De partij is remise als een stelling is ontstaan waarin geen van beide spelers de
koning van zijn tegenstander mat kan zetten met een reeks reglementaire zetten
59
. Men
zegt dat de partij in "een dode stelling" eindigt
60
. Dit beëindigt de partij onmiddellijk,
vooropgesteld dat de zet waarmee de dode stelling werd bereikt, reglementair was in
overeenstemming met artikels 3 en artikels 4.2 tot 4.7.
5.2.3 De partij is remise als beide spelers dit tijdens de partij overeenkomen, op
56
Een speler kan op verschillende al dan niet dubbelzinnige wijzen opgeven: de klok stilzetten,
de koning omvergooien, de hand uitsteken, het notatieformulier ondertekenen, en zo verder.
Deze wijzen zijn op zich niet voldoende, de opgave moet gemeld worden. Het is al voorgekomen
dat een speler wou opgeven, zijn hand uitstak, en de tegenstander onmiddellijk vroeg
« remise ? », waarop de verbouwereerde speler dan maar « akkoord » zei.
Merk op dat het onsportief beschouwd door gewoon weg te lopen als teken van opgave. Een
dergelijk gedrag kan en mag bestraft worden
Er is een geval bekend waarin beide spelers op ongeveer hetzelfde moment opgaven. Zwart
speelde g7-g5 waarop Wit dacht dat hij mat liep en opgaf. Zwart zag echter de weerlegging want
na slaan en-passant ging hij mat, en hij gaf ook op. Als niet duidelijk kan uitgemaakt worden
wie eerst was, primeert de opgave van de speler aan zet. Het is eerst aan deze speler om actie
te nemen bijvoorbeeld opgeven.
In de wandelgangen wordt soms beweerd dat het stilzetten van de klok ook een teken is van
opgave. Echter de reglementen laten reeds enkele jaren toe om in bepaalde gevallen,
bijvoorbeeld om de arbiter naar het bord te halen, de klok mag stilgezet worden. Dus deze fabel
mag geklasseerd worden.
57
Dit is een uitvinding uit 1867, voor het eerst toegepast in een toernooi in Dundee. Tot daarvoor
moest elke partij beslissend eindigen en zo nodig overgedaan worden totdat één der spelers
won.
58
Dit is één van de situaties waarin de arbiter regelmatig zelf kan ingrijpen zonder enig verzoek
van de spelers. Zelfs een onopgemerkt pat beëindigt de partij onmiddellijk en doorspelen is dus
nutteloos. Ook opgeven zal in deze situatie ongeldig zijn. In toernooien met kleinere kinderen of
beginnende schakers gebeurt het wel eens dat je als arbiter in dergelijke gevallen de partij moet
stilleggen.
59
Voor arbiters die twijfelen het gaat hier enkel om stellingen met K tegen K, K+P, K+L en met
K+L tegen K+L met de lopers van dezelfde kleur. Zolang er een pion, een toren, of een dame
op het bord staat is er steeds een methode om te winnen tegen het slechtste spel. Uitzondering:
Sommige zeer zeldzame stellingen met vastgelopen pionnen waar de koningen (en lopers) nooit
meer langs kunnen.
Vele andere stellingen zoals K+P tegen K+P of K+T tegen K+T zijn niet meer onmiddellijk remise
te verklaren tenzij dit zou vermeld worden in de toernooiregels.
Vroeger stond hier nog dat een geforceerde mat in één moest kunnen, nu echter niet meer. Dus
ook stellingen met randpion zijn verder te spelen.
De zin « dit beëindigt de partij onmiddellijk » betekent dat, net zoals voor mat of pat, een
remiseclaim niet nodig is: de partij is gedaan (remise) zodra de stelling ontstaat en dit kan zelfs
post-mortem (zelfs na het vallen van een vlag) vastgesteld worden. Dit betekent ook dat de
arbiter die een dergelijke stelling vaststelt de partij kan stilleggen
60
De FIDE heeft wellicht mijn voetnoten in een vorige versie van het vademecum gelezen en
artikel 9.7 dat exact hetzelfde zei, verwijderd.
18
voorwaarde dat beide spelers minstens één zet hebben uitgevoerd
61
. Dit beëindigt de
partij onmiddellijk
62
.
Wedstrijdregels
Artikel 6: De schaakklok
6.1 Een "schaakklok" is een klok met twee tijdsaanduidingen
63
, zo met elkaar
verbonden dat er op elk moment slechts één kan lopen.
"Klok" in de Regels voor het Schaakspel betekent een van de twee tijdsaanduidingen.
Elke tijdsaanduiding beschikt over een “vlag”
64
.
Het "vallen van een vlag" betekent het verlopen zijn van de aan een speler toegewezen
bedenktijd.
6.2 Gebruik van de schaakklok
6.2.1 Tijdens de partij moet elke speler die zijn zet op het schaakbord heeft gedaan,
zijn eigen klok stilzetten (of met andere woorden indrukken) en de klok van zijn
tegenstander aanzetten. Dit voltooit de zet. Zijn zet is eveneens voltooid als
6.2.1.1 de gedane zet de partij beëindigt (zie artikelen 5.1.1, 5.2.1, 5.2.2, 9.6.1 en
9.6.2)
65
.
6.2.1.2 de speler een volgende zet heeft gedaan, in geval zijn vorige zet niet
voltooid was
66
6.2.2 Een speler moet altijd de kans krijgen zijn klok stil te zetten
67
na het doen van
een zet, zelfs als de tegenstander zijn volgende zet al heeft gedaan
68
. De tijd tussen
enerzijds het doen van de zet op het schaakbord en anderzijds het stilzetten van de
61
Nieuw sinds 2017, de voorwaarde dat elk minstens één zet heeft gespeeld. Beide spelers
moeten, anders uitgedrukt, effectief gespeeld hebben. Wie geen enkele zet doet heeft geen recht
op punten.
62
In 1962 heeft FIDE geprobeerd een regel in te voeren die remiseafspraken verbood voor de
30ste zet maar liet dit idee varen twee jaar later. Recent onderneemt FIDE nieuwe pogingen om
remises te ontmoedigen opnieuw op dezelfde manier (de zogenaamde “Sofia” regel). Sinds 2017
is de regel dus dat je minstens één zet moet spelen elk.
Volgens mij is de enige efficiënte wijze om remises tussen spelers te ontmoedigen, door minder
punten toe te kennen aan remises door bijvoorbeeld een 3-1-0 zoals in de voetbal of een 4-2-1
systeem toe te passen voor winst/remise/verlies. Dit laatste systeem laat ovendien toe een
forfait te bestraffen met een 0.
63
En niet meer “uurwerken” (aangepast in 2017)
64
Bij digitale klokken is dit vaak een merkteken zoals bijvoorbeeld een « - » die verschijnt op
de klok van zodra de tijd verstreken is. De aanwezigheid van een minteken doet dienst voor een
gevallen vlag voor toepassing van artikel 6.9
65
Indien de zet de partij beëindigt, hoef je dus de klok niet in te drukken, en kan je bijgevolg
ook niet door je vlag gaan.
66
Een doordenkertje vanwege FIDE, je kan bijvoorbeeld vergeten je klok in te drukken, de
tegenstander speelt en je bent opnieuw aan zet, dan is je vorige zet ook voltooid. Speciaal voor
sommige arbiters die hieraan twijfelen; het kan dus dat de tegenstander speelt zonder dat je de
klok hebt ingedrukt en dat je pas na de volgende zet de klok indrukt om de zet te voltooien.
67
Na het uitvoeren van je zet mag je dus je klok stoppen, zelfs als de tegenstander reeds
geantwoord heeft. Deze kan dan wel onmiddellijk terug zijn klok stoppen.
68
Dank aan FIDE om hier expliciet te vermelden dat het dus wel degelijk kan da teen speller
antwoordt op een zet alvorens de tegestander de klok had ingedrukt. Dit mg, maar weet weld
at je tegenstander toch nog de klok mag indrukken, al was het maar om zijn tijdsincrement voor
de gespeelde zet te ontvangen.
19
eigen klok en het aanzetten van de klok van de tegenstander wordt beschouwd als deel
van de bedenktijd die de speler is toegewezen
69
.
6.2.3 Een speler moet zijn klok indrukken met dezelfde hand als waarmee hij zijn zet
deed. Het is een speler verboden een vinger op of boven de knop te houden.
6.2.4 De spelers dienen de schaakklok juist te behandelen. Het is verboden er op te
slaan
70
, hem op te tillen of om te gooien. Onjuiste behandeling van de klok wordt
bestraft overeenkomstig artikel 12.9
71
.
6.2.5 Enkel de speler die aan zet is mag de stukken rechtzetten
72
6.2.6 Als een speler niet in staat is de klok te bedienen, mag de speler gebruik maken
van een door hem voorgestelde assistent om de bediening uit te voeren. Deze assistent
moet voor de arbiter aanvaardbaar zijn
73
. Zijn klok zal door de arbiter op een redelijke
wijze worden bijgesteld. Deze aanpassing is niet van toepassing op de klok van een
speler met een onbekwaamheid.
74
6.3.1 Bij gebruik van een schaakklok moet elke speler een minimum aantal zetten of
alle zetten doen in een toegewezen tijdsperiode en/of er kan hem na elke zet extra tijd
worden toegewezen
75
. Dit alles moet vooraf worden bepaald.
6.3.2 De tijd die een speler uit de ene periode over heeft, wordt toegevoegd aan de tijd
die beschikbaar is voor de volgende periode, indien van toepassing.
Bij een niet-opsparende tijdsinstelling
76
krijgen beide spelers een "basisbedenktijd" en
een vastgestelde tijd per zet. Vermindering van basisbedenktijd gebeurt pas nadat de
tijd-per-zet is verbruikt. Drukt de speler zijn klok in vóór het verstrijken van die tijd,
dan verandert de basisbedenktijd niet, ongeacht hoeveel tijd-per-zet is verbruikt.
6.4 Onmiddellijk nadat een vlag valt
77
, moet worden gecontroleerd
78
of aan de
voorwaarden van artikel 6.3.1 is voldaan.
79
6.5 Vóór het begin van de partij bepaalt de arbiter waar de schaakklok wordt
69
Subtiele manier om te zeggen dat je dus toch door je vlag kan gaan nadat je de laatste zet
hebt voltooid voor de tijdnood maar je je klok nog niet hebt stilgezet.
70
Overtreding die vooral in snelschaak en tijdens tijdnoodfases wel eens durft voor te komen.
71
Over het algemeen beginnend met een waarschuwing alvorens tot tijdstraffen over te gaan.
72
Zie ook artikel 4.2. FIDE houft ervan om zaken tweemaal in de reglementen te zetten.
73
Ik laat het aan de verbeelding van de lezer over om te begrijpen wat hiermee bedoeld wordt.
Laten we aannemen dat hier bedoeld wordt dat als je assistent een sterke grootmeester is, dat
de arbiter twijfels zal hebben over eventuele bijbedoelingen.
74
Nieuw in 2017. Enkel de klok van de onbekwame speler kan worden bijgesteld, en enkel als
het om een standaard klok gaat en niet om een speciale klok voor de speler.
75
Met het zogenaamde Fischer tempo of andere tempo’s zoals het Bronstein tempo (waarbij je
nooit meer tijd kan hebben na je zet dan voor je zet, dus geen extra tijd kan accumuleren).
Hiervoor zijn speciale digitale klokken nodig die eventueel programmeerbaar zijn.
76
Het gaat hier over de Bronstein-tijdsregistratie (zie hoofdstuk over « Tijdschema’s »), of de
“time delay” mode, methodes die zeer weinig gebruikt worden.
77
Als en wanneer er een vlag valt, vindt de tijdcontrole plaats. Een wijdverbreid misverstand
zegt dat de tijdcontrole direct na de laatste zet van een periode (bijvoorbeeld de 40ste)
plaatsvindt. Uitzondering: Bij Fischer-tempo in meerdere periodes is de tijdcontrole bij het vallen
van de vlag meestal niet praktisch. In dat geval wordt de tijdcontrole verricht bij het bereiken
van het vereiste aantal zetten.
78
Zie artikel 6.8 voor de vaststelling hiervan
79
De laatste zet voor de tijdscontrole moet uitgevoerd zijn en de klok ingedrukt alvorens de vlag
valt, zoniet is de partij verloren.
20
geplaatst
80
.
6.6 Op het moment dat bepaald werd voor de start van de partij
81
, moet de klok van
Wit worden gestart
82
.
6.7 Verlies door afwezigheid
6.7.1 De regels van de competitie bepalen op voorhand het laatste moment dat een
speler mag aankomen, de “default time”. Als er geen default time wordt gespecifieerd,
is dit gelijk aan nul.
83
Een speler verliest de partij als hij na de default time aan het
schaakbord verschijnt
84
, tenzij de arbiters anders beslist
85
.
6.7.2. Als de toernooiregels een default time voorzien die verschillend is van nul, en
geen van beide spelers bij het begin aanwezig is, dan verliest de speler die met de witte
stukken speelt alle tijd die verloopt tot hij arriveert, tenzij de toernooiregels anders
bepalen of de arbiter anders beslist.
6.8 Een vlag wordt beschouwd te zijn gevallen als de arbiter het feit waarneemt
86
of
als een der spelers dit terecht claimt.
6.9 Als een speler het voorgeschreven aantal zetten niet heeft voltooid in de
toegewezen bedenktijd, dan is de partij voor hem verloren, tenzij één van de artikels
80
Het is gebruikelijk dat de klok geplaatst wordt aan de rechterzijde van de zwartspeler en
zodanig dat een maximum aan klokken tegelijk kan geobserveerd worden door de arbiter vanuit
de gang tussen de borden. In de praktijk is de plaats van de klok op de tafel dus bepaald door
de arbiter, maar wordt het soms toegestaan dat de spelers in onderlinge overeenkomst of
volgens de voorkeur van de zwartspeler de ligging van het bord (wit langs de ene of de andere
zijde) zelf bepalen.
81
In principe is dit het moment dat de arbiter of de toernooileider zegt dat de partijen mogen
beginnen, of in diens afwezigheid het vooraf meegedeeld uur. Bijvoorbeeld in de nationale
interklubs is dit om 14:00u. Het is gebruikelijk dat de arbiter de klokken start van de afwezige
spelers.
82
Bij voorkeur door de zwartspeler of in diens afwezigheid door de arbiter. Tijdens een toernooi
is het belangrijk om alle klokken tijdig te starten teneinde te vermijden dat een lange partij het
einde van de ronde zou vertragen en het tijdschema van het toernooi in gevaar zou brengen.
83
Als de toernooiregels geen default time vermelden, moeten alle spelers bij het begin van de
partij aanwezig zijn. Elke afwezige verliest onmiddellijk de partij.
84
Te laat verschijnen verliest de partij. Vroeger was het zo dat méér dan 1 uur te laat verschijnen
het verlies van de partij betekende. Nu moet dit indien nog van toepassing in de toernooiregels
worden opgenomen. OPGELET 1: er staat niet dat er ook een zet moet zijn uitgevoerd binnen
de toegestane tijd dat men te laat mag komen, de aanwezigheid in de toernooizaal volstaat om
de partij niet te verliezen. OPGELET 2: de tijd dat men al dan niet te laat mag komen wordt
gerekend ten opzichte van het voorziene aanvangsuur van de ronde, en niet ten opzichte van
het starten van de klok van de speler
(Het zou bijvoorbeeld de zwartspeler kunnen zijn die 1u05 te laat komt, terwijl de witspeler ook
15’ te laat was, de zwartspeler heeft dan slechts 50’ op de klok maar verliest toch de partij door
artikel 6.7, indien men maximum 1 uur te laat mocht komen)
85
De deur wordt opengelaten voor bijzondere omstandigheden, de beslissing ligt bij de
scheidsrechter.
86
Ook dit is een expliciete rol voor de arbiter. De arbiter moet ALTIJD wijzen op het vallen van
de vlag als hij aanwezig is (en het vallen vaststelt), dus ook in de versnelde fase (QPF). Sinds
de revisie van 2017 is dit tevens het geval voor Rapid-schaak en snelschaak. Vroeger mocht de
arbiter in degelijke partijen niet ingrijpen, nu is deze uitzondering wijselijk verwijderd.
Een goede arbiter zal weten op welk moment de vlag valt. Als het vallen pas na een tijdje wordt
gemerkt, dan wordt toch gedaan alsof de vlag net gevallen is. Wat omstanders ("getuigen")
gezien hebben telt niet mee.
21
5.1.1, 5.1.2, 5.2.1, 5.2.2 of 5.2.3 van toepassing is
87
. Als de stelling echter zodanig is
dat de tegenstander de koning van de speler nooit mat kan zetten, door welke reeks
reglementaire zetten dan ook
88
, dan is de partij remise
89
.
6.10 Fouten op de klok
6.10.1 Elke aanduiding van de klokken is beslissend tenzij er sprake is van een kennelijk
gebrek
90
. Een schaakklok met een kennelijk gebrek moet worden vervangen. De arbiter
moet de klok vervangen en met uiterste nauwkeurigheid bepalen welke tijden op de
nieuwe schaakklok moeten worden aangebracht
91
.
6.10.2 Indien tijdens de partij ontdekt wordt dat de instelling van één of beide zijden
van de klok foutief was, mag één der spelers of de arbiter de klok stoppen. De arbiter
zal vervolgens de fout corrigeren en eventueel de zettenteller aanpassen
92
. Hij zal de
correctie doen naar best vermogen
93
.
6.11.1 Als de partij moet worden onderbroken, dan moet de arbiter de klokken
stilzetten.
6.11.2 Een speler mag de klokken slechts stilzetten om de hulp van de arbiter in te
roepen, bijvoorbeeld bij promotie en het vereiste stuk is niet beschikbaar.
6.11.3 De arbiter beslist wanneer de partij wordt hervat.
6.11.4 Als een speler de klokken stilzet om de hulp van de arbiter in te roepen, bepaalt
de arbiter of de speler daar een geldige reden voor had
94
. Als het duidelijk is dat de
speler geen geldige reden had om de klokken stil te zetten, moet hij worden bestraft
87
Wie mat geeft en vervolgens door de vlag gaat heeft dus toch gewonnen omdat mat de partij
onmiddellijk beëindigt. Hetzelfde geldt voor pat, een dode stelling (zie nota’s bij artikel 5.2.2)
en een remiseovereenkomst en een opgave door de tegenstander. Met andere woorden remise
overeenkomen en dan pas zien dat de vlag gevallen is, blijft remise.
88
Zelfs bij het slechtst mogelijke tegenspel, hoe absurd het ook moge zijn.
89
Dit is niet de « dode stelling » waarvan eerder sprake. Hier gaat het om het matpotentieel
van de speler die niet door de vlag is gegaan. In principe is dit artikel enkel van toepassing
indien de speler niet meer beschikt over pion, toren of dame, en ook niet over twee lopers, of
loper en paard. Ook in sommige stellingen met twee paarden is mat nog mogelijk, dus wees
voorzichtig als arbiter alvorens dit reglement toe te passen, in tijdnoodsituaties is het beter te
wachten op het vallen van de vlag om dit artikel toe te passen of nog beter, dat de spelers zelf
remise overeenkomen.
90
Het is aangewezen dat de arbiter tijdens een wedstrijd regelmatig de klokken controleert en
een tijdschema hiervoor gebruikt.
91
Dit is over het algemeen niet eenvoudig tenzij het kennelijk gebrek zich zeer duidelijk aan één
zijde voordoet. In dit geval zal de arbiter alle tijd dat de klok heeft stilgestaan moeten bijtellen
aan de zijde van het defect. Het blijft aangewezen, hoewel dit niet meer in de regels staat) om
de speler toch een redelijke tijd te laten, bijvoorbeeld minstens één minuut per zet indien het
niet om een versnelde fase gaat. De tijdsverdeling helemaal niet herstellen na een vaststelling
van een defect is echter ook geen optie omdat dit opnieuw het tijdschema van het toernooi in
gevaar kan brengen als de betreffende partij lang uitloopt.
92
Indien van toepassing moet ook de zettenteller van de klok correct worden ingesteld,
bijvoorbeeld bij Fischer-tempo.
93
Tenzij onderling akkoord van spelers die het tijdsverbruik hebben opgevolgd tijdens de partij
is enkel een gelijkmatige herverdeling van beide klokken mogelijk. Het kan ook zijn dat het
tijdschema van het toernooi niet toelaat om de klokken terug te draaien. In dit geval is het
aangewezen dit specifiek geval in de toernooireglementen op te nemen zodat het terugdraaien
niet kan worden geëist door de spelers.
94
Als de speler zich niet goed voelt of gestoord wordt door omstaanders zijn voorbeelden van
geldige redenen. Naar het toilet moeten gaan is niet noodzakelijk een geldige redden, dit wordt
overgelaten aan het oordeel van de arbiter die medische redenen zal onderzoeken.
22
overeenkomstig artikel 12.9.
6.13.1 Schermen, monitoren en demonstratieborden die de bereikte stelling, de zetten
en het aantal zetten tonen, alsmede klokken die ook het aantal zetten weergeven, zijn
toegestaan in de speelzaal
95
.
6.13.2 De speler mag een claim echter niet enkel baseren op iets dat op deze wijze
wordt getoond.
Artikel 7: Onregelmatigheden
7.1 Als er zich een onregelmatigheid voordoet en/of de stelling moet worden
teruggebracht naar een vorige, dan moet de arbiter met uiterste nauwkeurigheid
bepalen welke tijden op de klokken moeten worden aangebracht. Hij heeft ook het recht
de tijd niet aan te passen.
96
Zo nodig zal hij ook de zettenteller van de klok bijstellen.
7.2.1 Als tijdens een partij
97
geconstateerd wordt dat de beginopstelling onjuist was,
dan wordt de partij ongeldig verklaard en wordt er een nieuwe partij gespeeld
98
.
7.2.2 Als tijdens een partij geconstateerd wordt dat alleen het schaakbord anders lag
dan artikel 2.1 voorschrijft, dan wordt de partij vervolgd maar de bereikte stelling wordt
overgebracht op een juist geplaatst schaakbord
99
.
7.3 Als een partij begonnen is met verwisselde kleuren, en er minder dan 10 zetten
gespeeld zijn door beide spelers, wordt de partij gestopt en herbegonnen met de juiste
kleuren
100
. Na 10 zetten of meer wordt er doorgespeeld
101
.
7.4.1 Als een speler een of meer stukken niet goed op het schaakbord heeft geplaatst,
dan moet hij de stelling in zijn eigen tijd herstellen.
7.4.2 Indien noodzakelijk kan zowel de speler als zijn tegenstander de klokken stilzetten
en om de assistentie van de arbiter vragen.
95
Het is niet omdat dit materiaal aanwezig is dat de speler zich op bijkomende info zal mogen
beroepen bijvoorbeeld komende van omstanders. Ook elke foutieve indicatie op dit bijkomend
materiaal kan niet als verdediging gebruikt worden bij bijvoorbeeld tijdsoverschrijding. Indien
het toernooibord 40 zetten meldt terwijl er bij controle slechts 39 zetten blijken gespeeld te zijn
zal een tijdsoverschrijding van toepassing blijven.
96
Nieuw in 2017. De regels voorzien expliciet dat de arbiter kan beslissen dat het niet nodig is
de tijd aan te passen.
97
Als dit blijkt na de partij, blijft het resultaat van de partij gelden en wordt er niet opnieuw
gespeeld
98
Elke verkeerde stelling (koning en dame verkeerd, lopen er paard omgedraaid, etc...) geeft
dus aanleiding tot het annuleren van de partij. Indien het toernooischema het niet toelaat met
een volledig tempo te herbeginnen zal een partij met verminderde tijd op de klok moeten
gespeeld worden. Dit geldt niet voor rapidschaak en snelschaak indien reeds 3 zetten zijn
gespeeld (zie artikel A4)
99
Een speler kan zich dus niet beroepen op het verkeerd liggen van het bord om een eventuele
vergissing die hij hierdoor beging te laten rechtzetten. Let op dit geldt ook voor een bord dat
90° gedraaid is en waar de kleur van de velden dus verwisseld is (en de beginpositie correct
was, dus met de dames niet op het veld van hun kleur)
100
Nieuw sinds 2017. FIDE heeft mijn voetnoot dus in rekening gebracht die zei: ”Indien dit zeer
snel wordt vastgesteld bijvoorbeeld tijdens de eerste vijf zetten kan alsnog beslist worden om
de partij te herbeginnen met de juiste kleuren voor zover dit het tijdschema van het toernooi
niet in gevaar brengt.”
101
Het is wel gebruikelijk om hiermee rekening te houden bij de uitvoering van de paringen voor
de volgende ronden. In Pairtwo kan je eenvoudig de kleur van beide spelers wisselen en het
resultaat invoeren volgens de kleur waarmee effectief gespeeld werd.
23
7.4.3 De arbiter kan de speler die de stukken verkeerd plaatste, bestraffen
102
.
7.5.1 Een onreglementaire zet is voltooid als de speler zijn klok heeft ingedrukt
103
. Als
tijdens een partij
104
blijkt dat er een onreglementaire zet
105
is voltooid, wordt de stelling
teruggebracht naar de stelling onmiddellijk voorafgaand aan de onregelmatigheid.
Wanneer deze stelling niet kan worden bepaald, wordt de partij voortgezet vanuit de
laatste vast te stellen stelling voor de onregelmatigheid
106
. Artikel 4.3 en 4.7 zijn van
toepassing op de zet die de onreglementaire zet vervangt
107
. De partij wordt dan
voortgezet vanuit deze herstelde stelling.
7.5.2 Als de speler een pion heeft gespeeld naar de rij die het verst van zijn beginpositie
is verwijderd, de klok heeft ingedrukt, maar de pion niet heeft vervangen door een
nieuw stuk, dan is de zet onreglementair. De pion zal dan vervangen worden door een
dame van dezelfde kleur als de pion.
108
7.5.3
109
Als een speler de klok indrukt zonder een zet uit te voeren, zal dit beschouwd
en bestraft worden als een onregelmatige zet.
110
7.5.4
111
Als een speler beide handen gebruikt om een zet uit te voeren (in geval van
rokade, nemen of promotie), en zijn klok heeft ingedrukt, zal dit beschouwd en bestraft
102
Indien het stilzetten van de klok noodzakelijk was, is een tijdstraf toch aangewezen.
103
Onregelmatige zetten kunnen dus niet geclaimd worden zolang de klok niet werd ingedrukt,
en kunnen nog hersteld worden door de speler.
104
Dit is enkel van toepassing tijdens de partij. Er geldt dus dat klachten na de partij niet worden
aanvaard.
105
Inclusief het niet voldoen aan alle eisen van de promotie of het slaan van de koning van de
tegenstander
106
Tenzij de onregelmatigheid onmiddellijk wordt vastgesteld, zal dit in een gewone partij vaak
op basis van de notatieformulieren zijn, tenzij de spelers zelf over een meer recente stelling
akkoord geraken. Als er niet genoteerd is in een rapid-toernooi met beginnende schakers kan
het gebeuren dat er geen enkele stelling tenzij de beginstelling gevonden wordt. In dit geval
moet de partij opnieuw beginnen. In geen geval wordt er verder gespeeld in de laatste stelling,
na de onregelmatigheid !
Op een jeugdtoernooi werd ik eens bij een partij geroepen waar bleek dat de twee spelers al
geruime tijd aan het spelen waren met slechts 1 koning op het bord. De zwarte koning was reeds
eerder geslagen maar ze wisten niet meer wanneer en uiteraard had geen van beide spelers
genoteerd. In principe moest dus de partij herbegonnen worden.
Uitzondering: in snelschaak speelt men verder als de onregelmatigheid niet is geconstateerd.
Eenzelfde situatie in snelschaak zal door de creativiteit van de arbiter moeten opgelost worden.
Je kan zeggen dat zwart verloren is omdat hij geen koning meer heeft, je kan ook zeggen dat
zwart niet meer kan verliezen omdat wit hem niet meer mat kan zetten. Remise lijkt dan de
meest aanvaardbare beslissing.
107
Met andere woorden, de eerstvolgende zet moet met hetzelfde stuk worden gedaan als de
onreglementaire zet.
108
Nieuwe regel vanaf 2014. Nadat de klok is ingedrukt wordt de pion automatisch een dame,
een andere keuze is niet meer toegestaan. FIDE is hier nog vriendelijk, de regelmaker had
bijvoorbeeld kunnen kiezen voor een paard of loper als “straf”
109
Was artikel 7.8 in de versie van 1 juli 2017
110
De FIDE wil dit expliciet aanpakken, hoewel dit bij mijn weten weinig voorkomt
111
Was artikel 7.7 in de versie van 1 juli 2017
24
worden als een onregelmatige zet.
112
7.5.5 Na de handeling, beschreven in artikel 7.5.1, 7.5.2, 7.5.3 of 7.5.4, geeft de
arbiter, bij de eerste onreglementaire zet van een speler, twee minuten extra tijd aan
zijn tegenstander; bij een tweede
113
onreglementaire zet van dezelfde speler wordt de
partij voor hem verloren verklaard door de arbiter.
114
Als de stelling echter zodanig is
dat de tegenstander de koning van de speler nooit mat kan zetten, door welke reeks
reglementaire zetten dan ook (zelfs bij het slechtst mogelijke tegenspel), dan is de
partij remise
115
7.6 Wanneer gedurende een partij blijkt dat de stukken niet meer op hun juiste velden
staan, wordt de stelling teruggebracht tot de stelling voor de onregelmatigheid. Als de
stelling onmiddellijk voor de onregelmatigheid niet met zekerheid kan worden
vastgesteld, zal de partij worden voortgezet vanuit de laatste vast te stellen stelling
voor de onregelmatigheid
116
. De partij wordt dan voortgezet vanuit deze herstelde
stelling.
Artikel 8: Het noteren van de zetten
8.1.1 Tijdens de partij is elke speler verplicht zijn eigen zetten en die van zijn
tegenstander op de juiste wijze
117
te noteren, zet na zet, zo duidelijk en leesbaar
mogelijk
118
, in de algebraïsche notatie (aanhangsel C), op het notatieformulier dat voor
de wedstrijd is voorgeschreven
119
.
8.1.2 Het is niet toegestaan zetten vooraf te noteren
120
, tenzij de speler remise claimt
112
De FIDE wit dit expliciet aanpakken, vandaar de herhaling van artikel 4,1. Het gebruiken van
twee handen moet vanaf 2017 bestraft worden door de arbiter. Correctie op 1 januari: de straf
geldt enkel als de klok wordt ingedrukt, voordien kan de speler de fout nog herstellen,
bijvoorbeeld door eerst beide handen te gebruiken dan plots in te zien dat dit niet mag en alsnog
de zet correct uitvoeren. Let wel: de regel van het eerst aangeraakte stuk telt nog steeds.
113
Opgelet, vanaf de tweede maal is het reeds verloren, vroeger was dit vanaf de derde inbreuk.
114
Opgelet, vroeger verloor de onreglementaire zet in snelschaak onmiddellijk de partij, dit is
niet meer het geval. Ook in snelschaak is dit nu pas vanaf de tweede inbreuk.
115
Toevoeging in 2009 en nadien nog aangepast in 2017. De partij is remise bij de tweede
onregelmatige zet van een speler als zijn tegenstander niet meer kan winnen.
116
Idem als artikel 7.4 behalve dat er geen sprake is van een onreglementaire zet enkel van een
stelling die verstoord is. Voetnoot bij artikel 7.4 kan hier dus ook toegepast worden.
117
Ik ken een speler die wel eens durft 19 zetten noteren op de plaats van 20 door de zetten
voldoende slordig meer en meer onder de voorziene lijn te schrijven. Het beoogde doel is om na
39 zetten de indruk te wekken dat er 40 gespeeld zijn (het notatieformulier is vol) en eventueel
winst te claimen bij tijdsoverschrijding. Een arbiter mag deze werkwijze niet toelaten.
118
Vele spelers en helaas vooral meesters zondigen tegen dit onderdeel van het reglement. Ik
vermoed dat er een soort erecode bestaat tussen grootmeesters zoals ook bij dokters in de
geneeskunde om zo onleesbaar mogelijk te schrijven. Helaas is dit bij het schaken verboden
door het reglement. De onleesbaarheid kan dus in principe verboden worden maar ik moet nog
de eerste arbiter ontmoeten die de moed heeft hiervoor op te treden tegen deze meesters.
119
Spelers vragen soms om een eigen notitieboekje te mogen gebruiken. De arbiter moet een
dergelijk verzoek steeds afwijzen, enerzijds in toepassing van dit artikel, maar vooral in
toepassing van artikel 12.2.7. Het is namens waarschijnlijk dat er in dit notatieboekjes eerdere
partijen staan met gelijkaardige openingen wat een ontoelaatbare bron van informatie zou
kunnen zijn. In dezelfde zin zal de arbiter bij vaststelling dat een speler dergelijk boekje gebruikt
in plaats van het notatieformulier moeten ingrijpen in de speler verplichten het officiële
notatieformulier te gebruiken.
120
Dit is een vaak voorkomende gewoonte die dus strikt verboden is volgens de regels. Over
het algemeen wordt dit ten onrechte oogluikend toegestaan. De arbiter kan ook in dit geval de
straffen voorzien in artikel 12.9 toepassen.
25
op grond van artikel 9.2 of 9.3
121
of bij het afbreken van de partij volgens richtlijn I.1.a.
8.1.3 Een speler mag een zet van zijn tegenstander beantwoorden alvorens die te
noteren, als hij dit wenst. Hij moet zijn vorige zet opschrijven voordat hij een nieuwe
doet
122
.
8.1.4 Het notatieformulier mag alleen worden gebruikt om de zetten, de tijd op de
klokken, de remiseaanbiedingen, zaken betreffende een claim en andere relevante
gegevens te noteren
123
.
8.1.5 Het aanbieden van remise moet door beide spelers worden genoteerd met het
teken “(=)”
124
.
8.1.6 Als een speler niet in staat is te noteren, mag de speler gebruik maken van een
door hem voorgestelde assistent om de zetten te noteren. Deze assistent moet voor de
arbiter aanvaardbaar zijn. De hem toegewezen bedenktijd wordt zoveel verminderd als
de arbiter juist acht. Dit laatste is niet van toepassing voor een speler met een erkende
beperking.
8.2 Het notatieformulier moet tijdens de hele partij zichtbaar zijn voor de arbiter.
125
8.3 De notatieformulieren zijn eigendom van de organisator van de wedstrijd
126
.
8.4 Als een speler minder dan 5 minuten
127
over heeft op zijn klok en er niet minstens
30 seconden per zet wordt toegevoegd
128
, dan is hij niet verplicht zich aan de vereisten
van artikel 8.1.1 te houden.
8.5 Afwezigheid van notatie
8.5.1 Als beide spelers op basis van artikel 8.4 niet meer noteren, dan moet de arbiter
121
Legt de vinger op een wonde in het reglement. De wijze van remise claimen volgens 9.2 en
9.3 is een erfenis uit het verleden en vraagt om te veel uitzonderingsmaatregelen.
122
Het is aangewezen dat de arbiter dit artikel strikt doet toepassen zeker in fases waarin snel
wordt gespeeld. Een speler MOET zijn vorige zet genoteerd hebben alvorens een volgende zet
te doen, zoniet kan artikel 12.9 toegepast worden. « Ik speel nog rap een zet en zal daarna mijn
notatie wel inhalen » is dus verboden. Voor een eerste inbreuk is een terechtwijzing of
waarschuwing voldoende, bij herhaling kan dit beschouwd worden als hinderen van de
tegenstander en zou er dus 2 minuten moeten bijgegeven worden aan de tegenstander. Dit
laatste zal over het algemeen volstaan om de speler tot inzicht te brengen dat noteren verplicht
is.
123
Het mag niet gebruikt worden om analyses, varianten (alternatieve zetten) en dergelijke te
noteren tijdens de partij, en ook geen ? of ! bij (vermeende) slechte of goede zetten.
124
Dit teneinde het remisevoorstel duidelijk vast te stellen en het eventueel intrekken onmogelijk
te maken.
125
Het is dus verboden om het formulier te bedekken. Voortgaand op een nota bij vorig artikel
is het tevens de gewoonte van spelers die hun zet op voorhand noteren om deze notatie
vervolgens te bedekken met het schrijfgerief. Dit is verboden volgens artikel 8.2. De arbiter (en
bijgevolg ook de tegenstander) moeten te allen tijde het notatieformulier kunnen zien.
126
De notatiebiljetten worden gebruikt door de arbiters en toernooiorganisaties voor het
bijhouden en publiceren van partijen. De spelers moeten het originele notatieformulier altijd
afstaan als de organisatie daarom vraagt.
In de meeste toernooien stelt de organisator een dubbel formulier (met doorslag) ter beschikking
zodat de speler een kopie van het formulier voor zichzelf kan houden. Soms zal je discussie
hebben met een speler die het origineel wil houden. In dit geval is artikel 8.3 voldoende uitleg,
het formulier is eigendom van de organisatie, de doorslag is voor de speler.
127
Voor elke tijdslimiet, dus ook voor de Quick-Play-finish. Zelfs in de laatste tijdsperiode
(gewoonlijk KO genoemd maar eigenlijk QPF) is het noteren verplicht tot de laatste 5 minuten.
Zie eerdere nota’s bij artikel 8.1. Voor een gepaste aanpak door de arbiter bij overtreding.
128
Fischer tempo bijvoorbeeld. In dit geval blijft noteren steeds verplicht.
26
of een assistent proberen
129
aanwezig te zijn en te noteren
130
. In dit geval moet de
arbiter de klokken, onmiddellijk na het vallen van een vlag, stilzetten
131
. Beide spelers
moeten dan hun notatieformulier bijwerken, gebruik makend van het formulier van de
arbiter of van de tegenstander.
8.5.2 Als slechts één speler op basis van artikel 8.4 niet genoteerd heeft, dan moet hij
zijn notatieformulier volledig bijwerken zodra een vlag is gevallen alvorens een zet op
het schaakbord te doen
132
. Indien hij zelf aan zet is, mag hij het formulier van zijn
tegenstander gebruiken, maar hij dient dit terug te geven alvorens een zet te doen.
8.5.3 Als er geen volledig notatieformulier beschikbaar is, dan moeten de spelers de
partij reconstrueren op een tweede schaakbord onder toezicht van de arbiter of een
assistent
133
. Hij dient eerst de bereikte stelling in de partij, de kloktijden en het aantal
gedane zetten, als deze informatie beschikbaar is, te noteren, alvorens de reconstructie
plaatsvindt
134
.
8.6 Als niet kan worden aangetoond dat een speler het vereiste aantal zetten heeft
gedaan, omdat de notatieformulieren niet kunnen worden bijgewerkt
135
, dan wordt de
129
De arbiter is niet verplicht aanwezig te zijn, wat wel soms door spelers wordt verondersteld.
Als de arbiter niet bij de partij kan zijn om te noteren kan hij zich eventueel laten assisteren,
enkel voor het noteren van de zetten.
130
Het gebeurt vaak dat spelers of toeschouwers trachten te achterhalen hoeveel zetten er
gespeeld zijn zonder te noteren. De arbiter zal deze informatie niet geven en zal zeker geen
indicatie geven wanneer volgens hem het aantal voorgeschreven zetten is uitgevoerd. Om
eventuele toeschouwers te ontmoedigen vermeld ik nooit de zetnummers als ik noteer, enkel de
zetten, dit maakt het vrij moeilijk om te zien hoeveel zetten er nog ontbreken tot de tijdscontrole.
131
De arbiter mag zijn notatie niet ter beschikking stellen voordat een vlag is gevallen. Eventueel
kan hierop een uitzondering gemaakt worden als beide spelers kenbaar maken dat ze akkoord
zijn dat de nodige zetten voor de tijdslimiet zijn uitgevoerd (en de arbiter dit met zijn notatie
ook heeft vastgesteld) maar dan wel zonder de klok stil te zetten. In een bepaald toernooi
noteerde ik een vijftiental zetten in de tijdnoodfase maar kon mijn notitie niet ter beschikking
stellen zolang er geen vlag viel. Tot mijn verwondering begon de ene speler rustig na te denken
en de andere vulde de 15 ontbrekende zetten zonder enig probleem aan op zijn formulier zonder
mijn notities te gebruiken. Hierna begreep ik dat het noteren in tijdnood bij partijen van meesters
eigenlijk een oefening in futiliteit is. Spelers van dit niveau zijn perfect in staat zelf de gespeelde
zetten te reproduceren.
132
De klok wordt niet stilgezet in dit geval. Bij een overtreding hierop kan de arbiter best eerst
een waarschuwing geven en pas daarna bij weigering een straf van twee minuten
tijdsvermindering op de klok van de betreffende speler toepassen.
Vaak weigert een speler om dit te doen zeker als de partij toch bijna is afgelopen. Het is in
principe aan de arbiter om de speler te wijzen op deze verplichting in artikel 8.4. In het slechtste
geval zal de speler indien het een verloren stelling is, opgeven en dan sta je redelijk machteloos.
133
Dit is de regel maar me dunkt dat indien beide spelers akkoord gaan dat er voldoende zetten
gespeeld zijn end at de partij achteraf gereconstrueerd kan worden, het niet echt nodig is om
deze regel toe te passen.
134
Het is aangewezen om de reconstructie te doen zo dicht mogelijk bij het originele bord
teneinde de vergelijking met de uiteindelijke stelling te vereenvoudigen. Een bijkomende reden
is dat er een risico is dat een overijverige assistent het bord in kwestie vindt zonder spelers en
met stilstaande kolk en begint op te ruimen. Dit is reeds gebeurd in het verleden en kan zeer
gênant zijn voor de hoofdwedstrijdleider.
135
Dit artikel geeft aan dat iemand die op tijd probeert te winnen er alle belang bij heeft om te
blijven noteren. Als de partij niet kan worden gereconstrueerd is er geen verlies door
tijdsoverschrijding mogelijk.
27
eerstvolgende zet beschouwd als de eerste van de volgende periode
136
, tenzij het
duidelijk is dat er meer zetten zijn gedaan
137
.
8.7 Aan het eind van de partij dienen beide spelers beide notatieformulieren te
ondertekenen, waarbij de uitslag van de partij wordt aangegeven
138
. Zelfs als dit
incorrect is, blijft deze uitslag gehandhaafd
139
tenzij de arbiter anders beslist
140
.
Artikel 9: Remise
9.1. Remiseaanbod
9.1.1 De toernooiregels kunnen aangeven dat spelers geen remise mogen
overeenkomen in minder dan een vooraf bepaald aantal zetten, of dat een
remiseovereenkomst in het geheel verboden is zonder instemming van de arbiter.
141
9.1.2 Indien de toernooiregels een remiseovereenkomst toestaan geldt het volgende:
9.1.2.1 Een speler, die remise wil aanbieden, dient dit te doen nadat hij zijn zet op het
schaakbord heeft gedaan en voordat hij zijn klok indrukt
142
. Een remiseaanbod op elk
ander moment tijdens de partij is wel geldig, doch moet worden getoetst aan artikel
11.5
143
. Aan het aanbod kunnen geen voorwaarden worden verbonden
144
. In beide
gevallen kan het aanbod niet worden ingetrokken en blijft het van kracht totdat de
tegenstander het aanneemt, het mondeling afwijst, het afwijst door een stuk aan te
136
Met andere woorden als een speler winst wenst te claimen door tijdsoverschrijding zal hij op
ondubbelzinnige manier (eventueel met de hulp van de notatie van de arbiter) moeten kunnen
aantonen dat er minder zetten gespeeld zijn. Stoppen met noteren is dus nooit een aangewezen
tactiek om op tijd te winnen.
137
Bijvoorbeeld kunnen de spelers niet 40 maar zelfs 42 zetten reconstrueren, maar het exacte
aantal is niet gekend. In dit geval wordt de volgende zet beschouwd als de 43ste.
138
De handtekening op het formulier bevestigt het resultaat. In principe zal een ondertekend
formulier ook een belangrijk bewijsstuk zijn bij eventueel beroep tegen het resultaat. Een speler
die niet akkoord gaat met de beslissing van een arbiter kan dus beter het formulier niet
ondertekenen.
139
De partij is dus eigenlijk pas gewonnen als het resultaat correct is doorgegeven aan de arbiter.
De arbiter dient bij ontvangst van de formulieren na te kijken dat tweemaal hetzelfde resultaat
werd ingevuld, zodoende kan hij onmiddellijk de spelers ondervragen als dit niet klopt.
140
Uiteraard indien beide spelers akkoord gaan dat het resultaat verkeerd werd ingevuld, zal de
arbiter de verbetering aanvaarden.
141
Nieuw artikel sinds 2009. Remise kan dus verboden worden in de toernooiregels. Het aantal
zetten waarbinnen een remise verboden is moet aangekondigd worden in de
toernooireglementen voor de aanvang van het toernooi.
142
Niet alle spelers hebben deze regel goed onder de knie. De juiste volgorde is: 1. Zet uitvoeren,
2. Remise aanbieden, 3. Klok indrukken. Als een speler remise voorstelt alvorens een zet te
doen kan de tegenstander verzoeken om eerst de zet uit te voeren alvorens hij op het
remisevoorstel antwoordt, het remisevoorstel kan niet meer worden ingetrokken. Als een speler
remise voorstelt op de tijd van de tegenstander is dit in principe een hindering voor de
tegenstander en kan artikel 12.9 toegepast worden. Na een waarschuwing is een toevoeging
van 2 minuten bij de tegenstander aanbevolen. Toch zal het remiseaanbod gelden.
Uiteraard moet de speler niet wachten op een antwoord alvorens de klok in te drukken, de
tegenstander heeft tijd tot hij op zijn beurt een zet uitvoert om het voorstel aan te nemen of te
weigeren.
143
Het remiseaanbod mag niet hinderlijk zijn voor de tegenstander.
144
Bijvoorbeeld een remise voorstellen op voorwaarde dat op een ander bord ook remise wordt
overeengekomen is strikt verboden volgens dit artikel. Verder gaand mag je dus stellen dat een
afgesproken reeks remises tussen twee ploegen bijvoorbeeld in de nationale interclubs een
overtreding is van artikel 9.1.
28
raken met de bedoeling er een zet mee te doen of het te slaan, of de partij op andere
wijze wordt beëindigd.
9.1.2.2 Een remiseaanbod dient door elke speler op zijn notatieformulier te worden
aangegeven met een teken (=)
145
.
9.1.2.3 Een remiseclaim overeenkomstig de artikelen 9.2, of 9.3 wordt als een
remiseaanbod beschouwd
146
.
9.2.1 De partij is remise, als een aan zet zijnde speler terecht claimt dat dezelfde
stelling
147
voor minstens
148
de derde keer (niet noodzakelijkerwijs door opeenvolgende
herhaling van zetten)
9.2.1.1 tot stand gaat komen
149
, als hij eerst zijn zet, dewelke hij nadien niet mag
veranderen, op zijn notatieformulier
150
noteert en de arbiter meedeelt dat hij deze zet
gaat spelen, of
9.2.1.2 zojuist tot stand is gekomen, en de speler die remise claimt aan zet is
151
.
9.2.2 Stellingen worden geacht dezelfde te zijn, als dezelfde speler aan zet is
152
, stukken
van dezelfde soort en kleur dezelfde velden bezetten, en de zetmogelijkheden van alle
stukken van beide spelers dezelfde zijn.
153
145
Dit wordt vaak vergeten, toch is het nuttig om een remiseaanbod te noteren zodat het later
niet ontkend kan worden door de aanbieder.
Dit artikel is dubbel gebruik met artikel 8.1.5, dus misschien verdwijnt het nog in een volgende
versie van de regels (wie weet)
146
Dus de tegenstander van een speler die remise claimt, kan dit remisevoorstel aanvaarden als
hij het eens is dat de claim terecht is (dit vereenvoudigt het werk van de arbiter) of als hij
eveneens tevreden is met remise. Hij kan dus ook remise aanvaarden als de claim onterecht is.
147
Het is dus niet « herhaling van zetten » maar wel « herhaling van stelling ». De herhalingen
hoeven niet op elkaar te volgen (het mag bijvoorbeeld na zet 44, 52 en 54 zijn) en de stelling
hoeft niet telkens door dezelfde zet te ontstaan.
148
Voor de slimmeriken, het mag dus ook na de vierde keer of vijfde keer etc…
149
De regels zijn vrij duidelijk hierin: wie zelf een derde maal een stelling wil creëren mag de
zet niet uitvoeren omdat de stelling nog tot stand moet komen. Eigenlijk maakt de FIDE het hier
onnodig moeilijk omdat deze regels twee uitzonderingen vraagt ten opzichte van de rest van de
regels: ten eerste mag er geclaimd worden zonder te spelen (in uitzondering op 9.1) en ten
tweede mag er een zet genoteerd worden zonder te spelen (in uitzondering op 8.1). Maar de
regels zijn zo en de arbiter kan dus enkel deze remiseclaim aanvaarden, voor zover ze terecht
is natuurlijk, als de zet niet is uitgevoerd op het bord.
150
Er is een anekdote van een speler wiens tegenstander niet meer noteerde en zelf zo
overijverig noteerde dat er volgens zijn notatieformulier driemaal dezelfde stelling was ontstaan
terwijl het in realiteit, volgens sommige bronnen, pas de tweede maal was. Ondanks het protest
van de tegenstander, kon de arbiter niets anders doen dan de claim goedkeuren op basis van
het enige notatieformulier dat « volledig » was. Dit weze een waarschuwing voor elkeen die niet
meer noteert in tijdnood.
151
Er is zoveel aandacht voor a. dat b. soms vergeten wordt: als de tegenstander net 3x dezelfde
stelling heeft doen ontstaan kan een speler ook remise claimen (en uiteraard zonder een zet te
doen)
152
Dit wordt soms over het hoofd gezien, na een « driehoekje » zou het kunnen dat dezelfde
stelling ontstaat, maar met de andere speler aan zet.
153
« eeuwig schaak » is een situatie waarin een speler kan aantonen zijn tegenstander steeds
schaak te kunnen geven zonder mat te zetten ongeacht hoe de partij verder gaat. FIDE erkent
« eeuwig schaak » echter niet en de remise zal dus moeten geforceerd worden door herhaling
van stelling voorzien in dit artikel.
29
Stellingen zijn niet dezelfde
154
als
9.2.2.1 bij de start van de herhaling, een pion en passant kon geslagen worden
9.2.2.2 een koning of toren kon rokeren maar dit recht verloor door een zet uit te
voeren. Het recht om te rokeren gaat pas verloren nadat de koning of de toren gespeeld
is.
9.3 De partij is remise, als een aan zet zijnde speler terecht claimt
155
dat
9.3.1 er met de door hem op het notatieformulier genoteerde, en dewelke niet gewijzigd
mag worden, en aan de arbiter meegedeelde zet
156
de situatie is bereikt, dat er met de
laatste 50 opeenvolgende zetten
157
van beide spelers geen pion is verzet en niets is
geslagen, of
9.3.2 er met de laatste 50 opeenvolgende zetten van beide spelers geen pion is verzet
en niets is geslagen.
9.4 Als een speler een stuk aanraakt zoals voorzien in artikel 4.3
158
zonder remise te
hebben geclaimd, dan verliest hij bij deze zet het recht om op grond van artikel 9.2 of
9.3 te claimen
159
.
9.5.1 Als een speler remise claimt op grond van artikel 9.2 of 9.3, dan zet hij of de
arbiter onmiddellijk beide klokken stil (zie artikels 6.12a en 6.12b)
160
. Hij mag zijn claim
niet intrekken.
9.5.2 Als blijkt dat de claim terecht is, dan is de partij onmiddellijk remise.
9.5.3 Als blijkt dat de claim onterecht is
161
, dan moet de arbiter twee minuten toevoegen
aan de bedenktijd van de tegenstander
162
. Daarna gaat de partij verder en moet indien
de claim gebaseerd was op een meegedeelde zet deze worden gedaan, in
154
Dit was vroeger een « footnote », maar de FIDE heeft dit expliciet in de regels toegevoegd:
dus de arbiters moeten inderdaad specifiek opletten voor rokade en en-passant, en daarnaast
uiteraard ook voor het feit dat driemaal dezelfde speler aan zet moet zijn.
155
(Ingevolge FEFB-kamp 2011) het is duidelijk dat dit op initiatief van de speler geschiedt en
dat de arbiter enkel tussenkomt op vraag van de speler.
156
Net zoals in 9.2 mag de zet niet worden uitgevoerd op het bord. Opnieuw vind ik dat de regels
het hier nodeloos ingewikkeld maken. Zolang de klok niet is ingedrukt zou een claim nog steeds
tot de mogelijkheden moeten behoren, misschien kan de spelregelcommissie hier nog eens over
nadenken. Vandaag echter moet de arbiter de claim weigeren als de zet is uitgevoerd op het
bord.
157
Er zijn geen uitzonderingen (meer) op deze regel. Na 50 zetten kan remise geclaimd worden,
zelfs indien de stelling theoretisch gewonnen is, zelfs als een speler onherroepelijk mat gaat, en
zelfs indien de computer het onbetwistbaar winstplan kan geven tegen het beste tegenspel...
158
Vroeger was dit een zet spelen. Vanaf 2009 is het aanraken van een stuk voldoende om het
recht op een claim te verliezen.
159
Korte herhaling van wat er reeds in 9.2 en 9.3 staat.
160
Vervolgens kan de arbiter erbij geroepen worden. De speler hoeft dus niet te wachten op de
arbiter om de klokken stil te zetten. Het stilzetten van de klok kan ook niet als verplichting
gezien worden. Het zou al te gek zijn als een terechte remiseclaim onder 9.2 of 9.3 afgewezen
wordt omdat de klok niet stilstaat.
161
Er is een nieuwe variant uitgevonden door Leko waarbij je een onterechte claim indient
gewoon om naar het toilet te kunnen gaan. Zeker goed tijdens de eindfase van de partij als je
maar 30 seconden per zet meer hebt. De arbiter is verplicht de claim te controleren en je hebt
tijd genoeg om even te pauzeren. Dat de tegenstander drie minuten cadeau krijgt neem je erbij
162
Het toevoegen of aftrekken van tijd werd vroeger aan de discretie van de arbiter overgelaten,
nu is dat in beton gegoten door het reglement. OPGELET: Er wordt geen tijd meer afgetrokken
sinds 2009
30
overeenstemming met artikels 3 en 4
163
.
9.6 De partij is remise
164
als een of beide van de volgende voorkomt:
9.6.1 dezelfde stelling, zoals in 9.2b, is bereikt na ten minste vijf opeenvolgende
alternerende zetten van beide spelers.
165
9.6.2 in een reeks van 75 opeenvolgende voltooide zetten van beide spelers is er geen
pion verzet en er is niets geslagen
166
. Als de laatste zet mat tot gevolg heeft, gaat
mat voor.
Artikel 10: De score
10.1 Tenzij de regels van de competitie anders voorzien
167
, krijgt een speler die zijn
partij wint, of wint met forfait, één punt (1), een speler die zijn partij verliest of verliest
met forfait krijgt geen punten (0), en een speler die remise speelt krijgt een half punt
(½).
10.2 De totale score van een partij mag nooit hoger zijn dan de score die normaal van
toepassing is voor een partij. Scores gegeven aan een speler moeten overeenstemmen
met scores die normaal in een partij gegeven worden, bijvoorbeeld een score ¾ - ¼ is
niet toegestaan.
168
Artikel 11: Het gedrag van de spelers
169
11.1 De spelers dienen zich te onthouden van handelingen waardoor het schaakspel
in diskrediet wordt gebracht
170
.
163
FIDE denkt hierbij aan een claim op basis van een illegale zet. Lijkt me nogal vergezocht,
maar je weet maar nooit. De genoteerde zet moet dus enkel gespeeld worden als het een legale
zet is, maar de regel aangeraakt is spelen is wel geldig. Er zal dus een andere zet met het
genoemde stuk moeten uitgevoerd worden.
164
Nieuwe regel ten einde duidelijke remises te vereenvoudigen. Er is dus geen specifieke claim
of procedure nodig. De partij is de facto remise, en eveneens de arbiter kan en zal indien hij
aanwezig is deze remise vaststellen en noteren.
165
Zetherhaling of eeuwig schaak vallen hieronder. Vijfmaal een schaakpositie herhalen in
eeuwig schaak is dus voldoende voor remise, dit is belangrijk voor snelschaak, waar een claim
op basis van een notatieformulier niet kan. Dit is ook de wijze waarop de arbiter remise dient
vast te stellen: vijmaal dezelfde stelling
166
Opnieuw is dit voor snelle partijen zoals snelschaak of schoolschaak. De arbiter zal tot remise
besluiten als hij tot 75 zetten kan tellen aan het bord. Dit vraagt wel om een arbiter met veel
Geduld, zeker in schoolschaaktoernooien
167
Sommige toernooien werken met de scores 3 1 0 of 3 2 1 of nog 4 - 2 1 om remises
of forfaits te ontmoedigen
168
De FIDE verstrengt met dit nieuwe reglement in 2017 dus nogmaals de individuele score van
een partij. Eigenlijk betekent dit dat afwijkingen van 1 - 1/2 0 verboden zijn. Jammer want
het leek me wel een leuk idee om afwijkende scores in te voeren. Bijvoorbeeld “ik vind dat je
beter staat, akkoord met 40-60 ?”
169
Tot en met artikel 10 beschrijven de regels de partij, vanaf artikel 11 gaat het erom wat er
naast de partij gebeurt.
170
In de praktijk wordt zelden voldoende hard opgetreden tegen handelingen die duidelijk niet
thuishoren in een toernooi zoals vechten of spuwen. Arbiters dienen streng op te treden en
dergelijke personen uitsluiten uit het toernooi. In het vervolg van deze gids is de ethische code
van de FIDE opgenomen die een aantal maatregelen bevat tegen dergelijk gedrag. Het is
normaal dat van de spelers een zekere mate van “sportiviteit” en “goed gedrag” wordt geëist.
Onder dit artikel vallen ook de mogelijke dopingcontroles.
31
11.2.1 Onder spelersgebied wordt verstaan: de speelruimte, rustplaatsen
171
, toiletten,
spelersbar, rookruimte en andere door de arbiter aangewezen ruimten
172
.
11.2.2 De speelruimte is de plaats waar de partijen van het toernooi gespeeld worden.
11.2.3 Enkel met toestemming van de arbiter mag:
11.2.3.1 Een speler het spelersgebied verlaten
173
11.2.3.2 Een speler die aan zet is de speelruimte
174
verlaten
175
11.2.3.3 Een persoon die niet een speler of arbiter is de speelruimte betreden
176
.
11.2.4 De toernooiregels kunnen voorzien dat de speler die niet aan zet is de arbiter
moet waarschuwen indien hij de speelruimte wenst te verlaten
177
11.3.1 Tijdens het spelen is het spelers verboden gebruik te maken van enigerlei
aantekening, informatiebron of advies
178
of op een ander schaakbord te analyseren
179
.
11.3.2.1 Tijdens de partij is het verboden om enig elektronisch toestel dat niet expliciet
werd goedgekeurd door de arbiter
180
mee te brengen in het spelersgebied.
Echter, de regels van een toernooi kunnen toelaten dat een toestel meegenomen wordt
in een spelerszak, op voorwaarde dat het toestel uit staat. Deze spelerszak moet worden
171
De FIDE maakt onderscheid tussen “restroom” en “toilet”, maar eigenlijk is dit hetzelfde.
172
Die specifiek voorzien zijn voor de deelnemers aan het toernooi
173
De toestemming van de arbiter zal afhankelijk van het type toernooi meer of minder strikt
worden toegepast. Op gemoedelijker toernooien zal een arbiter hier over het algemeen niet
streng op toezien, en het spelersgebied vrij ruim omschrijven. Uiteraard zal bijvoorbeeld gaan
rondlopen in de stad of naar huis gaan televisie kijken beschouwd moeten worden als een
overtreding van artikel 12.2.7 en bestraft met het verlies van de partij. Bij een open toernooi is
het evident dat de spelers tijdens de partij niet in de analyseruimte mogen komen.
174
Het is dus wel degelijk toegestaan het bord te verlaten terwijl je aan zet bent, zolang je in
de speelruimte blijft. Tot recent werd er door de arbiters altijd van uit gegaan dat de speler aan
zet aan het bord moet zitten maar dit staat niet in de regels.
175
Bijvoorbeeld voor een dringende behoefte
176
De FIDE stelt vanaf nu expliciet dat toeschouwers geen plaats hebben in de speelruimte (dus
tussen de borden lopen)
177
Nieuw in 2017, dus de speelruimte (binnen het spelersgebied) verlaten zou ook aan de arbiter
gemeld moeten worden
178
Hier is één uitzondering: de ploegkapitein. Voor de specifieke rol van de ploegkapitein en wat
toegestaan is verwijs ik naar de toernooireglementen van FIDE en de specifieke in elk toernooi.
De beroepscommissie KBSB stelt in de zaak Oostende-Dendermonde, juni 2009 dat « een speler
niet verantwoordelijk kan gesteld worden voor mogelijke ongevraagde interventie in zijn partij ».
Daartegenover moet de persoon die de interventie deed zeker wel gestraft worden.
179
Elke inbreuk op dit artikel kan in principe bestraft worden met het verlies van de partij zonder
waarschuwing. Valsspelen is het ergste wat een speler kan doen en is niet verdedigbaar. Het
praten over een partij met een clubgenoot, het geven van signalen aan een kind of clubgenoot
zijn een paar voorbeelden die bij vaststelling door de arbiter onmiddellijk bestraft moeten
worden.
Het praten tussen spelers wordt heel vaak als onvermijdelijk beschouwd. Nochtans is dit een
belangrijke bron van overtredingen op dit artikel. In meer « vriendschappelijke » toernooien en
bijvoorbeeld ook in de nationale interclubs is een verbod op praten niet realistisch vandaag. In
grotere toernooien zoals de nationale kampioenschappen (volwassenen en jeugd) zou dit
eigenlijk moeten. Zie ook artikel 12.7 dat dit verbod expliciteert.
180
De regels zijn ietwat aangepast om noodzakelijke toestellen toch toe te laten. Dit moet wel
eerst gemeld worden aan de arbiter die dit moet goedkeuren en erop kan toezien dat het toestel
niet wordt misbruikt.
32
op een plaats overeengekomen met de arbiter. Beide spelers mogen deze spelerszak
niet gebruiken zonder akkoord van de arbiter.
181
11.3.2.2 Indien het duidelijk is dat een dergelijk middel werd meegenomen door een
speler in het spelersgebied verliest die speler de partij. De tegenstander wint
182
. De
regels van een toernooi mogen een minder strenge penaliteit voorstelen
183
11.3.3 De arbiter mag de speler verzoeken dat hij zijn kleren, tassen en andere zaken
op discrete wijze laat doorzoeken
184
. De arbiter, of een door de arbiter aangewezen
persoon die het onderzoek bij de speler uitvoert, moet van hetzelfde geslacht zijn als
de speler. Als een speler weigert mee te werken aan dit onderzoek, dan moet de
arbiter een straf opleggen overeenkomstig artikel 12.9
11.3.4 Roken (inclusief het gebruik van e-sigaretten) is enkel toegestaan in dat deel
van het spelersgebied dat hiertoe voorzien is door de arbiter.
11.4 Spelers die hun partij hebben beëindigd, worden als toeschouwers beschouwd
185
.
11.5 Het is verboden de tegenstander, op welke wijze dan ook, af te leiden of te
hinderen
186
. Hieronder vallen ook onredelijke claims of onredelijke remiseaanbiedingen
of het binnenbrengen van een geluidsbron in de speelruimte
187
.
11.6 Overtreding van enig deel uit de artikelen 11.1 tot en met 11.5 moet leiden tot
181
Je mag dus je telefoon wel degelijk meebrengen, maar hij moet uit staan en afgeleverd
worden op een plaats voorzien door de arbiter. Als arbiter heb je dan wel de verantwoordelijkheid
om toezicht te voorzien om diefstal te voorkomen.
182
Het blijft aanbevolen om iedereen voor de aanvang van het toernooi over dit reglement
specifiek te verwittigen, het liefst als iedereen klaar zit om de eerste ronde aan te vatten. In de
praktijk heb ik vastgesteld dat er weinig discussie is over deze regel. De speler zal meestal
berusten in de fout; het reglement is immers ondubbelzinnig.
183
Bijvoorbeeld kan een reglement voorzien dat indien een speler voor persoonlijke of
professionele redenen bereikbaar moet zijn via GSM, dan zal hij de arbiter hiervan op de hoogte
brengen, en zijn GSM overmaken aan de arbiter zodat een eventueel gesprek in dit verband kan
verlopen zonder de schaakpartij te beïnvloeden.
De discussie rond dit reglement is op dit moment nog hevig aan de gang, ook bij FIDE. Er zullen
dus zeker nog wijzigingen gebeuren aan dit artikel in de toekomst.
184
Let wel, enkel indien dit toegestaan is door de lokale wetgeving. In België zou ik er toch niet
vanuit gaan da teen speller gefouilleerd mag worden door de arbiter. Dit betekent dat het
vaststellen enkel kan vanop afstand of indien de GSM afgaat.
185
En moeten zich gedragen als toeschouwers, wat betekent dat ze in de meeste gevallen dus
ook niet meer tussen de borden mogen lopen of zelfs niet meer welkom zijn in de speelruimte
of spelersgebied.
186
Hierover kan je een boek aan anekdotes schrijven. Er was bijvoorbeeld een speler die de
gewoonte had om zijn (redelijk grote) hond mee te nemen in de toernooizaal, die dan ook vaak
ging liggen bij de voeten van de speler in kwestie maar soms ook nogal in de weg van de
tegenstander. Deze situatie stootte uiteindelijk op een arbiter die stelde dat de tegenstander
kon eisen dat de hond niet in de toernooizaal mocht als hij dit hinderlijk vond, en leidde tot en
beruchte uitspraak « tu ne veux pas jouer, alors tu gagnes », omdat de speler in kwestie
weigerde te spelen zolang de hond van zijn tegenstander nog aan het bord bleef.
In het algemeen wordt, naast de aanwezigheid van huisdieren, ook het eten aan het bord als
hinderlijk beschouwd. Maar in principe kan elke vorm van geluid geproduceerd door een speler
hinderen, het zal niet eenvoudig zijn als arbiter om te oordelen wanneer je moet optreden indien
er een klacht komt.
In het verleden is er ook veel geschreven over het roken in de toernooizaal, maar vermits deze
gewoonte nu verbannen is uit FIDE-competities is dit hoofdstuk gesloten.
De match Karpov-Korchnoi in de Filippijnen is een goed voorbeeld van artikel 11.5
187
Bijvoorbeeld een MP3-speler
33
straffen
188
overeenkomstig artikel 12.9.
11.7 Wanneer een speler herhaaldelijk weigert zich aan de Regels voor het
Schaakspel te houden, wordt hij bestraft met het verlies van de partij
189
. De score van
de tegenstander moet door de arbiter worden vastgesteld
190
.
11.8 Als beide spelers schuldig zijn volgens artikel 11.7, dan moet de partij voor beide
spelers verloren worden verklaard
191
.
11.9 Een speler heeft het recht om van de arbiter uitleg te krijgen over bepaalde
punten uit de Regels voor het Schaakspel.
192
11.10 Een speler kan tegen elke beslissing van de arbiter in beroep gaan, zelfs indien
hij het notatieformulier heeft ondertekend (zie artikel 8.7), tenzij de regels van het
toernooi anders vermelden
193
11.11 Beide spelers zijn verplicht om de arbiter bij te staan in elke situatie waar een
partij gereconstructeerd moet worden, bijvoorbeeld bij een remiseclaim.
194
11.12 Het controleren of een stelling driemaal heeft plaatsgevonden, of de controle van
de 50 zetten regel is een taak van de spelers, onder toezicht van de arbiter.
195
Artikel 12: De taak van de arbiter
12.1 De arbiter moet erop toezien
196
dat de Regels voor het Schaakspel strikt worden
nageleefd
197
.
12.2
198
De arbiter moet
12.2.1 ervoor zorgen dat er sportief gespeeld wordt.
199
188
"Straffen" door de arbiter komt bijna nooit voor. Als u als scheidsrechter een straf overweegt,
bedenk dan eerst dat dit in vrijwel geen enkel toernooi nodig is. De aangehaalde artikelen hebben
alle betrekking op een moedwillige en grove inbreuk op de regels. De speler die iets fout doet
wegens gebrek aan kennis van de reglementen kan zonder verdere consequenties op zijn
vergissing gewezen worden.
189
Ik laat het aan ieders verbeelding over wat hieronder kan verstaan worden. In principe is elk
onhandelbaar gedrag hier onder te brengen.
190
Bijvoorbeeld als de tegenstander niet meer kon winnen, kan besloten worden tot ½ - 0.
191
Bijvoorbeeld remise overeenkomen zonder aan het bord te verschijnen of een partij te spelen
moet met dubbel forfait worden bestraft.
192
Dit spreekt vanzelf, maar het is nu expliciet opgenomen in de regels
193
De regels van het toernooi kunnen dus een beroepsmogelijkheid voorzien of verbieden.
194
Nieuwe regel in 2017. Het is dus niet meer toegestaan om even iets te gaan drinken terwijl
de arbiter controleert of de claim juist is.
195
Nieuwe regel in 2017. De spelers zelf zullen de partij naspelen onder toezicht van de arbiter
die zal controleren of de claim klopt.
196
Meer bepaald zal de arbiter steeds aanwezig zijn en het correct verloop van de partijen
controleren. Als hij een overtreding vaststelt dient hij tussenbeide te komen, hij hoeft niet te
wachten op een claim. Bijvoorbeeld zal de arbiter de regel van het aangeraakte stuk doen
toepassen zelfs als de tegenstander dit niet vraagt.
197
Er wordt eigenlijk weinig aandacht geschonken aan arbiters die zelf de regels van het
schaakspel overtreden. Tot nu toe zijn sancties uitgebleven, tenzij dat de arbiters in kwestie niet
meer gevraagd worden door geïnformeerde organisatoren.
198
Dit artikel vervangt sinds 2014 de tekst “De arbiter moet zodanig optreden dat de wedstrijd
optimaal verloopt. Hij moet zorgen voor goede speelomstandigheden en dat de spelers niet
worden gehinderd. Hij moet toezien op het verloop van de wedstrijd”
199
En dus streng optreden tegen valsspelen
34
12.2.2 zodanig optreden dat de wedstrijd optimaal verloopt.
200
12.2.3 ervoor zorgen dat goede speelomstandigheden worden gehandhaafd
201
.
12.2.4 ervoor zorgen dat de spelers niet worden gehinderd
202
.
12.2.5 toezien op het verloop van het toernooi.
12.2.6 handelen in het belang van spelers met een fysieke of geestelijke beperking
203
en degenen die medische hulp nodig hebben.
12.2.7 de anti-valsspelen regels of richtlijnen opvolgen.
12.3 De arbiter houdt de partijen in het oog, zeker als de spelers weinig tijd hebben.
Hij moet erop toezien dat door hem genomen beslissingen worden uitgevoerd
204
, en de
spelers zonodig bestraffen.
12.4 De arbiter mag assistenten aanwijzen om partijen in het oog te houden,
bijvoorbeeld als verscheidene spelers weinig tijd over hebben
205
.
12.5 De arbiter mag een of beide spelers extra bedenktijd toekennen bij van buiten
komende verstoring van de partij
206
.
12.6 De arbiter mag niet ingrijpen in een partij tenzij in gevallen, beschreven in de
Regels voor het Schaakspel
207
. De arbiter mag niet meedelen hoeveel zetten er zijn
gedaan, behalve zoals vermeld in artikel 8.5 als tenminste één vlag is gevallen. De
arbiter mag een speler niet informeren dat zijn tegenstander een zet heeft voltooid of
dat de speler zijn klok niet heeft ingedrukt.
12.7 Indien iemand een onregelmatigheid opmerkt mag hij de arbiter hiervan
inlichten
208
. Spelers van andere partijen mogen niet praten over of zich bemoeien met
200
Bijvoorbeeld het onder controle houden van de toeschouwers, ervoor zorgen dat er geen
lawaai is in de speelruimte, en zo verder.
201
Hieronder valt, zorgen voor voldoende licht, voldoende verwarming, voldoende ruimte om te
spleen, en zo verder
202
Een speler die met opzet een andere speler stoort, behoort een straf te krijgen zoals voorzien
in art 12.9. Een toeschouwer die een speler stoort wordt in principe voor het verdere verloop
van de ronde of dag de toegang tot de toernooizaal ontzegd.
Het is anderzijds gebruikelijk om het nemen van foto’s toe te laten gedurende de eerste vijf
minuten van een speelronde.
203
Bijvoorbeeld het faciliteren van de mogelijke assistentie door extra ruimte te voorzien. Het
voorzien van een speciale plaats in de toernooizaal voor spelers die zich moeilijk verplaatsen,
204
De arbiter kan overleggen met de spelers alvorens te beslissen bij een betwisting, maar de
spelers zullen de beslissing niet aanvechten in de toernooizaal. Indien een speler niet akkoord
is zal hij beroep moeten aantekenen bij de beroepscommissie. Redetwisten met de arbiter is niet
toegestaan volgens artikel 12.7.
205
Vrij gebruikelijke praktijk in grote toernooien is dat de arbiter een aantal spelers of
toeschouwers vraagt om hem te assisteren bij het noteren in tijdnood. Het is aangewezen dat
de arbiter hierbij duidelijke instructies geeft dat de assistent enkel mag noteren en niet mag
tussenkomen in de partij.
206
Of hij kan iedereen vragen de klokken te stoppen totdat een externe storing verwijderd is.
207
Het is een boutade dat de beste arbiters deze zijn die niet gezien of gehoord worden door de
spelers, tenzij absoluut noodzakelijk. In mijn opinie moet de arbiter enkel spontaan ingrijpen in
twee situaties: om een partij die beëindigd is ook effectief te stoppen (na mat of pat
bijvoorbeeld) of om het recht van de zwakkere te beschermen, die de regels nog niet goed kent
en zich laat overbluffen door een meer ervaren tegenstander.
208
Een buitenstaander mag niet ingrijpen in een partij, maar wel de arbiter verzoeken om in te
grijpen. Vooral in jeugdtoernooien hebben ouders nogal de nijging te zondigen tegen dit artikel.
De arbiter kan deze ouders vragen het spelersgebied te verlaten bij een dergelijke inbreuk.
35
een partij
209
. Toeschouwers mogen zich niet bemoeien met een partij
210
. De arbiter kan
overtreders hiervan, zo nodig, uit het spelersgebied verwijderen.
12.8 Tenzij toegestaan door de arbiter, is het verboden een mobiele telefoon of enig
communicatiemiddel in het spelersgebied en andere door de arbiter aangegeven
ruimtes te gebruiken
211
.
12.9 De arbiter kan een of meer van de volgende straffen opleggen
212
.
12.9.1 een waarschuwing,
12.9.2 vermeerdering van de bedenktijd van de tegenstander,
12.9.3 vermindering van de bedenktijd van de in overtreding zijnde speler,
12.9.4 vermeerdering van de punten in een partij, gescoord door de tegenstander van
de in overtreding zijnde speler tot het maximum beschikbare aantal punten in deze
partij,
213
12.9.5 vermindering van de punten in een partij, gescoord door de in overtreding
zijnde speler,
12.9.6 de partij verloren verklaren voor de speler in overtreding (hierbij moet de
arbiter wel de score van de tegenstander bepalen)
214
,
12.9.7 een bepaalde boete geven die vooraf werd aangekondigd
12.9.8 uitsluiting van de speler voor één of meerdere ronden
215
12.9.9 een speler uitsluiten van het toernooi.
209
Dit is de regel die het meeste (en vaak oogluikend) overtreden wordt. Praten tijdens de partij
is verboden. Een goede manier om praten tijdens een partij te straffen zou bijvoorbeeld zijn om
de spelers in kwestie voor de rest van de partij te verplichten aan hun bord te blijven zitten op
straffe van verlies van de partij.
210
Toeschouwers die praten kunnen of moeten de toegang tot de zaal worden ontzegd. De enige
manier om de zaal in een open toernooi stil te houden is hier streng en zonder uitzondering
tegen op te treden.
211
Deze overtreding wordt met het onmiddellijke verlies van de partij bestraft, of voor
toeschouwers met het ontzeggen van de toegang tot de ruimtes in kwestie.
212
Zie de diverse nota’s bij de verschillende artikels voor de gepaste straffen bij diverse
overtredingen
213
Zowel e) als f) komen uit de rijke imaginatie van de spelregelcommissie. Ik zie nog niet in
hoe de arbiter dit zonder problemen in de praktijk zal brengen.
214
In principe wint de tegenstander, maar bijvoorbeeld indien deze onvoldoende materiaal heeft
om te winnen kan de arbiter beslissen deze speler een half punt te geven.
215
Nieuw in 2017. Je kan ook iemand voor een ronde uitsluiten, en niet onmiddellijk forfait
general geven.
36
Aanhangsels
A. Rapidschaak
216
A1 Bij "rapidschaak" moeten alle zetten worden gedaan binnen een vastgestelde tijd
van minimaal 10 en maximaal 60 minuten per speler; of de toegekende tijd + 60 maal
de toegevoegde tijd per zet is minimaal 10 en maximaal 60 minuten per speler
217
.
A2 Spelers behoeven hun zetten niet op te schrijven
218
, maar behouden het recht om
claims uit te voeren op basis van een notatieformulier
219
. De speler kan ten allen tijde
aan de arbiter vragen een notatieformulier te ontvangen om de zetten te noteren.
A3.1 De FIDE Regels voor het Schaakspel zijn van toepassing als
A3.1.1 één arbiter maximaal drie partijen superviseert
A3.1.2 elke partij genoteerd wordt ofwel door de arbiter of zijn assistent en, indien
mogelijk, een elektronisch middel
220
A3.2 Een speler mag op elk moment, als hij aan zet is, de arbiter of assistent vragen
het notatieformulier te bekijken. Dit mag maximaal vijfmaal in een partij gevraagd
worden. Meer dan vijfmaal is beschouwd als hinderen van de tegenstander.
A4 Indien A3 niet toepasbaar is, is het volgende van toepassing:
A4.1 Zodra beide spelers vanuit de beginopstelling tien zetten hebben voltooid:
A4.1.1 is geen wijziging meer toegestaan op de instelling van de schaakklok, tenzij dit
een nadelig effect heeft op het toernooischema
221
.
A4.1.2 kan er geen claim meer ingediend worden met betrekking tot een onjuiste
beginopstelling, of een verkeerd geplaatst schaakbord. In het geval van verkeerde
plaatsing van de koning is rokeren met deze koning niet toegestaan.
222
In het geval van
verkeerde plaatsing van de toren is rokeren met deze toren niet toegestaan
A4.2
223
Als de arbiter een overtreding waarneemt zoals beschreven in de artikelen
7.5.1, 7.5.2, 7.5.3 of 7.5.4, moet hij handelen volgens artikel 7.5.5
224
, vooropgesteld
dat de tegenstander nog niet zijn volgende zet gedaan heeft. Als de arbiter niet
216
Ook van toepassing op snelschaak
217
Bijvoorbeeld 30 minuten voor de partij plus 30 seconden per zet
218
Niet te verwarren met de fase van versneld beëindigen in een officiële partij waarin men wel
moet blijven noteren.
In toernooien met langere rapidpartijen (45 of 60 min) wordt vaak wel genoteerd. Als er niet
wordt genoteerd, mag er weliswaar worden geclaimd wegens driemaal stellingherhaling of 50-
zetten-regel, maar de bewijsvoering is heel moeilijk. De arbiter moet dit namelijk zelf
waarnemen. Een arbiter met veel tijd kan bijvoorbeeld bij het bord blijven en tot 50 zetten tellen.
219
Om met zekerheid te kunnen claimen voor de 50 zetten regel bijvoorbeeld is het dus
aangewezen om alsnog te noteren.
220
Een elektronisch schaakbord bijvoorbeeld
221
Bijvoorbeeld als er te veel tijd op de klok voorzien is
222
De omgekeerde korte of lange rokade zijn dus NIET toegestaan. Een koning die verkeerd
staat zal niet rokeren.
223
Artikel aangepast op 1 januari 2018 om meer conform te zijn met artikel 7.5 van de regels
224
Zolang de klok niet is ingedrukt mag een onreglementaire zet nog hersteld worden. Meer
nog, als met het aangeraakte stuk geen reglementaire zet mogelijk is mag een zet met een
ander stuk uitgevoerd worden. Deze beide punten zijn niet steeds goed gekend bij spelers die
nogal snel winst durven te claimen. De arbiter hoort hier niet op in te gaan.
37
ingrijpt, mag
225
de tegenstander de overtreding
226
claimen, vooropgesteld dat de hij
nog niet zijn volgende zet gedaan heeft.
Als de tegenstander de overtreding niet claimt en de arbiter niet ingrijpt, blijft de
onreglementaire zet gehandhaafd en de partij wordt voortgezet. Als de tegenstander
een onreglementaire zet heeft beantwoord kan deze niet meer worden hersteld, tenzij
de spelers dit besluiten zonder tussenkomst van de arbiter
227
.
A4.3 Om de winst na tijdsoverschrijding te claimen mag
228
betrokkene de schaakklok
stilzetten
229
en de arbiter hiervan in kennis stellen. Echter, de partij is remise als de
stelling zodanig is dat de speler de koning van de tegenstander nooit mat kan zetten,
door welke reeks van reglementaire zetten dan ook.
A4.4 Als de arbiter waarneemt dat beide koningen schaak staan of dat er een pion op
de verste rij van zijn uitgangspositie staat
230
, dan moet de arbiter wachten tot de
volgende zet is voltooid. Daarna, als de onreglementaire stelling nog steeds op het bord
staat, moet hij de partij remise verklaren.
A4.5 De arbiter moet
231
het vallen van de vlag melden indien hij dit ziet
232
.
A5. Het Toernooireglement moet omschrijven of artikel A3 of artikel A4 geldt voor het
toernooi.
225
De speler is echter niet verplicht de onreglementaire zet te claimen. Als hij doorspeelt kan de
onregelmatigheid niet meer worden teruggenomen. In de volgende partij rapidschaak 1 e4 e5 2
Pc3 d6 3 Lb5+ Pc6 4 Pd5 Pe7 5 Df3 Pc6-d4 kan wit na de onreglementaire zet Pd4 geen winst
claimen zoals in snelschaak, en enkel laten terugnemen. Een andere optie toegestaan door de
regels is echter geen onreglementaire zet claimen en gewoon doorspelen met Pd6 mat.
226
Zeer belangrijk. Artikel 7.5. is van toepassing, dis de winst wordt niet steeds onmiddellijk
uitgesproken, in tegenstelling met het verleden.
227
Zonder tussenkomst betekent “achter de rug”. De arbiter moet immers de reglementen doen
toepassen en mag dus niet toestaan dat een illegale zet achteraf wordt hersteld. Als je dit wil
doen als speller ga je dit dus zeker niet vragen aan de arbiter.
228
In het engels “may”, het is dus niet (meer) verplicht om de klok stil te zetten
229
Veel spelers zijn er zich niet van bewust dat het claimen van winst door tijdsoverschrijding
best gepaard gaan met het stilzetten van de klok. Immers, indien beide vlaggen gevallen zijn
en het is niet mogelijk te achterhalen welke vlag eerst viel (door gebrek aan aanduiding of omdat
de arbiter er niet bij stond) is het alsnog remise.
230
Hier wordt aangegeven dat een aantal onregelmatigheden die niet hersteld kunnen worden
leiden tot remise. Arbiters van schoolschaaktoernooien kunnen hier wellicht nog een hele reeks
aan toevoegen. Bijvoorbeeld een bord waarop een koning ontbreekt maar geen van beide spelers
weet wat er gebeurd is.
231
Dit is niet echt nieuw, omdat de regels van het schaakspel dit voorzien en de bijlage dit niet
tegensprak. Echter nu is duidelijk voor iedereen en moeten er dus niet meer geklaagd worden
als de arbiter dit doet. Vanaf 1 januari 2018 is de arbiter zelfs verplicht om deze melding te doen
(“mag” werd gewijzigd in “moet”)
232
Echter en vermits A4 van toepassing is, is de arbiter misschien niet ter plekke. Het kan dus
gebeuren dat beide vlaggen vallen zonder dat iemand dit ziet, zeker in snelschaak. De regels
geven helaas geen uitsluitsel wat er dan moet gebeuren. Bij gebrek aan reglement stel ik voor
om Guideline III.3.1 in verband met versneld beëindigen toe te passen. Hopelijk wordt dit in een
volgende versie opgelost.
38
B. Snelschaak
233
B1 Bij "snelschaak" moeten alle zetten worden gedaan binnen een vastgestelde tijd,
minder
234
dan 10 minuten per speler; of de toegekende tijd + 60 maal de toegevoegde
tijd per zet is minder dan 10 minuten per speler.
B2 Voor de straffen genoemd in de artikelen 7 en 9 van de regels van het Schaakspel
zal één minuut straftijd in plaats van twee minuten worden toegepast.
B3.1 De FIDE Regels voor het Schaakspel zijn van toepassing als:
B3.1.1 één arbiter toezicht heeft op één partij
235
en
B3.1.2 elke partij genoteerd wordt door de arbiter of zijn assistent en, zo mogelijk,
met behulp van elektronische hulpmiddelen wordt vastgelegd.
B3.2 Een speler mag op elk moment, als hij aan zet is, de arbiter of assistent vragen
het notatieformulier te bekijken. Dit mag maximaal vijfmaal in een partij gevraagd
worden. Meer dan vijfmaal is beschouwd als hinderen van de tegenstander.
B4 Als B3 niet van toepassing is dan worden de partijen gespeeld volgens de Regels
voor Rapidschaak zoals vermeld in artikel A4, mede met inachtneming van A2.
B5. Het Toernooireglement moet omschrijven of artikel B3 of artikel B4 geldt voor het
toernooi.
C. De notatie van schaakpartijen
FIDE erkent voor haar eigen toernooien en matches slechts één systeem van noteren,
het algebraïsch systeem, en beveelt het gebruik van deze uniforme schaaknotatie ook
aan voor boeken en tijdschriften. Notatieformulieren met een andere notatie mogen
niet worden gebruikt als bewijs in gevallen waarin normaal het notatieformulier van een
speler daartoe wordt gebruikt. Een arbiter die ziet dat een speler een andere notatie
gebruikt
236
, moet hem wijzen op wat vereist is.
Beschrijving van het Algebraïsch Systeem
C1 In deze beschrijving wordt met "stuk" een stuk ongelijk aan een pion bedoeld.
C2 Elk stuk wordt aangeduid door een afkorting. In het Nederland is dit de beginletter
in hoofdletter van zijn naam: K = koning, D = dame, T = toren, L = loper en P = paard.
C3 Een speler mag als eerste letter de letter gebruiken van de naam die gemeengoed
is in zijn land
237
. In gedrukte publicaties wordt het gebruik van figurines aanbevolen.
233
Vele spelers die reeds lang actief zijn denken dat er nog steeds een apart
snelschaakreglement bestaat. Dit heeft inderdaad bestaan maar nu zijn enkel nog de regels
onder bijlagen A en B de uitzonderingen op de algemene regels. In de versie 2014 kunnen we
stellen dat FIDE alle uitzonderingen voor snelschaak volledig heeft weggewerkt. Dus nog eens
duidelijk: in snelschaak tellen dezelfde regels als in gewoon schaak!
234
Minder, want 10 minuten valt nog onder B rapidschaak.
235
Dus in de praktijk, voor ons ten minste, is B3 quasi nooit van toepassing
236
Het is dus niet toegestaan om de poëtische Engelse notatie te gebruiken, hoewel dit zeer
moeilijk kan liggen bij sommige Anglicaanse schakers. Het is aan de arbiter om te oordelen of
hij wil ingrijpen of niet.
237
Voor het gemak heb ik dit reeds aangepast in de vertaling van artikel C2
39
C4 Pionnen worden niet aangeduid door een beginletter; ze zijn herkenbaar door het
ontbreken van zo'n letter. Voorbeelden: e5, d4, a5.
C5 De acht lijnen zijn (voor wit van links naar rechts, voor zwart van rechts naar links)
aangeduid door de kleine letters a, b, c, d, e, f, g en h.
C6 De acht rijen zijn (voor wit van onder naar boven, voor zwart van boven naar
onder) genummerd met 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8. In de beginopstelling staan de witte
stukken en pionnen dus op de 1ste en 2de rij, de zwarte op de 8ste en 7de rij.
C7 Uit het voorgaande volgt dat elk veld onveranderlijk wordt aangeduid door de
combinatie van een letter en een cijfer.
8
a8
b8
c8
d8
e8
f8
g8
h8
7
a7
b7
c7
d7
e7
f7
g7
h7
6
a6
b6
c6
d6
e6
f6
g6
h6
5
a5
b5
c5
d5
e5
f5
g5
h5
4
a4
b4
c4
d4
e4
f4
g4
h4
3
a3
b3
c3
d3
e3
f3
g3
h3
2
a2
b2
c2
d2
e2
f2
g2
h2
1
a1
b1
c1
d1
e1
f1
g1
h1
a
b
c
d
e
f
g
h
C8 Elke zet wordt aangeduid door: (a) de beginletter van het stuk dat verplaatst
wordt, en (b) het veld van aankomst. Tussen (a) en (b) wordt geen koppelteken
geplaatst.
Voorbeelden: Le5, Pf3, Td1.
Bij pionzetten wordt alleen het aankomstveld genoteerd. Voorbeelden: e5, d4, a5.
De lange notatie waarbij zowel het vertrekveld als het aankomstveld wordt genoteerd
is toegestaan.
C9 Wanneer een stuk slaat, mag een x geplaatst worden tussen (a) de beginletter van
het stuk, en (b) het veld van aankomst. Voorbeelden: Lxe5, Pxf3, Txd1.
Wanneer een pion slaat, wordt niet alleen het aankomstveld opgeschreven, maar ook
de lijn van vertrek. Voorbeelden: dxe5, gxf3, axb5. Als een pion "en passant" slaat, dan
is het aankomstveld het veld waar de pion na deze zet staat en wordt "e.p." aan de
notatie toegevoegd. Voorbeeld exd6 e.p.
C10 Wanneer twee identieke stukken naar hetzelfde veld kunnen worden verplaatst,
wordt de zet als volgt genoteerd:
C10.1 indien beide stukken op dezelfde rij staan door (a) de beginletter van het stuk,
(b) de lijn van vertrek en (c) het veld van aankomst;
C10.2 indien beide stukken op dezelfde lijn staan door (a) de beginletter van het stuk,
(b) het nummer van het veld van vertrek en (c) het veld van aankomst;
C10.3 indien de stukken op verschillende lijnen en rijen staan, dan heeft methode (1)
de voorkeur. Indien er sprake is van slaan, wordt een x ingevoegd tussen (b) en (c).
Voorbeelden:
1. er zijn twee paarden, op g1 en e1, een ervan gaat naar f3: Pgf3 resp. Pef3;
2. er zijn twee paarden, op g5 en g1, een ervan gaat naar f3: P5f3 resp. P1f3;
3. er zijn twee paarden, op h2 en d4, een ervan gaat naar f3: Phf3 resp.Pdf3..
Als er op f3 iets wordt geslagen, dan veranderen bovenstaande notaties door invoeging
van een x: (1) Pgxf3 resp. Pexf3; (2) P5xf3 resp. P1xf3; (3) Phxf3 resp. Pdxf3.
40
C11 In geval van promotie van een pion wordt de feitelijke pionzet genoteerd,
onmiddellijk gevolgd door de beginletter van het nieuwe stuk.
Voorbeelden: d8D, exf8P, b1L, g1T.
C12 Een remiseaanbod wordt genoteerd als (=).
238
Gebruikte afkortingen:
0-0
=
rokade met toren h1 of toren h8 (korte rokade)
0-0-0
=
rokade met toren a1 of toren a8 (lange rokade)
x
=
slaan
+
=
schaak
++ of #
=
mat
e.p.
=
"en passant" slaan
De laatste vier afkortingen zijn optioneel (niet verplicht)
D. Regels voor het schaken met blinden en visueel gehandicapte
spelers
D1 De Toernooiorganisator heeft, in overleg met de arbiter, de bevoegdheid om de
volgende regels aan te passen overeenkomstig de plaatselijke omstandigheden. Bij
wedstrijdschaak tussen ziende en visueel gehandicapte spelers (juridisch blind) mag
iedere speler om het gebruik van twee schaakborden verzoeken, de ziende speler
gebruikt dan een normaal schaakbord, de visueel gehandicapte speler een speciaal
geconstrueerd bord. Het speciaal geconstrueerde schaakbord dient aan de volgende
eisen te voldoen:
D1.1 tenminste 20 bij 20 centimeter;
D1.2 de zwarte velden iets verhoogd;
D1.3 een opening in ieder veld;
D1.4.1 ieder stuk voorzien van een pen die in de openingen in de velden past;
D1.4.2 stukken van het Staunton model, waarbij de zwarte stukken van een speciaal
merkteken
239
zijn voorzien.
D2 De volgende regels zijn van toepassing op het spel:
D2.1 De zetten worden duidelijk aangekondigd, door de tegenstander herhaald en op
zijn bord uitgevoerd. Bij een promotie van een pion moet de speler aankondigen welk
stuk in de plaats komt. Om de aankondiging zo duidelijk mogelijk te maken wordt het
gebruik van de volgende namen in plaats van de corresponderende letters aanbevolen.
Voor de lijnen:
A Anna ; B Bella ; C Cesar ; D David
E Eva ; F Felix ; G Gustav ; H - Hector
240
De rijen van wit naar zwart krijgen de Duitse getallen, tenzij de arbiter hier
anders over beslist
241
:
238
Driemaal is scheepsrecht. Het staat al tweemaal in de regels en nu nog eens in de appendix.
Als je het nu nog niet weet…
239
Over het algemeen een metalen ronde tip bovenop het stuk.
240
Men kan niet verwachten van ziende spelers die niet vertrouwd zijn met dit reglement dat ze
deze conventie kennen. Ofwel, in de meeste gevallen, heeft de slechtziende speler geen
probleem met het aankondigen van gewoon « a « , « b » etc... ofwel stelt de arbiter een lijst
met de genoemde conventie ter beschikking van de ziende speler aan het bord.
241
Er kan bijvoorbeeld afgesproken worden dat dit aangekondigd wordt in het Nederlands of een
taal die beide spelers begrijpen. De arbiter moet in principe wel akkoord gaan met deze afspraak,
maar dit moet beschouwd worden als een formaliteit.
41
1 eins ; 2 zwei ; 3 drei ; 4 vier
5 fünf ; 6 sechs ; 7 sieben ; 8 - acht
242
Rokeren wordt aangekondigd als "Lange Rochade" of "Kurze Rochade".
De stukken dragen de namen: König, Dame, Turm, Läufer, Springer
243
en Bauer.
D2.2 Op het schaakbord van de visueel gehandicapte speler wordt een stuk als
"aangeraakt" beschouwd als het uit de opening
244
is genomen.
D2.3 Een zet wordt als gedaan beschouwd wanneer:
D2.3.1 ingeval van slaan, het geslagen stuk verwijderd is van het schaakbord van de
aan zet zijnde speler;
D2.3.2 een stuk in een andere opening is geplaatst;
D2.3.3 de zet is aangekondigd.
D2.4 Pas dan mag de klok van de tegenstander in gang worden gezet.
D2.5 Voor wat betreft punten D2.2 en D2.3, zijn de normale regels van kracht voor de
ziende speler.
D2.6.1 Een speciaal voor visueel gehandicapten geconstrueerde schaakklok is
toegestaan. Deze klok is in staat om de tijd en het aantal zetten aan te kondigen aan
de visueel gehandicapte.
D2.6.2 Er mag ook gebruik worden gemaakt van een analoge klok. Deze moet voldoen
aan de volgende kenmerken:
D2.6.2.1 Een wijzerplaat met verstevigde wijzers, waar iedere vijf minuten zijn
gemarkeerd met een stip, en iedere 15 minuten met twee verhoogde stippen.
D2.6.2.2 Een vlag die gemakkelijk kan worden gevoeld. Er dient voor te worden gezorgd
dat de vlag zo geconstrueerd is dat de speler de minutenwijzer kan voelen gedurende
de laatste vijf minuten van het hele uur.
D2.7 De visueel gehandicapte speler dient de notatie van de partij bij te houden in
braille of gewoon schrift, of de zetten vast te leggen op een bandrecorder.
D2.8 Een verspreking bij het aankondigen van een zet moet onmiddellijk worden
gecorrigeerd voordat de klok van de tegenstander in gang wordt gezet.
D2.9 Als er gedurende een partij twee verschillende stellingen ontstaan op de twee
schaakborden, moet dit worden gecorrigeerd met hulp van een arbiter en door het
raadplegen van de partijnotaties van beide spelers. Als de twee partijnotaties
overeenkomen, moet de speler die de juiste zet heeft opgeschreven maar de
verkeerde heeft gedaan, zijn stelling corrigeren met de zet van de partijnotaties.
Wanneer dergelijke verschillen voorkomen en de twee partijnotaties blijken te
verschillen, worden de zetten teruggenomen tot op het punt waar de twee notaties
overeenkomen en een arbiter zal de klok dienovereenkomstig bijstellen.
D2.10 De visueel gehandicapte speler heeft het recht om gebruik te maken van een
assistent die een of meer van de volgende taken heeft:
D2.10.1 Het uitvoeren van de zetten van beide spelers op het schaakbord van de
tegenstander.
242
Indien beide spelers dezelfde taal spreken kunnen ze dit uiteraard ook in deze taal
aankondigen. De conventie dient enkel voor spelers die elkaar anders niet zouden verstaan.
243
springer = paard en bauer = pion, de andere zijn vrij eenvoudig voor Nederlandstaligen
244
Opening = het gat in het schaakbord.
Deze regel is nodig omdat de blinde of slechtziende speler de plaats van de verschillende stukken
op het bord moet kunnen voelen en dus regelmatig aanraken. Dit is niet in tegenspraak met
artikel 4.3 omdat de speler de stukken niet aanraakt met de bedoeling om ermee te spelen en
dus niet ook verplicht is om er een zet mee te spelen onder dit artikel.
42
D2.10.2 Het aankondigen van de zetten van beide spelers.
D2.10.3 Het bijhouden van de notatie van de visueel gehandicapte speler en de klok
van zijn tegenstander in gang zetten.
D2.10.4 Het informeren van de visueel gehandicapte speler over het aantal gedane
zetten en de tijd die door beide spelers is verbruikt, enkel op diens verzoek.
D2.10.5 Het opeisen van de partij in gevallen waarin de tijdslimiet is overschreden en
het informeren van een arbiter wanneer de ziende speler een van zijn stukken heeft
aangeraakt.
D2.10.6 Het verrichten van de nodige formaliteiten wanneer de partij wordt afgebroken.
D2.11 Wanneer de visueel gehandicapte speler geen gebruik maakt van een assistent,
mag de ziende speler gebruik maken van een assistent
245
voor het uitvoeren van de
taken vermeld onder punt D2.10.1 en D2.10.2. Een assistent is noodzakelijk indien een
visueel gehandicapte speler speelt tegen een gehoorgestoorde speler.
246
Richtlijn I. Afgebroken partijen
247
I.1.1 Als een partij niet is beëindigd na het verstrijken van de voorgeschreven
speeltijd, dan moet de arbiter de aan zet zijnde speler vragen zijn zet "af te geven".
De speler moet zijn zet op zijn notatieformulier schrijven in een niet voor tweeërlei
uitleg vatbare notatie
248
, het notatieformulier en dat van zijn tegenstander in een
envelop doen, deze sluiten en pas dan zijn klok stilzetten zonder die van zijn
tegenstander aan te zetten.
Totdat hij de klokken heeft stilgezet, heeft de speler het recht zijn afgegeven zet te
wijzigen. Als de speler een zet op het schaakbord doet nadat de arbiter hem heeft
gezegd een zet af te geven, dan moet hij dezelfde zet noteren als zijn afgegeven zet.
I.1.2 Een aan zet zijnde speler die afbreekt voor het verstrijken van de voorgeschreven
speeltijd, wordt geacht te hebben afgegeven op het tijdstip waarop de zitting officieel
eindigt, en zijn dan resterende tijd dient te worden geregistreerd.
I.2 Op de envelop moeten worden vermeld:
I.2.1 de namen van de spelers
I.2.2 de stand van de stukken waarin werd afgebroken
I.2.3 de door elke speler verbruikte bedenktijd
I.2.4 de naam van de speler die de zet heeft afgegeven
I.2.5 het nummer van de afgegeven zet
I.2.6 het remiseaanbod als het voorstel nog van kracht is
I.2.7 de datum, tijd en locatie van hervatting van de partij.
245
Hier wordt vaak verkeerdelijk aangenomen dat de visueel gehandicapte de ziende speler van
een assistent moet voorzien. De regels geven elke speler het recht zich te laten assisteren, maar
de assistent moet wel door de speler zelf voorzien worden. Het is wel zo dat de spelerslijsten
van de nationale interclubs aangeven wie visueel gehandicapt is zodat andere ploeg zich soms
op eventuele assistentie kan voorzien.
246
Goed punt van FIDE om hieraan te denken. Het ware nog beter geweest indien FIDE zou
aangegeven hebben wie voor de assistent moet zorgen. Bij gebreke hiervan komt dit dus op de
schouders van de arbiter terecht die een assistent zal moeten zoeken.
247
Voor de jongere lezers. Dit is een archaïsch systeem om een schaakpartij verder te zetten uit
de tijd dat er nog geen sterke schaakcomputers waren die een stelling volledig konden
uitanalyseren. Afbreken is vandaag een taboe geworden. De regels bestaan nog voor
melancholische redenen, wellicht worden ze geschrapt in een volgende versie in 2019 ??
248
Bij twijfel kan de speler de arbiter vragen of de zet leesbaar is.
43
I.3 De arbiter moet de juistheid van de gegevens op de envelop controleren en is
verantwoordelijk voor het bewaren ervan.
I.4 Als een speler remise aanbiedt nadat zijn tegenstander een zet heeft afgegeven,
dan is dit aanbod geldig totdat zijn tegenstander het heeft aangenomen of afgewezen
zoals in artikel 9.1.
I.5 Voor de hervatting van de partij moet de stelling waarin werd afgebroken, op het
schaakbord worden opgezet, en de door elk der spelers verbruikte bedenktijd op de
klok worden ingesteld.
I.6 Als vóór de hervatting remise is overeengekomen of een van de spelers de arbiter
heeft laten weten dat hij opgeeft, dan is de partij beëindigd.
I.7 De envelop wordt pas geopend als de speler die moet antwoorden op de afgegeven
zet, aanwezig is.
I.8 Behalve in de gevallen genoemd in de artikelen 6.9 en 9.6 is de partij verloren
voor de speler wiens afgegeven zet:
I.8.1 voor meer dan een uitleg vatbaar is, of
I.8.2 zodanig is genoteerd dat het onmogelijk is vast te stellen wat is bedoeld, of
I.8.3 onreglementair is.
I.9 Als op het afgesproken aanvangstijdstip van de hervatting
I.9.1 de speler die moet antwoorden op de afgegeven zet aanwezig is, dan wordt de
envelop geopend, de afgegeven zet op het schaakbord uitgevoerd en zijn klok aangezet.
I.9.2 de speler die moet antwoorden op de afgegeven zet afwezig is, dan wordt zijn klok
aangezet. Bij zijn aankomst mag hij zijn klok stilzetten en de arbiter roepen. Dan wordt
de envelop geopend en de afgegeven zet op het schaakbord uitgevoerd. Zijn klok wordt
weer aan de gang gebracht.
I.9.3 de speler die de zet heeft afgegeven afwezig is, dan behoeft zijn tegenstander zijn
antwoordzet niet op het schaakbord uit te voeren, maar mag hij deze zet op zijn
notatieformulier schrijven, zijn notatieformulier in een nieuwe envelop insluiten, zijn
klok stil- en die van zijn tegenstander aanzetten. In dat geval moet de envelop aan de
arbiter in bewaring worden gegeven en worden geopend als de afwezige speler
arriveert.
I.10 De speler verliest de partij als hij na de default tijd aan het schaakbord verschijnt
voor de hervatting van een afgebroken partij, tenzij de arbiter anders beslist. Echter als
de afgegeven zet de partij beslist
249
, is deze alsnog van toepassing
250
.
I.11 Indien het wedstrijdreglement aangeeft dat de default tijd voor het te laat komen
niet 0 is, geldt het volgende: indien beide spelers afwezig zijn dan verliest de speler die
moet reageren op de afgegeven zet alle tijd die verloopt tot hij arriveert; tenzij in het
wedstrijdreglement iets anders is omschreven of de arbiter anders beslist
I.12.1 Als de envelop met de afgegeven zet zoek is, dan wordt de partij hervat vanuit
de stelling waarin werd afgebroken, met de kloktijden van dat moment. Als de
verbruikte bedenktijd van elke speler niet kan worden vastgesteld, dan beslist de arbiter
249
De speler heeft gewonnen omdat een matzet is afgegeven, of de speler heeft remise heeft
gemaakt door een patzet af te geven of doordat een stelling beschreven in artikel 9.7 op het
schaakbord is verschenen
250
De afgegeven zet wordt beschouwd als zijnde gespeeld, en dus is de partij « onmiddellijk »
beëindigd. Het getuigt wel van weinig sportiviteit zowel van de speler die afgeeft om de matzet
niet op het bord uit te voeren en de hervatting van de partij te vermijden, als van de
tegenstander om niet op te geven in een stelling die mat in één is. De arbiter kan beiden een
waarschuwing geven hiervoor.
44
hierover. De speler die zijn zet heeft afgegeven, doet de zet waarvan hij verklaart die
te hebben afgegeven, op het schaakbord.
I.12.2 Als het onmogelijk is de stelling te achterhalen, dan wordt de partij ongeldig
verklaard en een nieuwe partij gespeeld.
I.13 Als een speler, voordat hij bij de hervatting zijn eerste zet doet, erop wijst dat de
verbruikte bedenktijd onjuist op een klok is ingesteld, dan moet dit worden
gecorrigeerd. Als deze fout dan niet wordt geconstateerd, gaat de partij verder zonder
correctie, tenzij de arbiter de consequenties te ernstig vindt.
I.14 De duur van elke zitting met afgebroken partijen wordt bepaald aan de hand van
de klok van de arbiter. Begin- en eindtijd worden van tevoren bekend gemaakt.
Richtlijn II. Regels voor Chess960
251
II.1. Voor de aanvang van een Chess960 partij wordt een startpositie van de stukken
willekeurig opgesteld volgens bepaalde regels. Nadien wordt de partij volgens de
normale regels betwist. De stukken spelen zoals normaal en het doel is de tegenstander
mat te zetten.
II.2. Regels voor de startpositie
De startpositie voor Chess960 moet beantwoorden aan bepaalde regels. Witte pionnen
moeten op de tweede lijn staan zoals in normaal spel. Alle andere witte stukken worden
willekeurig op de eerste rij geplaatst met volgende beperkingen.
II.2.1 De koning moet tussen de twee torens staan
II.2.2 de lopers moeten op tegenovergestelde kleuren te staan (dus ieder moet zowel
een witveldige als zwartveldige loper hebben)
II.2.3 de stelling van de witte en zwarte stukken moet symmetrisch zijn
De startpositie wordt voor de aanvang van de partij aangemaakt ofwel via computer of
door het gebruik van speelkaarten of een dobbelsteen.
In totaal zijn er dus 16 X 20 X 3 X 1 = 960 legale mogelijke beginopstellingen in Fischer
Random Chess.
II.3. Chess960 rokaderegels:
II.3.1 Chess960 laat elke speler toe om éénmaal per partij te rokeren. Enige
interpretatie is nodig ten opzichte van de standaardregels omdat de positie van de
koning en de toren niet dezelfde is als in normaal schaken.
II.3.2 Hoe de rokade uitvoeren. In Chess960 zijn er afhankelijk van de positie van
koning en toren vier mogelijkheden om een rokade uit te voeren.
II.3.2.1 Dubbele zet rokade : in één zet een zet met de koning en één met de toren
uitvoeren
II.3.2.2. Transpositie rokade : door de koning en toren van plaats te verwisselen
II.3.2.3. Koning rokade : enkel een zet met de koning
II.3.2.4. Toren rokade: enkel een zet met de toren
252
II.3.2.5 Aanbeveling
251
FIDE Random Chess, een door FIDE erkende variant op het nobele schaakspel waarbij de
stukken bij aanvang in een quasi willekeurige volgorde worden opgesteld op de onderste rij.
252
Het ontgaat mij wat hier speciaal aan is ten opzichte van een torenzet
45
II.3.2.5.1 Voor een rokade op een echt bord als mensen tegenover elkaar is het
aangewezen om eerst de koning uit het bord te nemen, de toren te verplaatsen en pas
dan de koning op het uiteindelijke veld te plaatsen.
II.3.2.5.2 Na de rokade moeten koning en toren exact op dezelfde plaats staan als ze
zouden staan na een klassieke rokade
II.3.2.6 Verduidelijking
Na rokeren aan de kant van de c-lijn (genoteerd als 0-0-0 en bekend als rokeren op de
damevleugel in het klassieke schaak) staat de koning op de c-lijn (c1 bij wit en c8 bij
zwart) en de toren op de d-lijn (d1 bij wit en d8 bij zwart). Na rokeren aan de kant van
de g-lijn (genoteerd als 0-0 en bekend als rokeren op de koningsvleugel in het klassieke
schaak) staat de koning op de g-lijn (g1 bij wit en g8 bij zwart) en de toren op de f-lijn
(f1 bij wit en f8 bij zwart).
II.3.2.7 Nota’s
II.3.2.7.1 Om misverstanden te vermijden is het best de rokade mondeling aan te
kondigen
II.3.2.7.2 In sommige beginopstellingen zal de koning of de toren niet bewegen door
een rokade
II.3.2.7.3 In sommige beginopstellingen zal de rokade al vanaf de eerste zet mogelijk
zijn
II.3.2.7.4 alle velden tussen de start en eindpositie van de koning en van de toren
moeten leeg zijn om te kunnen rokeren (met uitzondering van de betrokken toren en
koning).
II.3.2.7.5 Vanuit sommige beginopstellingen kunnen velden gevuld zijn die bij normaal
schaak onbezet moeten zijn tijdens rokeren. Bijvoorbeeld, na rokeren aan de kant van
de c-lijn (0-0-0) is het mogelijk dat de velden a, b en/of e bezet zijn, en na rokeren aan
de kant van de g-lijn (0-0) is het mogelijk dat de velden e en/of h bezet zijn..
Richtlijn III: Versneld beëindigen
253
III.1 "Versneld beëindigen" betreft de periode van een partij waarin alle resterende
zetten moeten worden gedaan in een begrensde bedenktijd
254
.
III.2.1 De richtlijnen hieronder hebben betrekking op het laatste deel van een partij,
inclusief het versneld beëindigen, en zullen enkel gebruikt worden indien dit op
voorhand werd aangekondigd in het toernooi.
III.2.2 Deze bijlage kan alleen van kracht zijn op partijen die vallen onder de normale
regels of onder de Regels voor Rapidschaak zonder toegevoegde tijd per zet en niet
op partijen onder de Regels voor Snelschaak.
III.3.1 Als beide vlaggen zijn gevallen
255
en het onmogelijk is vast te stellen welke vlag
het eerst viel
256
, dan
III.3.1.1 moet de partij worden voortgezet als het gebeurt in een periode die niet de
253
Beter bekend als Quick Play Finish”
254
Vele toernooien in België zijn vandaag met « versneld beëindigen » of QPF, behalve deze die
reeds met incrementele tijd per zet gespeeld worden. Hiervoor is een elektronische klok echter
noodzakelijk
255
Dit artikel was vroeger deel van de regels van het schaakspel, artikel 6.11. Dit is dus niet
meer van toepassingen tenzij voor partijen zonder incremental tijd.
256
« en het onmogelijk is vast te stellen » gaat vrij ver. Een typische digitale klok beschikt over
een aanduiding welke vlag het eerste viel. Deze aanduiding mag dus gebruikt worden om te
bepalen wie er verloren heeft.
46
laatste is.
III.3.1.2 is de partij remise als het gebeurt in een periode waarbinnen alle resterende
zetten moeten worden gedaan.
III.4 Als de aan zet zijnde speler minder dan twee minuten op zijn klok over heeft,
dan mag hij, zo mogelijk, verzoeken om over te gaan op een niet-opsparende of wel-
opsparende tijdsinstelling met 5 extra seconden per zet voor beide spelers. Dit is ook
een remiseaanbod/-voorstel. Als dit remisevoorstel wordt afgewezen en de arbiter
gaat akkoord met het eerdergenoemde verzoek dan moet die extra tijd op de
schaakklok worden ingesteld. De tegenstander krijgt 2 minuten extra tijd en de partij
wordt voortgezet.
III.5 Als artikel III.4 niet van kracht is en de aan zet zijnde speler minder dan twee
minuten op zijn klok over heeft
257
, dan mag hij remise claimen voor zijn vlag valt
258
.
Hij moet de arbiter waarschuwen en mag de schaakklok stilzetten
259
(zie artikel
6.12b). Hij mag claimen dat het niet mogelijk is dat zijn tegenstander op een normale
manier kan winnen en/of dat zijn tegenstander geen poging doet de partij op een
normale manier te winnen.
III.5.1 Als de arbiter er mee instemt dat de tegenstander geen poging doet de partij
op een normale manier te winnen
260
, of dat het niet mogelijk is om op een normale
manier te winnen
261
, dan moet hij de partij remise verklaren. Anders moet hij zijn
beslissing uitstellen
262
of de claim afwijzen.
257
In sommige evidente remisestellingen als de tegenstander remise weigert kan een speler
verleid worden om de klok te laten lopen totdat er nog twee minuten over zijn, en vervolgens
de arbiter dit artikel te laten toepassen. Dit gedrag mag het oordeel van de arbiter niet
beïnvloeden.
258
Deze procedure geeft een speler die in duidelijk betere of totaal remisestelling door de vlag
gejaagd dreigt te worden de kans om toch remise uit de brand te slepen.
Het is voor de arbiter meestal best om de beslissing uit te stellen (optie b). Het oordeel kan dan
gebaseerd worden op het gedrag van de spelers en op de evolutie van de partij. Als de spelers
zich beperken tot het op de klok timmeren, dan is de partij remise. Zolang echter de indruk
bestaat dat er nog geschaakt wordt, en dat de stelling onduidelijk blijft, dient de claim te worden
afgewezen.
259
Het stilzetten van de klokken is een faciliteit voor de speler om de arbiter te roepen en de
claim te kunnen indienen. Zie ook artikel 9.5. Vroeger was het stilzetten verboden wat het
indienen van een claim in afwezigheid van de arbiter en met minder dan 2 minuten op de klok
bijna onmogelijk maakt. Het stilzetten van de klok is dus geen verplichting, zeker als de arbiter
toch aanwezig is of reeds erbij geroepen is.
260
Typisch gedrag is het spelen op tijd (bijvoorbeeld niet meer noteren als er toch genoeg tijd
voor is), het herhalen van zetten zonder een duidelijk doel, het doorspelen van een stelling die
theoretisch niet te winnen is.
261
Hieronder wordt verstaan stellingen zoals bijvoorbeeld (niet limitatief)
K+T tegen K+T,
K+D tegen K+D
elke stelling met K+gelijk materiaal zonder pion
K+L+randpion (met loper van verkeerde kleur) tegen K
een ineengeschoven pionnenstelling met lopers van verschillende kleur
K+T tegen K+L als de koning in de veilige hoek staat
262
Het is aangewezen om in elke stelling die niet absoluut evident is, af te wachten en de
beslissing uit te stellen teneinde vast te stellen of de partij inderdaad niet meer te winnen is of
dat er geen poging meer gedaan wordt. Voor de speler is het dus aangeraden niet te wachten
tot de laatste seconden alvorens een arbiter bij de stelling te roepen.
47
III.5.2 Als de arbiter zijn beslissing uitstelt, dan kan aan de tegenstander twee
minuten extra bedenktijd worden toegekend
263
en moet de partij worden voortgezet,
indien mogelijk in aanwezigheid van een arbiter. De arbiter moet de definitieve uitslag
later in de partij meedelen of zo snel mogelijk nadat er een vlag is gevallen
264
. Hij
moet de partij remise verklaren als hij ermee instemt dat het niet mogelijk is de
slotstelling op een normale manier te winnen, of dat de tegenstander niet voldoende
geprobeerd heeft op een normale manier te winnen
265
.
III.5.3 Als de arbiter de claim heeft afgewezen dan moet aan de tegenstander twee
minuten extra bedenktijd toegekend worden.
III.6 Het volgende is van kracht voor een wedstrijd buiten aanwezigheid van een
arbiter
266
III.6.1 Een speler mag remise claimen als hij minder dan twee minuten op zijn klok
over heeft en voordat zijn vlag is gevallen. Dit beëindigt de partij. Hij mag claimen op
basis van het feit
III.6.1.1 dat zijn tegenstander niet op een normale wijze kan winnen, en/of
In III.6.1.1 moet de speler de eindstelling opschrijven en zijn tegenstander moet
dit verifiëren.
III.6.1.2 dat zijn tegenstander geen poging doet om op een normale wijze te winnen.
In III.6.1.2 moet de speler de eindstelling opschrijven en een volledig bijgewerkt
notatieformulier overleggen. De tegenstander moet het notatieformulier en de
eindstelling verifiëren.
III.6.2 De claim moet worden voorgelegd aan de toegewezen arbiter.
263
Er staat dat er 2 minuten « kan » gegeven worden. In principe doet de arbiter dit enkel als
hij van oordeel is dat de claim voorbarig was EN storend voor de tegenstander (bijvoorbeeld als
de klok van de tegenstander liep).
264
Als de arbiter zijn beslissing uitstelt is dus geen nieuwe claim nodig. De arbiter kan de partij
op elk moment remise verklaren na een claim. Indien de speler de remise niet meer wenst moet
zeer duidelijk naar de arbiter toe de claim worden ingetrokken.
265
De koning die rondjes loopt op het bord zonder enig resultaat zou bijvoorbeeld kunnen gezien
worden als een gebrek aan poging om te winnen. Toen 10.2.d nog niet bestond annuleerde een
beroepscommissie ooit een beslissing van een arbiter die in dergelijk flagrant geval de partij
remise had verklaard
266
In principe is dit artikel van toepassing in de nationale interclubs voor de afdelingen 2 tot 5
waar geen arbiter aanwezig is. In de praktijk komt dit echter niet zo vaak voor en meestal zal
de fair-play het halen van de ingewikkelde procedureslag.
48
Gebruikte woordenschat
267
Het getal achter het onderwerp verwijst naar het artikel van de Regels waarin het
voor het eerst genoemd wordt.
50-zettenregel: 9.3.2 Een speler mag remise claimen als de laatste 50 zetten door
beide spelers zijn voltooid zonder dat er een pion is verplaatst of iets is geslagen.
75-zettenregel: 9.6.2. De partij is remise als de laatste 75 zetten door beide spelers
zijn voltooid zonder dat er een pion is verplaatst of iets is geslagen.
aanraken-regel: 4.3. Als een speler een stuk aanraakt met de intentie het te
verplaatsen, is deze verplicht het te verplaatsen.
aanval: 3.1. Men zegt dat een stuk wordt aangevallen door een stuk van de
tegenstander als die het stuk kan slaan op dat veld.
afbreken: 8.1. In plaats van het spelen van de partij in één sessie, wordt de partij
tijdelijk stopgezet en op een later tijdstip voortgezet.
afgegeven zet: I. Wanneer een partij wordt afgebroken, geeft de speler zijn
volgende zet af in een envelop.
algebraïsche notatie: 8.1. Het vastleggen van de zetten gebruikmakend van a-h en
1-8 op het 8x8 bord.
analyse: 11.3. Als een of meer spelers zetten doen op een bord met het doel de
beste voortzetting te vinden.
arbiter: Voorwoord. De persoon (personen) die verantwoordelijk is (zijn) ervoor te
zorgen dat het wedstrijdreglement wordt nageleefd.
assistent: 8.1. Iemand die op verscheidene manieren kan helpen om de wedstrijd
soepel te laten verlopen.
beeldscherm: 6.12.1. Een elektronische weergave van de stelling op het bord.
beoordeling door de arbiter: Er zijn ongeveer 39 gevallen in de Regels waar de
arbiter zijn oordeel moet gebruiken.
beroep: 11.10. Normaal gesproken heeft een speler het recht in beroep te gaan
tegen een beslissing van de arbiter of de organisator.
bord: 2.4. Kort woord voor schaakbord.
bordschaak: Inleiding. De Regels hebben alleen betrekking op deze vorm van
schaken, geen internet, noch correspondentie, enzovoort.
Bronstein-tijdsinstelling: 6.3.2. Zie niet-opsparende tijdsinstelling.
Chess960: II. Een variant van schaken waar de stukken op de achterste rij in een
van de 960 mogelijke te onderscheiden posities staan opgesteld.
claim: 6.8. De speler kan bij verschillende omstandigheden een claim indienen bij de
arbiter.
damevleugel: 3.8.2. De verticale helft van het bord waarop de dame staat bij het
begin van de partij.
demonstratiebord: 6.12. Een weergave van de stelling op het bord waarvan de
stukken met de hand worden verplaatst.
diagonaal: 2.4. Een van een bordrand naar een aanliggende rand lopende rechte lijn
van velden van dezelfde kleur.
dode stelling: 5.2.2. Waar beide spelers onmogelijk de koning van de tegenstander
kunnen matzetten met welke reeks van reglementaire zetten dan ook.
267
Het nummer in de tabel geeft aan in welk artikel het woord voor het eerst wordt gebruikt.
49
e-sigaret: 11.3.4. apparaat met een vloeistof die wordt verdampt en mondeling
geïnhaleerd om de daad van tabak roken te simuleren.
en passant: 3.7.4.1 Zie het betreffende artikel voor een uitleg. Genoteerd als e.p..
Fischer-modus: Zie opsparende tijdsinstelling.
forfait krijgen: 10.1. Een partij verliezen omwille van een inbreuk op de Regels. (Zie
ook tweede puntje van ‘forfait’.)
gedaan: 1.3. Een zet wordt gezegd te zijn ‘gedaan’, wanneer het stuk is verplaatst
naar zijn nieuwe veld, de hand het stuk heeft losgelaten en het geslagen stuk, indien
er één is, is verwijderd van het bord.
gehandicapt: 6.2.6. Een situatie, zoals een fysieke of psychische beperking, die leidt
tot een gedeeltelijk of volledig verlies van de mogelijkheid om schaakhandelingen uit
te voeren.
gsm: zie mobiele telefoon
handicap: Zie gehandicapt.
ik zet recht: Zie j’adoube.
increment: 6.3. Een hoeveelheid tijd (van 1 tot 60 seconden) die vanaf de start
toegevoegd wordt voor het doen van een zet van een speler. Dit kan toegepast
worden bij een niet-opsparende tijdsinstelling of een opsparende tijdsinstelling.
indrukken van de klok: 6.2.1. De handeling van het indrukken van de knop of
hendel op een schaakklok die de klok van de speler stopt en die van zijn tegenstander
aan de gang brengt.
ingrijpen: 12.7. Zich mee bemoeien in iets wat aan de gang is om het resultaat te
beïnvloeden.
j’adoube: 4.2. Kenbaar maken dat de speler een stuk recht wil zetten, maar zonder
noodzakelijk de intentie het te bewegen.
klok: 6.1. Een van de twee displays.
koningsvleugel: 3.8.2. De verticale helft van het bord waarop de koning staat bij het
begin van de partij.
kwaliteit: Wanneer de ene speler een toren is kwijtgeraakt en de ander een loper of
paard is kwijtgeraakt. (Is 3
de
puntje bij ‘exchange’.)
licht stuk: Loper of paard.
lijn: 2.4. Een verticale kolom van acht velden op het schaakbord.
mat: Afkorting van schaakmat.
mobiele telefoon: 11.3.2.
monitor: 6.12.1. Een elektronische weergave van de stelling op het bord.
niet-goed geplaatst: 7.4.1. Stukken plaatsen of verzetten van hun gebruikelijke
plaats. Bijvoorbeeld. Een pion van a2 naar a4.5; een toren deels tussen d1 en e1; een
stuk dat op zijn zijde ligt; een stuk dat op de grond is gevallen.
niet-opsparende (Bronstein) tijdsinstelling: 6.3.2. Iedere speler krijgt een
‘basisbedenktijd’ toegewezen en krijgt ook bij elke zet een ‘vooraf afgesproken
hoeveelheid extra tijd’. Van de basisbedenktijd gaat pas tijd af nadat deze extra tijd
verstreken is. Als de speler zijn klok indrukt voordat de extra tijd verstreken is, zal
zijn basisbedenktijd niet wijzigen onafhankelijk van de hoeveelheid extra tijd gebruikt
werd.
normale manier: III.5. Op een positieve manier spelen met het doel te winnen; of
een stelling hebben waarin er een reële kans is op winnen op een andere manier dan
door vlagval.
50
notatieformulier: 8.1. Een vel papier met ruimte voor het noteren van de zetten. Dit
kan ook elektronisch gebeuren.
nultolerantie: 6.7.1. Waar de speler aan het schaakbord moet toekomen voor het
begin van de partij.
onreglementair: 3.10.2. Een stelling of zet die onmogelijk is door de Regels voor het
Schaakspel.
opgeven: 5.1.2. Waar een speler opgeeft eerder dan door te spelen tot hij matgezet
wordt.
opsparende (Fischer) tijdsinstelling: Waar een speler voor elke zet extra tijd
krijgt (vaak 30 seconden).
organisator: 8.3. De persoon verantwoordelijk voor de locatie, data, prijzengeld,
uitnodigingen, toernooivorm, enzovoort.
pat: 5.2.1. Waar de aan zet zijnde speler geen reglementaire zet heeft en zijn koning
niet schaak staat.
promotie: 3.7.5.3. Wanneer een pion de achtste rij bereikt en wordt vervangen door
een nieuwe dame, toren, loper of paard van dezelfde kleur. (Zie ook eerste puntje van
‘exchange’.)
promotieveld: 3.7.5.1. Het veld waar een pion op komt wanneer die de achtste rij
bereikt.
promoveren tot dame: zoals een pion promoveert tot dame, wat betekent dat de
pion promotie doet tot dame.
punten: 10. Normaal behaalt een speler 1 punt voor een overwinning, een ½ punt
voor remise en 0 punten voor verlies. Een alternatief is 3 punten voor een
overwinning, 1 punt voor remise en 0 punten voor verlies.
rapidschaak: A. Een partij waarbij de bedenktijd van iedere speler meer dan 10
minuten is, maar minder dan 60.
reglementaire zet: Zie artikel 3.10.1.
remise: 5.2. Als de partij beëindigd is zonder een winnaar.
remiseaanbod: 9.1.2. Als een speler remise aanbiedt aan zijn tegenstander. Dit
wordt op het notatieformulier genoteerd met het teken (=).
rij: 2.4. Een horizontale reeks van acht velden op het schaakbord.
rokeren: 3.8.2. Een koningszet in de richting van een toren. Zie het artikel.
Genoteerd als 0-0 voor rokeren aan de koningszijde en 0-0-0 voor rokeren aan de
damezijde.
ruil: Wanneer een speler een stuk slaat van dezelfde waarde als het stuk dat van hem
teruggeslagen wordt.
ruimte grenzend aan het speelgebied: 12.8. Een aan het spelersgebied grenzende
ruimte wat niet tot het spelersgebied behoort. Bijvoorbeeld de ruimte voor
toeschouwers.
rustplaatsen: 11.2.1. Toiletten, alsook de kamer ter beschikking gesteld in
Wereldkampioenschappen waar spelers kunnen relaxen.
schaak: 3.9. Als een koning door één of meer stukken van de tegenstander wordt
aangevallen. Genoteerd als +.
schaakbord: 1.1. Het rooster van 8x8, zoals in 2.1.
schaakklok: 6.1. Een klok met twee displays die met elkaar verbonden zijn.
schaakmat: 1.4.1. Als de koning wordt aangevallen en de aanval kan niet afgeslagen
worden. Genoteerd als ++ of #.
schaakset: De 32 stukken op het schaakbord.
51
scherm: 6.12. Een elektronische weergave van de positie op het bord.
slaan: 3.1. Waar een stuk verplaatst wordt van zijn veld naar een veld dat bezet is
door een stuk van de tegenstander, wordt het laatste stuk van het bord gehaald. Zie
ook artikel 3.7.4.1 en 3.7.4.2. Genoteerd als x.
snelschaken: B. Een partij waarin elke speler in totaal 10 minuten of minder
bedenktijd heeft.
speelruimte: 11.2. De plaats waar de partijen van een wedstrijd worden gespeeld.
spelersgebied: 11.2. De enige ruimtes waar de spelers toegang hebben tijdens een
wedstrijd.
sportief spel: 12.2.1. Of er rechtvaardigheid is geweest, moet soms in overweging
genomen worden, als de arbiter vindt dat de Regels onvoldoende zijn.
standaardschaak: III. Een partij waar de bedenktijd van iedere speler minstens 60
minuten is.
straffen: 12.3. De arbiter kan straffen uitdelen zoals in oplopende volgorde van
zwaarte vermeld in artikel 12.9.
stuk: 2. 1. Een van de 32 figuren op het bord. Of: 2. Een dame, toren, loper of
paard.
superviseren: 12.2.5. Inspecteren of controleren.
tijdcontrole: 6.4. 1. De beschrijving van de tijd die aan de speler is toegewezen.
Bijvoorbeeld: 40 zetten in 90 minuten gevolgd door alle overige zetten in 30 minuten,
plus 30 seconden increment vanaf zet 1. Of 2. Een speler heeft 'de tijdcontrole
gehaald’, als hij bijvoorbeeld 40 zetten heeft voltooid in minder dan 90 minuten.
tijdsperiode: 8.6. Een gedeelte van de partij waarin de spelers een aantal zetten of
alle zetten binnen een bepaalde tijd moeten voltooien.
toeschouwers: 11.4. Mensen, anderen dan arbiters of spelers, die de partijen
bekijken. Dit geldt ook voor spelers die hun partijen hebben beëindigd.
uitleg: 11.9. Een speler heeft het recht om uitleg te krijgen over een artikel.
uitslag: 8.7. Gewoonlijk is de uitslag 1-0, 0-1 of ½-½. In uitzonderlijke
omstandigheden kunnen beide spelers verliezen (artikel 11.8), of de een scoort ½ en
de ander 0. Voor niet gespeelde partijen worden de scores aangegeven met +/- (Wit
wint forfaitair), -/+ (Zwart wint forfaitair), -/- (beide spelers verliezen forfaitair).
versneld beëindigen: III. De laatste periode van een partij waarin de speler een
ongelimiteerd aantal zetten moet voltooien in een gelimiteerde tijd.
vertikaal: 2.4. Men denkt dikwijls dat de 8
ste
rij het hoogste gebied van een
schaakbord is. Hierdoor wordt elke lijn verwezen als ‘vertikaal’.
verzuimtijd: 6.7. De gespecifieerde tijd die een speler te laat mag komen zonder
hiervoor een forfait te krijgen.
vlag: 6.1. Het hulpmiddel dat laat zien wanneer een tijdsperiode verstreken is.
vlagval: 6.1. Wanneer de aan de speler toegekende bedenktijd is verstreken.
voltooide zet: 6.2.1. Als een speler zijn zet heeft gedaan en daarna zijn klok
ingedrukt heeft.
wedstrijdreglement: 6.7.1. Op verschillende punten in de Regels zijn er
keuzemogelijkheden. Het wedstrijdreglement moet aangeven welke keuzes zijn
gemaakt.
wit: 2.2. 1. Er zijn 16 licht gekleurde stukken en 32 velden, genaamd wit. Of 2.
Wanneer het met een hoofdletter staat verwijst het ook naar de speler met de witte
stukken.
52
zet: 1.1. 1. 40 zetten in 90 minuten verwijst naar 40 zetten door elke speler. Of 2.
aan zet zijn verwijst naar het recht van de speler om de volgende zet te doen. Of 3.
Wits beste zet verwijst naar de enkele zet van Wit.
zetherhaling: 9.2.1. 1. Een speler mag remise claimen als dezelfde stelling drie keer
voorkomt. 2. Een partij is remise als dezelfde stelling vijf keer voorkomt.
zettenteller: 6.10.2. Een hulpmiddel op een schaakklok dat kan worden gebruikt om
het aantal keren te registreren dat de klok is ingedrukt door elke speler.
zitting: 6.7.1. de start van de partij, tenzij het wedstrijdreglement anders bepaalt.
zwart: 2.1. 1. Er zijn 16 donker gekleurde stukken en 32 zwarte velden. Of 2. Met
een hoofdletter verwijst het ook naar de speler met de zwarte stukken.
53
Doorgeefschaak reglement
268
1. Elke wedstrijd wordt gespeeld tussen ploegen van twee spelers op twee naast
elkaar liggende borden met verschillende kleur. Beide spelers van een ploeg dienen
steeds in dezelfde opstelling te spelen als opgegeven bij de inschrijving.
2. Elk team heeft een eerste-bordspeler en een tweede-bordspeler. Tijdens een
wedstrijd spelen beide eerste-bordspelers tegen mekaar en ook de beide tweede-
bordspelers. De paringen, gemaakt door de wedstrijdleiding, bepalen welk team
wit heeft voor de eerste-bordspeler.
3. Het FIDE-reglement voor het snelschaken is van toepassing voor zover hiervan in
dit reglement niet wordt afgeweken. Het tempo bedraagt 5 minuten per speler per
partij.
4. De klokken zijn zo opgesteld dat ze zichtbaar zijn voor de beide spelers van beide
teams.
5. Reglement
a. De beide spelers van eenzelfde ploeg spelen met stukken van verschillende
kleur.
b. Alle stukken die van de tegenstander worden genomen, mogen aan de
ploegmaat doorgegeven worden na het induwen van de eigen klok.
c. Telkens wanneer deze ploegmaat aan zet is mag hij, in plaats van een stuk
op het bord te verplaatsen, één van de ontvangen stukken op zijn bord
zetten. Dit mag bijvoorbeeld gebeuren om de vijandelijke koning schaak of
mat te geven of om een eigen schaak te pareren.
Er gelden echter volgende beperkingen:
- een pion mag noch op de eerste, noch op de laatste rij geplaatst worden;
- op het ogenblik dat een stuk op het bord geplaatst wordt mag dit geen
stuk slaan; het kan dus enkel op een vrij veld geplaatst worden.
Indien men een nieuw stuk op bord wil plaatsen en het stuk raakt het bord,
is men verplicht dit stuk te spelen, tenzij geen reglementaire zet mogelijk is
d. Een ploeg wordt winnaar verklaard zodra ze op één van de borden de
overwinning behaalt, wat ook de stand is van de andere nog lopende partij.
Remise is enkel mogelijk wanneer beide spelers van een ploeg pat staan
zonder dat ze nog stukken in reserve hebben of indien er diagonaal
tijdsoverschrijding voorkomt of door onderlinge overeenkomst.
e. Het is verboden informatie uit te wisselen met de ploegmaat zolang de partij
bezig is. De twee schaakborden en -klokken moeten goed zichtbaar blijven
voor de vier spelers, evenals de stukken die elke speler in reserve houdt.
Overtreding wordt bestraft met het verlies van de partij en kan na herhaalde
overtreding uitsluiting uit het toernooi tot gevolg hebben.
f. Volgende dialoog is toegestaan tussen teamgenoten en wordt niet beschouwd
als inbreuk op e)
268
Er bestaat geen officieel reglement voor doorgeefschaak. Dit reglement is vaak gebruikt in
Vlaanderen en op Belgische jeugdkampioenschappen en heeft als charme dat het de meest
agressieve versie van de verschillende reglementen in omloop. De versie die hier is weergegeven
is een samenvoeging van verschillende versies in omloop die sterk gelijkend zijn.
Ten opzichte van de versie op de KNSB-site zie ik twee belangrijke verschillen: geen schaak
mogen geven met een nieuw ingebracht stuk neemt veel van het plezier weg van het spel en de
gepromoveerde pion als pion op het bord laten staan vind ik als arbiter gewoon onaanvaardbaar
ofte belachelijk.
54
het vragen naar een welbepaald soort stuk
het waarschuwen voor het niet verliezen van een soort stuk gebaseerd
op de eigen stelling
te vragen tot welk specifiek stuk gepromoveerd moet worden
6. Enkele verduidelijkingen bij het reglement:
a. De gepromoveerde pion moet onmiddellijk vervangen worden door OFWEL
een reglementair stuk “in bezit” van de speler die promoveert, OFWEL een
reglementair stuk “in bezit” van de tegenstander op het andere bord, OFWEL
een reglementair stuk aanwezig op het andere bord op voorwaarde dat geen
speler op dit bord hierdoor schaak komt te staan.
b. Vooraleer een geslagen stuk wordt doorgegeven, moet de eigen klok
ingedrukt worden.
c. Alle stukken en klokken moeten steeds goed zichtbaar blijven voor de vier
spelers. Dit betekent dat de reservestukken moeten worden opgesteld tussen
bord en speler en dat de klokken niet tussen de twee borden mogen worden
geplaatst.
d. Een koning staat nog niet mat wanneer het schaak kan worden gepareerd
door het tussenplaatsen van een reservestuk, zelfs indien men op dat
ogenblik nog niet over dat stuk beschikt.
e. Eigen schaak moet worden gepareerd vóór men zijn tegenstander mat zet (of
in dezelfde zet).
f. Een partij is pas beëindigd wanneer het mat duidelijk is opgeëist door de
rechtstreekse tegenstander.
g. Het vallen van een vlag mag vastgesteld worden door beide tegenstanders
55
Ethische Code van de FIDE
269
1. Inleiding
1.1 Het schaakspel is gebaseerd op het principe dat iedereen de bestaande regels en
reglementen opvolgt en groot belang hecht aan fair-play en aan een gedrag als een
goede sportbeoefenaar.
1.2 Het is onmogelijk om volledig en in alle omstandigheden te beschrijven welke
gedragingen verwacht worden van alle partijen betrokken bij een FIDE-toernooi of
organisatie, of af te lijnen welke gedragingen een overtreding betekenen van de
ethische code en kunnen leiden tot disciplinaire sancties. In de meeste gevallen zal
gezond verstand iedereen leiden welk gedrag vereist is. Indien een deelnemer in een
FIDE-organisatie twijfel heeft over bepaalde gedragingen, kan een FIDE-official of de
organisator gecontacteerd.
1.3 Elk geschil dat optreedt tijdens een schaakpartij zal opgelost worden in
overeenstemming met de regels van het schaakspel en van het toernooi zoals ze op dat
moment van toepassing zijn of waren.
1.4 De ethische code is van toepassing op:
- officiëlen van de FIDE
- federaties, gedelegeerden en bemiddelaars
- verbonden organisaties
- organisatoren, sponsors
- alle deelnemers aan FIDE-competities
De code bepaalt welke acties genomen kunnen worden tegen personen of organisaties
die moedwillig of door nalatigheid de regels van het spel overtreden en die de regels
rond sportiviteit niet naleven.
2. Overtredingen tegen de Ethiek
De Ethische code wordt gebroken door :
2.1 elke persoon of organisatie die probeert om via (het aanbieden, poging tot
aanbieden, of aanvaarden van) omkoperij het resultaat van een schaakpartij te
beïnvloeden.
2.2.1. Fraude in de administratie van eender welk FIDE-bureau of administratie van een
nationale federatie die impact heeft op andere federaties.
2.2.2 Een verantwoordelijke die door zijn gedrag niet langer voldoende vertrouwen
uitstraalt of onbetrouwbaar geacht wordt.
2.2.3 Organisatoren, toernooileiders of arbiters die hun functie niet onpartijdig en
verantwoordelijk uitoefenen.
2.2.4 Ieder die niet de gebruikelijke beleefdheid of schaaketiquette volgt. Elk
wangedrag van persoonlijke aard dat algemeen sociaal onaanvaardbaar wordt
geacht
270
.
2.2.5 Vals spelen of een poging hiertoe ondernemen tijdens een partij of een toernooi.
Gewelddadig, bedreigend gedrag in verband met een schaaktoernooi.
2.2.6 Spelers die zich terugtrekken van een toernooi zonder afdoende reden of zonder
de arbiter te waarschuwen.
269
Samenvattende vertaling van de FIDE-regels door de auteur van deze gids. Deze code is
toegevoegd omdat ze een goede basis geeft aan arbiters die tijdens een toernooi moeten
ingrijpen ten opzichte van onethisch gedrag.
270
Typische voorbeelden uit de praktijk: een andere schaker aanvallen tijdens een toernooi,
spuwen op een schaakspeler, ...
56
2.2.7 Flagrante of herhaalde overtredingen tegen de regels van het schaakspel of
andere toernooiregels.
2.2.9 Ongegronde beschuldigingen uiten tegenover de tegenstander of de
verantwoordelijken. Elk protest moet gericht zijn aan de arbiter of toernooileider van
het toernooi in kwestie.
2.2.10 Elke actie die schade brengt aan het imago van het schaakspel, de FIDE of de
schaakfederaties.
2.2.11 Elke actie die schade brengt aan de reputatie van FIDE, haar organisaties,
organisatoren, deelnemers of sponsors.
3. Straffen bij Overtreding van de ethiek
3.2 Elke overtreding van de ethische code kan leiden tot één of meer van de volgende
sancties:
Waarschuwing
Berisping
Boetes tot 25000 US-dollar
Verbeurd klaren van titels, resultaten of prijzen
Uitvoeren van sociaal werk
Uitsluiting tot maximaal 15 jaar van deelname aan schaakkompetities, als
speler, arbiter, organisator of vertegenwoordiger van een federatie
Tijdelijke uitsluiting van lidmaatschap of bestuur
3.3 Wanneer een sanctie uitgesproken wordt, kan de ethische commissie van FIDE
onderzoeken of er redenen zijn om deze sanctie totaal of gedeeltelijk voorwaardelijk te
maken. Hierbij wordt de voorgeschiedenis van de gesanctioneerde in rekening gebracht.
De voorwaardelijke periode kan 6 maanden tot 2 jaar duren. Indien de gesanctioneerde
een nieuwe inbreuk begaat zal de oorspronkelijke sanctie voor de eerdere inbreuk (ook)
uitgevoerd worden
3.5 De ethische commissie bepaalt de aard en tijdsduur van elke sanctie
3.6 sancties kunnen beperkt worden tot een bepaalde regio of tot een type kompetities
3.7 sancties kunnen verhoogd worden als een inbreuk van de code zich herhaalt
4. Administratieve Procedure
4.1 Elke overtreding van de ethische code door een federatie of een FIDE-official moet
gemeld worden aan het FIDE-secretariaat.
4.2 Elke overtreding door personen zal gemeld worden aan en beslist worden dor de
ethische commissie van de FIDE.
4.4 Beroep tegen elke beslissing door een FIDE-official kan ingediend worden bij de
ethische commissie van de FIDE, met een waarborg van 250 $. Deze waarborg wordt
teruggegeven als het beroep in zijn intentie gegrond blijkt.
4.5 Tegen elke beslissing van de ethische commissie kan beroep aan getekend worden
overeenkomstig de arbitrageregels van het gerecht voor sportarbitrage in Lausanne,
Zwitserland.
4.6 Het beroep moet binnen de 21 dagen worden ingediend. Alle beroep bij gewone
rechtbank is uitgesloten.
Bijlage : Gedragsregels voor spelers in schaaktoernooien
De FIDE Presidential Board heeft de laatste tijd enkele recente gevallen in verschillende
schaaktoernooien moeten bespreken waar het gedrag van de spelers tegenover hun
tegenstanders of personen uit de organisatie of journalisten onaanvaardbaar was
volgens conventioneel sociaal gedrag. Op aanraden van President Ilyumzhinov heeft
deze Board beslist om strikte regels uit te vaardigen omtrent zulk gedrag.
57
Elke speler die geen hand geeft aan zijn tegenstander (of hem niet groet op een normaal
sociale manier in overeenstemming met de conventionele regels van hun leefwereld)
voor het begin van een partij in een FIDE-toernooi of tijdens een FIDE-match (en hij
blijft hem geen hand geven als hij door de arbiter hierom gevraagd wordt), of elke
speler die opzettelijk zijn tegenstander of een persoon uit de organisatie beledigt, zal
onmiddellijk en zonder enige mogelijkheid van beroep zijn partij verliezen.
58
FIDE Toernooiregels
271
Het toernooi moet gespeeld worden volgens de FIDE-regels voor het schaakspel. De
FIDE-toernooiregels worden gebruikt in combinatie met de regels voor het schaakspel
die op geen enkele wijze door deze regels worden tegengesproken
272
. Deze regels zijn
volledig van toepassing voor alle officiële FIDE-competities en voor alle toernooien die
gespeeld worden voor FIDE-ratings
273
, eventueel geamendeerd waar nodig. De
organisatoren, deelnemers en arbiters in elk toernooi worden verondersteld vertrouwd
te zijn met deze regels voor de start van het toernooi
274
.
Nationale wetten staan boven de FIDE-regels.
1. Algemeen
1.1 Indien een toernooi een bepaald probleem niet heeft behandeld in de lokale regels
worden deze FIDE-toernooiregels verondersteld als zijnde van toepassing
275
.
1.2 Deze regels zijn van toepassing of volgende competities:
L1: Officiële FIDE-organisaties zoals bepaald door de FIDE Event Commissie (D.IV.01.1)
of de FIDE Wereldkampioenschap en Olympiade Commissie (D.I, D.II)
L2: Competities waar FIDE-titels en normen kunnen behaald worden
L3: Competities die gelden voor FIDE-rating
L4: alle overige competities
Regels die enkel gelden voor specifieke types competities zullen dit vermelden (L1, L2,
L3 en/of L4). In alle andere gevallen gelden deze regels voor alle competities
2. De Hoofd-Organisator (CO
276
)
De federatie of administratief orgaan die verantwoordelijk is voor de organisatie van
een competitie kan de technische organisatie toevertrouwen aan een Organisator. Deze
zal, in samenspraak met de federatie, en waar nodig de FIDE, een organisatiecomi
aanduiden, dat verantwoordelijk is voor alle financiële, technische en organisatorische
zaken.
De volgende artikels hieronder kunnen ook van toepassing zijn op de CO. Hij en de CA
zullen goed samenwerken
277
om het toernooi vlot te laten verlopen.
271
Voor degenen die graag verwijzen naar Nederland. Dit is wat KNSB meegeeft aan haar
leden: “Wij verwijzen u graag naar het FIDE Handboek voor allerhande zaken die vallen onder
internationale regels van de wereldschaakbond. Daarbij moet u bijvoorbeeld denken
aan regels omtrent de FIDE-rating, titelresultaten, de globale planning van de
internationale kalender, regels omtrent internationale evenementen”
272
Bij eventuele twijfel geldt dus dat deze toernooiregels ondergeschikt aan de « regels voor het
schaakspel » die de hoogste prioriteit moeten hebben voor de arbiter.
273
Dus alle toernooien die gehomologeerd zijn door FIDE moeten deze regels volgen, zoniet
worden de ratings en de normen niet erkend.
274
Deze regels maken dus integraal deel uit van de nodige kennis waarover een arbiter moet
beschikken. Enkel de kennis van de regels voor het schaakspel is niet voldoende.
275
Verondersteld van toepassing voor alle onderdelen waar de toernooiregels van een specifiek
toernooi niet in voorzien. Deze regels zijn dus ondergeschikt aan de lokale toernooiregels met
uitzondering van FIDE toernooien die volgens deze regels moeten gehouden worden.
276
Chief Organiser
277
Het is aangewezen dat de hoofdwedstrijdleider regelmatig overlegt met de organisator zeker
bij het nemen van belangrijke beslissingen die het imago van het toernooi kunnen beïnvloeden.
Dit betekent uiteraard niet dat de arbiter de regels moet opzij leggen, maar wel dat bijvoorbeeld
eventuele disciplinaire maatregelen voorzien in de regels overlegd kunnen worden met de
organisator.
59
3. De Hoofdwedstrijdleider (CA
278
)
3.1 De verantwoordelijkheden van de CA zijn opgenoemd in de Regels voor het
Schaakspel, de reglementen van de competitie en andere FIDE-regels. Tijdens het
toernooi is hij ook verantwoordelijk voor het bijhouden van de resultaten in elke ronde,
voor het opvolgen van het goede verloop van de competitie, de orde in de toernooizaal,
het comfort van de spelers tijdens de schaakpartijen, en het werk van de technische
staf.
3.2 Voor de start van de competitie
(1) kan de CA, in overleg met de CO bijkomende reglementen opstellen voor de
competitie ;
(2) hij zal de speelcondities controleren inclusief de verlichting, de verwarming, de air
conditioning, de ventilatie, de bronnen van lawaai, etc in de toernooizaal ;
(3) hij zal via de CO de beschikbaarheid van het nodige materiaal verzekeren ; hij zal
ervoor zorgen dat voldoende arbiters (deputy) en voldoende staf aangesteld worden.
Hij zal zorgen voor redelijke condities voor de arbiters. Het is de beslissing van de CA
of de uiteindelijke speelomstandigheden voldoen voor aan de FIDE-regels.
3.3 Aan het einde van he toernooi zal de CA zijn verslag naar behoren opstellen.
4. Voorbereiding van de speelzaal
(a) De verlichting moet beantwoorden aan de standaard gebruikt voor
examenruimtes. De verlichting moet ook zodanig zijn dat de stukken geen schaduw of
reflexies veroorzaken. Maatregelen zijn vereist om direct zonlicht naar de spelers te
vermijden.
(b) Indien mogelijk is de zaal voorzien van tapijt. Indien het onmogelijk is kan
gevraagd worden aan de spelers om harde zolen te vermijden.
(c) Alle zones waartoe de spelers toegang hebben tijdens de partij moeten regelmatig
en zorgvuldig gecontroleerd worden.
(d) Elke speler dient te beschikken over 4.5 vierkante meter ruimte in een « high
level » toernooi. Voor normale toernooien is 2 vierkante meter per speler
voldoende. De borden mogen niet te dicht bij de deur geplaatst worden. Er moet
minstens 2,5 meter voorzien worden tussen opeenvolgende rijen van spelers. Het is
aangewezen om geen lange rijen van borden te maken. Best heeft elke partij een
individuele tafel.
(e) De tafel waarop geschaakt wordt moet minstens tweemaal zo lang zijn als de
breedte van het bord, en een breedte van 15 tot 20 centimeter meer dan de breedte
van het bord. De aanbevolen afmeting van de tafel is (100 cm tot 120 cm) x (80 cm
tot 83 cm). De hoogte van de tafel moet 74 cm zijn. De stoelen dienen comfortabel te
zijn voor de spelers. Speciale afmetingen moeten voorzien worden voor toernooien
met kinderen. De stoelen mogen geen geluid maken als ze verplaatst of verschoven
worden.
(f) De condities moeten voor beide spelers van eenzelfde partij identiek zijn
279
. Indien
mogelijk moet dit het geval zijn voor alle spelers in een toernooi.
5. Schaakmateriaal
(a) Voor de Wereld- en Continentale kampioenschappen moeten, waar mogelijk,
houten borden gebruikt worden. Voor andere FIDE geregistreerde toernooien, zijn
borden gemaakt van hout, karton of plastiek aanbevolen. In elk geval moet een bord
hard zijn. Het bord mag ook van steen of marmer gemaakt zijn op een gebruikelijke
manier ingekleurd, op voorwaarde dat de Hoofdarbiter de goedkeuring verleent.
278
Chief Arbiter
279
Meer bepaald voor de lichtinval en de ruimte achter het bord
60
Natuurlijk hout van voldoende verschillende kleur mag ook gebruikt worden om de
velden te onderscheiden, bijvoorbeeld berk, esdoorn of Europese es tegenover
walnoot, teak, of beuk, op voorwaarde dat ze neutraal of mat afgewerkt zijn, en zeker
niet glimmend. Combinaties van kleuren zoals bruin, groen, of zeer lichte kleuren
zoals wit, crème, ivoor, bleekgeel mogen gebruikt worden voor schaakvelden naast de
natuurlijke kleuren. De grootte van één veld moet tweemaal de diameter van de pion
bedragen. Meer in het bijzonder, de grootte van een veld moet ongeveer 5,5
centimeter zijn. Een comfortabele tafel van juiste hoogte mag een ingebouwd bord
hebben. Als het bord niet ingebouwd is, moet het vastgemaakt worden aan de tafel
om te vermijden dat het verschuift tijdens de partij.
(b) Indien mechanische schaakklokken worden gebruikt, moeten zij een apparaat
(een "vlag") bezitten dat precies signaleert wanneer de uurwijzer een vol uur
aangeeft. De vlag moet worden geregeld, zodat de val duidelijk te zien is, en de
scheidsrechters en spelers toestaat om tijd te controleren. De klok mag niet
reflecteren, omdat dit de controle van de tijd bemoeilijkt. De klok moet zo geruisloos
mogelijk lopen zodat de spelers niet gestoord worden tijdens de partij.
(c) Indien elektronische schaakklokken worden gebruikt, moeten ze functioneren in
volledige overeenstemming met de FIDE Regels.
(1) Het scherm moet steeds de beschikbare tijd voor de volgende zet van een
speler tonen.
(2) De weergave moet leesbaar zijn vanop een afstand van ten minste 3 meter.
(3) van ten minste 10 meter afstand moet een speler een duidelijk zichtbare
indicatie hebben van welke klok loopt.
(4) In het geval van een tijdcontrole bereikt is, moet een teken op het display
duidelijk aangeven welke speler eerst de tijd de controle heeft gepasseerd.
(5) Voor de batterij-aangedreven klokken, is een indicatie van lage batterij
vereist.
(6) In het geval van een lage batterij moet de klok feilloos blijven functioneren
gedurende ten minste 10 uur.
(7) Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de juiste aankondiging van
het passeren van de tijdcontroles.
(8) In het geval van cumulatieve- of tijdsvertragings-systemen, mag de klok
geen extra tijd toevoegen als een speler de laatste tijdscontrole is gepasseerd.
(9) In het geval van tijdstraffen moet het mogelijk zijn voor een scheidsrechter
deze uit te voeren binnen 60 seconden.
(10) Het moet onmogelijk zijn om de gegevens de wissen of wijzigen in het
display op eenvoudige wijze.
(11) Klokken moet een korte handleiding hebben. Elektronische schaakklokken
gebruikt voor FIDE-evenementen moeten worden goedgekeurd door de FIDE
Technische Commissie.
(d) Hetzelfde soort klokken moeten worden gebruikt tijdens het gehele toernooi.
6. Het verloop van het toernooi
6.1 Alle partijen moeten gespeeld worden in de toernooizaal op de tijdstippen voorzien
door de organisatoren, tenzij anders beslist wordt door de CA.
61
6.2 Indien mogelijk
280
, zal afzonderlijke zone buiten de speelzone (toernooizaal)
voorzien worden waar kan gerookt worden
281
. Deze zone moet gemakkelijk
toegankelijk zijn vanuit de toernooizaal. Indien lokale wetten of regels roken
verbieden in de gebouwen, moet er een eenvoudige manier zijn om buiten te gaan
roken voor de spelers en de officials.
6.3 Indien mechanische klokken gebruikt worden, moeten deze zodanig ingesteld zijn
dat de eerste tijdscontrole om 6 uur plaatsvindt
282
.
6.4 Voor FIDE-organisaties van niveau L1 met minstens 30 spelers, zal een grote
digitale klok in de speelzaal geplaatst worden die aangeeft wanneer de partijen
starten. Voor L1 toernooien met minder dan 30 deelnemers wordt de start
aangekondigd 5 minuten en 1 minuut voor de aanvang van de partij.
6.5 Na het einde van de partij worden de notatieformulieren ondertekend. Vervolgens
plaatst de wedstrijdleider of de spelers de koningen in het midden van het bord
om het resultaat aan te geven. Voor een winst van Wit plaatst men de koningen
op e4 en d5 (de witte velden), voor een winst van Zwart op d4 en e5 (de zwarte
velden) en voor een remise op d4 en d5 of e4 en e5 (tegenover elkaar)
Bij elektronische borden dient men eerst een onregelmatige zet uit te voeren
alvorens de koningen zo te plaatsten
283
6.6 Indien het duidelijk is dat partijen op voorhand zijn afgesproken
284
zal de CA een
straf moeten uitspreken zoals voorzien in FIDE-schaakregels, artikel 12.9
6.7 Een lijst van relevante schaaktermen in de verschillende talen van het toernooi en
de deelnemers moet ter beschikking zijn van de arbiter.
7. Paringen
7.1 De verantwoordelijkheid voor de paringen inclusief de toewijzing van de
rangnummers ligt bij de CA
7.2 De loting van de rangnummers
285
voor de eerste ronde van een round-robin
toernooi zal georganiseerd worden door de CO, en is open voor de spelers.
7.3 Voor L1 en L2 toernooien, geschiedt de loting van de rangnummers minstens 12
uur (één nacht) voor de start van de eerste ronde
286
. In L1 toernooien zullen alle
deelnemers de ceremonie van de loting bijwonen. Een speler die niet tijdig
280
Het is dus niet langer verplicht om een rokerszone te voorzien
281
Dus in de nationale kampioenschappen (ook jeugd) en in de nationale interclubs alsook in de
meeste grote toernooien georganiseerd in België.
282
Indien de eerste tijdscontrole 40 zetten in 2 uur is moeten beide klokken ingesteld worden
op 4 uur.
283
Dit dient om de computer die de partijen registreert niet te verwarren. Dus eerst een
onregelmatige zet en dan pas de stukken naar de beginstelling brengen.
284
Indien twee ploegen een gelijkspel afspreken in de nationale interclubs kan dit dus bestraft
worden volgens dit artikel. Het is aan de aangestelde arbiter ter plaatste of de KBSB nationale
toernooileider om de gepaste straf te bepalen.
285
Dit is vooral belangrijk in gesloten toernooien waarbij iedereen tegen iedereen speelt. De
rangnummers laten elke speler toe te weten wanneer hij tegen welke tegenstander speelt.
286
Specifiek van toepassing voor gesloten toernooien, hoewel ook voor toernooien met Zwitsers
systeem en vaste deelnemerslijst de rangnummers tijdig bekend kunnen gemaakt worden. De
FIDE beschouwt 12 uur als de minimum tijd die moet gelaten worden om de partij van de eerste
ronde voor te bereiden.
62
aanwezig is voor de loting kan toegevoegd worden als de CA dit toestaat
287
. De
paringen van de eerste ronde worden zo snel mogelijk hierna aangekondigd.
7.4 Indien een speler zich terugtrekt uit het toernooi, of uitgesloten wordt, na de loting
van de paringsnummers maar voor de start van de eerste ronde, of indien er
bijkomende deelnemers toegevoegd worden, blijven de aangekondigde paringen
voor de eerste ronde ongewijzigd
288
. Bijkomende paringen of wijzigingen kunnen
toch gebeuren op initiatief van de CA in overleg met de betrokken spelers
289
, maar
enkel indien dit de reeds aangekondigde paringen minimaal beïnvloedt.
290
7.5 De paringen voor een round-robin
291
toernooi gebruiken de Berger tabellen
292
,
eventueel aangepast voor dubbele ronden
293
.
7.6 Indien er bepaalde beperkingen voorzien zijn in de paringen, bijvoorbeeld dat
spelers van éénzelfde federatie elkaar indien mogelijk niet ontmoeten in de laatste
3 ronden
294
, dan zal dit ten spoedigste aan de deelnemers gemeld worden
295
.
7.7 In round-robin toernooien kan deze loting van rangnummers onder beperkingen
296
gebeuren met de Varma tabellen
297
, hierna toegevoegd, die kunnen aangepast
worden voor toernooien met 10 tot 24 spelers
7.8 De paringen voor een Zwitsers systeem gebruiken een vooraf aangekondigd
paringssysteem.
298
Aanwijzingen voor loting van rangnummers onder beperkingen:
1. De arbiter bereidt op voorhand niet gemarkeerde enveloppen voor die elk één van
de lotingnummers bevatten. De enveloppen die één groep
299
van nummers bevatten
worden in een niet-gemarkeerde grotere envelop gestopt.
2. De volgorde waarin spelers hun rangnummer loten is bepaald, op voorhand, als volgt:
De spelers van een federatie met het grootst aantal deelnemers loten eerst. Bij gelijk
aantal deelnemers is de volgorde alfabetisch volgens de FIDE-landcode. Tussen spelers
van éénzelfde federatie de volgorde is alfabetisch op naam.
287
In de praktijk in de meeste toernooien, zullen alle aangekondigde spelers in de loting van
rangnummers worden opgenomen, of ze al dan niet reeds aanwezig zijn.
288
De tegenstander van de afwezige speler wint dus in de eerste ronde met forfait.
289
Bijvoorbeeld kunnen de tegenstanders van twee afwezige spelers tegen elkaar spelen, maar
enkel indien deze beide spelers hiermee instemmen. Dit zal dis niet autoritair door de
hoofdwedstrijdleider worden beslist.
290
Dit is in principe ook va toepassing voor toernooien met Zwitsers systeem. De aangekondigde
paringen worden niet meer gewijzigd, maar er kunnen paringen worden toegevoegd voor de
bijkomende spelers die nog niet in de paringen waren opgenomen.
291
Gesloten toernooi, iedereen tegen iedereen
292
Zie verderop in deze gids
293
De tweede ronde tegen dezelfde tegenstander is dan met de andere kleur. Dus de Berger
tabellen worden opnieuw doorlopen, maar alle paringen worden omgedraaid.
294
Dus ook de optie, die voorzien is in Pairtwo, waarbij je kan vermijden dat spelers van
éénzelfde club tegen elkaar moeten uitkomen in een Zwitsers toernooi is dus niet verboden
volgens de FIDE. Het moet wel vooraf worden aangekondigd.
295
En volgens ik begrijp, zeker voor de aanvang van het toernooi.
296
Een typisch voorbeeld zijn de nationale interclubs waarbij teams van éénzelfde club elkaar zo
snel mogelijk moeten ontmoeten. Hiervoor zijn de Varma tabellen echter NIET van toepassing.
297
Typisch van toepassing voor de beperking die gegeven was als voorbeeld onder (e)
298
In België zal dit vaak het systeem C04.1 zijn, gebruikt door ondermeer PairTwo.
299
A, B, C of D
63
3. Bijvoorbeeld, de eerste speler van de grootste deelnemende federatie loot één van
de grote enveloppen, die minstens voldoende nummers bevat voor alle deelnemers van
deze federatie, en loot vervolgens één kleine envelop voor zijn rangnummer. De overige
spelers van deze federatie loten vervolgens hun rangnummers uit dezelfde grote
envelop. De kleine enveloppen die overblijven blijven beschikbaar voor andere spelers.
4. De spelers van de volgende federaties vervolgen dezelfde procedure totdat alle
rangnummers zijn geloot.
5. De volgende Varma Tabellen kunnen gebruikt worden voor 10 tot 24 spelers.
• 9/10 spelers A: (3, 4, 8); B: (5, 7, 9); C: (1, 6); D: (2, 10)
• 11/12 spelers A: (4, 5, 9, 10); B: (1, 2, 7); C: (6, 8, 12); D: (3, 11)
• 13/14 spelers A: (4, 5, 6, 11, 12); B: (1, 2, 8, 9); C: (7, 10, 13); D: (3, 14)
• 15/16 spelers A: (5, 6, 7, 12, 13, 14); B: (1, 2, 3, 9, 10); C: (8, 11, 15); D: (4, 16)
• 17/18 spelers A: (5, 6, 7, 8, 14, 15, 16); B: (1, 2, 3, 10, 11, 12); C: (9, 13, 17); D:
(4, 18)
19/20 spelers A: (6, 7, 8, 9, 15, 16, 17, 18); B: (1, 2, 3, 11, 12, 13, 14); C: (5, 10,
19); D: (4, 20)
• 21/22 spelers A: (6, 7, 8, 9, 10, 17, 18, 19, 20); B: (1, 2, 3, 4, 12, 13, 14, 15); C:
(11, 16, 21); D: (5, 22)
• 23/24 spelers A: (6, 7, 8, 9, 10, 11, 19, 20, 21, 22); B: (1, 2, 3, 4, 13, 14, 15, 16,
17); C: (12, 18, 23); D: (5, 24)
8. Als niet alle partijen gespeeld worden
8.1 Indien een speler een partij verliest door ongerechtvaardigde
300
afwezigheid, dan
wordt de speler uitgesloten uit het toernooi na de eerste overtreding, tenzij de CA
anders beslist
301
.
8.2 Round-Robin toernooien
8.2.1 Elke speler van een round-robin toernooi heeft een engagement aangegaan om
het hele toernooi te spelen.
8.2.2 Indien een speler zich terugtrekt, of uitgesloten wordt zal dit volgend effect
hebben op de resultaten:
8.2.2.1 Indien een speler minder dan 50% van zijn partijen gespeeld heeft blijft zijn
score in de toernooitabel (voor ELO-rating en historische doeleinden), maar de
punten die gescoord zijn door of tegen hem tellen niet mee voor het
eindklassement. De niet gespeelde partijen worden aangeduid in de tabel als (-)
voor de speler in kwestie en (+) voor de tegenstander. Indien beide spelers afwezig
waren wordt voor beide (-) aangeduid.
8.2.2.2 Als een speler minstens 50% van zijn partijen gespeeld heeft zal zijn score in
de toernooitabel blijven en in rekening gebracht worden voor het eindklassement.
De niet gespeelde partijen worden aangeduid in de tabel zoals hierboven.
8.3 Zwitserse toernooien
8.3.1 Indien een speler zich terugtrekt van een toernooi volgens Zwitsers systeem,
zullen de punten gescoord door hem en zijn tegenstanders in de tabellen blijven
voor de rangschikking. Enkel de gespeelde partijen zullen tellen voor FIDE-rating.
300
In principe gaat het hier over force majeure (heirkracht): de speler zal moeten aantonen dat
hij om redenen buiten zijn wil niet in staat was tijdig aanwezig te zijn. Verslapen of een vergissing
in tijdschema is zelden gezien als gerechtvaardigde afwezigheid.
301
Dit lijkt me een contradictie: als de arbiter anders beslist is de afwezigheid gerechtvaardigd
en is dit artikel niet van toepassing.
64
8.3.2 Indien een speler een bepaalde ronde niet kan deelnemen moet hij dit melden
aan de CA en de verantwoordelijke voor de paringen, voordat de paringen
gemaakt worden voor deze ronde.
8.3.3 In L2, L3 en L4 toernooien kunnen twee spelers die geen tegenstander hebben
tegen elkaar gepaard worden. Dit mag enkel als zowel de wedstrijdleider als beide
spelers hiermee akkoord gaan en ze nog niet tegen elkaar gespeeld hebben in het
toernooi. De wedstrijdleider zal de tijd op de klokken op een redelijke manier
instellen.
302
8.3.4 In L2, L3 en L4 toernooien mogen de regels bepalen dat een speler een half punt
kan krijgen voor een bye in een bepaalde ronde. Dit mag enkel als dit voordien
werd gemeld en de wedstrijdleider akkoord gaat. Deze regel is echter niet van
toepassing op spelers die bepaalde speciale voorwaarden gekregen hebben zoals
een gratis deelname
303
. Het is ook niet toegestaan in de laatste ronde.
9. Het gedrag van de spelers
9.1 Zodra een speler een uitnodiging heeft aanvaard, behoort hij het toernooi te spelen
tenzij een geval van heirkracht (force majeure), zoals ziekte of invaliditeit. Aanvaarding
van een andere uitnodiging zal niet gezien worden als een aanvaardbare reden om zich
terug te trekken
304
.
9.2 Alle deelnemers moeten correct gekleed zijn.
9.3 Een speler die een partij niet wenst verder te spelen en de tafel verlaat zonder op
te geven of de arbiter te waarschuwen is in overtreding. Hij mag voor dit gebrek aan
sportiviteit naar behoren volgens het oordeel van de CA gestraft worden.
9.4 Een speler zal enkel praten in gevallen voorzien in de Regels van het schaakspel en
de toernooireglementen.
9.5 Tijdens een ploegentoernooi mag een speler niet achter de ploeg van de tegenpartij
gaan staan
305
9.6 Alle klachten betreffende het gedrag van de spelers of ploegkapiteins moeten
ingediend worden bij de arbiter. Een speler zal zijn klacht niet indienen bij zijn
tegenstander.
10. Straffen, Beroep
10.1 Bij een klacht, zullen de CA of de CO al naargelang het geval, alle inspanningen
doen om de zaak in der minne op te lossen. Indien dit niet lukt en de klacht houdt
verband met mogelijke straffen, zal de CA of CO zelf een straf kunnen opleggen tenzij
een specifieke straf voorzien is in de regels van het schaakspel of de reglementen. Hij
zal in elk geval de discipline moeten handhaven, maar kan alternatieve oplossingen
voorstellen om de klagende partijen te verzoenen.
10.2 In alle toernooien moet er een Beroepscommissie zijn. De CO
306
zal ervoor zorgen
dat de leden ervan gekozen of aangeduid zijn voor de start van de eerste ronde, naar
gewoonte gebeurt dit tijdens de loting van rangnummers. Het is aanbevolen dat de
commissie bestaat uit een Voorzitter, en ten minste twee bijkomende leden en twee
302
Rekening houdende met de tijdsduur die nog beschikbaar is voor de partij
303
Belangrijk detail. IM of GM die gratis mogen deelnemen kunnen dus geen gebruik maken van
deze regel!
304
Dit komt nog wel eens voor bij de KBSB toernooien. Tenzij de KBSB hier in de toekomst de
regels toepast en meer bepaald dit artikel zal deze situatie van spelers die zich zonder reden
terugtrekken nog vaak herhalen.
305
Opmerkelijke regel die vroeger niet bestond. Het is dus niet toegestaan tijdens de nationale
interclubs om achter de tegenpartij te gaan staan om naar de borden te kijken bijvoorbeeld.
306
Dus niet de CA !
65
reserve leden. Bij voorkeur komen geen twee leden van de commissie uit dezelfde
federatie
307
. Geen betrokken partij in het geschil zal deel uitmaken van de
beroepscommissie die over het geschil moet oordelen. De commissie moet een oneven
aantal stemgerechtigde leden hebben, en deze leden zouden niet jonger dan 21 jaar
mogen zijn.
10.3 Een speler of een geregistreerde vertegenwoordiger van de speler of ploeg kan
beroep aantekenen tegen elke beslissing
308
van de CA of de CO of een van hun
assistenten. De vertegenwoordiger kan de ploegkapitein, het delegatiehoofd of een
andere persoon voorzien in de toernooiregels zijn.
10.4 Het beroep moet vergezeld zijn van een waarborg en schriftelijk ingediend is voor
de deadline. De waarborg en deadline worden voor de aanvang van het toernooi
vastgesteld. De beslissing van de beroepscommissie is finaal
309
. De waarborg kan
worden teruggegeven indien het beroep succesvol is of ook indien het verzoek
voldoende redelijk was maar toch werd afgewezen.
11. TV, filmen, foto’s
11.1 Televisiecamera’s zijn toegestaan in de speelruimte en aangrenzende ruimtes mits
toestemming van de CO en CA maar enkel indien ze zonder geluid en zonder hinder
werken. De CA zal erop toezien dat de spelers niet gestoord worden of afgeleid zijn
door de aanwezigheid van TV, video, camera’s of andere apparaten.
11.2 Enkel geautoriseerde fotografen mogen foto’s nemen in de speelruimte. Deze
toelating is in elk geval beperkt tot de eerste 10 minuten van de eerste ronde, en tot
de eerste 5 minuten van de volgende ronden, tenzij de CA hier anders over beslist.
De regels van het toernooi mogen andere specifieke regels toevoegen. De
geautoriseerde fotografen mogen mits instemming van de CA foto’s nemen gedurende
de rest van de partijen zonder flash.
12. De rol van de ploegkapitein in ploegcompetities
Ploegcompetities zijn deze waarbij de resultaten van individuele partijen op gelijke wijze
bijdragen tot een ploegresultaat.
De rol van de ploegkapitein is in principe van administratieve aard tijdens het spel.
12.1 Afhankelijk van specifieke regels van de competitie, zal de kapitein op een bepaald
moment een schriftelijke lijst van de spelers moeten afleveren die voor een bepaalde
ronde zullen spelen. Hij zal de paringen meedelen aan de spelers van zijn ploeg, en hij
zal het protocol ondertekenen dat de resultaten bevat van zijn ploeg na elke ronde, etc.
12.2 De ploegkapitein mag de speelzaal verlaten en terugkeren mits de instemming van
de wedstrijdleider
12.3 De ploegkapitein mag niet achter de borden van de tegenpartij gaan staan.
12.4 Als een ploegkapitein met één van zijn spelers wenst te spreken zal hij eerst de
wedstrijdleider verwittigen. Alle gesprekken tussen speler en kapitein zullen bovendien
plaatsvinden voor de ogen van een wedstrijdleider die kan meeluisteren met het
gesprek, in een taal die de wedstrijdleider begrijpt. Dezelfde procedure geldt wanneer
een speler met zijn ploegkapitein wil spreken.
307
Voor KBSB-toernooien is het bijgevolg aanbevolen dat de commissie 1 lid van elke federatie
bevat. Voor andere toernooien is dit meestal beperkt tot geen 2 personen van éénzelfde club.
308
Dit reglement wordt soms ten onrechte aangehaald om artikel 10.2.d te omzeilen. Echter de
regels voor het schaakspel hebben voorrang: tegen een beslissing van een arbiter
overeenkomstig dit artikel kan niet in beroep worden gegaan.
309
Er is dus geen beroep mogelijk tegen een beslissing van de beroepscommissie van het
toernooi bij bijvoorbeeld de sportcommissie van de KBSB. Er is echter wel beroep mogelijk tegen
mogelijke procedurefouten.
66
12.5 Een ploegkapitein mag de spelers van zijn ploeg adviseren
310
om een remise aan
te bieden of te aanvaarden, tenzij de reglementen van het toernooi dit verbieden. De
kapitein zal op geen enkel ander moment tussenkomen in de aan de gang zijnde
partijen. Hij zal geen informatie geven aan een speler over de positie op het bord.
12.6 De ploegkapitein mag zijn taak delegeren naar een andere persoon op
voorwaarde dat hij dit op voorhand schriftelijk meldt aan de CA.
13. Uitnodigingen, Registratie en Functies
13.1 Alle uitnodigingen voor een FIDE-competitie worden zo snel mogelijk verzonden.
13.2 De CO zal, via de betreffende nationale federaties, de uitnodigingen versturen aan
alle gekwalificeerde spelers voor de betreffende competitie. De uitnodiging zal
eerst goedgekeurd worden door de FIDE-president voor wereldkampioenschappen
en door de continentale president voor continentale kampioenschappen.
13.3 De uitnodiging moet zo volledig mogelijk zijn voor wat betreft de verwachte
condities en alle details die van nut kunnen zijn voor de deelnemers. De volgende
punten
311
moeten opgenomen zijn in de uitnodiging of de brochure die (voor zover
van toepassing) ook beschikbaar moeten zijn via de FIDE-website:
(1) Data en plaats van het toernooi.
(2) De FIDE-regels die van toepassing zijn
(2) Het hotel waar de spelers zullen worden ondergebracht (inclusief e-mail, fax
en telefoonnummers)
(3) Het tijdschema van het toernooi : data, tijdstip, en plaats van aankomst,
openingsceremonie, loting van volgnummers, speelronden, speciale
activiteiten, eindceremonie, vertrek.
(4) Het speeltempo en de soort klokken die gebruikt worden in het toernooi.
(5) Het paringssysteem dat gebruikt wordt en de scheidingssystemen.
(6) De default tijd die van toepassing is, dit is het laatste moment dat een speler
nog mag arriveren voor een ronde. (voor toernooien georganiseerd door FIDE
is dit de start van de ronde)
(7) Specifieke regels rond remise aanvragen indien van toepassing
(8) Voor rapid- en snelschaaktoernooien, de bepaling welk artikel van A3 of A4
en B3 of B4 van toepassing is
(9) Voor partijen zonder incrementele tijd of Guideline III van toepassing is
(10) De financiële voorzieningen: reisonkosten; accommodatie, periode gedurende
dewelke hotel en maaltijden voorzien worden, of de kostprijs van dergelijke
accommodatie, inclusief voor begeleiders; voorzieningen voor maaltijden;
startgeld, zakgeld, inschrijvingsrecht, volledige details van het prijzengeld,
inclusief speciale prijzen, prijs per behaald punt, de monetaire eenheid waarin
het geld zal worden betaald; belastingplicht; noodzaak van een visa en hoe
deze te verkrijgen.
(11) Het toernooi telt voor FIDE-rating of niet
(12) Wijze om de toernooizaal te bereiken en de transport voorzieningen.
310
In principe zal de kapitein zijn advies enkel baseren op het klassement en het te bereiken
ploegresultaat en niet op een beoordeling van de actuele positie op het bord. Hij zal dus niet
eerst naar het bord gaan kijken en de stelling analyseren alvorens zijn antwoord te geven. Dit
zou namelijk strijdig zijn met het artikel dat niet toelaat om informatie te verstrekken over de
stelling.
311
Goede leidraad voor info af te leveren voor om het even welk toernooi
67
(13) Het verwacht aantal deelnemers, de namen van de uitgenodigde spelers en
naam van de hoofdwedstrijdleider (CA = Chief Arbiter, zie lager).
(14) De website van het toernooi, contactgegevens van de organisatoren, en meer
bepaald de naam van de CO.
(15) De verantwoordelijkheid van de spelers ten opzichte van de media, het
publiek, de sponsors, de vertegenwoordigers van de regering(en) en andere
consideraties.
(16) Kledingvoorschriften
(17) Beperkingen inzake roken
(18) Veiligheidsmaatregelen.
(19) Speciale medische informatie zoals aanbevolen en verplichte vaccinaties en
voorzorgsmaatregelen.
(20) Voorzieningen in verband met toerisme, speciale activiteiten, toegang tot
internet, etc...
(21) De ultieme datum waarop een speler moet bevestigen of hij al dan niet ingaat
op de uitnodiging en wanneer hij zijn aankomsttijd zal melden.
(22) In zijn antwoord kan de speler reeds specifieke medische condities opgeven,
evenals speciale noden inzake voedsel of religie.
(23) Indien de organisator specifieke maatregelen moet nemen voor de handicap
van de speler zal de speler dit melden aan de organisator in ditzelfde antwoord
13.4 Van zodra een uitnodiging verstuurd is naar een speler kan deze niet worden
ingetrokken, op voorwaarde dat de speler tijdig de uitnodiging aanvaardt
312
. Indien een
toernooi geannuleerd of uitgesteld wordt zullen de organisatoren een compensatie
voorzien
313
.
13.5 De CO staat in voor medische verzorging en geneesmiddelen voor alle deelnemers,
officiële assistenten (secondanten) ; arbiters en FIDE-officials in een FIDE-competitie.
Hij voorziet voor deze personen ook een verzekering tegen ongevallen en medische
verzorging (inclusief geneesmiddelen en chirurgische ingrepen, etc...), maar zal geen
verantwoordelijkheid dragen voor chronische aandoeningen. Een officiële dokter wordt
aangeduid voor de duur van de competitie.
13.6 De regels hierboven kunnen geamendeerd worden in de lokale regels voor L2, L3
en L4 toernooien.
14. Aanstellingen
14.1 De CA van een wereldkampioenschap wordt benoemd door de FIDE President
314
en van een continentaal kampioenschap door de continentale President, telkens in
overleg met de CO.
14.2 Hij zal de titel van Internationaal Arbiter hebben met klasse A of B en adequate
ervaring in FIDE-competities, en voldoende kennis van FIDE officiële talen en de
relevante FIDE-regels. FIDE en/of het organisatiecomité kunnen ook eventueel de
andere arbiters en de staf benoemen.
312
Volgens punt 21 van de uitnodiging beschreven in artikel 13.3
313
Ik denk niet dat enig toernooi zich bewust is van dit artikel en dat tenzij een compensatie
expliciet wordt uitgesloten in de aankondiging dit FIDE-reglement van toepassing hoort te zijn.
314
Het ware misschien een goed idee hetzelfde te doen in de KBSB: de CA van het nationaal
kampioenschap wordt benoemd door de voorzitter van KBSB (in overleg met de organisator)
68
FIDE Toernooi Organisator
Seminaries
1. Vanaf 2012 moeten alle kandidaten een Seminarie voor Organisatoren bijwonen en
slagen voor een examen. De toekenning van de titel zal ook gecombineerd worden
met een minimum aan ervaring.
2. Het Seminarie neemt 3 dagen in beslag met een minimum van 15 uren onderricht
en 3 uur voor het examen en een debriefing.
3. De lessen en het examen behandelen volgende onderwerpen:
a. Alle reglementen van de Toernooicommissie.
b. Regels in verband met ELO en Titels.
c. Beheren van Toernooien
4. De lijst van FIDE Lesgevers: De initiële lijst wordt samengesteld door de FIDE
Toernooicommissie rekening houdend met geografische noden in elk continent.
5. Inschrijvingsrecht - Reiskosten
Inschrijving in het Seminarie: tot maximum 250 Euro’s (bepaald door de organisator)
De reis- en verblijfskosten worden gedekt door de federatie die instaat voor het
registreren van de deelnemers.
FIDE Internationaal Organisator (FIO)
6. Doel / Missie: Een licentie krijgen van FIDE voor het organiseren van FIDE,
Continentale e Internationale toernooien.
7. Kwalificaties / Vereisten inzake professionele vaardigheden:
a. Norm van EVE-seminarie.
b. Bewijs van ervaring (3 titeltoernooien met deelnemers van minstens drie
federaties).
c. Ten minste 2 talen.
De toernooien moeten georganiseerd zijn voor of na het Seminarie. De titel wordt
toegekend van zodra voldoende toernooien zijn georganiseerd.
Toekenning van de Titel
8. Na succesvol af te studeren van het Seminarie, krijgt elke deelnemer een certificaat
van deelname getekend door de lesgever / Seminarie leider.
9. Na het indienen van het gedetailleerd rapport door de lesgevers / Seminarie leiders
bij EVE, zullen de nationale federaties titelaanvragen of voorstellen indienen bij FIDE
voor goedkeuring door een officieel orgaan (PB, EB of GA).
10. Na de goedkeuring, zal de Internationale Organisator een officieel diploma en
badge (de badge zal een foto van de organisator bevatten en de validiteit van de
licentie) ontvangen van FIDE, indien de voorwaarden van artikel 8 voldaan zijn en de
FIDE titel- en licentiebijdrage betaald is:
Toekenning van de titel (eenmalig) = 100 euro’s
Licentiebijdrage (geldig voor 4 jaar) = 100 euro’s
11. Een deelnemer mag op voorhand de titelbijdrage betalen aan de federatie die het
Seminarie organiseert of aan FIDE. Hij zal FIDE hiervan schriftelijk op de hoogte
brengen.
12. Een Organisator met de titel zal een licentiebijdrage betalen vanaf twee jaar nadat
de titel werd toegekend. Elke licentie is geldig voor vier jaar. Indien de verplichtingen
niet vervuld worden, zal de titel van de organisator opgeschort worden (en verwijderd
van de lijst).
13. Engels is de officiële taal voor communicatie en aanvragen tussen EVE en
Organisatoren.
69
Internationale Organisatoren
Beeckmans Peter 232599 2000
Cornet Luc 205494 2012
De Ridder Dirk 214655 1996
De Vet Sylvin 214787 2012
Valcke Rudi 221490 2012
Vanhercke Jan 232017 2012
70
Lijst van wereldkampioenen
Periode Kampioen Land Nr Jaren
1821 - 1840 Louis de la Bourdonnais Frankrijk
1840 1843 Pierre Fournier de Saint-Amant, Frankrijk
1843 - 1851 Howard Staunton Engeland
1851 - 1858 Adolf Anderssen Duitsland
1858 - 1862 Paul Morphy USA
1862 - 1866 Adolf Anderssen Duitsland
1866 - 1894 Wilhelm Steinitz Oostenrijk 1 8 j
1894 - 1921 Emanuel Lasker Duitsland 2 27 j
1921 - 1927 José Capablanca Cuba 3 6 j
1927 - 1935 Alexander Aljechin Rusland 4 17 j
1935 - 1937 Max Euwe Nederland 5 2 j
1937 - 1946 Alexander Aljechin Rusland
1948 - 1957 Mikhail Botwinnik USSR(Rusland) 6 13 j
1957 - 1958 Vassily Smyslov USSR(Rusland) 7 1 j
1958 - 1960 Mikhail Botwinnik USSR(Rusland)
1960 - 1961 Mikhail Tal USSR(Letland) 8 1 j
1961 - 1963 Mikhail Botwinnik USSR(Rusland)
1963 - 1969 Tigran Petrosjan USSR(Armenië) 9 6 j
1969 - 1972 Boris Spasski USSR(Rusland) 10 3 j
1972 - 1975 Bobby Fischer USA 11 3 j
1975 - 1985 Anatoli Karpov USSR(Rusland) 12 10 j
1985 - 2000 Gary Kasparov Azerbeijan 13 15 j
2000 - 2007 Vladimir Kramnik Rusland 14 7 j
2007 - 2013 Viswanathan Anand India 15 6 j
2013 nu Magnus Carlsen Noorwegen 16 5 j
1993-2006 FIDE kampioenen tijdens de breuk
1993 - 1998 Anatoli Karpov Rusland
1999 - 1999 Alexander Khalifman Rusland
2000 - 2001 Viswanathan Anand India
2002 - 2003 Ruslan Ponomariov Oekraïne
2004 - 2005 Rustam Kasimdzjanov Oezbekistan
2005 - 2006 Veselin Topalov Bulgarije
71
Wereldkampioenen bij de vrouwen
Periode Kampioen Land
19271944 Vera Menchik Rusland / Czechoslovakia / Engeland
19501953 Lyudmila Rudenko SovietUnie (Ukraine)
19531956 Elisabeth Bykova SovietUnie (Rusland)
19561958 Olga Rubtsova SovietUnie (Rusland)
19581962 Elisabeth Bykova SovietUnie (Rusland)
19621978 Nona Gaprindashvili SovietUnie / Georgie
19781991 Maia Chiburdanidze SovietUnie / Georgie
19911996 Xie Jun China
19961999 Susan Polgar Hongarije / Verenigde Staten
19992001 Xie Jun China
20012004 Zhu Chen China
20042006 Antoaneta Stefanova Bulgarije
20062008 Xu Yuhua China
20082010 Alexandra Kosteniuk Rusland
20102012 Yifan Hou China
20122013 Anna Ushenina Ukraine
20132015 Yifan Hou China
2015-2016 Mariya Muzychuk Ukraine
2016- Yifan Hou China
72
Het toernooireglement
Inleiding
Een toernooiorganisatie heeft in principe volledige vrijheid bij het vaststellen van het
reglement. Wie echter erkend wil worden door de schaakbond (KBSB, respectievelijk
FIDE) om opgenomen te worden in de kalender of in aanmerking te komen voor
ratingverwerking en titelresultaten, zal zich aan de bondsreglementen moeten
conformeren. Organisatoren die hier geen belang aan hechten kunnen regels vaststellen
zoals zij willen. Dit gebeurt ook wel:
Blindschaak
Doorgeefschaak
Fischer random chess
Wie wel graag erkend wordt, houdt zich aan de regels gesteld door de bond.
Internationale toernooien melden zich aan bij de FIDE. Rapportage gebeurt ook bij de
FIDE. Een internationaal toernooi wordt meestal georganiseerd onder auspiciën van de
nationale bond, die de schakel tussen FIDE en toernooiorganisatie vormt bij registratie
en rapportage.
De FIDE hanteert oplopende eisen en criteria voor:
Alle internationale toernooien
Evenementen die in aanmerking komen voor FIDE-ratingverwerking
Evenementen waar titelnormen te behalen zijn
Toptoernooien (categorie 10 en hoger)
FIDE-evenementen zoals de wereldkampioenschapswedstrijden, en wedstrijden
voor landenteams.
Alle FIDE-regels en reglementen zijn vastgelegd in het “FIDE-handboek”, dat periodiek
wordt bijgewerkt. Bovendien zijn zij te raadplegen via internet op www.FIDE.com (de
pdf-bestanden zijn het beste geüpdatet).
De overige toernooien worden uitsluitend onder auspiciën van een nationale bond
gespeeld. De eisen en criteria van nationale bonden lopen uiteen van land tot land.
Sommige landen, zoals de VS, hebben een uitgebreid wetboek. In Nederland zijn de
regels beperkt en voornamelijk administratief of zelfs informeel van aard.
Wat staat er in een toernooireglement?
Het toernooireglement bevat in elk geval de volgende onderdelen:
1. Verwijzing naar de gehanteerde schaakregels
2. Deelnamerecht, loting, indelingsregels
3. Speelschema en -tempo
4. Administratieve bepalingen
5. Overtreding, geschil en beroep
6. Prijzenschema en regels voor de eindrangschikking
1. De gehanteerde schaakregels
Sinds de herformulering van de FIDE-regels midden jaren tachtig, worden in vrijwel alle
internationale en Nederlandse toernooien de FIDE-regels voor het schaakspel”
gehanteerd. Hoewel de bewoording ongetwijfeld om politieke redenen niet erg
duidelijk is, schrijft de FIDE dit ook voor in de inleiding bij de regels. Aanvullingen zijn
hierbij wel toegelaten.
73
Ondanks het feit dat de FIDE-regels geschreven zijn voor de situatie van een WK-match
(twee arbiters en één bord), voldoen zij in de praktijk heel aardig. Dat was tot voor kort
(voor 1997) niet het geval met de aparte reglementen voor rapidschaak, snelschaak en
guillotine-finish (versneld beëindigen). Veel bonden en organisaties maakten hiervoor
hun eigen regels. In de huidige regels voor het schaakspel zijn ook deze onderdelen op
een behoorlijke manier opgenomen.
Hiermee vervalt vrijwel de noodzaak om nog “eigen” regels op te stellen. In een enkel
competitiereglement zijn zij nog wel aanwezig. De vorm is dan steeds iets anders en
daarbij is het dus oppassen geboden.
Het hanteren van de FIDE-regels is in de praktijk een verplichting voor alle serieuze
evenementen.
2. Deelnamerecht, loting en indelingsregels
Er zijn veel verschillende systemen voor plaatsing, indeling en paring in toernooien. Zij
zijn meestal geheel toegespitst op de aard en vorm van het evenement.
Indien de Zwitserse paringen met een computerprogramma gebeuren, bijvoorbeeld met
Pairtwo, is het best om dit als zodanig ‘paringen Zwitsers met Pairtwo” te vermelden.
Dit voorkomt elke discussie over de paringen.
3. Speelschema en -tempo
Het speeltempo bepaalt de aard van de wedstrijd. Hierbij worden rapid- en snelschaak
als aparte spelvormen gezien. Vandaar dat zij niet voor (gewone) ratingverwerking in
aanmerking komen. Zowel KBSB als FIDE hebben een ratingreglement, waarin zij voor
hun ratingsystemen minimale bedenktijden voorschrijven. Het speelschema wordt in de
praktijk grotendeels bepaald door het indelingssysteem en de randvoorwaarden.
4. Administratieve bepalingen
Vooral bij teamwedstrijden zijn er voorschriften voor aanmelding, registratie, opstelling,
resultaatmelding, betaling etc. Aangezien deze per evenement verschillend zijn, moeten
zij duidelijk zijn geformuleerd.
5. Overtreding, geschil en beroep
In ieder evenement is er een voorziening voor de afhandeling van geschillen. In
tegenstelling tot wat veel mensen denken en in tegenstelling tot veel andere sporten
is het behandelen van overtredingen en geschillen slechts een zeer klein onderdeel
van de taak van de schaakarbiter.
6. Prijzenschema en regels voor de eindrangschikking en prijsverdeling
De voor het bepalen van de eindrangschikking en prijsverdeling gehanteerde criteria
hangen sterk samen met het indelingssysteem; een onderwerp van de cursus
Indelingsdeskundige dus.
In veel gevallen zitten er hiaten in het toernooireglement. Er blijft dan niets anders over
dan voorkomende gevallen te beoordelen naar wat gebruikelijk is. Dat dit aanleiding tot
discussie kan zijn, behoeft geen betoog. Het behoort tot de taken van de arbiter om het
toernooireglement mee te helpen opstellen, te controleren of in elk geval goed te
kennen. De taken van de arbiter vormen een apart onderdeel van de cursus
Scheidsrechter.
Kort en goed
Een laatste opmerking over toernooireglementen: “Spelers zijn geen lezers.” Een goed
toernooireglement voor individuele schakers mag niet langer zijn dan één A4-pagina.
Het heeft weinig zin dingen op te schrijven die door de deelnemers toch niet gelezen
worden. Bovendien kan het toernooireglement het best zo veel mogelijk overeenkomen
met dat van andere gelijksoortige evenementen.
74
De rol van de wedstrijdleider
In de schaakwereld wordt een scheidsrechter ook wel aangeduid als “wedstrijdleider”
of “arbiter”.
De aanduiding scheidsrechter is niet zo gebruikelijk in de schaakwereld en behoeft
daarom nadere uitleg. Een schaakevenement is in handen van een organisatie. Bij
toernooien is dit meestal een toernooicommissie of vereniging en bij een
teamcompetitie de betreffende schaakbond. De organisatie stelt een wedstrijdleider of
hoofdwedstrijdleider aan, die verantwoordelijk is voor de wedstrijdtechnische gang van
zaken rond het evenement. Afhankelijk van de grootte van de organisatie en het
evenement werkt de wedstrijdleider alleen, of verschillende functies worden door een
team van wedstrijdleiders ingenomen.
Deze functies zijn onder andere:
Het registreren van de inschrijvingen
Het samenstellen van de indelingen
Verwerking van de resultaten
Het begeleiden van de eigenlijke partijen
Het is deze laatste functie die wordt aangeduid met “Scheidsrechter”.
Voor het succesvol optreden als scheidsrechter zijn twee vaardigheden van belang:
Een goede kennis van de regels
Een onopvallend en kalm doch beslist optreden.
De Verantwoordelijkheid van de Scheidsrechter
315
Voor aanvang van een toernooi wordt het vereiste aantal scheidsrechters aangeduid,
één daarvan geldt als hoofdscheidsrechter, de andere(n) zijn assistenten.
De hoofdscheidsrechter is de persoon die verantwoordelijk is voor alle tijdens het
toernooi gerezen betwistingen. In afwezigheid van de hoofdscheidsrechter, zal een van
de assistenten in zijn plaats optreden.
Het vereiste aantal scheidsrechters is in de eerste plaats afhankelijk van de aard van
het toernooi, de belangrijkheid, het gebruikte systeem in het toernooi en het aantal
deelnemers. Voor toernooien betwist volgens het BERGER-systeem (volledig toernooi)
met 20 deelnemers worden 2 scheidsrechters voldoende geacht.
In ploegentoernooien is het wenselijk dat benevens de hoofdscheidsrechter er een
scheidsrechter is per 2 à 3 borden.
De verplichtingen van de scheidsrechter tijdens het toernooi zijn in algemene lijnen
bepaald door de "Regels voor het Schaakspel". Het is wenselijk dat de scheidsrechter
ook inspraak heeft in de voorbereiding van het toernooi, de opstelling van het
toernooireglement, het zoeken naar de beste speelvoorwaarden, e.d..
Ter verduidelijking geven we hierna de verantwoordelijkheid van de scheidsrechter
tijdens de drie stadia van een toernooi : voor, tijdens en na het toernooi.
De arbiter heeft om te beginnen de volgende dingen nodig:
Het FIDE-reglement.
Het competitiereglement.
A. Voor de aanvang
1. De verantwoordelijkheid van de scheidsrechter bestaat erin om aan de hand van
onderrichtingen verstrekt door de inrichter en het voorziene systeem van het toernooi
315
Vrij vertaald uit "The Chess competitor's handbook" van B. Kazic, met toevoegingen van de
KNSB.
75
het toernooireglement op te stellen. Dit toernooireglement wordt voor de aanvang van
het toernooi ter inzage voorgelegd en opgehangen in de toernooizaal. Indien mogelijk
wordt het aan alle deelnemers overhandigd. Het is aangewezen een exemplaar zelf te
ondertekenen en te laten ondertekenen door de inrichter of zijn afgevaardigde.
Er wordt steeds aangenomen dat een deelnemer door zijn deelname aan het toernooi
akkoord gaat met het reglement.
Na aanvang van het toernooi mogen geen wijzigingen meer worden aangebracht aan
het reglement.
2. De scheidsrechter moet eveneens de spelaccommodatie nagaan, ervoor zorgen dat
het nodige materiaal ter beschikking is gesteld en gebeurlijk erover waken dat een
voldoende aantal assistenten en andere helpers (personen voor de demonstratieborden,
moniteurs, controleurs, e.d.) voorhanden zijn.
a) Vooraf moet de scheidsrechter niet alleen zorgen dat de speelzaal klaar is, de
verlichting en verluchting nagaan zo nodig de verwarming of koeling - maar ook of de
andere voorziene zalen in orde zijn : rustzaal, perszaal, analysezaal, demonstratiezaal,
enz... Is er in de toernooizaal een podium met voldoende accommodatie dan wordt dit
gebruikt als speelruimte. In het andere geval wordt een gedeelte van de zaal afgesloten
(met koorden, tafels, e.d.) dat voorbehouden blijft aan de deelnemers, en de
scheidsrechter(s) ; ieder ander persoon wordt slechts in die afgesloten ruimte
toegelaten mits toestemming van de scheidsrechter.
b) De scheidsrechter gaat na, samen met de inrichter, of het nodige materiaal ter
beschikking is, zoals tafels, stoelen, schaaksets en borden, klokken,
demonstratieborden (wanneer de partijen op demonstratieborden worden weergegeven
in de toernooizaal). Hij controleert tevens of het materiaal in orde is en van de
gebruikelijke afmetingen. Ook dienen diverse sets en klokken als reserve aanwezig te
zijn. Ten slotte ziet hij erop toe dat het bijkomstige er ook is : notatiebriefjes, omslagen
voor de af te breken partijen, enz..
c) Voor de aanvang van elke ronde controleert de scheidsrechter de borden en de
stukken, de stand van de klokken, de paringen, de notatiebriefjes, de
demonstratieborden, enz..
Alle tafels dienen zo te zijn opgesteld dat de witspelers dezelfde kant uitkijken, wanneer
ze op een podium spelen, links van de toeschouwers.
De klokken dienen zo te worden gesteld dat de eerste tijdscontrole dient te geschieden
wanneer ze 6.00 uur aanduiden. De klokken worden steeds zo geplaatst dat de
scheidsrechter ze kan gadeslaan vanaf zijn plaats.
Omdat bij het opzetten van de borden soms een foutje wordt gemaakt het omdraaien
van de dame en de koning is de bekendste, maar soms worden bijvoorbeeld een paard
en een loper verwisseld is het handig om met een snelle blik op de borden te
controleren of alle stukken in de juiste beginstelling staan. Het is tevens verstandig om
bij het gebruik van borden mét erop aangegeven de letters en cijfers van de coördinaten
te kijken of wit/zwart aan de goede kant staan; spelers zouden anders met name in
tijdnood behoorlijk in de war kunnen raken bij het noteren.
de arbiter stelt de klokken in en controleert de klokken
Dit is een uiterst belangrijke handeling. Niet alleen dienen de klokken correct te worden
ingesteld, ook moeten de klokken grondig op hun werking worden gecontroleerd (ook
reserveklokken!). Niets is namelijk zo vervelend voor zowel arbiter als spelers om
een klok te moeten vervangen tijdens een wedstrijd. Bij het schaken worden er twee
typen klokken gebruikt: analoge klokken en digitale klokken. Waar moet bij beide typen
op gelet worden?
Analoge klokken:
76
Lopen beide klokken regelmatig? Staat een klok niet na enkele seconden weer
stil?
Loopt de wijzer niet voor de vlag langs?
Blijft de vlag niet hangen?
Kunnen de knoppen soepel worden ingedrukt?
Digitale klokken:
Geeft de klok geen indicatie dat de batterijen bijna leeg zijn?
Hebben de hendels geen speling?
Doen alle streepjes op het display het?
Bij digitale klokken kunnen de hendels het meest problemen geven. Doordat met
digitale klokken veel gesnelschaakt wordt, krijgen de hendels speling, wat leidt tot
meerdere mogelijke “standen” van de hendel. Wanneer een speler zo’n hendel zachtjes
indrukt, kan zijn klok vervolgens toch blijven lopen, wat natuurlijk ongewenst is en tot
problemen in de tijdnoodfase kan leiden. Zie voor een uitgebreide lijst van de mogelijke
problemen bij analoge en digitale klokken onder tijdschema’s.
d) Worden de partijen nagespeeld op demonstratieborden in de speelzaal, dan
controleert de scheidsrechter hun opstelling, de zichtbaarheid ervan op alle plaatsen in
de toeschouwer ruimte en tevens of het verloop van de partijen regelmatig wordt
opgevolgd. Het is immers dikwijls zo dat de rust en de stilte in de toernooizaal
samengaat met een goede berichtgeving via de demonstratieborden.
Hij gaat ook over tot de loting van de nummers voor de toernooitabel. De nummers
worden liefst in omslagen weggeborgen en de deelnemers worden in alfabetische
volgorde opgeroepen om hun nummer te trekken. Ook is een andere volgorde mogelijk.
In belangrijke toernooien gebeurt de loting minstens één dag op voorhand.
Indien een speler zich terugtrekt uit het toernooi na de loting maar voor aanvang van
de eerste ronde, dan gebeurt er een nieuwe loting behalve in twee gevallen :
1. de speler die zich terugtrekt had het hoogste nummer in de toernooitabel bij een
even aantal spelers
2. de speler wordt vervangen door een reserve.
Er moet niet opnieuw geloot worden wanneer 2 spelers in het toernooi worden
opgenomen nadat de loting is gebeurd maar voor aanvang van de eerste ronde. In dat
geval krijgen deze de middelste 2 nummers en de nummers van de tweede helft worden
met twee vermeerderd.
Ook moet er niet opnieuw geloot worden wanneer aanvankelijk een oneven aantal
deelnemers ingeschreven was en er slechts een speler bijkomt. Deze laatste krijgt dan
het hoogste nummer uit het deelnemersveld.
Nadat het toernooi voor geopend is verklaard door de inrichter of zijn afgevaardigde,
geeft de scheidsrechter lezing van
het speeltempo.
de plaats van de toiletten, de rookruimte, de analyseruimte, de bar.
het feit dat mobiele telefoons uit dienen te staan; wanneer blijkt dat een
mobiele telefoon van een speler overgaat, dan wordt de partij voor de
betreffende speler verloren verklaard.
de belangrijkste aandachtspunten van het toernooireglement
B. Tijdens het toernooi
De verplichtingen van de scheidsrechter tijdens het toernooi bestaan in uit :
1. Bijhouden van de uitslagen per ronde
2. Nagaan of de klokken juist lopen
77
3. Nagaan of het toernooi regelmatig verloopt
4. Behouden van de rust en stilte in de speelzaal zodat de spelers niet gestoord
worden
5. Opmaken van het schema voor de afgebroken partijen
6. Toezien op het werk van de technische staf van het toernooi
7. Oplossen van alle betwistingen
8. Voorzorgen nemen dat er zo weinig mogelijk betwistingen of discussies
voorkomen
9. Bestraffen van om het even welk gebrek aan discipline van de deelnemers
Het is natuurlijk voor een arbiter belangrijk om zeer tijdig aanwezig te zijn bij een te
leiden wedstrijd. Hij moet namelijk het sein geven van de aanvang van de partijen door
de klokken in gang te brengen en het einde aanduiden van de zitting.
Tijdens de competitie moet de scheidsrechter nauwgezet het gedrag van de spelers
nagaan en zo nodig tijdig optreden. Tezelfdertijd moet hij de verhouding tussen de
spelers in het oog houden en erover waken dat ze correct en sportief zijn. Wat meer is,
een goed scheidsrechter voorkomt of tracht te voorkomen dat er discussies en
betwistingen optreden die het normale verloop van het toernooi zouden kunnen storen.
Elke onregelmatigheid moet objectief en geëigend beoordeeld worden door de
scheidsrechter met een beslissing in overeenstemming met de feiten en
omstandigheden en gebaseerd op de FIDE-regels en gebeurlijk andere regels van
toepassing.
Om het werk van de scheidsrechters gemakkelijker te maken in deze materie, volgt
hierna een opsomming van zaken die kunnen gebeuren tijdens een toernooi en tevens
een richtlijn ter oplossing ervan. Het spreekt vanzelf dat deze richtlijn geen evangelie
is. Wij kunnen deze gevallen delen in drie groepen:
1. daden strijdig met de FIDE-spelregels
2. daden strijdig met de "fair-play" maar niet strijdig met de FIDE-regels
3. daden die deel uitmaken van de speltactiek maar niet gebaseerd zijn op zuivere
schaakelementen.
1. Daden strijdig met de FIDE-spelregels
Deze daden die rechtstreeks strijdig zijn met de FIDE-regels en andere reglementen
geven aanleiding tot overeenstemmende sancties en straffen. Hierna volgen de meest
voorkomende, alhoewel de opsomming verre van volledig is :
a. zich terugtrekken uit het toernooi
b. niet komen opdagen voor een partij
c. partijen analyseren in de toernooizaal
d. de toernooizaal of speelruimte verlaten
e. als aan-zet-zijnde speler zijn bord verlaten
f. praten met andere deelnemers
g. hulp zoeken bij derden of door gebruik van boeken
h. de tegenstrever hinderen op om het even welke manier
i. op voorhand de uitslag van een partij overeenkomen
j. opzettelijk een zet noteren en dan een andere doen
k. opzettelijk het aantal zetten verkeerd noteren (er bijvoegen of er niet noteren)
teneinde uw tegenstrever te misleiden
Zich terugtrekken uit het toernooi, tenzij mits gegronde redenen, is een ernstige
fout die strenge sancties verdient. De terugtrekking is unfair tegenover de andere
78
medespelers. Mits naleving van het scoreverloop in een toernooi betwist volgens de
BERGER-tabellen, moet de scheidsrechter wanneer zulks gebeurt handelen in
overeenstemming met de FIDE-regels.
Het verzuim om te komen opdagen voor een partij of meer dan een uur te laat komen
brengt het verlies van de partij met zich. Het hoeft niet gezegd dat niet alleen het zich
terugtrekken uit het toernooi maar ook het opgeven van een partij zonder spelen een
blijk is van onsportiviteit. Gelet op de weerslag van zulke handeling op het verloop van
het toernooi is het gebruikelijk dat een speler na een dergelijke opgave zonder
uitzonderlijke reden wordt uitgesloten uit het toernooi en een verslag wordt opgesteld
aan de organisator.
Geen enkele deelnemer mag de speelruimte verlaten gedurende de partij tenzij met
toestemming van de scheidsrechter. Dit is begrijpelijk daar hij anders in de gelegenheid
gesteld wordt anderen te ontmoeten voor advies, zonder uit het oog te verliezen dat hij
buiten de controle valt van de scheidsrechter en in de mogelijkheid verkeert boeken,
notas en dergelijke te raadplegen.
De scheidsrechter geeft normaal gezien nooit toelating aan de aan-zet-zijnde speler om
zijn bord te verlaten, tenzij bij uitzondering
316
. Het verlaten van zijn bord op dit ogenblik
kan aanleiding geven bij zijn tegenstrever tot allerlei veronderstellingen, bvb. raad gaan
zoeken bij derden. Zelfs indien dit niet zo is, kan deze handelwijze een psychologische
weerslag hebben op de tegenpartij. Vermijd dus zoiets.
De scheidsrechter mag, in principe, ook niet dulden dat de spelers met elkaar
discussiëren, oorzaak van talrijke betwistingen. De aan-zet-zijnde speler wiens
tegenspeler zulks doet kan altijd veronderstellen dat deze laatste over zijn partij
spreekt, ook al is dit niet zo. Zulks leidt tot spanningen en mogelijke discussie. Men
moet streng de hand houden in dit alles en elke discussie tussen spelers vermijden,
vooral bij ploegenontmoetingen.
Helaas neemt alles wat wij aanklagen regelmatig plaats in de moderne schaakwereld
en de strijd tegen deze misbruiken is hard en moeilijk omdat men zelden bewijzen vindt
van zulke overtredingen. Een ondervindingrijke scheidsrechter zal soms, daar hij de
omstandigheden kent, ervan overtuigd zijn dat een partij weggegeven werd maar hij
kan slechts handelen wanneer hij in het bezit is van onweerlegbare bewijzen
317
. Een op
voorhand overeengekomen remise is minder erg en de motieven daartoe zijn meestal
verschillend van aard van de weggegeven partij. Daar dit minder erg is zijn de
gebeurlijke sancties ook minder
De overtredingen in verband met notatie staan in vroegere cursussen nog onder fair-
play overtredingen. De regels zijn intussen zo veranderd dat ook een zet noteren
alvorens hem uit te voeren of fouten maken in de notatie in strijd zijn met de regels.
Er zijn spelers die opzettelijk nalaten te noteren om hun tegenstrever die in tijdnood zit
en zelf niet meer noteert te misleiden. Deze laatste vertrouwend op het notatieformulier
van zijn tegenstrever, doet snel meer zetten dan het voorziene aantal en maakt aldus
meer kans een flater te begaan.
Onder dezelfde omstandigheden kan ook het volgende gebeuren : De speler noteert
opzettelijk tweemaal dezelfde zetten. Zijn tegenstrever, wanneer hij vertrouwt op dit
aantal zetten, zal natuurlijk niet het voorgeschreven aantal zetten bereiken bij de
tijdscontrole.
316
In een toernooi met kinderen kan een onverwachte dringende toilet-break beter niet verboden
worden als men de kuisploeg niet aan het werk wil zetten
317
Een gelijkspel in de nationale interclubs dat afgesproken is kan meestal moeilijk bewezen
worden. Getuige het geval Mons-Fontaine van 2008.
79
In deze situaties als ze vastgesteld worden door de scheidsrechter moet hij ingrijpen.
Indien het bedrog niet werd vastgesteld kan enkel het verlies van de partij uitgesproken
worden, zelfs als de arbiter vermoedt dat de winst niet eerlijk gebeurde.
2. Daden strijdig met de fair-play
Deze daden zijn niet strijdig met de FIDE-regels maar wel met de "fair-play". Zij vinden
alle hun oorsprong in de wil om te winnen ondanks alles niet alleen op basis van de
gedane zetten of door gebruik te maken van de fouten van de tegenstrever maar op
basis van bedriegerijen. Al deze daden, alhoewel ze in principe niet vatbaar zijn voor
sancties, zijn af te keuren.
Ziehier de meest voorkomende :
a. een handdruk weigeren bij het begin of het einde van de partij
b. opzettelijk te laat komen op de sessie
c. blijk geven van misprijzen tegenover uw winnaar
d. een valletje opzetten en dan doen alsof het een blunder is
e. doen alsof U een zet overweegt op de damevleugel en dan plots een
weloverwogen zet doen op de koningsvleugel
f. verder spelen in hopeloos verloren of duidelijke remisestellingen
g. remise voorstellen in een verloren stelling
h. "gentlemen's" remises aanvaarden
i. verder spelen zonder interesse wanneer men zijn kans op succes verloren heeft
Te laat komen wordt de laatste tijd steeds strenger aangepakt. De FIDE overweegt zelfs
om de verplichting in te voeren tijdig aanwezig te zijn.
Er zijn spelers die weigeren op te geven zelfs in hopeloos verloren stellingen, onder
voorwendsel dat zij zich willen "revancheren" voor het verlies van de partij. Hetzelfde
kan gebeuren ingeval van duidelijke remisestellingen. Natuurlijk kan ook hier de
scheidsrechter geen sancties treffen maar hij kan wel luide verklaren dat dergelijke
handelwijze onfair is tegenover de tegenstrever, de inrichter en zelfs tegenover het
publiek. Wat remise "zonder spelen" betreft, dit is, in uitzonderlijke gevallen te
begrijpen, bvb. wanneer een speler zich op dat ogenblik niet helemaal fit voelt of
oververmoeid is door vorige langdurige partijen. Al die specifieke omstandigheden zijn
zeer moeilijk te omlijnen en moeten overgelaten worden aan het oordeel van de
scheidsrechter. Maar wanneer een speler daar een gewoonte van maakt, is dit zeker
niet te wijten aan dergelijke uitzonderlijke omstandigheden.
3. Daden die behoren tot de speltactiek
Wij zullen nu de daden bespreken die hoewel ze niet gebaseerd zijn op zuivere
schaakelementen, toch niet te veroordelen zijn daar ze hun oorsprong vinden in
tekortkomingen van hun tegenstrever zoals vergetelheid, zorgeloosheid, verkeerde
verdeling van zijn tijd, enz.. Bestaan hier vele voorbeelden van, toch geven we hier
enkel diegene die meest voorkomen in de praktijk.
Gebruik maken van de tijdnood van de tegenstrever is zeer belangrijk in de partij. De
enen spelen in zulke fasen snel, hoewel zij zelf niet in tijdnood verkeren, om hun
tegenstrever niet toe te laten op hun tijd na te denken. Hier geen sprake van enige
overtreding van de schaakethiek. Tijd is immers een onderdeel van de schaakpartij.
Deze tactiek kan een goed wapen zijn bij een slechte stand en wanneer men weet dat
zijn tegenstrever panikeert in tijdnoodsituaties. Bij een betere stand echter kan een
dergelijke handelwijze soms werken als een boemerang.
Deze methodes zijn toegelaten, een schaakpartij is immers een volledige strijd tussen
twee personen en alle middelen om van de zwakke kanten van zijn tegenstrever te
profiteren zijn toegelaten, niet alleen van zijn zwakke zetten maar ook van zijn
80
psychologische zwakheden en andere objectieve omstandigheden. Het belangrijkste is
dat de aangewende middelen fair en eerlijk zijn.
Vergetelheid kan een zware handicap vormen voor een speler. Zijn klok vergeten
indrukken bvb. kan door zijn tegenstrever op een unfaire manier worden uitgebuit, bvb.
niettegenstaande hij beslist over zijn te spelen zet, kan hij nog wachten om deze te
doen ; hij doet alsof hij nog eens over nadenkt omdat het toch niet op zijn tijd is. Aldus
kan het gebeuren dat zijn vlag valt zonder dat hij aan zet is.
De eerste drie uur van de wedstrijd
In deze fase heeft een arbiter relatief weinig te doen. Wat is dit weinige dan?
- bijhouden van de resultaten
De arbiter zal regelmatig de tabel met de resultaten van de reeds beëindigde partijen
bijwerken in zijn eigen boekhouding en ook op een openbare plaats zodat de spelers
kunnen controleren dat de resultaten correct zijn geboekt.
- controle klokken
Het is uitermate verstandig om alle klokken regelmatig te controleren. Bij analoge
klokken betekent dit vooral verifiëren of de klokken op een regelmatige wijze lopen,
waarbij de totaal verbruikte tijd op de twee klokken tezamen moet overeenkomen met
de werkelijk verbruikte tijd. Het kan namelijk zijn dat er tijd ontbreekt of dat er te veel
tijd is verbruikt. Dit kan liggen aan een verkeerde afstelling van de veer of bijvoorbeeld
het soms stilstaan van een klok. In ieder geval dient zo’n klok vervangen te worden op
een zodanige wijze dat de spelers er het minste last van hebben. Bij digitale klokken
heb je niet zozeer met voornoemde problemen te maken. Echter, bij het uitvallen van
een digitale klok kun je, in tegenstelling tot bij een analoge klok, meestal niet meer zien
wat de verbruikte tijden waren. Het is daarom handig enkele malen in een wedstrijd
van alle digitale klokken op te schrijven wat de tijden zijn, wie er op dat moment aan
zet is, en waar de spelers zich bevinden in de partij. Een voorbeeld van zo’n overzicht
is hierna weergegeven.
- het verloop van de partijen
Als arbiter is het handig het verloop van de diverse partijen in de gaten te houden. Zo
kan bijvoorbeeld ingeschat worden welke partijen waarschijnlijk in hevige tijdnood
zullen komen. Ook kan het zijn dat de ene speler veel meer tijd heeft verbruikt dan de
andere speler. Houd dan goed in de gaten dat, wanneer de eerstgenoemde speler
minder van vijf minuten heeft, de tegenstander in ieder geval netjes blijft noteren en
niet gaat meevluggeren. Tevens moet een eventueel vallen van de vlag in de gaten
gehouden worden. Een ander punt dat aandacht behoeft is de notatie van de spelers.
Controleer regelmatig of beide notaties hetzelfde laten zien. Soms vergeten spelers
namelijk één of meerdere zetten op te schrijven, waardoor de notatie van de beide
spelers uit de pas gaat lopen. Wanneer er een partij afgelopen is, ruim dan de klok op.
Dit voorkomt voor de arbiter verwarring wanneer de volgende fase van de wedstrijd
aanbreekt.
Het vierde uur van de wedstrijd
Deze fase is de meest hectische fase van de wedstrijd. Waar moet zoal op gelet worden?
- voorkom onnodig storen van spelers
Wanneer beide spelers de eerste tijdcontrole hebben gehaald, beiden hebben keurig tot
en met de veertigste zet genoteerd en er is geen vlag gevallen, grijp dan niet in om te
melden dat de spelers de tijdcontrole gehaald hebben. Onthoud alleen dat alles bij dat
bord OK is.
- handel de tijdnoodfase af
Meestal zijn er meerdere borden in tijdnood. Probeer als arbiter in te schatten welke
partij waarschijnlijk de meeste problemen zou kunnen opleveren. Hou het dan ook bij
81
dat ene bord, omdat dat dermate veel aandacht vergt, dat het in de gaten houden van
andere partijen ondoenlijk is. Benoem daarom verder assistenten die de andere borden
kunnen afhandelen. Je wilt namelijk zo veel mogelijk voorkomen dat er gereconstrueerd
moet gaan worden.
Welke bevoegdheden heeft zo’n door de arbiter aangewezen assistent?
De assistent noteert de gespeelde zetten. Let erop dat dit gebeurt buiten het
gezichtsveld van de spelers. De notatie mag immers niet zichtbaar zijn voor
die spelers.
De assistent legt de partij stil zodra er een vlag valt, tenzij beide spelers alle
zetten hebben genoteerd en duidelijk is dat de tijdcontrole door beide spelers
is gehaald. Indien nodig helpt hij de spelers met het eventueel bijwerken van
de notatie. De arbiter moet vervolgens controleren of de tijdcontrole is
gehaald of niet. Let wel: alle te nemen beslissingen dienen door de arbiter zelf
te worden genomen!
Let erop dat de assistent duidelijk wordt gezegd dat hij alleen deze twee bevoegdheden
heeft.
Zorg ervoor dat wanneer de arbiter of een assistent de partij op een apart
notatieformulier gaat noteren, dat dan gewoon bovenaan bij zet 1 wordt begonnen.
Indien dit niet gebeurt, kan het gebeuren dat spelers iets kunnen afleiden aan
bijvoorbeeld de stand van de pen waar de arbiter aan het noteren is of aan het
omdraaien van het notatieformulier (wanneer aan de voorkant exact veertig zetten
kunnen worden genoteerd) en dus of ze de tijdcontrole hebben gehaald of niet. Dat is
immers ongeoorloofde informatievoorziening voor de spelers.
- meevluggeren
Het wil wel eens voorkomen dat een speler met meer dan vijf minuten gaat
meevluggeren met zijn tegenstander die minder dan vijf minuten heeft. De
eerstgenoemde speler is echter verplicht om te blijven noteren zolang hij meer dan vijf
minuten over heeft. Geef zonodig een waarschuwing.
Het laatste uur van de wedstrijd
In deze fase zijn er meestal niet meer zo veel partijen aan de gang. Het is vooral zaak
om de zaal stil te houden, omdat in deze fase het vaak wat rumoeriger wordt omdat er
veel spelers klaar zijn. Doe dit wel op een rustige manier; speel geen strenge
politieagent. Aan het einde van deze fase moet er natuurlijk gelet worden op de tweede
tijdcontrole.
Ook in deze fase dient er gelet te worden op het geluidsniveau in de speelzaal. Verder
dient de arbiter bedacht te zijn op remiseclaims (artikel 10.2, 50-zettenregel, herhaling
van de stelling). Wanneer beide spelers minder dan vijf minuten over hebben, zal de
arbiter, voor zover mogelijk, ervoor te zorgen dat hij of een assistent de partij volgt,
voor het behandelen van eventuele claims.
C. Na het einde van het toernooi
Bij het einde van het toernooi kondigt de scheidsrechter de resultaten aan en bezorgt
de inrichter alle documentatie van het toernooi, gewoonlijk binnen de vijf dagen. Deze
documentatie bestaat gewoonlijk uit :
1. het reglement
2. de tabellen
3. de voortschrijdingtabel
4. het speelrooster
5. het verslag van de ronden
82
6. de notatieformulieren
7. gebeurlijk andere verslagen (beroepen van de spelers tegen zijn beslissingen,
verslagen van de toernooicommissie, enz.)
8. het eindverslag
Dit laatste bevat de algemene beoordeling over het toernooi, zijn belangrijkheid,
gebeurlijke kritiek op de inrichting, publicitair belang, karakteristieken van het toernooi
met speciale vermelding over het spel van de winnaar, creatieve elementen,
theoretische nieuwigheden, de discipline tijdens het toernooi, de bereikte normen voor
bepaalde titels.
De scheidsrechter moet blijk geven van een grondige kennis van de spelregels. en het
toernooireglement. Hij moet zijn werk gewetensvol en objectief verrichten, streng de
hand houden aan de discipline in het toernooi en kalm en betrouwbaar alle betwistingen
die oprijzen beslechten. Reeds van bij de aanvang van het toernooi is het handhaven
van de discipline zeer belangrijk. Hij moet beletten dat reeds van bij de aanvang spelers
te laat komen aan hun bord, dat partijen verdaagd worden tenzij gegronde redenen
daartoe bestaan, een oog houden op het verloop van de partijen, op het gedrag van de
spelers en een correcte houding eisen tegenover elkaar.
De ondervinding heeft bewezen dat de meeste betwistingen voorkomen in de tweede
helft van een toernooi. Dit is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat fysieke en
psychische vermoeidheid leiden tot grotere prikkelbaarheid naar het einde van het
toernooi. Dit betekent dat de scheidsrechter stappen moet ondernemen om de kans op
betwistingen of conflicten te verkleinen. Hij moet er zeker voor zorgen bij die borden te
zijn waar mogelijk tijdnood kan optreden.
Bij het regelen van een betwisting moet de scheidsrechter zich laten voorlichten over
alle feiten en gebeurtenissen die tot deze betwisting hebben geleid en zijn objectieve
beslissing baseren op de spelregels en het toernooireglement .
Tijdnood en tijdcontrole
Onthoud de volgende punten goed:
Houd ieder bord waar tijdnood dreigt in de gaten.
Als het erop lijkt dat beide spelers gaan stoppen met noteren, of als de ene speler
die wel schrijft geen goede notatie heeft, zorg dan dat er iemand bij het bord komt
staan.
Degene die aan het bord staat, is op dat moment (hulp-)arbiter. Hij zegt niets
(vooral niet het aantal zetten), maar ziet alles.
Meeschrijven tot er een vlag valt. Op dat moment meldt de arbiter: “vlag” en zet
de klokken stil voor het uitvoeren van de tijdcontrole.
Denk eraan: Wie meeschrijft met een tijdnood mag niet weglopen zodra hij ziet
dat zet 40 of 35 is gedaan. Dit is een teken voor de spelers dat zij rustig aan
kunnen doen. Blijf staan en schrijven tot er een vlag valt.
Als het goed is, weet de arbiter precies hoeveel zetten er gedaan zijn. Zo niet, dan
moet er worden gereconstrueerd.
Is de situatie eenmaal duidelijk, dan moeten de notaties worden bijgewerkt. Dit
gaat natuurlijk het makkelijkst met een goede notatie van de arbiter erbij. Moeten
beide spelers hun notatie bijwerken, dan mag de klok stil blijven staan tot ze klaar
zijn. Hoeft maar één speler zijn notatie bij te werken, dan wordt de klok weer aan
de gang gebracht, na zonodig te zijn bijgesteld voor de volgende periode. De
schrijvende speler mag niet zetten voor zijn notatie is bijgewerkt.
Remiseclaim wegens stellingherhaling of 50-zetten
Volg de volgende procedure zo nauwgezet mogelijk.
83
Bepaal of de speler het recht heeft om te claimen. Is hij bijvoorbeeld niet aan zet,
dan valt er niets te claimen en is de zaak daarmee afgedaan. Dit komt relatief vaak
voor als de speler de zet die hij aankondigt (als in 9.2a en 9.3a) niet alleen noteert,
maar ook op het bord uitvoert. Of hij de klok heeft ingedrukt of niet, is hier niet
van belang.
Als de claim dient te worden behandeld, zet dan de klok stil.
Stel de claimstelling vast. Op aangeven van de speler die claimt is dit óf de huidige
stelling óf de stelling na de zet die hij aankondigt.
Als een speler een zet aankondigt en zegt dat hij de stelling na het uitvoeren van
die zet claimt (9.2a en 9.3a): controleren of hij de zet heeft genoteerd. Zo niet,
dan moet hij dat alsnog doen.
Claimstelling en kloktijden noteren.
Op een ander bord de partij naspelen en de claim controleren.
- Bij een driemaal-dezelfde-stelling-claim steeds de partijstelling met de
claimstelling vergelijken. Zijn ze hetzelfde, dan duidelijk tellen: Eén maal,
tweemaal en de claim-stelling (eindstelling van de notatie) is driemaal.
- Bij een vijftig-zetten-claim het moment van de laatste pion- of slagzet bepalen
en vergelijken met het zetnummer van de claim-stelling. Denk eraan: Vijftig
zetten van beide spelers zonder pion- of slagzet.
Speel in elk geval de hele partij door om te controleren dat de claimstelling
inderdaad aan het eind wordt bereikt.
Let op dat het oorspronkelijke bord met de stelling niet onbewaakt blijft. Het is al
gebeurd dat een overijverige hulparbiter het bord opruimt omdat er niemand meer
is en de klokken stilstaan.
Is de claim correct: remise. Is de claim niet correct: de speler die de claim indiende
verliest drie minuten op zijn klok, maar maximaal de helft van zijn tijd.
Bij lage tijden wordt het leed verzacht: de claimer die minder dan 2 minuten had
wordt gekort tot 1 minuut. Had hij al minder dan 1 minuut, dan gebeurt er niets.
Wordt er doorgespeeld: hervat dan de partij door de klok van de speler die claimde
aan de gang te brengen.
Had de speler die claimde een zet aangekondigd en genoteerd: zie erop toe dat hij
die zet ook uitvoert.
Het leiden van een rapid- of snelschaaktoernooi
Het leiden van een rapid- of snelschaaktoernooi vraagt enige andere vaardigheden van
de arbiter ten opzichte van het leiden van een competitiewedstrijd. De rol van de arbiter
is vaak een meer administratieve. Enkele aandachtspunten die spelen bij het leiden van
zo’n toernooi zijn:
- het praatje vooraf
Voorafgaand aan het toernooi houdt de arbiter een korte toespraak. Dit heeft meteen
als voordeel dat het voor de spelers duidelijk is bij wie ze moeten zijn wanneer er zich
problemen voordoen tijdens hun partij. Maak dan ook duidelijk kenbaar dat de spelers
problemen bij twijfel niet zelf moeten proberen op te lossen, maar dat het je taak als
arbiter is om dat te doen. Meld verder in ieder geval het speeltempo en het aantal te
spelen ronden.
- het begin van het toernooi
Het kan zijn dat er aan het begin van het toernooi nog spelers ontbreken, afhankelijk
van hoe vroeg de indeling van de eerste ronde bekend is gemaakt. Zorg ervoor dat
spelers zonder tegenstander tegen elkaar worden gezet. Geef natuurlijk die wijzigingen
door aan degene die de indelingen verzorgt.
84
- tijdverloop
Als arbiter moet je zo veel mogelijk proberen het toernooi volgens het vastgestelde
tijdschema te laten verlopen. Meld voor aanvang van elke ronde dat de indeling hangt
en dat de spelers weer achter de tafels moeten gaan zitten. Wanneer er op een gegeven
moment nog spelers ontbreken, brengt de arbiter op de betreffende borden de klok van
de witspeler aan de gang. Zorg er ook voor dat spelers na afloop van hun partij de
uitslag zo spoedig mogelijk doorgeven. Niets is zo vervelend als het achter een
ontbrekende uitslag aan moeten gaan.
- partijverloop
Bij rapid is het van belang het partijverloop aan met name de hogere borden in de gaten
te houden. Bij stellingen die ongeveer gelijk lijken te zijn kan de arbiter eventuele claims
(met name op basis van artikel 10.2) verwachten. Wanneer de arbiter al wat van het
partijverloop heeft meegekregen, kan hij beter tot een oordeel komen.
- verplicht ingrijpen
Tegenwoordig staat er in enkele artikelen van de FIDE-regels (bijvoorbeeld B6) dat de
arbiter verplicht moet ingrijpen.
Ethiek van de arbiter
Voor een schaakarbiter zijn enkele ethische uitgangspunten van belang voor het correct
functioneren. Alhoewel ethiek sterk gerelateerd is aan de opvattingen van een
maatschappij en dus per definitie nooit universeel kan zijn vormt “de schaakwereld”
een zodanig beperkte “submaatschappij” dat een aantal uitgangspunten toch wel vrij
algemene geldigheid heeft. Hieronder zal geprobeerd worden deze uitgangspunten en
hun gevolgen voor de schaakarbiter te formuleren.
Objectiviteit
Schaken is een strijd tussen twee partijen. Waar er twee partijen zijn kunnen er ook
twee ongelijke opvattingen zijn. Er is zodoende een arbiter nodig om uitspraak te doen
in die gevallen waar dit nodig is. Hieruit volgt een belangrijk uitgangspunt, namelijk dat
een arbiter niet alleen objectief moet zijn, maar dit ook moet zijn in de ogen van de
beide partijen. Een arbiter die bijvoorbeeld een wedstrijd leidt tussen twee verenigingen
en tevens lid is van één van deze verenigingen is mogelijk zeer objectief, doch
nauwelijks acceptabel voor de andere vereniging.
Arbiters staan nimmer geheel buiten de schaakwereld en zullen altijd met een deel
hiervan nauwere binding hebben dan met andere delen. Bij een wedstrijd waar
meerdere arbiters aanwezig zijn doet een arbiter er meestal wijs aan het arbitreren van
partijen van clubgenoten zo mogelijk aan een collega over te laten.
Arbiters moeten ook proberen tijdens de wedstrijd hun objectiviteit in de ogen van beide
partijen te behouden. Naarmate het niveau hoger is en er (doorgaans) meer op het spel
staat wordt het minder acceptabel geacht als de arbiter zich met één van beide partijen
frequent onderhoudt. Indien het nodig is met een deelnemer te overleggen kan het
verstandig zijn de tegenstander in te lichten wat het onderwerp van de besprekingen
was. In internationale wedstrijden waar taalbarrières bestaan valt dit extra aan te
raden.
Indien er een beslissing moet worden genomen waarbij enige twijfel bestaat over de
exacte gang van zaken dient de arbiter immer beide partijen aan het woord te laten. Er
dient voor gezorgd te worden dat beide partijen kunnen uitspreken en niet door de
ander in de rede gevallen worden. Partijen kunnen eventueel reageren op datgene wat
door de andere partij naar voren is gebracht, doch pas indien de arbiter hiertoe
gelegenheid geeft. De arbiter hoort beide partijen net zolang aan totdat er geen nieuwe
informatie meer naar voren komt.
Indien een arbiter een beslissing neemt op grond van bepaalde reglementsartikelen is
het verstandig om (met name aan de partij wiens standpunt de arbiter niet
85
onderschrijft) mede te delen op welke gronden de arbiter tot de betreffende beslissing
gekomen is. Het is ook aan te raden hierna aan beide partijen te vragen of deze uitleg
begrepen en geaccepteerd is. Indien de uitleg uiteindelijk voor één van beide partijen
niet acceptabel is doet de arbiter er goed aan deze partij te informeren welke
mogelijkheden er zijn tot het indienen van een protest.
Noodzakelijkheid
Een arbiter doet er goed aan te beseffen dat zijn aanwezigheid noodzakelijk voortvloeit
uit de schaakwedstrijd, en geenszins omgekeerd. Dat betekent dat de rol van de arbiter
er zeer op gericht moet zijn de spelers te beschermen tegen eventuele onreglementaire
handelingen van hun tegenstanders, maar uitsluitend indien mag worden aangenomen
dat een dergelijke bescherming inderdaad gewenst is in de ogen van de mogelijk
benadeelde partij. De arbiter moet zich, met andere woorden, niet opdringen om de
reglementen koste wat kost te handhaven, doch zich alleen met een partij bemoeien
indien redelijkerwijs zeker is dat er een benadeelde partij bestaat. Verder moet een
overweging zijn of aangenomen mag worden dat het nadeel op een zinnige wijze
gecorrigeerd kan worden.
Voorbeeld 1: een speler biedt zijn tegenstander na drie zetten een kop koffie aan.
Hoewel dit formeel valt onder hinderen van de tegenstander is het onwaarschijnlijk dat
dit in dit geval ook zo zal worden opgevat. Ingrijpen is normaal gesproken niet aan de
orde.
Voorbeeld 2: een speler gooit in tijdnood tijdens het zetten een stuk om, drukt de klok
in, en zet pas daarna het stuk weer recht. Alhoewel dit onjuist is, en de tegenstander
benadeelt, is het veelal niet opportuun om bij een eenmalig vergrijp als dit in te grijpen
tenzij de tegenstander expliciet hierom verzoekt. Indien de arbiter de klok stilzet is het
waarschijnlijk dat de benadeelde partij hierdoor sterker uit de concentratie wordt
gehaald dan door het verlies van de enkele seconde op zich. Een arbiter moet zich
realiseren dat het uitdelen van een (lichte) straf de partij onderbreekt en in het nadeel
kan werken van de niet-bestrafte partij. Er is uiteraard niets mis mee de overtreder na
de partij attent te maken op de juiste handelwijze.
Voorbeeld 3: in een pupillenwedstrijd ziet u een jeugdige deelnemer incorrect rokeren
(met de toren eerst). De FIDE-regel zegt dat men eerst met de koning moet spelen,
doch deze regel is op laag niveau vaak weinig bekend. De tegenpartij (die overigens
niet reageert op de overtreding) is door het incorrect uitvoeren van de rokade niet
wezenlijk benadeeld (in vergelijking met de situatie waarin de rokade wel correct zou
zijn uitgevoerd). Indien u ingrijpt in deze partij drukt u mogelijk een zware stempel op
de afloop. U bewijst de schaakwereld in het algemeen geen dienst als u de jeugdspeler
het bevel geeft een torenzet te doen. Wel kunt u de begeleider van de betreffende
speler op deze regel wijzen.
Strafbaarheid
In de meeste samenlevingen (doch niet in alle!) geldt dat men onschuldig is tenzij
anders wordt aangetoond. Een arbiter doet er goed aan dit standpunt te huldigen en
daar waar nodig in de praktijk te brengen. Dit betekent dat bij "welles/nietes" gevallen
(waarin bijvoorbeeld één partij claimt dat de tegenstander een stuk heeft aangeraakt
en de ander dit ontkent) de arbiter er in principe van uit moet gaan dat er geen
overtreding is gemaakt. De arbiter moet zich nimmer laten leiden door eventuele
reputaties van een speler, doch altijd uit gaan van de feiten voor zover die bekend zijn.
De arbiter kan uiteraard proberen objectieve getuigen te vinden die een bepaalde lezing
kunnen bevestigen dan wel ontkrachten, doch indien dit niet mogelijk blijkt doet de
arbiter er goed aan slechts die overtredingen te bestraffen waarvan ondubbelzinnig
vaststaat dat deze inderdaad gemaakt zijn. Bij twijfel kan de arbiter doorgaans niet
verder gaan dan aan beide spelers duidelijk maken welke reglementen van toepassing
zijn en waarom in dit geval geen sanctie kan worden opgelegd.
86
Sportiviteit
Er zijn vele manieren denkbaar waarop spelers formeel niet in strijd met de
reglementen handelen doch dit wel in de geest doen. Voorbeelden zijn het maken van
geluiden, stukken scheef neerzetten, harder op de klok slaan dan nodig en dergelijke.
Een arbiter doet er goed aan in dergelijke gevallen aan beide spelers te laten merken
dat deze gedragingen hem niet ontgaan. Zo kan aan de zich misdragende speler het
artikel over het gedrag van de speler kenbaar gemaakt worden, en wel op zodanige
wijze dat de tegenstander dit bemerkt. Het optreden als arbiter behelst niet alleen het
ingrijpen bij conflicten doch zeker ook het voorkomen ervan. Kleine ergernissen
kunnen in de loop van de partij (en zeker tijdens tijdnood!) uitgroeien tot grote
ergernissen. Een arbiter heeft de plicht toe te zien op een correct verloop van de
partij, ook indien er in formele zin geen reglement overtreden wordt. Indien een
speler zich beklaagt over een tegenstander doet de arbiter er goed aan de klacht
serieus te nemen en deze onder de aandacht van de tegenpartij te brengen, eventueel
met het verzoek rekening te houden met de tegenstander.
Conflicten
Als arbiter/scheidsrechter is het belangrijk te beschikken over voldoende kennis van de
regels en de toepassing ervan. Hiermee kan vaak worden voorkomen dat verschillende
ideeën over de juiste handelswijze in een bepaalde situatie te lang “in de lucht blijven
hangen”. Vaak zijn het namelijk verschillende opvattingen die een conflict doen
ontstaan of escaleren.
Niet altijd laten conflicten zich echter voorkomen of onmiddellijk oplossen. Vaak
ontstaan conflicten ook na een voorafgaande fout van de wedstrijdleiding en de FIDE-
regels zijn in dergelijke situaties niet eenduidig.
Enkele aanwijzingen:
Voorkom discussie tussen de spelers.
Blijf zelf onder alle omstandigheden kalm en rustig. Onderbreek bij luidruchtige
discussie zonodig de partij, totdat de gemoederen bedaard zijn.
Elimineer zo veel mogelijk deelnemers uit het conflict. U heeft te maken met twee
spelers en eventueel twee teamleiders. Maak alle andere deelnemers aan de
conversatie duidelijk dat hun bijdrage niet op prijs gesteld wordt en zij (fysiek) op
afstand moeten blijven.
U heeft nu de juiste mensen bij elkaar. Ga niet in discussie. U geeft uw beslissing
en de ondersteunende regels. U doet dit uitsluitend nadat ieder die het horen moet
ook daadwerkelijk luistert.
Het is essentieel dat u in één keer juist beslist en niet gaat twijfelen. Denk liever
even na, of overleg met iemand van buiten.
Het is vrijwel onvermijdelijk dat uw beslissing één van beide partijen ontevreden
maakt. Neem de tijd om u te overtuigen van het feit dat vooral deze partij begrijpt
wat uw beslissing is en waarom u hem neemt. De andere partij is blij en vormt
verder geen probleem. Bedenk dat u al één ding gewonnen hebt: Het “conflict” dat
begon, of zich had kunnen ontwikkelen tot, een verhitte discussie tussen vijf of
meer personen is nu een gesprek tussen twee of drie personen (speler, teamleider,
arbiter), waarvan u er één bent.
In een enkel geval zal het u niet lukken te overtuigen. Maak duidelijk dat u dit
jammer vindt, “maar helaas”. Houdt de conversatie zakelijk en voorkom dat het
tot een persoonlijk treffen komt. Alle toernooien en competities hebben een
beroepsmogelijkheid die de speler en/of teamleider de mogelijkheid geeft te
protesteren tegen beslissingen van de scheidsrechter. Wijs op deze mogelijkheid.
Maak duidelijk dat er twee mogelijkheden zijn:
1. Uw beslissing accepteren
2. In beroep gaan
Maak ook duidelijk dat, zeker als de ontevreden partij van u de toekenning van
87
een heel of half punt verwacht, het “wedden op twee paarden” geen reële
mogelijkheid is. Hoewel de meeste reglementen hier technisch wel de mogelijkheid
toe bieden, zal eerst doorspelen op aanwijzen van de scheidsrechter (en proberen
te winnen) de kansen op het winnen van een beroep enorm verlagen.
Hiermee zijn uw mogelijkheden uitgeput. Laat u daarom niet verleiden tot een
verder gesprek. Reageer niet op nieuwe argumenten. Verwijs steeds naar de reeds
aangedragen argumenten, uw beslissing en de mogelijkheid van beroep. Zorg ook
dat de orde weer in acht genomen wordt en verwijder recidivisten uit de zaal.
Beroepsmogelijkheden
In de praktijk zijn er twee typen beroepsprocedure:
Bij toernooien: beroepscommissie van spelers
Bij toernooien is de tijdsduur waarbinnen een uitslag moet worden vastgesteld en een
beroep moet zijn afgehandeld beperkt. Daarom is er meestal een beroepscommissie
samengesteld uit deelnemers, soms aangevuld met een expert, die direct bindend
uitspraak doet. De toernooicommissie bestaat gewoonlijk uit drie of vijf leden, gekozen
uit de spelers en de inrichters.
Is een speler niet akkoord met een beslissing van de scheidsrechter dan heeft hij het
recht - gewoonlijk binnen het uur na de sessie waarin de betwisting is ontstaan - een
schriftelijk beroep in te dienen bij de commissie die binnen een voorziene tijd uitspraak
zal doen.
Meestal moet een beroep bij een dergelijke commissie schriftelijk worden ingediend,
maar soms kan dit mondeling en komt de commissie zo snel mogelijk ad-hoc bij elkaar.
De commissie hoort gewoonlijk de klager en de arbiter en soms getuigen
(tegenstander). Na een kort onderzoek en overleg volgt dan uitspraak. Soms is dit
binnen een uur, maar vrijwel altijd nog dezelfde dag. Zeker in een Zwitsers toernooi is
dit nodig om de volgende dag een nieuwe ronde te kunnen spelen.
Zolang de commissie geen uitspraak gedaan heeft, blijft de beslissing van de
scheidsrechter geldig en het beroep werkt niet schorsend. De commissie beslist
natuurlijk mits naleving van de spelregels en het toernooireglement. De beslissingen
van de commissie zijn zonder verhaal.
88
Informatie voor de schaakkring
In principe bestaat een schaakkring uit een verzameling van volwassenen en jeugd
(jonger dan 20 jaar op 1 januari van het lopende jaar) die minstens éénmaal per week
samenkomen in een clublokaal om te schaken.
Voor vele kringen is de vrijdagavond de gebruikelijke clubavond, maar ook op andere
avonden komen sommige kringen bij elkaar.
Administratief
Een kring kan een feitelijke vereniging zijn of een vzw. In het eerste geval zijn de
verantwoordelijken inderdaad verantwoordelijk voor alles wat gebeurt in verband met
de club. Het voordeel van een vzw is dat dit de individuele verantwoordelijkheid van het
bestuur beperkt ten opzichte van derden, maar vereist wel dat er statuten opgesteld
worden overeenkomstig de wetten op de vzw’s, en dat deze neergelegd worden in een
dossier bij de griffie van de rechtbank en voor publicatie in het staatsblad. Het dossier
bevat de statuten en de samenstelling van het bestuur.
De verantwoordelijken van een kring zijn minstens 18 jaar en voeren minstens volgende
functies uit, al dan niet gecumuleerd : voorzitter (leidt de kring), secretaris (maakt
verslagen van vergaderingen en houdt de archieven bij) , penningmeester (verzorgt de
financiële huishouding van de kring), toernooileider (richt de clubkampioenschappen in)
en verantwoordelijke nationale interclubs (indien de club deelneemt hieraan).
Daarnaast kunnen ook volgende functies bestaan : ondervoorzitter (plaatsvervanger),
jeugdleider (voor de opvang en opleiding van de jonge en beginnende schakers),
materiaalverantwoordelijke (waakt over de kwaliteit van de klokken en de sets),
redacteur (opsteller van het clubblad als dit bestaat), bibliothecaris (sommige clubs
bezitten een kleine bibliotheek met schaakboeken), ...
Accommodatie
318
Elke club wil natuurlijk een fraaie ruimte voor haar schaakactiviteiten, maar de praktijk
leert dat weinig clubs helemaal tevreden zijn over hun accommodatie. Wat zijn zoal de
aspecten waar je aan moet denken bij het zoeken naar een goede of betere
accommodatie?
BEREIKBAARHEID
Bereikbaarheid is een voornaam aspect! Niet alleen is het wenselijk om een centraal
gelegen accommodatie te hebben, zodat het makkelijk per openbaar vervoer, auto, fiets
of lopend te bereiken is. Voor auto’s is goede parkeergelegenheid dan een punt van
aandacht. Indien bij het clubgebouw betaald parkeren geldt, bevordert dat de aanwas
van leden niet. Daarnaast moet je ook weten of de omgeving ‘veilig’ is voor de auto’s,
fietsen, jeugdige en oudere clubleden.
FINANCIEN
Financieel is van belang dat de club de lasten van de accommodatie kan dragen. Hier
is geen ‘gouden regel’ voor te geven, al bedraagt bij veel clubs de uitgaven voor de
accommodatie ongeveer 35% van hun begroting. Indien de huur erg drukt op de
begroting is het verstandig om de contributie iets te verhogen of bij de gemeente
informeren naar ondersteunende financiering (subsidie). Normaal gesproken krijgt een
club reductie als die een ruimte het hele seizoen of jaar huurt. Tenslotte kan het (hoge)
consumptiegebruik van de leden een ‘troef’ zijn bij de onderhandeling met de
verhuurder.
318
Informatie van de FEFB en de KNSB bijeengevoegd
89
AANDACHTPUNTEN BIJ KEUZE ACCOMMODATIE
Als je naar een accommodatie gaat kijken, dan moet je diverse (logistieke) punten in
je overweging meenemen:
is er voldoende licht en warmte.
is de zaal voldoende afgeschermd van voorkomend extern lawaai.
Aantal leden (hoe groot moet de ruimte(s) zijn?). Het is gebruikelijk om
minstens 1,5 m2 te voorzien per schaakbord.
Kans dat het aantal leden (snel) zal stijgen (voldoende ruimte?).
Mogelijkheid voor een aparte zaal voor externe teams gewenst?
Aparte zaal voor trainingen/lessen nodig?
Is er een geschikte plek om zonder de nog spelende leden te storen te
kunnen analyseren en/of te vluggeren?
Is er behoefte aan apart rookgedeelte of zaaltje? (of is roken aan de bar een
idee?!)
Is er een aparte zaal (zalen?) voor de jeugdafdeling nodig?
Is er voldoende opbergruimte voor het materiaal?
Is er plaats voor een bibliotheek?
Mag je er een prijzenkast en of resultatenbord ophangen?
Zijn er andere huurders in het pand op hetzelfde moment waar je last van
kan hebben? (koor, band)
Is er een mogelijkheid om de ruimte vaker te gebruiken/huren? (voor
nationale interclubs op zondag, voor aparte avonden, trainingen, etc.)
Is de accommodatie ook geschikt voor toernooien die de club organiseert?
Vele vragen en wensen, die allemaal in overweging moet nemen.
SCHAAKMATERIAAL
Voor de aanbevolen klokken en stukken zie het specifiek hoofdstuk hierover.
De notatieformulieren zijn bij voorkeur standaard voorzien door de kring en bevatten
eventueel een doorslagexemplaar, zodat de speler één exemplaar kan houden en het
andere exemplaar voor de verslaggever of toernooileider is. Liefst is het ogenblik van
tijdscontrole (gebruikelijk de 40ste zet) duidelijk aangegeven op het formulier.
Standaard notatieformulieren hebben van verschillende kolommen met 20 zetten per
kolom.
PROMOTIE
Een kring dient promotie te voeren om aan ledenwerving te doen. Een club die geen
nieuwe leden ziet zal na verloop van tijd onherroepelijk (figuurlijk) uitsterven.
Volgende middelen kunnen hiertoe aangesproken worden :
- Pers : regelmatige berichtgeving van de activiteiten in de lokale pers maakt de club
bekent bij mogelijke geïnteresseerden.
- Lokale radio en televisie
- Affiches : zeker in het lokaal maar ook op andere publieke plaatsen de activiteiten
van de kring kenbaar maken.
- Open activiteiten : op een publieke plaats een schaakactiviteit organiseren
bijvoorbeeld tijdens dorpsfeesten is de meest efficiënte manier voor een kring
om nieuwe leden te vinden.
90
In sommige gemeenten is het mogelijk subsidie te krijgen als sport. Het is aangewezen
zich hierover te informeren, omdat subsidie een aanzienlijk deel kan uitmaken van de
inkomsten van een kring op lokaal vlak.
ACTIVITEITEN
Het is gebruikelijk dat een kring minstens éénmaal per jaar een clubkampioenschap
organiseert voor haar leden.
Daarnaast kan de kring een intern snelschaakkampioenschap organiseren, een open
toernooi waar ook niet leden kunnen deelnemen, een laddertoernooi, en zo verder.
De kring kan deelnemen aan de nationale interclubs (voor meer uitleg, zie het hoofdstuk
hierover), aan regionale of provinciale interclubs en aan vriendschappelijke
ontmoetingen met andere clubs.
De leden kunnen deelnemen, als ze lid zijn via de kring van de VSF en KBSB, aan om
het even welk toernooi dat in België of daarbuiten georganiseerd wordt. Het internet
kent verschillende sites (bijvoorbeeld “schaakfabriek.be” waarop aankondigingen van
toernooien kunnen gevonden worden)
BAR
De bar is bij veel clubs het centrum voor de ‘après-schaak’. De gezelligheid wordt door
veel leden steeds meer als belangrijke reden gezien om naar de schaakclub te gaan
(‘thuis kunnen we ook op de PC of internet schaken’ hoort men nogal eens), vandaar
dat de gezelligheid rond de bar niet vergeten moet worden. Blijft wel zaak om te zorgen
dat die gezelligheid niet botst met de belangen van - nog - spelende leden. Het beste
lijkt een aparte bar in de gang of in een aparte ruimte, zodat men in het schaakgedeelte
geen last van heeft van het gebruikelijke rumoer aan de bar.
Kan je de bar in eigen beheer nemen, dan kan de nodige financiën voor de club
opleveren, al vergt dat uiteraard wel extra inspanningen van enkele clubleden.
WAAR ZOEKEN?
De meeste clubs zitten in buurthuizen, wijkcentra, scholen, denksportcentra, (sport-
)kantines, cafés, kerkgebouwen of professioneel verhuurde accommodatie. Bemiddeling
door de gemeente is een mogelijkheid (via afdeling sport of onderwijs), maar de meeste
clubs vinden hun accommodatie middels contacten van hun leden of ‘via-via’.
91
Schaakstukken
Voor de stukken is het model “Staunton” aanbevolen (zie figuren hieronder) of stukken
die een grote gelijkenis hiermee vertonen zodat vergissingen uitgesloten zijn.
Het materiaal van de stukken is hout, plastiek of een imitatie hiervan.
De Koning is tussen 8.5 en 10.5 cm hoog. De voet van de Koning bedraagt 40 tot 50 %
van de hoogte. De afmetingen van de andere stukken zijn proportioneel hieraan
aangepast.
Indien een andere vorm dan Staunton wordt gebruikt moet in elk geval de top van de
Koning duidelijk verschillen van de top van de Dame. De loper zal een speciale
markering hebben bovenaan om vergissing met de pion te voorkomen.
De stukken van Zwart moeten zwart of bruin zijn en de stukken van Wit moeten Wit,
Crème, Beige of een andere zeer lichte kleur zijn. De natuurlijke kleur van hout is
eveneens toegestaan. De stukken mogen niet glimmen en moeten esthetisch
verantwoord zijn.
Het gewicht van de stukken moet een aangenaam gebruik garanderen.
De borden zijn vierkant en hebben bij voorkeur velden van minimaal 5.0 tot maximaal
6.5 cm zijde (dus een bord met een zijde van ongeveer 45 tot 60 cm). Ze zijn gemaakt
van hout, plastiek, karton of stof. Stenen orden kunnen mits instemming van de arbiter
eveneens toegelaten worden. Houten borden mogen niet blinkend afgewerkt zijn.
92
Tijdschema’s en het gebruik van diverse klokken
De traditionele tijdschema’s zijn snelschaak, rapidschaak en gewoon partijschaak. Dat
waren de enige schema’s die mogelijk waren met de mechanische, analoge klokken,
omdat die klokken slechts vooruit kunnen lopen of stilstaan. Sinds de introductie van
digitale klokken zijn er meer mogelijkheden met betrekking tot tijdschema’s.
Voorbeelden hiervan zijn de Fischer- en Bronsteinmethodes.
1 Tijdschema’s
In dit gedeelte zullen diverse tijdschema’s welke bij schaakpartijen gebruikt worden, de
revue passeren.
1.1 Alle zetten in één periode
Dit tijdschema wordt vooral gebruikt bij snelschaak en rapidschaak. De periode
bedraagt bij snelschaak 15 minuten of minder en bij rapidschaak tussen de 15 en 60
minuten. Wegens het hoge tempo hebben snelschaak en rapidschaak eigen regels.
Een speciale vorm van snelschaak is het zogenaamde “lightning chess”, waarbij een
speler alle zetten in twee minuten of minder moet doen. Gezien de nauwkeurigheid
waarmee de tijd moeten worden ingesteld, kan dit alleen gespeeld worden met digitale
klokken.
De laatste jaren wordt dit tijdschema ook steeds meer bij gewone partijen gebruikt.
Een voordeel van dit schema is dat er maar één tijdcontrole is, namelijk alleen aan het
einde van de partij. Nadelig is het feit dat sommige partijen al na weinig zetten
(bijvoorbeeld 15 zetten) beslist moeten gaan worden met voor beide spelers minder
dan 5 minuten op de klok voor de rest van de partij, wat de kwaliteit van de partijen
niet altijd ten goede komt. Overigens gelden voor deze gewone partijen de normale
FIDE-regels, inclusief het artikel ten aanzien van versneld beëindigen.
Voorbeelden:
snelschaak: 5 minuten per persoon per partij
rapidschaak: 20 minuten per persoon per partij
gewoon schaak: 2 uur per persoon per partij
1.2 X aantal zetten in A minuten, vervolgens steeds Y aantal zetten in B
minuten tot aan het einde van de partij
Dit is het speeltempo dat voor de invoering van het versneld beëindigen het meest
gebruikelijk was bij gewone partijen. Het tempo bedraagt bijvoorbeeld 40 zetten in 2
uur, gevolgd door periodes van 20 zetten per uur, tot het einde van de partij. Aan het
eind van elke periode, als er één klok op nul staat, wordt gecontroleerd of de spelers
voldoende zetten hebben gedaan (de tijdcontrole). Aangezien de spelers vrij zijn om de
tijd binnen een periode in te delen, hebben zij voor de laatste zetten voor de tijdcontrole
vaak weinig tijd over; de beruchte tijdnood. Het spreekt voor zich dat dit tempo
aanleiding gaf tot veel afgebroken partijen.
1.3 X aantal zetten in A minuten, B minuten voor de rest van de partij
Bij dit speelschema is er eerst een periode waarin een vast aantal zetten moet worden
gespeeld, alvorens de partij in de tweede periode versneld wordt beëindigd. Dit schema
wordt nu veel gebruikt bij gewone partijen, omdat het als groot voordeel heeft dat een
partij op één avond wordt uitgespeeld. Een nadeel is wel dat in de laatste fase de klok
een te grote invloed krijgt op de kwaliteit van de partij. Dit versneld beëindigen wordt
ook wel aangeduid als “guillotine finish” of “uitvluggeren”.
Voorbeelden:
Nationale interclubs: 2 uur voor 40 zetten, vervolgens 1 uur voor de rest van de
partij
Kampioenschap: 2 uur voor 40 zetten, vervolgens 1 uur voor de rest van de partij
93
Sommige toernooien: 2 uur voor 40 zetten, vervolgens 15 minuten voor de rest
van de partij
1.4 X aantal zetten in A minuten, Y aantal zetten in B minuten, C minuten voor
de rest van de partij
Dit speelschema is een mengvorm van de schema’s genoemd bij 1.2 en 1.3. Bij dit
speeltempo zijn er twee periodes waarin een vast aantal zetten moet worden
uitgevoerd, alvorens de partij versneld wordt beëindigd.
Voorbeeld:
2 uur voor 40 zetten, vervolgens 1 uur voor 20 zetten, vervolgens 15 minuten voor
de rest van de partij
1.5 Bronstein-methode
Internationaal Grootmeester David Bronstein was de eerste die een alternatief
speeltempo voorstelde om het probleem van de beperkte (vaste) bedenktijd op te
lossen. Zijn methode werkt als volgt: na het aan de gang brengen door de tegenstander
gaat van een speler de klok met vertraging lopen. Deze vertraging bedraagt enkele
seconden. Met andere woorden, wanneer de tegenstander de klok heeft ingedrukt, gaat
de eigen klok pas na enkele seconden lopen. Wanneer deze “vrije tijd” niet in zijn geheel
wordt gebruikt, is de speler die tijd gewoon kwijt; de verbruikte tijd op de klok is echter
niet verminderd. Een nadeel van deze methode (net als bij de Fischer-methode, zie 1.6)
is dat de totale bedenktijd voor de partij niet vast staat. Het moge duidelijk zijn dat
deze methode pas geïmplementeerd kon worden met de komst van digitale klokken.
Voorbeelden:
Snelschaak: 5 minuten + 3 seconden “vrije tijd”
Rapid: 25 minuten + 10 seconden “vrije tijd”
Gewone partij: 115 minuten + 5 seconden “vrije tijd”
1.6 Fischer-methode
Oud-wereldkampioen Bobby Fischer liet voor zijn beruchte match tegen Boris Spasski
in 1992 een elektronische klok bouwen waarin de naar hem vernoemde methode was
geïmplementeerd. Zijn methode gaat uit van het toekennen van een vast aantal extra
seconden aan een speler vóór het spelen van zijn zet. Snel spelen kan de bedenktijd
van een speler laten toenemen doordat de betreffende speler minder seconden
verbruikt dan die speler als bonus erbij krijgt. Vliegende tijdnood wordt dan ook door
deze methode uitgebannen.
De meest elegante vorm van de Fischer-methode gaat uit van één totale bedenktijd
waar dan vóór elke zet bijvoorbeeld 30 bonusseconden erbij worden gegeven.
Voorbeelden:
Snelschaak: 3 minuten + 2 seconden bonus per zet
Rapid: 25 minuten + 10 seconden bonus per zet
Gewone partij: 90 minuten + 30 seconden bonus per zet
Bij de minder elegante vorm van de Fischer-methode zijn er één of meerdere
tussentijdse tijdcontroles. Doordat het in theorie mogelijk is dat een speler op de klok
voor zijn hele partij minder tijd gebruikt dan welke staat voor de eerste tijdcontrole, is
er een zettenteller nodig om te bepalen of een speler de tijdcontrole heeft gehaald of
niet. Aan een zettenteller kleven behoorlijk wat nadelen. De voornaamste is dat een
zettenteller snel in de war kan raken, bijvoorbeeld omdat de klok weer wordt ingedrukt
na een onreglementaire zet, zodat het werkelijk aantal gespeelde zetten niet
overeenkomt met het aantal zetten dat door de zettenteller is geregistreerd.
Voorbeelden:
94
100 minuten voor 40 zetten, 50 minuten voor 20 zetten, 10 minuten voor de rest
van de partij, waarbij vanaf zet 1 de speler 30 seconden bonus krijgt.
90 minuten voor 40 zetten, 15 minuten voor de rest van de partij, waarbij vanaf
zet 1 de speler 30 seconden bonus krijgt.
1.7 X aantal zetten in A minuten, Y aantal zetten in B minuten, C minuten + D
seconden per zet voor de rest van de partij
Dit speelschema is een mengvorm van 9.1.4 en 9.1.6. Alleen in de laatste periode
krijgen de spelers bijvoorbeeld 30 seconden per zet erbij. In tegenstelling tot de minder
elegante vorm van de Fischer-methode is een zettenteller met alle nadelen die hieraan
kleven niet nodig om dit schema goed te implementeren. Pas wanneer één van beide
spelers voor het eerst de tweede tijdcontrole heeft bereikt (d.w.z. wanneer die speler
in totaal A+B minuten heeft verbruikt) krijgen beide spelers er C minuten bij en wordt
vervolgens na elke zet D seconden bonus gegeven.
Voorbeeld:
120 minuten voor 40 zetten, 60 minuten voor 20 zetten, vervolgens 15 minuten
erbij met bij elke zet 30 seconden bonus.
1.8 Gongschaak
Bij gongschaak moeten de spelers verplicht zetten na een bepaalde tijd, meestal 10 à
30 seconden. Deze cadans geldt dan voor alle partijen tegelijk en wordt aangegeven
met een bel of gong. De spelers hebben geen enkele vrijheid om hun tijd in te delen.
2 Klokken
Binnen de schaakwereld worden tegenwoordig twee soorten klokken gebruikt: analoge
klokken en digitale klokken. Sinds de introductie van digitale klokken zijn er variaties
mogelijk met speelschema’s (zie bijvoorbeeld de Bronstein- en Fischer-methodes). In
dit gedeelte komen de meest gebruikte klokken aan bod.
2.1 Analoge klokken
Het kenmerk van analoge klokken is het feit dat ze óf vooruit lopen óf stilstaan. Ze
hebben ook allemaal een mechanische vlag, die valt wanneer de grote wijzer door de
verticaal heengaat. Doordat analoge klokken mechanisch zijn, kunnen er zich
uiteenlopende problemen voordoen. In Nederland worden de Garde-klokken en de
Koopman-klokken het meest gebruikt.
De bediening van een analoge klok is gemakkelijk. Beide spelers hebben een aparte
wijzerplaat die de minuten aangeeft. In die wijzerplaat zit er meestal ook een radertje
om aan te geven welke klok aan het lopen is. De mechanische vlag gaat in de laatste
vijf minuten omhoog door de grote wijzer, totdat de verticaal is bereikt, waarna de vlag
naar beneden valt.
Er zijn een aantal problemen zijn die kunnen optreden met een analoge klok. Voor
aanvang van een partij moet de scheidsrechter dan ook de klok op deze onderdelen
95
controleren. Als er iets niet goed is, dan de klok vervangen!! Overigens, Koopman-
klokken moet je alleen vooruitdraaien (zie ook bij de problemen hieronder).
Algemene problemen:
De klok blijft stil staan. Dit is meestal een mechanisch probleem, maar soms komt
het gewoon door het feit dat de klok niet is opgewonden. Let bij het opwinden
echter wel op dat de veer niet te strak wordt opgewonden. Ook kan de klok na
even te hebben gelopen spontaan stil staan. Let bij controleren dan ook op dat je
beide uurwerken een aantal seconden laat lopen voordat de klok wordt
goedgekeurd op dit onderdeel.
De klok loopt onregelmatig. Dit is typisch een mechanisch probleem waar weinig
aan gedaan kan worden.
Beide uurwerken lopen tegelijkertijd. De oorzaak hiervan is het feit dat de lipjes
die aan de drukknoppen zitten niet goed zijn afgesteld.
Het uurwerk loopt te snel of te langzaam. Dit is pas goed te constateren wanneer
de klok enige tijd gelopen heeft. Wanneer je als scheidsrechter een grote
discrepantie ziet tussen de door de klok aangegeven verbruikte tijd en de
werkelijke verbruikte tijd, dan weet je dat er iets niet goed is aan de klok.
De vlag komt niet naar beneden (“de vlag hangt”). Bij Garde-klokken kun je hier
weinig aan doen, bij Koopman-klokken kan het nog wel eens voorkomen dat het
uitsteeksel aan de vlag komt vast te zitten. Dat laatste kan meestal verholpen
worden door met de onderkant van de klok op je been te slaan, waardoor de vlag
weer loskomt.
De grote wijzer loopt voor de vlag langs. De grote wijzer is dan naar voren
gebogen, meestal doordat het uurwerk na reparatie onhandig is teruggeplaatst.
De grote wijzer is verbogen. Dit ontstaat meestal bij het terugdraaien van een
Koopman-klok, waarbij de grote wijzer met kracht tegen de vlag wordt aangeduwd.
Hoewel de klok in principe nog gebruikt kan worden, kan die beter vervangen
worden.
De knop drukt niet soepel in. Wanneer er kracht gebruikt moet worden om een
knop in te drukken, kan de klok beter vervangen worden, omdat dit zeer irritant is
voor met name spelers in tijdnood.
Een of meerdere wijzers zitten los. Net als bij de verbogen wijzer ontstaat dit
probleem meestal bij Koopman-klokken die geforceerd zijn teruggedraaid.
De wijzerplaat zit scheef / staat niet recht. Dit is zeer irritant voor spelers. Het
uurwerk is na reparatie niet recht teruggezet. Dit heeft natuurlijk ook invloed op
de vlag.
2.2 Digitale klokken
Het kenmerk van digitale klokken is het digitale display en het feit dat er diverse
standaardspeelschema’s naast vrij te programmeren speelschema’s voorhanden zijn.
De bediening is in zijn totaliteit echter wel wat ingewikkelder dan bij analoge klokken,
maar de nauwkeurigheid is natuurlijk veel groter tot op de seconde. In tegenstelling
tot analoge klokken tellen digitale klokken terug, d.w.z. een speler ziet hoeveel tijd hij
nog heeft. De vlag wordt op elektronische wijze op het display getoond wanneer één
van beide spelers al zijn bedenktijd voor een periode heeft verbruikt. Digitale klokken
hebben verder één zeer groot nadeel: wanneer een digitale klok uitvalt, is op de klok
niet meer te achterhalen wat de verbruikte tijden zijn.
Omdat de klokken elektronisch zijn, doen er zich relatief veel minder problemen voor
ten opzichte van analoge klokken. Dit betekent echter niet dat er zich geen mechanische
problemen kunnen voordoen; immers, ook een elektronische klok heeft voor een deel
een mechanische bediening.
96
Algemene problemen:
De batterij-indicator geeft aan dat de batterij bijna leeg is. Als een scheidsrechter
dit voorafgaand aan de partij constateert, dan natuurlijk de klok vervangen. Indien
de indicator tijdens de partij aangaat, is er nog voldoende energie voorhanden om
de partij uit te spelen, dus hoeft de klok niet tijdens de partij te worden vervangen.
Op het display ontbreken streepjes. Het display is elektronisch (normaal gesproken
een LCD-schermpje). Bij beschadiging e.d. kunnen onderdelen van dit scherm niet
meer functioneren, waardoor het display voor de spelers erg onduidelijk wordt.
De hendel heeft speling. Vaak is dit veroorzaakt door langdurig hard indrukken
(het snelschaaksyndroom bij digitale klokken). Door die speling lijken er wanneer
de hendel zacht wordt ingedrukt meerdere standen te zijn. Het kan voorkomen
dat een speler de hendel aan zijn kant te zacht indrukt, waardoor die hendel in de
eerste “tussen”stand komt te staan en zijn eigen klok blijft lopen. In de
tijdnoodfase kan dit tot grote problemen leiden.
De hendel komt na indrukken weer omhoog. Dit is zeer irritant voor spelers omdat
ze dan van een afstandje niet meer kunnen zien wie aan zet is. Dit terugveren kan
zelfs tot gevolg hebben dat de eigen klok weer gaat lopen.
Beide klokken lopen. Dit komt uiterst zeldzaam voor, maar het kan wel. Het is
duidelijk dat zo’n klok niet te gebruiken is.
De batterijhouder schiet los. Dit is vooral een probleem in de eerste generatie DGT-
klokken. Als het tijdens een partij gebeurt, wordt alle informatie aangaande
verbruikte tijden gewist.
Een aantal digitale klokken heeft de beschikking over een zettenteller. Wanneer er een
partij gespeeld wordt met meerdere perioden, dan mag het niet zo zijn dat de tijd van
de volgende periode via de zettenteller erbij wordt gegeven. De tijd mag er pas
bijkomen wanneer één van beide spelers al zijn bedenktijd van de eerdere periode heeft
verbruikt. Dit is de reden dat de digitale klok van Phileon niet is toegestaan bij gewone
partijen met meerdere perioden. Spelers mogen overigens absoluut geen gebruik
maken van de zettenteller om te kijken of ze een tijdcontrole hebben gehaald.
In Nederland is de meest gebruikte digitale klok de DGT-klok van DGT Projects. Een
korte gebruiksaanwijzing volgt hieronder. DGT staat voor Digital Game Timer.
De DGT-klok
Op de onderkant van de DGT-klok staan de diverse opties voor speelschema’s en zit
ook de aan/uit-knop. Een deel van die opties is standaard ingesteld, een ander deel vrij
te programmeren. Wanneer de klok wordt aangezet, gaat er een nummer knipperen.
Dit nummer is het nummer van de optie. Gebruik de “+1”-toets om het juiste nummer
tevoorschijn te halen. Wanneer dit nummer er staat, op de “OK”-toets drukken om de
optie te bevestigen.
Instellen
Wanneer een vrij te programmeren optie wordt gekozen, gaat in het linkerdisplay het
eerste cijfer knipperen. Het display toont overigens eerst de uren en minuten die
moeten worden ingesteld. Door gebruik te maken van de “+1”-knop kan het
knipperende cijfer worden opgehoogd. Wanneer dit wordt gedaan bij het hoogst
mogelijke cijfer, is het eerstvolgende cijfer weer de 0. Wanneer de juiste waarde is
bereikt, dient die waarde bevestigd te worden door op de “OK”-knop de drukken.
Vervolgens gaat het volgende cijfer knipperen. Wanneer de minuten zijn ingesteld,
komen in het display de in te stellen seconden te staan.
97
Wanneer de juiste tijd is ingesteld, dient de hendel aan de kant van de witspeler omhoog
te staan, zodat de klok van de witspeler het eerst gaat lopen wanneer de “Start/Stop”-
knop wordt ingedrukt.
Het display tijdens de partij
Tijdens de partij worden eerst alleen de uren en minuten getoond. Deze worden
gescheiden door een dubbelpunt ( : ). Deze dubbelpunt knippert bij de speler wiens
klok loopt. Wanneer een speler minder dan 20 minuten bedenktijd over heeft, schakelt
de klok automatisch over op het alleen tonen van de minuten en seconden, gescheiden
door een punt ( . ).
1:34
1.34
1 uur en 34 minuten
1 minuut en 34 seconden
98
Wanneer de bedenktijd op is, wordt er als vlag een minnetje vóór de tijd getoond. Indien
het niet de laatste periode betreft, wordt er op het moment dat het minnetje verschijnt
bij beide klokken de bedenktijd van de volgende periode opgeteld. De vlag wordt
overigens maar bij één van de twee spelers getoond. Dit minnetje blijft vijf minuten in
het scherm staan. Indien het de laatste periode betreft, komt er -0.00 te staan bij de
ene speler (met een knipperend minnetje), en als de andere speler ook zijn bedenktijd
heeft verbruikt, staat er alleen 0.00. Let wel dat bij snelschaak, rapid en versneld
beëindigen in zo’n situatie gewoon beide vlaggen worden beschouwd als zijn gevallen!
-0:59
-0.00
na het vallen van de vlag is
de 1 uur bedenktijd van de
volgende periode erbij
opgeteld
de vlag viel na de laatste
periode
De klok stilzetten en tijdcorrecties aanbrengen
Wanneer de partij is afgelopen, tijdens de partij een speler de hulp van de arbiter
inroept of de arbiter moet ingrijpen, kan de klok stilgezet worden door op de
“Start/Stop”-toets te drukken. Wanneer de klok weer moet worden gestart, dan dient
dezelfde toets weer te worden ingedrukt.
Indien er een tijdcorrectie moet plaatsvinden bijvoorbeeld het erbij geven van twee
minuten na een onreglementaire zet dient eerst de klok stil gezet te worden door te
drukken op de “Start/Stop-toets. Vervolgens moet diezelfde toets minstens drie
seconden te worden ingedrukt. Dan gaat het eerste cijfer in het linkerdisplay knipperen.
Het display toont de exact verbruikte tijd. Met de “+1”-toets met de “OK”-toets als
bevestiging voor de keuze van het betreffende cijfer kan dan vervolgens de tijd
gecorrigeerd worden. Wanneer het laatste cijfer in het rechterdisplay is bevestigd, stopt
het knipperen van de cijfers en kan middels de “Start/Stop”-toets de klok weer aan de
gang worden gebracht. Let wel dat de hendel aan de kant van de aan zet zijnde speler
omhoog staat!
Handigheidje
De DGT-klok onthoudt de gekozen handmatige instelling. Vooral bij rapid- en
snelschaaktoernooien worden er meerdere partijen gespeeld, waarbij het natuurlijk
vervelend zou zijn om de klok steeds helemaal opnieuw te moeten instellen. Zet na de
eerst gespeelde partij de klok uit en dan weer aan. De eerder gekozen optie komt
knipperend op het scherm. Druk op de “OK”-toets. Vervolgens begint het eerste cijfer
van de al eerder ingestelde bedenktijd te knipperen. Aangezien er niets veranderd hoeft
te worden, kan nu direct op de “Start/Stop”-toets worden gedrukt. Nu is de klok gereed
voor gebruik (let wel op de positie van de hendels!).
Weetje
De DGT-klok rondt altijd af naar boven. Dus 0,21 (21 honderdste) seconde is 1 seconde
op de DGT-klok.
99
HOE 90 MIN + 30 MIN + 30 SEC/ZET VANAF ZET 1 INSTELLEN?
DGT 2000
AFGEKEURD
MEREX 500
AFGEKEURD
Linkerscherm
Rechterscherm
Uitleg
25
Programma 25: "Fischer" tournament up
to 4 periods - Manual set
(1) 1:30
(2) .00
(3) 1 :30
(4) .00
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 1 in volgorde van de nummers
tussen haakjes: 1 uur, 30 minuten, 0
seconden.
0.30
0.30
Stel het increment in: 0 minuten en 30
seconden.
1
00
Stel de zettenteller van periode 1 in: 0
zetten.
2
2
0 :30
.00
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 2 in: 0 uren, 30 minuten, 0
seconden
2
00
Stel de zettenteller van periode 2 in: 0
zetten.
3
3
0 :00
.00
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 3 in: 0 uren, 0 minuten, 0
seconden
3
00
Stel de zettenteller van periode 3 in: 0
zetten.
4
4
0 :00
.00
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 4 in: 0 uren, 0 minuten, 0
seconden
4
00
Stel de zettenteller van periode 4 in: 0
zetten.
100
DGT XL
GOEDGEKEURD
Opgepast met de bug dat er 30 secondes worden toegevoegd als de vlag
valt, daarom als toevoeging voor de tweede periode 29 min. 30 secondes
instellen
Linkerscherm
Rechterscherm
Uitleg
00
Programma 00: Manual set to store max.
5 periods.
1
FISCH
Stel de eerste periode als een
Fischerperiode in.
1 1:30 (1)
1 .00 (2)
1:30 (3)
.00 (4)
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 1 in volgorde van de nummers
tussen haakjes: 1 uur, 30 minuten, 0
seconden
1 0:30
0.30
Stel het increment in: 0 minuten en 30
seconden
1
00
Stel de zettenteller van periode 1 in: 0
zetten
2
FISCH
Stel de tweede periode als een
Fischerperiode in.
2
2
0:29 (1)
.30 (2)
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 2 in volgorde van de nummers
tussen haakjes: 0 uren, 29 minuten, 30
seconden
2
0.30
Stel het increment in: 0 minuten en 30
seconden
3
END
Stel einde periode in
DGT 2010
GOEDGEKEURD
Opgepast met de bug van 15 min. tijdstoevoeging i.p.v. 30 min. in bepaalde
versies
101
MEREX 555
GOEDGEKEURD
Linkerscherm
Rechterscherm
Uitleg
19
Programma 19: Bonus tournament - 1
hour 30 min f.b. 30 min (all + 30
sec/move)
Ofwel, volledige programmering:
21
Programma 21: Bonus tournament max 4
periods - manual set (with / without move
counter)
1:30 (1)
.00 (2)
1:30 (3)
.00 (4)
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 1 in volgorde van de nummers
tussen haakjes: 1 uur, 30 minuten, 0
seconden.
0.30
Stel het increment in: 0 minuten en 30
seconden.
1
00
Stel de zettenteller van periode 1 in: 0
zetten.
2
2
0 :30
.00
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 2 in: 0 uren, 30 minuten, 0
seconden
2
00
Stel de zettenteller van periode 2 in: 0
zetten.
3
3
0 :00
.00
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 3 in: 0 uren, 0 minuten, 0
seconden
3
00
Stel de zettenteller van periode 3 in: 0
zetten.
4
4
0 :00
.00
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 4 in: 0 uren, 0 minuten, 0
seconden
4
00
Stel de zettenteller van periode 4 in: 0
zetten.
102
DGT 2010
SG
GOEDGEKEURD
DGT 2010 LE
GOEDGEKEURD
MEREX 600
GOEDGEKEURD
Linkerscherm
Rechterscherm
Uitleg
13
Programma 13: "Fischer (2)" : 1h30 m +
30 m + 30s/move bonus
DGT NA
GOEDGEKEURD
Linkerscherm
Rechterscherm
Uitleg
16
Programma 16: Up to 4 Time Controls
with Bonus time per move ("Fischer") -
Manual set
1:30 (1)
.00 (2)
1:30 (3)
.00 (4)
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 1 in volgorde van de nummers
tussen haakjes: 1 uur, 30 minuten, 0
seconden.
0.30
Stel het increment in: 0 minuten en 30
seconden.
1
00
Stel de zettenteller van periode 1 in: 0
zetten.
2
2
0 :30
.00
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 2 in: 0 uren, 30 minuten, 0
seconden
2
00
Stel de zettenteller van periode 2 in: 0
zetten.
103
3
3
0 :00
.00
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 3 in: 0 uren, 0 minuten, 0
seconden
3
00
Stel de zettenteller van periode 3 in: 0
zetten.
4
4
0 :00
.00
Stel de uren, minuten en secondes van
periode 4 in: 0 uren, 0 minuten, 0
seconden
4
00
Stel de zettenteller van periode 4 in: 0
zetten.
DGT 3000
GOEDGEKEURD
Linkerscherm
Rechterscherm
Uitleg
13
Programma 13: "Fischer (2)" : 1h30 m +
30 m + 30s/move bonus
KAISSA
GOEDGEKEURD
Speeltempo is niet voorgeprogrammeerd. Je dient die zelf te programmeren en
je kan die opslaan onder modus 8-15.
Hoe je de klok dient te programmereren, is uitgelegd in
http://www.ibca-info.org/downloads/Digital-Chess-Clock-Manual.pdf.
Ziehier wel de instellingen die geprogrammeerd moeten worden (vb. in modus
15):
Time period = tijdsperiode
Bonus mode: 0 = increment after move; 1 = increment before move
Moves = 0: geen zettenteller
OPGEPAST
1) De increment wordt altijd VOORAF gegeven. M.a.w. de begintijd per speler
is 1:30.30 (1 uur 30 minuten 30 secondes).
104
2) Er wordt GEEN gebruik gemaakt van de zettenteller. Dit wil zeggen dat:
o de klok nooit bevriest bij de overgang naar de tweede
tijdscontrole; de verantwoordelijkheid voor de controle van het
halen van de 40 zetten ligt bij de arbiter en beide spelers
o de 30 minuten voor de tweede tijdscontrole gegeven wordt van
zodra een vlag valt (dus niet als exact 40 zetten gespeeld zijn)
105
Aanvraag FIDE of Internationaal arbiter
1. Inleiding
1.1.3 De titels die FIDE toekent zijn Internationaal Arbiter (IA) en FIDE Arbiter (FA).
1.1.4 De titels zijn geldig voor het leven vanaf de toekenning of de registratie ervan.
1.1.5 Het beslissingsorgaan is de FIDE Arbiters’ Commissie.
1.1.6 De Arbiters’ Commissie wordt door de General Assembly aangeduid voor
eenzelfde periode als de FIDE President. De Commissie heeft een voorzitter aangeduid
door de FIDE President, een Secretaris, aangeduid door de voorzitter in overleg met
de FIDE President en maximaal 11 experten, die stemrecht hebben in de Commissie.
Geen enkele Federatie heeft meer dan één lid in de Commissie.
1.1.8 De Commissie beslist gewoonlijk in de sessies die voorafgaan aan de opening
van de General Assembly.
2. Algemene regels voor Arbiter normen
2.1.1 Certificaten : maximaal aantal uit te delen norm certificaten
Normen : aantal normen die bij een aanvraag kunnen gebruikt worden
Formaat Niveau Type Certificaten Normen
= Wereld = geen limiet geen limiet
= Continentaal = geen limiet geen limiet
Zwitsers Internationaal = 1 per 50 spelers geen limiet
Gesloten Internationaal = maximum 2 geen limiet
Zwitsers Nationaal Kamp Indiv/Ploeg 1 per 50 spelers Maximum 2
Gesloten Nationaal Kamp Indiv/Ploeg Maximum 2 Maximum 2
Rapid Chess Wereld/Continentaal = = Maximum 1
2.1.2 Een arbiter norm kan behaald worden in de hoogste afdeling van het Nationale
Interclub Kampioenschap als aan volgende voorwaarden is voldaan:
1. Minimum vier borden per ploeg;
2. Minimum 10 ploegen;
3. Ten minste 60% van de spelers zijn FIDE rated.
4. Er zijn ten minste 5 ronden.
2.1.3. De aanvraag moet normen uit twee verschillende types toernooien bevatten
zowel voor de FA als IA titel (bijvoorbeeld Zwitsers, of Gesloten of een Ploeg-
toernooi). Het is toegestaan om enkel Zwitsers systeem toernooien in te dienen op
voorwaarde dat ten minste één een internationaal FIDE geklasseerd toernooi is met
minstens 100 deelnemers, waarvan minstens 30% een FIDE rating hebben, en met
ten minste 7 ronden.
2.1.4 Elke aanvrager van de titel van IA of FA is ten minste 21 jaar oud.
2.1.5 Wedstrijdleiders op nationaal niveau zijn minstens 16 jaar oud.
3. Vereisten voor de titel van FIDE Arbiter (FA).
Alle volgende zijn vereist:
3.1 Grondige kennis van de Regels van het Schaakspel, de FIDE toernooiregels, en
het Zwitsers Systeem.
106
3.2 Absolute objectiviteit, te allen tijde getoond tijdens het uitoefenen van het werk
van arbiter.
3.3 Voldoende kennis van ten minste één officiële FIDE taal.
3.4 In staat zijn om elektronische klokken van verschillende types in te stellen, voor
verschillende toernooisystemen en tempo’s.
3.5 Ervaring als hoofd- of hulparbiter in ten minste drie (3) FIDE Rated toernooien
(nationaal of internationaal) en deelname aan ten minste één (1) FIDE Arbiters'
Seminarie en het slagen (met minstens 80%) in een examen opgesteld en afgenomen
door de Arbiters' Commissie.
Om geldig te zijn voor een norm moet een FIDE rated event ten minste 10 spelers
tellen voor een Round-Robin systeem, minstens 6 spelers voor een dubbelrondig
Round-Robin systeem en minstens 20 spelers voor een Zwitsers Systeem.
3.6 De titel van FIDE Arbiter bij de federaties IBCA (slecht zienden), ICSC (doven), of
IPCA (minder validen) staat gelijk met één FA norm.
3.7 Voor een aanvrager, is match-arbiter zijn in een Olympiade equivalent met één FA
norm. Er mag maximaal één dergelijke norm gebruikt worden voor een titel-aanvraag.
3.8 Hoofd- of hulparbiter bij een officieel Wereld of Continentaal Rapid Kampioenschap
is equivalent met één (1) FA norm. Er mag maximaal één dergelijke norm gebruikt
worden voor een titel-aanvraag.
3.9 Bijwonen van een (1) FIDE Arbiters' Seminarie en het slagen (met ten minste
80%) in een examen opgesteld en afgenomen door de Arbiters' Commissie, is
equivalent met één (1) FA norm. Er mag maximaal één dergelijke norm gebruikt
worden voor een titel-aanvraag.
3.10 Aanvragers van federaties die niet in staat zijn om een toernooi te organiseren
waarin een norm kan behaald worden, kunnen de titel eventueel verkrijgen na het
slagen in een examen opgesteld en afgenomen door de Arbiters' Commissie.
4. Vereisten voor de titel van Internationaal Arbiter (IA).
Alle volgende zijn vereist:
4.1 Grondige kennis van de Regels van het Schaakspel, de FIDE toernooiregels, het
Zwitsers Systeem, de FIDE regels voor het behalen van normen en het FIDE rating-
systeem.
4.2 Absolute objectiviteit, te allen tijde getoond tijdens het uitoefenen van het werk
van arbiter.
4.3 Verplichte kennis van het Engels, ten minste voor conversatie-niveau, en kennis
van de schaakterminologie in de andere officiële FIDE talen.
4.4 Minimum kennis om te werken met een PC. Kennis van paringsprogrammas
erkend door de FIDE, van Word, Excel en e-mail.
4.5 In staat zijn om elektronische klokken van verschillende types in te stellen, voor
verschillende toernooisystemen en tempo’s.
4.6 Ervaring als hoofd- of hulparbiter bij ten minste vier (4) FIDE rated toernooien
zoals de volgende:
a. De finale van een Nationaal Individueel (volwassenen) Kampioenschap
(maximum twee normen).
b. Alle officiële FIDE toernooien en matchen.
c. Internationale toernooien en matchen waar FIDE titels/normen behaald
kunnen worden.
107
d. Internationale FIDE rated schaaktoernooien met minstens 100 deelnemers,
waarvan ten minste 30 % een FIDE rating hebben en ten minste 7 ronden
tellen.
e. Alle officiële Wereld en Continentale Rapid en Snelschaakkampioenschappen
(maximum één norm).
4.7 De titel van Internationaal Arbiter bij de federaties IBCA (slecht zienden), ICSC
(doven), of IPCA (minder validen) staat gelijk met één IA norm.
4.8 Voor een aanvrager, is match-arbiter zijn in een Olympiade equivalent met één IA
norm. Er mag maximaal één dergelijke norm gebruikt worden voor een titel-aanvraag.
4.9 De titel van Internationaal Arbiter kan enkel toegekend worden aan kandidaten
die reeds de titel van FIDE arbiter bezitten.
4.10 Alle normen bij de aanvraag voor de IA titel moeten verschillen van de normen
gebruikt bij de aanvraag voor de FA titel en moeten behaald zijn in de hoedanigheid
van FIDE Arbiter.
4.11 Ten minste twee (2) normen zullen getekend zijn door verschillende
Hoofdarbiters.
5. Aanvraagprocedure
5.1 De volgende aanvraag formulieren zijn beschikbaar bij de verantwoordelijke
Internationale toernooien KBSB of op de site van FIDE:
Tournament Report Form met kruistabel en beslissingen bij beroep - IT3
(gebruik één formulier per norm)
Arbiter Norm Report Form - IA1 of FA1 (één per norm)
Arbiter Title Application Form - IA2 or FA2
5.2 Aanvragen moeten ingediend worden bij het FIDE Secretariaat door de federatie
van de aanvrager. De nationale federatie is verantwoordelijk voor de financiële
bijdrage.
Alle normen moeten ondertekend zijn door de hoofdarbiter van het toernooi en de
federatie die verantwoordelijk is voor het toernooi. Indien de aanvrager de
hoofdarbiter was, zal de norm ondertekend worden door de Organisator van het
toernooi of een officiële vertegenwoordiger van de federatie.
5.3 Alle ingediende normen zijn behaald in een periode van maximaal zes (6) jaar. De
aanvraag moet ingediend zijn ten laatste op het tweede FIDE congres volgend op het
behalen van de laatste norm Normen uit Seminaries blijven geldig voor een periode
van vier (4) jaar.
5.4. Indien de federatie van de aanvrager de aanvraag niet wil indienen, kan de
aanvrager zijn zaak voorleggen aan de FIDE Arbiters’ Commissie, die de zaak zal
onderzoeken. Indien blijkt dat de weigering tot indienen ongegrond is, kan de
aanvrager op eigen initiatief de aanvraag indienen bij FIDE.
5.5. Alle aanvragen worden onderzoeken binnen een tijdsspanne van 60 dagen.
5.6 Alle titel aanvragen worden met volledige details gepubliceerd op de FIDE website
gedurende minstens 60 dagen zodat eventueel protest kan genoteerd worden.
6. Arbiter Licentie
6.1 Elke actieve arbiter op FIDE niveau (Internationaal Arbiter of FIDE Arbiter) en
arbiters op nationaal niveau die actief zijn in FIDE geregistreerde toernooien zijn
onderworpen aan een bijdrage voor een licentie: “licence fee”.
108
6.2.1 De licentie voor IA of FA is geldig vanaf ontvangst van de “licence fee” en voor
het leven, op voorwaarde dat de arbiter actief blijft.
6.2.2 De licentie voor arbiters op nationaal niveau is geldig voor het leven.
6.2.3 Elke arbiter die de titel “FIDE Arbiter” ontvangt is de licence fee verschuldigd
aan FIDE.
6.2.4 Bij wijziging van categorie is enkel het verschil tussen de bijdrages
verschuldigd.
6.2.5 Als een “FIDE Arbiter” promotie maakt tot “Internationaal Arbiter”, moet de
bijdrage voor de nieuwe titel betaald worden aan FIDE.
6.3 De licence fee is:
a) voor A’ Categorie Arbiters (enkel IAs):
300 €
b) voor B’ Categorie Arbiters (enkel IAs):
200 €
c) voor C’ Categorie Arbiters:
IAs
160 €
FAs
120 €
d) voor D’ Categorie Arbiters:
IAs
100 €
FAs
80 €
e) voor Arbiters op Nationaal Niveau (NA):
20 €
6.4 Het niet betalen van de licence fee leidt tot uitsluiting van de arbiter van de
FIDE Arbiters’ list.
6.6. Alle wedstrijdleiders van een FIDE rated toernooi moeten een licentie hebben
6.7.1 Een arbiter op FIDE niveau die niet meer actief is, verliest zijn licentie.
6.7.2 Op opnieuw actief te worden moet de arbiter de licence fee betalen volgens
6.3.
6.8 Toernooien met arbiters zonder licentie zullen niet meegerekend worden voor
FIDE rating.
109
Lijst van arbiters
Namen in vet hebben FIDE licentie
Internationale Arbiters
Bailleul, Geert IA 2015 VSF 225185 15/11/1956
Beeckmans, Peter IA 1990 VSF 232599 9/05/1945
Bils, Marc IA 1995 VSF 232602 12/02/1962
Boutchon, Gaston IA 2000 VSF 208418 7/08/1968
Breda, Andre IA 1991 FEFB 213020 18/01/1927
Clevers, Marc FA 2015 VSF 213594 21/01/1946
Cornet, Luc IA 2010 VSF 205494 21/02/1967
De Ridder, Dirk IA 1986 VSF 214655 6/08/1959
De Vet, Sylvin IA 2001 VSF 214787 10/02/1947
De Vogelaere, Bart IA 2016 VSF 214850 25/06/1958
Deleyn, Gunter IA 1989 VSF 200115 1/12/1955
Dondelinger, Jean-Pierre IA 1987 VSF 232769 26/11/1954
Janssens, Marc IA 1986 FEFB 208752 17/06/1955
Keustermans, Helmut IA 1995 VSF 203599 12/12/1972
Malfliet, Bernard IA 1994 VSF 218758 25/08/1965
Pots, Jos IA 1999 VSF 1036726 26/11/1955
Sojka, Bernard IA 1984 FEFB 615471 30/01/1952
Van Roon, Ton IA 2014 VSF 1044028 30/10/1952
Wedstrijdleider cat A
Anciaux, Marc A 1988 FEFB 201596 26/06/1961
Barreau, Renaud A 2008 FEFB 208060 20/04/1982
Bastiaansen, Wim A VSF 210625 2/10/1939
Bikady, Claude A 1988 FEFB 204293 29/04/1968
Bonne, Ronny A VSF 208400 28/08/1954
Halleux, Daniel A 1990 FEFB 208710 4/03/1952
Marmenout, Sylvain A VSF 211478 21/11/1949
Mauquoy, Alain A VSF 201987 23/05/1960
Penninck, Willem A 1987 VSF 237159 19/06/1951
Piron, Jean-Marie A 1990 FEFB 260371 12/07/1962
Pletinckx, Eddy A VSF 227846 3/02/1959
Rosskamp, Kurt A 2015 SvDB 220469 12/05/1956
Van De Wynkele, Herman A 2017 VSF 207144 9/03/1951
Van Melsen, Raymond A 1984 FEFB 263877 23/02/1959
Van Quickenborne, Kris A VSF 228591 28/06/1967
Van Tichelen, Bart A 2013 VSF 263885 19/11/1976
Vanson, Marc A VSF 209147 15/12/1963
110
Wedstrijdleider cat B
Ahn, Martin B SvDB 200972 27/04/1972
Andre, Damien B 2008 FEFB 203289 5/11/1970
Bergmans, Norbert B SvDB 203165 22/07/1959
Bonjean, Marc B VSF 246301 20/01/1955
De Cauter, Wolfgang B 2014 VSF 4659562 2/10/1962
De Pauw, Damien B 1995 FEFB 224960 27/06/1959
De Smet, Karl B 1995 VSF 210161 12/09/1936
Defour, Rudy B VSF 201928 12/08/1956
Deneyer, Frank B 2016 FEFB 243213 4/09/1969
Dorr, Yannick B 2013 SvDB 205389 27/03/1995
Du Ry, Philippe B 1992 FEFB 240583 22/06/1955
Ducaert, Frederik B VSF 215970 14/09/1965
Goethals, Philipe B VSF 226840 16/06/1957
Grobelny, Fabrice B 1995 FEFB 201804 30/03/1965
Hamblok, Roel B 2016 VSF 209317 6/07/1988
Heuvelmans, Laetitia B 1980 FEFB 224561 2/02/1971
Knudde, Francis B 1995 FEFB 263133 23/03/1964
Lanckriet, Chris B 2009 VSF 208787 22/03/1968
Logie, Dimitri B 2014 VSF 231207 15/01/1980
Maeckelbergh, Anne-Marie B VSF 203963 19/02/1965
Maes, Valeer B 2011 SvDB 201634 5/01/1946
Meijfroidt, Bart B 2017 VSF 218928 27/05/1957
Moors, Marc B 2011 VSF 263419 6/04/1956
Ooms, Andy B 2007 VSF 201367 31/01/1977
Op De Beeck, Lode B VSF 232289 12/01/1950
Petit, Emilien B VSF 219746 28/11/1938
Roessler, Eckhard B 2013 SvDB 208949 16/04/1968
Roman, Hugo B VSF 227986 7/01/1951
Scheen, Pascal B 2013 SvDB 220590 12/09/1975
Secelle, Hans B VSF 208965 26/08/1959
Sproten, Raphael B 2013 SvDB 221104 2/08/1966
Temmerman, Hans B VSF 210471 28/05/1961
Van Bunderen, Gert B VSF 209023 26/01/1967
Van De Perre, Patrick B 2015 VSF 221732 15/03/1963
Van Dyck, Marc B 2013 VSF 207640 9/10/1960
Vanhaverbeke, Johan B VSF 263923 19/09/1964
Vanhercke, Jan B 2012 VSF 232017 15/11/1967
Vausort, Andre B 1984 FEFB 263940 24/09/1938
Verspecht, Thierry B 1990 FEFB 202010 19/09/1961
Vertenten, Eduard B VSF 230014 25/05/1946
Zimmermann, Christian B SvDB 224375 15/01/1978
Wedstrijdleider cat C
Avilov, Igor C 2012 FEFB 13500759 12/03/1971
Bastien, Joerg C 2016 VSF 234877 1/01/1964
Bellens, Steven C 2013 VSF 225665 8/07/1986
Beukema, Henk Jan C 1997 VSF 203530 22/06/1967
Biot, Thomas C 2017 FEFB 237280 18/12/1988
Bosschem, Eddy C VSF 206768 28/12/1953
Brion, Philippe C 1992 FEFB 206172 9/09/1958
Bruynseels, Roger C 2009 VSF 200522 19/02/1944
Bunkens, Rudi C VSF 262536 7/01/1963
Bustin, Jean-Louis C 2002 FEFB 213195 2/06/1943
111
Callant, Geert C VSF 262552 19/06/1972
Cappon, John C FEFB 608459 4/03/1974
Casse, Roland C 1992 FEFB 0 14/09/1944
Cauwenberghs, Kenneth C 2009 VSF 203726 29/06/1982
Christiaens, Mark C VSF 205761 15/02/1974
Coudron, Paul C 2010 VSF 229938 21/05/1963
Cuvelier, Annelies C 2016 VSF 213950 27/04/1994
Cuyx, Tomas C 2015 VSF 244619 15/09/1992
Danneel, Geert C VSF 214051 28/12/1970
De Brouwer, Philippe C 1995 FEFB 226190 17/12/1965
De Coninck, Rik C VSF 214302 19/09/1968
De Geest, Jan C 2007 VSF 214345 30/07/1951
De Gendt, Eddy C 2012 VSF 214353 16/12/1946
De Herdt, Yasseen C 2012 VSF 209406 10/11/1992
De Ruyck, Nick C 2012 VSF 230502 23/03/1985
De Scheemacker, Peter C 2012 VSF 214728 9/02/1981
De Schepper, Bart C 2010 VSF 206440 19/08/1965
De Strycker, Johan C 2015 VSF 241113 3/10/1965
De Strycker, Nathan C 2015 VSF 226343 10/07/1996
De Visser, Stefaan C 2007 VSF 214795 28/01/1965
De Vriendt, Augustin C VSF 214892 14/01/1958
Debeus, Daniel C 1998 FEFB 262730 3/01/1964
Decroos, Marc C VSF 0 22/02/1962
Decrop, Ruben C VSF 201308 21/04/1965
Degembe, Serge C 2005 FEFB 215180 4/10/1966
Delvaux, Guy C 2008 FEFB 215376 4/01/1958
Demoulin, Joachim C 1992 FEFB 201146 11/04/1977
Deschepper Martin C 2017 VSF 200670 13/06/1964
Deschuyteneer, Willy C 2005 VSF 215619 27/03/1953
D'Haijere, Arnaud C 2015 FEFB 209880 23/05/1991
Dhuyvetter, Frederik C 2012 VSF 200824 18/07/1988
Doetjes, Rienk C SvDB 205370 14/02/1942
Domb, Michel C 2012 FEFB 243019 12/05/1966
Dorr, Jose C 2013 SvDB 230693 25/08/1958
Dua, Wim C VSF 0 17/05/1960
Geuquet, Michael C 2008 FEFB 209589 14/02/1986
Giansante, Peppino C 1983 FEFB 262935 4/09/1950
Gillain, Christophe C 1998 FEFB 205320 12/11/1972
Goethals, Kristof C VSF 216682 11/05/1975
Gorts, Sven C 2013 VSF 216739 12/09/1977
Gregorio, Santiago C 2007 FEFB 208051 7/08/1960
Harutyunyan, Axel C 2015 VSF 235474 25/01/1995
Haverbeke, Jean-Pierre C 2010 VSF 217107 22/02/1956
Hiel, Lino C 2009 VSF 204110 29/09/1978
Huysman, Robert C VSF 200697 27/06/1946
Iannelli, Jean C 1983 FEFB 251496 10/02/1961
Indemans, Rudi C VSF 211257 22/01/1958
Inghelbrecht, Veronique C 2007 VSF 217395 14/09/1972
Jacques, Stephane C 2016 FEFB 233706 21/07/1983
Jamar, Marc C 2008 FEFB 217476 3/01/1956
Jassem, Philippe C 2012 FEFB 206903 12/04/1956
Kocur, Johan C VSF 202614 14/02/1972
Kocur, Marc C VSF 205036 23/02/1965
Kosatka, Edward C VSF 252433 5/05/1951
Lacroix, Didier C 1988 FEFB 20652496 4/10/1958
112
Laurent, Michel C 2005 FEFB 204943 21/02/1961
Lavet, Theo C VSF 263249 24/10/1945
Lequy, Cedric C 2017 VSF 252972 12/04/1970
Libbrecht, Peter C VSF 218545 29/06/1958
Logie, Bernard C VSF 218626 12/12/1956
Lombard, Christian C 1998 FEFB 229504 2/01/1968
Luyckx, Wim C VSF 201570 9/01/1973
Maes, Wim C VSF 201073 1/06/1972
Marchal, Georges C 2005 FEFB 200859 10/08/1944
Martens, Ludo C VSF 239828 3/12/1955
Meekers, Geert C VSF 208833 23/04/1975
Mollekens, Roeland C VSF 202746 19/08/1949
Mollica, Antonio C 1984 FEFB 227633 25/03/1960
Munster, Pierre C 1990 FEFB 204757 8/12/1966
Noiroux, Kevin C 2002 FEFB 204234 26/02/1986
Pacolet, Fabrice C 2008 FEFB 209813 6/04/1975
Passchyn, Maarten C 2017 VSF 219576 08/05/1982
Peeren, Yen C 2007 VSF 204250 29/03/1976
Peeters, Bart C 2007 VSF 219614 16/10/1980
Pepermans, Jelle C 2013 VSF 219690 20/08/1989
Persoons, Bart C 2013 VSF 219738 6/10/1975
Piacentini, Claudio C 2005 FEFB 201316 30/09/1961
Piceu, Kurt C 2017 VSF 219843 06/12/1973
Piceu, Tom C 2017 VSF 201952 20/10/1978
Podevijn, Guido C 2017 VSF 233960 06/10/1952
Poelman, Geoffrey C 2012 VSF 209961 7/09/1992
Poth, Heribert C 2012 FEFB 219975 24/08/1955
Pu, Linden C 2017 VSF 220019 15/10/1996
Raepsaet, Joannes C 2007 VSF 220094 24/12/1983
Rauta, Nicolas C 1998 FEFB 206873 15/05/1974
Remue, Jan C 2012 VSF 0 7/07/1967
Roger, Marc C 1990 FEFB 238970 27/10/1970
Roos, Adrian C 2012 VSF 263621 11/05/1990
Roos, David C 2012 VSF 210064 24/07/1992
Russo, Bruno C 2005 FEFB 207306 15/01/1982
Schaeken, Yordi C 2013 VSF 263664 13/01/1993
Schrickx, Frank C VSF 208957 26/08/1950
Sohet, Cedric C 2012 FEFB 228206 17/08/1974
Steelandt, Andre C VSF 228222 16/04/1949
Steurs, August C 2007 VSF 239216 4/01/1954
Stockman, Xavier C 2009 VSF 221180 12/11/1976
Stoffelen, Edward C VSF 0 16/11/1934
Strubbe, Paul C 2002 FEFB 263729 19/12/1960
Thierens, Christian C 2012 FEFB 209007 31/03/1955
Tossens, Alain C 2008 FEFB 263770 13/10/1965
Truyens, Aime C VSF 0 2/05/1956
Uhoda, Philippe C 1984 FEFB 201340 8/12/1961
Van Bever, Roland C VSF 204935 15/06/1955
Van De Geuchte, Sofie C 2007 VSF 221716 17/01/1989
Van De Velde, Pierre C 1988 FEFB 0 10/12/1934
Van De Wynkele, Rudy C VSF 203823 4/09/1949
Van Herp, Berten C 2015 VSF 242250 19/10/1989
Van Leeuwen, Etienne C 2012 VSF 201014 11/08/1943
Van Peer, Cedric C 2015 VSF 205877 16/02/1986
Van Poucke, Simon C 2017 VSF 207250 03/09/1987
113
Van Puyvelde, Stijn C 2012 VSF 207764 14/11/1987
Van Rillaer, Dirk C VSF 222496 24/03/1946
Vandenbroucke, Tim C 2012 VSF 207934 14/09/1989
Vandenbruaene, Andre C 1995 FEFB 209830 17/01/1960
Vandergoten, Theo C 2012 VSF 222933 23/07/1946
Vandevelde, Luc C 2017 VSF 222992 12/03/1973
Vandevoort, Pascal C 1998 FEFB 200310 24/09/1971
Vanlerberghe, Eddy C VSF 223069 10/12/1960
Vanmuylder, Dany C 2008 FEFB 260436 7/10/1985
Verhaeren, Gertjan C 2012 VSF 263982 11/11/1987
Verhelst, Joris C 2016 VSF 210579 13/12/1995
Verheyen, Quinten C 2013 VSF 223441 10/09/1979
Verhulst, Tobias C 2013 VSF 205273 27/11/1985
Verschraegen, Thomas C 2012 VSF 223603 26/12/1986
Viaene, Jan C 2007 VSF 209228 21/04/1952
Vincent, Ayla C 2016 VSF 223743 12/04/1997
Vincent, Gwijde C 2016 VSF 223751 15/03/1994
Werner, Ivan C 2008 FEFB 204420 11/01/1971
Wery, Eric C 1992 FEFB 206334 19/07/1961
Wuyts, Tom C 2017 VSF 207969 16/07/1990
Zamparo, Sergio C 2002 VSF 201154 6/06/1960
114
Paringssystemen
Gesloten toernooien
Voor gesloten toernooien waarbij iedereen tegen iedereen speelt, één of eventueel
eerdere keren wordt gewoonlijk het Round-Robin systeem gebruikt met de zogenaamde
« Berger » tabellen.
Deze tabellen zijn standaard indelingen waarbij alle partijen tussen X spelers
plaatsvinden in X-1 ronden. Dit zijn de gangbare tabellen gebruikt in de Nationale
interclubs en in de meeste meestertoernooien (zoals de normen-toernooien in België).
Ook vele clubkampioenschappen worden op deze manier georganiseerd.
De paringsnummers worden steeds door lottrekking aangeduid.
Hierbij de tabellen voor 3 tot 8 spelers. Bij een oneven aantal spelers heeft de
tegenstander van respectievelijk nummer 4, 6 of 8 (steeds in de eerste kolom) geen
tegenstander voor die ronde.
Round-Robin 3 of 4 spelers
1-4 2-3
4-3 1-2
2-4 3-1
Round-Robin 5 of 6 spelers
1-6 2-5 3-4
6-4 5-3 1-2
2-6 3-1 4-5
6-5 1-4 2-3
3-6 4-2 5-1
Round-Robin 7 of 8 spelers
1-8 2-7 3-6 4-5
8-5 6-4 7-3 1-2
2-8 3-1 4-7 5-6
8-6 7-5 1-4 2-3
3-8 4-2 5-1 6-7
8-7 1-6 2-5 3-4
4-8 5-3 6-2 7-1
Het samenstellen van een dergelijke tabel is eigenlijk vrij eenvoudig op een leeg blad
papier. Als voorbeeld gebruiken we de tabel voor 8 (X) spelers
Stap 1 : het aanduiden van de paringen die in te vullen zijn door het plaatsten van X/2
(hier 8/2 = 4) streepjes op X-1 (hier 8-1=7) rijen
- - - -
- - - -
- - - -
- - - -
- - - -
- - - -
- - - -
Stap 2 : het aanduiden van speler X (hier 8) steeds in de eerste kolom en alternerend
rechts en links van het eerste streepje
-8 - - -
8- - - -
-8 - - -
8- - - -
-8 - - -
8- - - -
-8 - - -
115
Stap 3 : bij ELK streepje op elke rij in normale leesvolgorde (van bovenaan links tot
onderaan rechts), schrijf de cijfers 1 tot en met 7 (X-1) en dan opnieuw 1 tot en met 7
totdat tot beneden rechts de tabel ongeveer half ingevuld is. Waar reeds een 8 (X)
staat, schrijf je het cijfer op de lege plaats, elders schrijf je het cijfer steeds rechts.
1-8 2- 3- 4-
8-5 6- 7- -
-8 - - -
8- - - -
-8 - - -
8- - - -
-8 - - -
VOLLEDIG
1-8 2- 3- 4-
8-5 6- 7- 1-
2-8 3- 4- 5-
8-6 7- 1- 2-
3-8 4- 5- 6-
8-7 1- 2- 3-
4-8 5- 6- 7-
Stap 4 : bij elk streepje waar nog een plaats vrij is (dus niet in de eerste kolom) schrijf
je nu in OMGEKEERDE leesvolgorde (van onderaan rechts tot bovenaan links), de cijfers
1 tot en met 7 (X-1) en dan opnieuw 1 tot en met 7 totdat tot boven links de tabel
volledig ingevuld is. Nu schrijf je het cijfer op de lege plaats, dus links.
1-8 2- 3- 4-
8-5 6- 7- 1-
2-8 3- 4- 5-
8-6 7- 1- 2-
3-8 4- 5- 6-7
8-7 1-6 2-5 3-4
4-8 5-3 6-2 7-1
VOLLEDIG
1-8 2-7 3-6 4-5
8-5 6-4 7-3 1-2
2-8 3-1 4-7 5-6
8-6 7-5 1-4 2-3
3-8 4-2 5-1 6-7
8-7 1-6 2-5 3-4
4-8 5-3 6-2 7-1
Berger tabel voor 9 of 10 spelers
1-10 2-9 3-8 4-7 5-6
10-6 7-5 8-4 9-3 1-2
2-10 3-1 4-9 5-8 6-7
10-7 8-6 9-5 1-4 2-3
3-10 4-2 5-1 6-9 7-8
10-8 9-7 1-6 2-5 3-4
4-10 5-3 6-2 7-1 8-9
10-9 1-8 2-7 3-6 4-5
5-10 6-4 7-3 8-2 9-1
116
Berger tabel voor 11 of 12 spelers
1-12 2-11 3-10 4-9 5-8 6-7
12-7 8-6 9-5 10-4 11-3 1-2
2-12 3-1 4-11 5-10 6-9 7-8
12-8 9-7 10-6 11-5 1-4 2-3
3-12 4-2 5-1 6-11 7-10 8-9
12-9 10-8 11-7 1-6 2-5 3-4
4-12 5-3 6-2 7-1 8-11 9-10
12-10 11-9 1-8 2-7 3-6 4-5
5-12 6-4 7-3 8-2 9-1 10-11
12-11 1-10 2-9 3-8 4-7 5-6
6-12 7-5 8-4 9-3 10-2 11-1
Berger tabel voor 13 of 14 spelers
1-14 2-13 3-12 4-11 5-10 6-9 7-8
14-8 9-7 10-6 11-5 12-4 13-3 1-2
2-14 3-1 4-13 5-12 6-11 7-10 8-9
14-9 10-8 11-7 12-6 13-5 1-4 2-3
3-14 4-2 5-1 6-13 7-12 8-11 9-10
14-10 11-9 12-8 13-7 1-6 2-5 3-4
4-14 5-3 6-2 7-1 8-13 9-12 10-11
14-11 12-10 13-9 1-8 2-7 3-6 4-5
5-14 6-4 7-3 8-2 9-1 10-13 11-12
14-12 13-11 1-10 2-9 3-8 4-7 5-6
6-14 7-5 8-4 9-3 10-2 11-1 12-13
14-13 1-12 2-11 3-10 4-9 5-8 6-7
7-14 8-6 9-5 10-4 11-3 12-2 13-1
Berger tabel voor 15 of 16 spelers
1-16 2-15 3-14 4-13 5-12 6-11 7-10 8-9
16-9 10-8 11-7 12-6 13-5 14-4 15-3 1-2
2-16 3-1 4-15 5-14 6-13 7-12 8-11 9-10
16-10 11-9 12-8 13-7 14-6 15-5 1-4 2-3
3-16 4-2 5-1 6-15 7-14 8-13 9-12 10-11
16-11 12-10 13-9 14-8 15-7 1-6 2-5 3-4
4-16 5-3 6-2 7-1 8-15 9-14 10-13 11-12
16-12 13-11 14-10 15-9 1-8 2-7 3-6 4-5
5-16 6-4 7-3 8-2 9-1 10-15 11-14 12-13
16-13 14-12 15-11 1-10 2-9 3-8 4-7 5-6
6-16 7-5 8-4 9-3 10-2 11-1 12-15 13-14
16-14 15-13 1-12 2-11 3-10 4-9 5-8 6-7
7-16 8-6 9-5 10-4 11-3 12-2 13-1 14-15
16-15 1-14 2-13 3-12 4-11 5-10 6-9 7-8
8-16 9-7 10-6 11-5 12-4 13-3 14-2 15-1
117
Zwitsers op Rating
Het Zwitsers systeem is het meest verspreide en succesvolle systeem voor open
toernooien in de schaakwereld. Geïntroduceerd in Zurich in 1895, is het pas echt in
voege gekomen en overgenomen door de FIDE in de jaren 70.
De belangrijkste eigenschappen zijn :
Elke ronde spelen de spelers met een zelfde score (of toch zoveel mogelijk)
tegen elkaar
Niemand speelt tweemaal tegen een zelfde tegenstander, dit geldt ook voor de
“bye”
Iedereen speelt alle partijen
De kleur van elke speler wordt zoveel mogelijk gevarieerd
De grote voordelen zijn een snelle en duidelijke bepaling van een winnaar in een
toernooi en vooral de gelegenheid voor alle deelnemers om evenveel partijen te spelen.
Vooral dit laatste staat in contrast met het KO systeem (rechtstreekse uitschakeling)
dat hoewel zeer veel gebruikt in andere sporten bij het schaken quasi nooit wordt
gebruikt.
De snelheid staat tegenover het gesloten systeem dat veel meer partijen nodig heeft
om een winnaar aan te duiden. In het Zwitsers systeem kan men in principe de
kandidaat winnaars elke ronde halveren wat betekent dat :
4 ronden volstaan tot 15 deelnemers
5 ronden volstaan tot 30 deelnemers
6 ronden volstaan tot 50 deelnemers
7 ronden volstaan tot 100 deelnemers
8 ronden volstaan tot 200 deelnemers
9 ronden volstaan tot 400 deelnemers
Daarenboven hebben de knappe koppen van het schaken nog versnelde systemen
bedacht die toelaten om het aantal ronden nog met 1 of 2 partijen te verminderen.
Het is anderzijds gebruikelijk om een oneven aantal ronden te spelen in open toernooien
volgens Zwitsers systeem. De reden hiervoor is om de kans te maximaliseren dat
iedereen ongeveer evenveel keer met Wit als met Zwart speelt (maximaal 1 verschil).
Dus de meest gebruikelijke aantal ronden zijn 7 en 9 voor gewone partijen.
Een ander nadeel van Zwitsers ten opzichte van een gesloten toernooi is dat het niet zo
goed in staat is om ook de winnaars van de categorieprijzen (ELO-klasses of andere
categorieën gebaseerd op leeftijd of geslacht) éénduidig te bepalen.
118
FIDE Regels Zwitsers
De volgende regels (C.04.1) zijn steeds van toepassing voor een toernooi
volgens het Zwitsers systeem, tenzij expliciet anders vermeld
a. Het aantal ronden van het toernooi wordt op voorhand vastgelegd
b. Twee spelers spelen niet meer dan éénmaal tegen elkaar
c. Als het aantal te paren spelers oneven is zal één speler geen tegenstander krijgen.
Deze speler ontvangt een “bye”, geen kleur en zoveel punten als toegewezen voor
een overwinning, tenzij de regels van het toernooi anders vermelden
d. Een speler die reeds een bye ontvangen heeft, of reeds een forfait overwinning heeft
doordat een tegenstander niet tijdig aankwam zal geen bye meer ontvangen
e. In het algemeen zullen spelers met gelijke punten tegen elkaar gepaard worden
f. Voor elke speler zal het verschil tussen het aantal partijen met wit en het aantal
partijen met zwart nooit groter zijn dan +2 of -2. Elk systeem mag hierop
uitzonderingen voorzien voor de laatste ronde van het toernooi.
g. Geen speler zal driemaal opeenvolgend dezelfde kleur krijgen. Elk systeem mag
hierop uitzonderingen voorzien voor de laatste ronde van het toernooi.
h. In het algemeen krijgt een speler in elke ronde de kleur waarmee hij het minste
speelde tot dan. Als hij evenveel maal met Wit en Zwart speelde krijgt hij bij
voorkeur de kleur die verschillend is van de laatst gespeelde partij.
i. De paringen moeten voldoende duidelijk zijn zodat ze eenvoudig uitgelegd kunnen
worden door degene die de paringen uitvoert.
Volgende regels bepalen de behandeling van toernooien volgens het Zwitsers
systeem (C.04.2)
A. Paringssystemen
A1 Het paringssysteem dat gebruikt wordt voor een FIDE rated toernooi is ofwel een
officieel door FIDE gepubliceerd systeem
319
ofwel zal een gedetailleerde beschrijving
van het gebruikte systeem ter beschikking gesteld worden van de deelnemers
A2 Bij de rapportering van een toernooi aan FIDE zal de wedstrijdleider vermelden welk
officieel paringssystem gebruikt werd. Indien een ander systeem werd gebruikt zal de
wedstrijdleider de regels van dit systeem voorleggen aan de SPPC
320
commissie van
FIDE
A3 Versneld paren is toegestaan als de regels hiervoor op voorhand werden
meegedeeld door de organisatie en deze regels geen spelers bevoordeligen.
A4 De FIDE regels voor Zwitsers paren alle spelers op objectieve en onpartijdige wijze.
Wedstrijdleiders en programma’s die de regels volgen dienen steeds tot hetzelfde
resultaat te komen.
A5 Het is niet toegestaan om de paringen te wijzigen ten voordele van een speler. Al
kan aangetoond worden dat paringen werden aangepast om een speler toe te staan een
norm of titel te behalen, kan een rapport overgemaakt worden aan de FIDE
kwalificatiecommissie om eventuele disciplinaire maatregelen te nemen via de ethische
commissie van FIDE.
B. Initiële volgorde van de spelers
319
Zoals bijvoorbeeld het systeem vermeld op de volgende pagina’s en opgenomen door FIDE
als systeem C.04.3
320
Systems of Pairings and Programs Commission
119
B1 Voor de aanvang van het toernooi zal een waarde worden bepaald voor elke speler.
Deze waarde is gewoonlijk de rating van de speler. Indien één rating lijst beschikbaar
is voor alle spelers geniet deze lijst de voorkeur.
Het is aanbevolen om de ratings van alle spelers te controleren.
321
Als de speler geen
rating heeft zullen de wedstrijdleider een inschatting maken van de sterkte van de
speler.
B2 Voor de eerste ronde worden de spelers gerangschikt volgens
a. Sterkte (rating)
b. FIDE titel (GM IM WGM FM WIM CM WFM WCM geen)
c. Alfabetisch, tenzij de regels van het toernooi iets anders voorzien
322
B3 Deze volgorde wordt gebruikt om de paringsnummers toe te wijzen. De hoogst
gerangschikte krijgt paringsnummer 1 en zo verder.
Indien voor een bepaalde reden de gegevens van de ratings niet juist waren kunnen
deze op elk moment aangepast worden. De paringsnummers worden dan opnieuw
toegekend rekening houdend met de verbetering, maar enkel tijdens de eerste drie
ronden
323
. Nadien mogen de paringsnummers niet meer worden gewijzigd.
C. Late aanmeldingen
C1 Volgens de FIDE toernooiregels dient elke speler die niet tijdig aankomt in de
speelzaal voor een FIDE competitie uitgesloten te worden van het toernooi, tenzij hij
tijdig aanwezig is voor de paring van een volgende ronde. Een uitzondering kan gemaakt
worden voor een speler die schriftelijk laat weten niet tijdig aanwezig te kunnen zijn.
C2 Indien de hoofdwedstrijdleider beslist om een laatkomer toe te laten
- Indien de speler aangeeft op tijd te zijn voor de eerste ronde, zal de speler een
paringsnummer krijgen en gepaard worden voor de eerste ronde
- Indien de speler aangeeft pas tijdig voor de tweede of derde ronde (Late
aanmelding) aanwezig te kunnen zijn, wordt de speler niet gepaard voor de
ronde(n) waarop hij afwezig zal zijn. Hij zal geen punten krijgen voor deze
ronde(n), (tenzij de regels van het toernooi anders vermelden), en zal pas een
paringsnummer en paring krijgen voor de ronde waarop hij aanwezig zal zijn.
C3 Als er late aanmeldingen zijn, zijn de paringsnummers bij aanvang van het toernooi
voorlopig. De paringsnummers worden pas definitief als de lijst met deelnemers
afgesloten is, en alle nodige verbeteringen in de lijst met paringsnummers zijn
aangebracht.
D. Paringen, kleuren en publicatie
D1 Afgebroken partijen worden beschouwd als remise voor de paringen
324
D2 Een speler die afwezig is zonder de wedstrijdleider in te lichten zal uit het toernooi
genomen worden, tenzij er zeer goede redenen zijn die de afwezigheid
rechtvaardigen.
321
Omzetting van Duitse “Ingo” of Britse “BCFkan via volgende formule: ELO = 2840 - 8 x
INGO = 600 + 8 x BCF
322
Aangewezen is om de niet geklasseerde spelers random te rangschikken, maar dit moet wel
zo opgenomen worden in het toernooireglement.
323
Het is dus uiterst belangrijk dat een controle van alle ratings geschiedt voor de derde ronde,
zoniet kan niets meer aangepast worden in het paringsprogramma.
324
Geen flauw idee waarom FIDE hiermee nu nog op de proppen komt. Afgebroken partijen
bestaan niet meer.
120
D3 Spelers die zich terugtrekken uit het toernooi of uit het toernooi genomen zijn,
worden niet meer gepaard
D4 Spelers waarvan geweten is dat ze een bepaalde ronde niet meespelen worden
niet gepaard voor die ronden en ontvangen geen punten (tenzij de toernooiregels
dit anders vermelden)
D5 Enkel gespeelde partijen worden meegenomen om de kleurgeschiedenis te
bepalen. Een speler heeft bijvoorbeeld ronde 4 niet gespeeld en een
kleurgeschiedenis van ZWZ=W, dan wordt dit beschouwd als =ZWZW.
D6 Twee spelers die tegen elkaar gepaard aren maar niet speelden, kunnen in een
latere ronde nog tegen elkaar gepaard worden.
D7 De resultaten van elke ronde dienen gepubliceerd te worden op de plaats die
hiertoe werd aangeduid bij de aanvang van het toernooi.
D8 Indien
- Ofwel een resultaat was verkeerd genoteerd
- Ofwel een partij was gespeeld met de verkeerde kleuren
- Ofwel de rating van een speler moet verbeterd worden (en misschien met
wijziging van de paringsnummers)
en een speler deelt dit mee aan de wedstrijdleider binnen een gegeven termijn na de
publicatie van de resultaten, dan zal de verbeterde informatie gebruikt worden voor
de klassementen en voor de paringen van de volgende ronde. De gegeven termijn
wordt vastgelegd in de toernooiregels in overeenstemming met de tijdsindeling van
het toernooi.
Indien de fout wordt meegedeeld nadat de paring werd uitgevoerd, maar voor de start
van de ronde, zal dit pas effect hebben op de volgende paring.
Indien de fout meegedeeld wordt na het einde van de volgende ronde, zal deze fout
niet meer hersteld worden tijdens het toernooi
325
, maar enkel voor het indienen van
het rapport voor ratings
D9 Nadat de paring is uitgevoerd moeten deze nog gesorteerd worden alvorens
gepubliceerd te worden. De criteria zijn in volgorde van belangrijkheid:
1) De score van de hoogst gerangschikte speler
2) De som van de scores van beide spelers
3) Het paringsnummer van de speler met het kleinste paringsnummer
326
D10 Na publicatie zullen de paringen niet meer gewijzigd worden, tenzij blijkt dat
twee spelers foutief opnieuw tegen elkaar werden gepaard
325
En dus ook niet voor het klassement
326
In het Engels is dit veel ingewikkelder uitgelegd, maar het komt hierop neer
121
FIDE reglement Zwitsers Systeem
C.04.3, in voege vanaf 1 Juli 2017
A. INLEIDENDE OPMERKINGEN EN DEFINITIES
A1: Initiële Ratinglijst
Zie de algemene regels C.04.2 hierboven
A2: Rangorde
Voor de indeling worden de spelers geordend achtereenvolgens op:
A. score
B. paringsnummers zoals bepaald in de algemene regels C.04.2 hierboven volgens de
initiële ratinglijst en eventueel nadien nog aangepast indien nodig
A3: Puntengroep en paringsgroepen
Een puntengroep omvat alle spelers met hetzelfde aantal punten. De enige uitzondering
is de procedure beschreven onder A9
Een paringsgroep is een groep van spelers die tegen elkaar gepaard dienen te worden.
Deze bestaat uit spelers van één puntengroep en van spelers die nog niet gepaard waren
uit de hogere paringsgroep
Een paringsgroep is homogeen als alle spelers hetzelfde aantal punten hebben; anders is
de groep heterogeen. Het overschot is een onderdeel van een heterogene paringsgroep.
A4: Vlotters (float)
a) Een neervlotter (downfloater) is een speler die niet gepaard kan worden in een
paringsgroep en naar de volgende paringsgroep wordt doorverwezen. In deze
paringsgroep worden deze spelers aanzien als neervlotters
b) Als twee spelers met verschillend aantal punten tegen elkaar speler wordt de en speler
met het hoogste aantal punten de neervlotter() en de andere speler de opvlotter ()
(upfloater)
Een speler die niet speelt in een ronde wordt ook beschouwd als een opvlotter
A5: Bye
Zie punt c) van de algemene regels C.04.1
A6: Kleursaldo en kleurvoorkeur
Het kleursaldo van een speler is het aantal malen dat hij met wit speelde, verminderd met
het aantal keren dat hij zwart had.
De kleurvoorkeur is de kleur dat de speler ideaal zou krijgen voor de volgende ronde.
Deze kleurvoorkeur kan bepaald worden voor alle spelers die minstens één partij gespeeld
hebben.
A. van een absolute kleurvoorkeur is sprake als het kleursaldo groter is dan +1 of
kleiner dan -1, of als iemand de laatste twee partijen dezelfde kleur had.
B. van een sterke kleurvoorkeur is sprake als het kleursaldo ongelijk aan 0 is;
C. is iemands kleursaldo 0, dan is er een lichte voorkeur voor alterneren ten opzichte
van de vorige partij.
D. Spelers die nog geen partij speelden hebben geen kleurvoorkeur, dus de
kleurvoorkeur van de voorziene tegenstander wordt gevolgd.
A7: Topscorers
Topscorers zijn spelers die meer dan 50% van de maximaal te behalen punten hebben
behaald voordat de laatste ronde wordt gepaard.
122
A8: Paring Punten Verschil (PPV)
327
De paring van een paringsgroep bestaat out paren en neervlotters
Voor elk paar in een paring, het Puntenverschil (PV) is de absolute waarde van het verschil
tussen het aantal punten van de twee spelers in het paar
Voor elke neervlotter de PV is het verschil tussen het aantal punten van de neervlotter en
een artificiële waarde die één punt minder is dan het aantal punten van de laagst
geklasseerde speler in de paringsgroep
Het Paring Punten Verschil is een lijst van Puntenverschillen (PV), gesorteerd van hoog
naar laag.
PVV worden lexicografisch vergeleken (alle PV worden vergeleken van de eerste tot de
laatste, waarbij de kleinste PV, de laagste PVV bepaalt)
328
A9: Paringsvoorbereiding
De paring van een ronde (genoemd “Paring”) is afgewerkt als alle spelers (behalve
maximaal één die de bye ontvangt) gepaard zijn en de absolute criteria C1-C3 voldaan
zijn.
Als het niet mogelijk is om een Paring af te werken, zal de wedstrijdleider een beslissing
moeten nemen. Zoniet start de Paring met de hoogste puntengroep, en vervolgt in
afdalende richting, paringsgroep per paringsgroep totdat alle puntengroepen gebruikt zijn
en de Paring afgewerkt is.
Echter, indien tijdens deze procedure, er onderaan een situatie ontstaat dat er geen Paring
mogelijk is van de neervlotters samen met de overgebleven spelers, dient een alternatieve
procedure gevolgd te worden. De laatste paringsgroep die succesvol gepaard werd wordt
dan de Voorlaatste Paringsgroep (VPG) genoemd. De paring wordt nu hernomen maar alle
spelers van deze VPG worden nu samen gepaard in één paringsgroep met alle spelers van
de laatste paringsgroep waarvoor geen oplossing bestond.
329
Sectie B beschrijft de paringsprocedure van een paringsgroep
Sectie C beschrijft de criteria waaraan een paring moet voldoen
Sectie E beschrijft de kleurtoekenningsregels die gebruikt moeten worden om te bepalen
wie Wit krijgt toegewezen.
B. PARINGSPROCEDURE
B1: Definitie van Parameters
a) “M0 is het aantal neervlotters komende van de vorige paringsgroep. Dit aantal kan nul
zijn
b) “MaxParingen” is het maximaal aantal paren dat kan gevormd worden in een
paringsgroep. Meestal is dit het aantal spelers in de paringsgroep gedeeld door 2.
c) “M1” is het maximaal aantal neervlotters dat kan gepaard worden in de paringsgroep.
Gewoonlijk is dit gelijk aan het aantal neervlotters, tenzij er meer neervlotters zijn dan
327
PSD: Pairing Score Difference
328
Dit artikel toont dat FIDE zich eens te meer vergrijpt aan programmeertaal in deze nieuwe
regels in plaats van zich te beperken tot de wijze waarop een paring dient te gebeuren. De
vertaling is mijn beste poging, voor wie dit niet verstaat, ben ik niet overtuigd dat het zal helpen
om de originele Engelse versie te lezen...
329
Dit is een vrije vertaling van de onwaarschijnlijk ingewikkelde Engelse tekst. Het komt erop
neer dat als je in de laatste groep geen oplossing vindt, je de voorlaatste groep meeneemt en
opnieuw tracht te paren alsof het één enkele groep is. Meestal lukt het dan wel. En indien niet,
neem je nog een groep erbij tot het lukt. Dit proces is véél beter dan het vorige proces waarbij
je twee neervlotters per twee neervlotters moest toevoegen tot het lukte.
123
oorspronkelijke spelers in de paringsgroep en dan is M1 gelijk aan het aantal
oorspronkelijke spelers
330
B2: Subgroepen (oorspronkelijke samenstelling)
Bij het indelen wordt de paringsgroep verdeeld in twee subgroepen, genoemd S1 en S2.
S1 bestaat uit de hoogst gerangschikte N1 spelers van de groep, waarbij N1 gelijk is aan
M1 (in een heterogene groep) of MaxParingen
S2 bevat alle overige spelers
Als M1 kleiner is dan M0 zullen sommige neervlotters niet in S1 zitten. Deze neervlotters
kunnen niet gepaard worden en zullen moeten doorvlotten naar een volgende
paringsgroep.
B3: Bepalen van de kandidaat-paring
De spelers uit S1 worden in eerste instantie één voor één gepaard met de spelers uit S2
(de eerste van S1 met de eerste van S2, de tweede met de tweede en zo verder)
In een homogene paringsgroep vormen de spelers die zoals hierboven gepaard zijn en de
overgebleven speler(s), die dus neervlotters zullen worden, een kandidaat-paring.
In een heterogene groep zijn de paringen gevormd met de M1 neervlotters de
vlotterparing. De overige spelers vormen de restgroep en worden nadien gepaard volgens
dezelfde regels als een homogene paringsgroep.
De kandidaat-paring van een heterogene groep bestaat uit de vlotterparing en de
kandidaat-paring voor de restgroep. Alle niet gepaarde spelers worden neervlotters naar
de volgende paringsgroep.
B4: Evaluatie van de kandidaat-paring
Als de kandidaat-paring zoals opgesteld in B3 voldoet aan alle absolute criteria C1-C4 en
de kwaliteitscriteria C5-C19 dan os deze kandidaat-paring perfect en aanvaard. Zoniet
moet B5 toegepast worden of indien geen kandidaat-paring kan gevonden worden, moet
B8 toegepast worden.
B5: Acties indien de kandidaat-paring niet perfect is
De samenstelling van S1, doorvlotters en S2 moet aangepast worden om een andere
kandidaat-paring te vinden.
De artikels B6 voor homogene paringsgroepen en de restgroep en B7 voor de heterogene
paringsgroepen geven de precieze werkwijze om deze aanpassingen uit te voeren.
Na elke aanpassing wordt een nieuwe kandidaat-paring gemaakt (zie B3) en ge-evalueerd
(zie B4)
B6: Aanpassingen in een homogene paringsgroep of restgroep
Wijzig de volgorde van de spelers in S2 met een transpositie (zie D1). Als geen
transposities meer beschikbaar zijn in S2, wijzig de samenstelling van S1 en S2 (zie B2)
door spelers te wisselen tussen S1 en S2 (zie D2) en sorteer de S1 en S2 groepen opnieuw
volgens A2.
B7: Aanpassingen in een heterogene paringsgroep
Verwerk de restgroep met dezelfde regels als voor de homogene paringsgroep (zie B6).
De subgroepen die hiervoor gebruikt worden zijn deze die overblijven na het paren van
de neervlotters en noemen we S1R en S2R.
Als er geen transposities of verwisselingen meer mogelijk zijn voor S1R en S2R, wijzig
dan de volgorde van de spelers in S2 met een transpositie (zie D1) zodat een nieuwe
330
Vrij logisch vermits de neervlotters niet tegen elkaar kunnen spelen, zoniet waren ze niet
naar beneden gevlot.
124
paring van de neervlotters gemaakt wordt en een nieuwe restgroep die opnieuw
behandeld wordt zoals hierboven
Als er geen transposities meer mogelijk zijn voor de huidige S1, wijzig dan de S1 en
doorvlotters (zie B2) door neervlotters te wisselen tussen S1 en doorvlotters (zie D3).
Sorteer de nieuwe S1 volgens A2 en plaats S2 terug in de originele toestand.
B8: Acties als er geen perfecte kandidaatparing bestaat
Kies de best mogelijke kandidaat-paring. Een kandidaat-paring is beter als hij aan betere
kwaliteitscriteria C5-C19 beantwoordt van een hogere orde (dus volgens orde van belang
van C5 tot C19). Als verschillende kandidaat-paringen exact dezelfde kwaliteit hebben
geniet de eerder gemaakte paring de voorkeur (zie B6 of B7).
C. PARINGSCRITERIA
Absolute criteria
Geen enkele paring mag deze criteria overtreden:
C1 = C.04.1.b: Twee spelers zullen maximaal éénmaal tegen elkaar spelen
C2 = C.04.1.d: Een speler die reeds een bye heeft ontvangen of met forfait heeft
gewonnen, zal geen bye meer krijgen
C3 = Niet-topscorers (zie A7) met dezelfde absolute kleurvoorkeur zullen niet tegen elkaar
gepaard worden
Completeringscriterium
C4: indien de huidige paringsgroep de VPG is (zie A9), kies de set van neervlotters die
toelaat de paring te vervolledigen
Kwaliteitscriteria
Teneinde de best mogelijke paring te vinden voor elke paringsgroep, volg zoveel mogelijk
deze criteria in dalende volgorde van belang:
C5: Maximaliseer het aantal paren in een paringsgroep (dus minimaliseer het aantal
neervlotters)
C6: Minimaliseer het PPV (Paring Punten Verschil, regel A8). Dit komt erop neer zoveel
mogelijk neervlotters te paren en het liefst met de spelers met het hoogste aantal punten
C7: Als de huidige paringsgroep niet de VPG of de laatste paringsgroep is (volgens A9),
kies dan de set van neervlotters om het aantal paren te maximaliseren
331
en vervolgens
om de PPV van de volgende paringsgroep te minimaliseren
332
.
C8: Minimaliseer het aantal topscorers of tegenstanders van topscorers die een
kleurverschil hoger dan +2 of lager dan -2 ontvangen
333
C9: Minimaliseer het aantal topscorers of tegenstanders van topscorers die driemaal
opeenvolgend dezelfde kleur krijgen
C10: minimaliseer het aantal spelers die niet hun kleurvoorkeur krijgen
C11: minimaliseer het aantal spelers die niet hun sterke kleurvoorkeur krijgen
C12: minimaliseer het aantal spelers die neervlotten en de vorige ronde ook neervlotter
waren
C13: minimaliseer het aantal spelers die opvlotten en de vorige ronde ook opvlotter waren
C14: minimaliseer het aantal spelers die neervlotten en twee ronden geleden ook
neervlotter waren
331
Dit betekent kies zo weinig mogelijk neervlotters zodat de rest kan gepaard worden
332
Dit betekent kies als neervlotters de spelers met het laagste puntentotaal
333
Dus eerst het aantal neervlotters minimaliseren in de laatste ronde (C7), en dan pas naar de
kleuren kijken (C8 en C9).
125
C15: minimaliseer het aantal spelers die opvlotten en twee ronden geleden ook opvlotter
waren
C16: minimaliseer het scoreverschil voor de spelers die neervlotten en de vorige ronde
ook neervlotter waren
C17: minimaliseer het scoreverschil voor de spelers die opvlotten en de vorige ronde ook
opvlotter waren
C18: minimaliseer het scoreverschil voor de spelers die neervlotten en twee ronden
geleden ook neervlotter waren
C19: minimaliseer het scoreverschil voor de spelers die opvlotten en twee ronden geleden
ook opvlotter waren
D. PROCEDURE VOR HET AANMAKEN VAN PARINGEN
Vooraleer transposities of verwisselingen uit te voeren worden de spelers in een
paringsgroep genummerd volgens hun relatieve volgorde (zie A2) gaande van 1 tot het
aantal spelers. Dit is hun Paringsgroep Volgorde Nummer (PVN)
D1. Transposities in S2
Een transpositie is een wijziging van de volgorde van de PVNs (allemaal spelers van de
puntengroep) in S2.
Alle mogelijke transposities worden gesorteerd, afhankelijk van de lexicografische
waarde van hun eerste N1 PVN(s), waarbij N1 het aantal PVN(s) in S1 is (de resterende
PVN(s) van S2 worden in deze context genegeerd, omdat ze spelers vertegenwoordigen
die de rest vormen in het geval van een heterogene paringsgroep, of zullen neervlotten
in het geval van een homogene paringsgroep.
Bijvoorbeeld in een 11-speler homogene paringsgroep, is het 6-7-8-9-10, 6-7-8-9-11,
6-7-8-10-11, ..., 6-11-10-9-8, 7-6-8-9-10, ..., 11-10-9-8 -7 (720 transposities);
als de paringsgroep heterogeen is met twee neervlotters, is dit: 3-4, 3-5, 3-6, ..., 3-
11, 4-3, 4-5, ... 11-10 (72 transposities).
D2. Verwisselingen in homogene paringsgroepen of restgroepen (tussen
originele S1 en S2)
Een verwisseling in homogene paringsgroepen (ook wel een resident-verwisseling
genoemd) is een verwisseling van twee even grote groepen van PVN(s) (allemaal
spelers uit de puntengroep) tussen de originele S1 en de originele S2.
Teneinde alle mogelijke resident-verwisselingen te sorteren, moeten volgende
vergelijkingsregels toegepast worden tussen twee resident-verwisselingen in de
opgegeven volgorde (dus als een regel geen onderscheid maakt tussen twee
verwisselingen, ga dan naar de volgende regel).
De voorkeur gaat naar de verwisseling met:
a. het kleinste aantal uitgewisselde PVN(s) (het uitwisselen van slechts één PVN is
beter dan het uitwisselen van twee daarvan).
b. het kleinste verschil tussen de som van de PVN(s) verplaatst van de
oorspronkelijke S2 naar S1 en de som van de PVN(s) verplaatst van de
originele S1 naar S2 (bijv. in een paringsgroep met elf spelers, is het
verwisselen van 6 met 4 beter dan 8 verwisselen met 5, op dezelfde manier is
het verwisselen van 8 + 6 met 4 + 3 beter dan het verwisselen van 9 + 8 met
5 + 4, enzovoort).
c. de hoogste verschillende PVN onder degenen die van de originele S1 naar S2
zijn verplaatst (bijv. 5 verplaatsen van S1 naar S2 is beter dan 4 verplaatsen),
op dezelfde manier is 5-2 beter dan 4-3, 5-4-1 is beter dan 5-3 -2; enzovoort).
126
d. de laagste PVN onder die van de oorspronkelijke S2 naar S1 zijn verplaatst
(bijvoorbeeld 6 verplaatsen van S2 naar S1 is beter dan verplaatsen 7; 6-9 is
ook beter dan 7-8; 6-7-10 is beter dan 6-8) -9; enzovoort).
D3. Verwisselingen in een heterogene paringsgroep (tussen S1 en
doorvlotters)
Een verwisseling in een heterogene paringsgroep (ook wel een neervlotter-verwisseling
genoemd) is een verwisseling van twee even grote groepen van PVN(s) (die allen
neervlotters zijn) tussen de oorspronkelijke S1 en de oorspronkelijke groep
doorvlotters.
Om alle mogelijke neervlotter-verwisselingen te sorteren, moeten volgende
vergelijkingsregels tussen twee neervlotter-verwisselingen in de opgegeven volgorde
toegepast worden (dat betekent, als een regel geen onderscheid maakt tussen twee
verwisselingen, ga naar de volgende) naar de spelers die in de nieuwe S1 zitten na de
verwisseling.
De prioriteit gaat naar de verwisseling die een S1 oplevert met:
a. de hoogste verschillende score van de spelers vertegenwoordigd door hun PVN (dit
komt automatisch overeen met het C.6 criterium, dat vraagt om de PPV van een
paringsgroep te minimaliseren).
b. de laagste lexicografische waarde van de PVN(s) (gesorteerd in oplopende volgorde).
Slotregel
Telkens wanneer een sortering is gemaakt, kiest elke toepassing van de
overeenkomstige D.1-, D.2- of D.3-regel het volgende element in de sorteervolgorde.
E. KLEUR TOEWIJZINGSREGELS
De initiële kleur
Dit is de kleur die toegewezen wordt voor de paring van de eerste ronde door lottrekking
Voor elke paring geldt (met afnemende prioriteit):
E1. Honoreer beider kleurvoorkeur.
E2. Honoreer de sterkste kleurvoorkeur. Als beide spelers een absolute kleurvoorkeur
hebben (in het geval van topscorers, zie A7), honoreer het grotere kleurverschil (zie
A6)
E3. Rekening houdende enkel met gespeelde partijen, alterneer ten opzichte van die
ronde, waarin beiden het laatst met verschillende kleuren speelden.
E4. Honoreer de kleurvoorkeur van de hoger geklasseerde speler.
E5. In de eerste ronde krijgen de oneven geklasseerde spelers van S1 de initiële kleur en
de even geklasseerde de andere kleur.
127
Versnelde paringen
In grote (massa) toernooien kan het nodig zijn de paringen in de eerste ronden
moeilijker te maken voor de beste spelers om sneller een schifting door te voeren en
het eindklassement binnen een redelijk aantal ronden vast te kunnen leggen,
bijvoorbeeld indien er meer dan 100 spelers zijn voor 7 ronden (open toernooi van
Leuven bijvoorbeeld) of meer dan 400 spelers voor 9 ronden (open toernooi van Gent
bijvoorbeeld).
Versnelde systemen kunnen ook een hulp zijn voor het behalen van FIDE normen in
een open toernooi.
Haley-Systeem
Dit systeem werkt vooral goed als er een groot verschil is in sterkte tussen de
deelnemers.
De groep wordt in het klassieke Haley systeem opgedeeld in twee helften. De sterkste
helft krijgt 1 fictief punt extra toegewezen. De paringen worden nu uitgevoerd op basis
van de reële + de fictieve punten en verder volgens een normaal Zwitsers systeem op
rating. Dus in ronde één speelt het eerste kwart tegen het tweede kwart, en het derde
kwart tegen het vierde kwart. In de tweede ronde is de paring op basis van de score in
de eerste ronde + de fictieve punten. In de derde ronde worden de fictieve punten
verwijderd en gaat de paring klassiek verder.
Een (verbeterd) alternatief is het opdelen van de volledige groep spelers in gelijke delen
waarna aan het laatste deel 0 punten, aan het voorlaatste deel ½ punt, aan het deel
daarboven 1 punt, en tekens ½ punt meer per deel tot boven, tijdelijk wordt toegekend.
Bijvoorbeeld voor 500 spelers, kan men 5 groepen van 100 spelers maken. De eerste
100 krijgen 2 punten tijdelijk toegekend, de volgende 100 krijgen 1 ½ en zo verder, tot
de laatste honderd die 0 krijgen toegekend.
De paringen worden gemaakt met inbegrip van deze virtuele score tot en met ronde 3
(voor 7 ronden in totaal) of ronde 4 (voor 9 ronden in totaal). Na deze versnelde
paringen worden de tijdelijke punten van alle spelers verwijderd en speelt men verder
een normaal Zwitsers toernooi.
Pairtwo-systeem
Sinds de invoering van paringen met computers is het mogelijk veel intelligentere
systemen te ontwikkelen. Het systeem gebruikt in Pairtwo en reeds succesvol toegepast
in het Open Toernooi van Leuven laat toe om versneld te paren en te vermijden dat er
een hele reeks lager geklasseerde spelers een gemakkelijk parcours krijgen.
Het systeem werkt met gekruiste paringen, wat wil zeggen dat in de middengroep
spelers in volgorde een sterkere of een zwakkere tegenstander krijgen en het lot beslist
hierover. Statistisch gezien is het zo weinig waarschijnlijk dat een speler uit de
middengroep via een gemakkelijk parcours bovenaan komt te staan, wat wel het geval
is in de klassieke versnelde systemen.
Het principe is eigenlijk vrij eenvoudig. Het werkt door in een groep met gelijke punten
de afstand tussen de spelers te verkleinen. In gewone paringen de afstand is het aantal
spelers in de groep / 2. In versnelde paringen is de afstand genomen als het aantal
spelers / 5. Een voorbeeld :
Stel 20 spelers in een groep : de normale afstand is dan 20 / 2 = 10, de versnelde
afstand is 20 / 5 = 4. Normale paringen geven 1-11 ; 2-12 ; etc. Versnelde paringen
geven als eerste paring 1-5, dan tussen de overgebleven spelers (2,3,4,6,7,...) nemen
we opnieuw een afstand van 4 en de paring is dan 2-7, gevolgd door 3-9, 4-11, 6-13,
8-15, 10-17, 12-18, 14-19, 16-20. Een computer kan dit gemakkelijk aan, een mens
zal het er iets lastiger mee hebben, vandaar dat versnelde paringen best worden
overgelaten aan Pairtwo.
Versneld vertraagd systeem
128
Deze variant, uit Frankrijk, heeft tot doel het gehele toernooi spelers van gelijke sterkte
aan elkaar te koppelen.
De groep wordt opgedeeld in drie subgroepen. Groep A met minstens ¼ en maximum
de helft van de spelers bevat de sterkste spelers, typisch met meer dan 2000 ELO-
punten. Deze krijgen 2 fictieve punten toegewezen. Groep B bevat de middenmoot die
1 fictief punt krijgen toegewezen, en groep C ook met minstens ¼ van de spelers bevat
de minst sterke, typisch minder dan 1600 ELO, krijgen geen fictieve punten.
De paringen worden gemaakt op basis van een globale score (SG) die de som is van de
reële score (SR) en de toegewezen fictieve punten (PF) :
SG = SR + PF.
Van zodra uit groep B of C een reële score SR van bereikt krijt hij een ½ punt bij
de fictieve score PF toegevoegd. Bij een reële score SR van 3 wordt er nogmaals een ½
punt toegevoegd aan PF. De spelers van groep B hebben dan ook een PF van 2 net zoals
groep A, groep C komt op een PF van 1. De spelers van groep C krijgen nog een ½ punt
toegekend bij een reële score van 4½.
Tot slot, in het algemeen voor alle spelers, van zodra hij de helft van de te behalen
punten (= aantal ronden / 2) bereikt komt zijn PF ook op 2.
Dit systeem wordt aangehouden tot voor de voorlaatste ronde. De laatste twee ronden
worden gepaard zonder rekening te houden met de fictieve punten PF die voor iedereen
verwijderd worden.
Splits-systeem
Een systeem dat vroeger nogal in gebruik was wegens zijn éénvoud was het toernooi
gewoon opsplitsen in deeltoernooien gedurende een aantal ronden.
Het spelersveld wordt net zo gesplitst als onder het puntensysteem, maar nu speelt
elke groep een afzonderlijk Zwitsers systeem gedurende 3 of 4 ronden. Daarna wordt
alles samengevoegd en speelt men verder een normaal toernooi.
Het nadeel hiervan is dat men bij de samenvoeging een hele reeks spelers van lagere
sterkte verzamelt in de top van het klassement en dat er na de samenvoeging opnieuw
een schifting moet plaatsvinden. Dit maakt dit systeem duidelijk minderwaardig ten
opzichte van de andere systemen hier vernoemd.
129
Amsterdams Systeem
Dit systeem is gedeeltelijk gebaseerd op het Zwitsers systeem en op de paringstabellen
van gesloten toernooien. Het wordt gebruikt in massatoernooien waar de bedenktijd
zeer beperkt is en het aantal partijen groot. Bijvoorbeeld in een
snelschaakkampioenschap kan dit een efficiënt systeem zijn omdat het sneller is dan
het Zwitsers systeem.
Per vier deelnemers worden groepen gevormd van vergelijkbare sterkte volgens de
regels van het Zwitsers systeem. In iedere groep betwist men een volledig gesloten
toernooi van drie partijen. Pas na de drie partijen wordt een nieuw tussenklassement
gemaakt en worden de volgende groepen samengesteld op basis van dit
tussenklassement. Er hoeven dus slechts om de drie ronden paringen worden gemaakt
en plaatsen gezocht in plaats van elke ronde.
Dit betekent dat drie ronden nu slechts 40 minuten in beslag nemen (10 min voor de
paringen en 10 min per partij) in plaats van 60 minuten in Zwitsers (10 min per paring
en 10 min per partij).
In het Amsterdams is het gebruikelijk om tot 4 maal toe groepen van 4 spelers te
vormen die 3 partijen spelen wat het totaal brengt op 12 partijen. Hiermee kan je tot
200 spelers op een goede manier klasseren.
Het nadeel is dat er meer partijen nodig zijn om het juiste eindklassement te realiseren.
In Zwitsers volstaan 7 ronden voor 100 deelnemers (140 min), in Amsterdams zullen 4
ronden van 3 partijen nodig zijn (160 min).
Als er echter toch voorzien was om veel te spelen, bijvoorbeeld minstens 6 uur of zelfs
12 uur of 24 uur is Amsterdams zeker veel efficiënter dan Zwitsers.
In het laatste geval van uithoudingstoernooien van 12 of 24 uur kunnen de groepen
zelfs groter gemaakt worden.
130
Keizer-Systeem
"Een goede clubgeest gaat gepaard met gezellige speelavonden. Nochtans zullen deze
speelavonden aan vervlakking en gebrek aan interesse lijden als niet tegelijkertijd wordt
getracht het spelpeil zo hoog mogelijk op te voeren".
Zo begint het knusse artikel van Keizer (ergens aan het eind van de jaren '50?).
"Wanneer het in een clubkampioenschap onmogelijk is om iedereen tegen iedereen te
laten schaken, aldus Keizer, worden de spelers gewoonlijk over twee groepen verdeeld
(een zwakke en een sterke) en worden er twee aparte competities georganiseerd met
stijgers en dalers. Eén plaats verschil kan dan betekenen dat men een heel jaar lang
tegen te sterke of te zwakke tegenstanders moet schaken en dit kan", nog steeds
volgens Keizer, "afhankelijk van het karakter van de betrokkene, zijn animo voor de
wedstrijd beïnvloeden".
Keizer prijst zichzelf dan ook heel gelukkig "een basismethode gevonden te hebben,
welke het mogelijk maakt met ontwikkeling van alle opgesomde bezwaren tot een
nauwkeurige, het rechtvaardigheidsgevoel bevredigende ranglijst te komen". Dit klinkt
bijna zoals Euwe, heel knap! Bovendien bevat het "een aantal attractieve elementen,
welke een gezond verenigingsleven uitermate bevorderen".
Overzicht van het keizersysteem
Het Keizersysteem wordt gebruikt wanneer niet elke speler elke ronde kan spelen (als
dat wel het geval is, gebruikt men meestal het Zwitsers systeem). Omdat er soms
verwarring bestaat over de precieze implementatie ervan, is een korte beschrijving op
zijn plaats.
WAARDE - CIJFER
In afwijking van het klassieke competitiesysteem wordt volgens het systeem Keizer aan
winstpartijen een ongelijke waardering toegekend
334
. Een winstpartij wordt des te hoger
gehonoreerd naarmate de tegenspeler, van wie het is verkregen, hoger is geklasseerd.
Voor dat doel wordt aan elke plaats op de ranglijst een aflopend aantal waardepunten
toegekend. Deze rangwaardecijfers blijven gedurende de gehele kompetitie constant en
zijn onafhankelijk van de speler, door welke een bepaalde plaats op de rangladder
(tijdelijk) wordt ingenomen. (Zie fig. 1.)
Plaats
Naam
Waardecijfer
1
Janssens
50
2
Pietersen
49
3
Bakker
48
4
Slager
47
5
.....
46
6
.....
45
7
.....
44
Figuur 1 : Het cijfer 50 voor plaats 1 is willekeurig gesteld. Op de keuze van de grenzen,
waartussen deze cijfers worden gelegd, zal later nader worden ingegaan.
BELONING
Elke speler, die er in slaagt te winnen van de bezetter van plaats nr. 1 wordt nu volgens
de tabel in fig.1 beloond met 50 punten overeenkomstig het waardecijfer 50. Dit
onafhankelijk van de plaats, welke de winnaar op dat moment zelf op de ranglijst innam.
Wint dus bv. nr. 7 van nr. 1, dan ontvangt hij hiervoor 50 punten. Hetzelfde geldt voor
nrs. 12,17,28, enz.
Is de uitslag onbeslist (remise), dan ontvangt elke speler hiervoor de helft van het
aantal punten, dat overeenstemt met het waarderingscijfer van zijn tegenstander.
334
Dit is ook het geval bij het aan schakers bekende systeem Sonneborn-Berger
131
Speelt dus nr. 2 gelijk tegen nr. 7, dan krijgt nog steeds volgens fig. 1 de nr 2 voor
deze prestatie ½ x 44 = 22 punten. Nr. 7 ontvangt voor zijn prestatie ½ x 49 = 24½
punten.
Voor een verliespartij wordt altijd 0 punten geboekt, ongeacht van wie werd verloren.
PARING
De indeling (paring) geschiedt volgens ranglijst met als afwijking op het Zwitsers
Systeem, dat in elke ronde nr. 1 speelt tegen nr. 2, nr. 3 tegen nr. 4, enz. Men kan
daarbij de bepaling maken, dat hoogstens een keer tegen dezelfde speler wordt
uitgekomen. Blijkt in dat geval, dat nr. 1 reeds tegen nr. 2 heeft gespeeld, dan wordt
hij tegen nr. 3 opgesteld. Indien deze partij ook reeds heeft plaats gehad, dan nr. 1
tegen nr.4, enz. Het is dus de bedoeling, dat met inachtneming van de bijzondere
bepalingen zo veel mogelijk die spelers tegen elkaar uitkomen, wier plaats op de
ranglijst elkaar het meest benadert. Voor de keuze van de kleur wordt nagegaan welke
van de beide tegenstanders de voorkeur voor "wit" heeft op grond van de door hen
gedeeltelijk met wit en zwart gespeelde partijen. Vanzelfsprekend moet er naar
gestreefd worden dit zo goed mogelijk in evenwicht te houden.
335
Moet speler Janssens bv. spelen tegen speler Pietersen en heeft speler Janssens reeds
5 partijen met wit en 4 met zwart gespeeld, terwijl omgekeerd speler Pietersen 4
partijen met wit en 5 partijen met zwart speelde, dan is het duidelijk dat speler Pietersen
tegen speler Janssens wit heeft.
Stel nu het geval dat de speler Bakker en Slager tegen elkaar moeten spelen. Bakker
speelde 5 partijen wit en 4 zwart. Slager speelde eveneens 5 partijen wit en 4 zwart.
In zo een geval moet gepoogd worden kleurwisseling toe te passen. Het is namelijk
mogelijk dat Bakker zijn laatste partij met wit speelde en Slager zijn laatst gespeelde
partij met zwart. In dat geval wordt de paring : Slager (wit) - Bakker (zwart).
Blijkt evenwel ook op deze grond geen voorkeur aanwezig, dan houdt men de regel aan
dat de hoogst op de ranglijst geplaatste speler de witte kleur bekomt.
336
Het is nodig ten behoeve van de juiste paring na elke speelronde de ranglijst te herzien
op grond van de behaalde resultaten. Hoe dit geschiedt zal nader worden uitgelegd.
RANGLIJST
Voor de aanvang van de eerste ronde wordt de rangladder opgesteld volgens
speelsterkte. Zo veel mogelijk aan de hand van bekende gegevens
337
. Indien deze
ontbreken kan men met een schatting volstaan. Wanneer dit ook niet mogelijk is, bv.
voor een toernooi, dient voor de beginvolgorde te worden geloot.
De bedoeling van deze bepaling is er voor te zorgen, dat enigszins gelijkwaardige
spelers tegen elkaar in het veld treden.
Wanneer de uitslagen van de eerste ronde bekend zijn kan de ranglijst worden
gecorrigeerd. Ranglijst nr. 2. ontstaat uit 2 factoren, nl. ranglijst nr.1 en de uitslagen
1ste ronde.
De nieuwe rangladder ontstaat uit de vergelijking van de verkregen totaalcijfers. Stel
dat de beginranglijst er als volgt uitzag (fig 2)
335
Nu geeft Keizer een uitgebreide uitleg van de kleurtoekenning. Het eenvoudigste is om hier
hetzelfde toe te passen als voorzien in het Zwitsers systeem. Dit is ook als dusdanig uitgevoerd
in Pairtwo.
336
Dit is dan weer in tegenspraak met het Zwitsers systeem waar de hoogst gerangschikte
kleuralternatie krijgt.
337
Keizer doelt wellicht ofwel op ELO-punten (standaard voorzien in Pairtwo) ofwel op vorige
resultaten in vorige toernooien.
132
Fig 2 : Beginranglijst
Plaats
Naam
Waardecijfer
1
Janssens
50
2
Pieterse
49
3
Bakker
48
4
Slager
47
5
De Vries
46
6
De Zeeuw
45
7
De Jonge
44
8
De Oude
43
9
De Wit
42
10
De Bruin
41
De uitslagen luiden
Janssens - Pietersen 1-0
Bakker - Slager ½ - ½
De Vries - De Zeeuw 0-1
De Jonge - De Oude ½ - ½
De Wit - De Bruin 0-1
enz.
Nu wordt van elke speler het waardecijfer samengeteld met het resultaat van de
gespeelde wedstrijden.
Fig 3 : opstelling van Ranglijst nr. 2
Plaats
Naam
Waardecijfer
Waardering
ronde 1
Totaal
1
Janssens
50
49
99
2
Pieterse
49
0
49
3
Bakker
48
23½
71½
4
Slager
47
24
71
5
De Vries
46
0
46
6
De Zeeuw
45
46
91
7
De Jonge
44
21½
65½
8
De Oude
43
22
65
9
De Wit
42
0
42
10
De Bruin
41
42
83
Van de hier vermelde spelers ziet de nieuwe onderlinge volgorde er nu als volgt uit :
Plaats
Nieuw Cijfer
Naam
Totaal
1
50
Janssens
99
2
49
De Zeeuw
91
3
48
De Bruin
83
4
47
Bakker
71½
5
46
Slager
71
6
45
De Jonge
65½
7
44
De Oude
65
8
43
Pieterse
49
9
42
De Vries
46
10
41
De Wit
42
Hier op voortbouwend zou de paring voor de 2de ronde er als volgt uitzien (de vermelde
uitslagen zullen we dan als uitgangspunt nemen voor het samenstellen van ranglijst nr.
3.
De Zeeuw - Janssens 1-0
De Bruin - Bakker 1-0
Slager - De Jonge ½ -½
133
De Oude - Pietersen 0-1
De Vries - De Wit ½ -½
Wij gaan nu de handeling van na de ronde herhalen, doch vermeerderen nu het eigen
rangwaardecijfer met de resultaten van de beide gespeelde ronden. Men let evenwel op
de herwaardering van het spelresultaat uit de eerste ronde. De herwaardering van alle
gespeelde partijen geschiedt steeds aan de hand van de waardecijfers van de laatst
geldige ranglijst.
Fig 4 : Ranglijst na 2 ronden
Plaats
Naam
Waardecijfer
Waardering
ronde 1
Waardering
ronde 2
Totaal
1
Janssens
50
43
0
93
2
De Zeeuw
49
42
50
141
3
De Bruin
48
41
47
136
4
Bakker
47
23
0
70
5
Slager
46
23½
22½
92
6
De Jonge
45
22
23
90
7
De Oude
44
22½
0
66½
8
Pieterse
43
0
44
87
9
De Vries
42
0
20½
62½
10
De Wit
41
0
21
62
Op grond van deze cijfers is de volgorde van ranglijst nr. 3
Plaats
Nieuw Cijfer
Naam
Totaal
1
50
De Zeeuw
141
2
49
De Bruin
136
3
48
Janssens
93
4
47
Slager
92
5
46
De Jonge
90
6
45
Pieterse
87
7
44
Bakker
70
8
43
De Oude
66½
9
42
De Vries
62½
10
41
De Wit
62
Op deze wijze wordt telkens na elke speelronde een nieuwe telling gemaakt en de
nieuwe rangladder vastgesteld.
Nu is om een duidelijk begrip te bevorderen gemakshalve aangenomen dat op de
ranglijsten nr. 2 en 3 de plaatsen 1 tot en met 10 steeds door dezelfde spelers werden
ingenomen. In werkelijkheid ligt dat natuurlijk anders. Uiteraard zou daardoor de paring
voor de 2° ronde er ook reeds anders uit hebben gezien.
VERHINDERING
Wanneer een speler om onverschillig welke redenen verhinderd is een speelavond bij
te wonen en hij geeft hiervan een tijdig bericht aan de wedstrijdleider, zo komt hij in
aanmerking voor een schadeloosstelling.
Uiteraard dient de limiet voor het begrip "tijdig" van tevoren door de wedstrijdleiding
te worden vastgesteld.
Het zou vanzelfsprekend niet juist zijn een verzuimde ronde als een winstpartij te
belonen. Evenmin behoort deze als verliespartij te worden aangemerkt, daar er dan van
compensatie in het geheel geen sprake zou zijn. Om de prikkel tot aanwezigheid zo
levendig mogelijk te houden verdient het aanbeveling de vergoeding voor verzuim iets
minder te doen dan de beloning voor een remise-uitslag.
We richten ons hiervoor naar het eigen rangwaardecijfer van de afwezige speler. Uit
een oogpunt van eenvoudige berekening komen we er toe voor elke verzuimde partij
134
een vergoeding te geven gelijk aan het 1/3 deel van het eigen rangwaardecijfer.
338
Met
het stijgen en dalen van iemands rangwaardecijfer gaat ook automatisch de waardering
van eventueel verzuimde partijen mede. Een en ander heeft ten gevolge dat een
aaneengeschakelde serie verzuimdagen een langzame, doch zekere daling op de
ranglijst veroorzaakt. Daarentegen is hiermede voorkomen, dat men bovenmatig in zijn
kansen in de wedstrijd is gedupeerd.
Om de telling niet te ingewikkeld te maken is het raadzaam de 1/3 delen af te ronden
op ½ punt. Heeft bv. iemand een rangwaardecijfer 55, zo wordt een verzuimvergoeding
1/3 x 55 = afgerond 18 ½. Daarnaast is 1/3 x 56 = 19.
Een groot nut van deze regeling is ook, dat iemand die pas later in de kompetitie start
(bv. nieuw lid), zonder meer kan worden toegevoegd, door de gemiste ronden als
"verzuim" aan te merken. Dezelfde regeling kan ook worden gevolgd indien een speler
de deelname voortijdig beëindigt.
GEEN PARTIJ
De vergoeding voor het wel aanwezig zijn, doch ten gevolge van de indeling geen partij
hebben, is vastgesteld op 2/3 x het eigen rangcijfer. De wedstrijdleider kan deze
compensatie ook toepassen in andere zich daartoe lenende gevallen.
ADMINISTRATIE
339
Nu rest nog de invoering van een overzichtelijk administratiesysteem. Het zal spoedig
duidelijk zijn, dat een verwerking volgens fig.2 en 3 onoverzichtelijk en lastig
bewerkbaar wordt. Daarom verdient het aanbeveling een soort kaartsysteem aan te
leggen, hetwelk successievelijk alle resultaten van de respectievelijke deelnemers gaat
vermelden. De afzonderlijke kaarten kunnen telkens het behaalde totaalcijfer
vermelden. Door het eenvoudige op-volgorde-leggen komt de juiste rangschikking
tevoorschijn.
Goede ervaringen werden verkregen met prestatielijsten op het bekende in de handel
verkrijgbare geruite foliopapier.
De lijsten zijn dusdanig ingericht, dat zij behalve de resultaten, ook de rondenummers
of data, de namen der tegenspelers en de gespeelde kleur bevatten. De definitieve
inrichting en het formaat van de prestatielijsten moeten uiteraard op de behoefte
worden ingesteld en van geval tot geval worden beoordeeld.
RONDENTAL
De opgedane ervaring leert, dat een aantal speelronden van ca. 60 % van het
deelnemerstal voldoende is om een ranglijst te vormen, welke een bevredigde uitslag
weergeeft. Meerdere ronden spelen kan uiteraard geen kwaad. De invloed op de
ranglijst is dan echter nog maar gering.
EINDKORREKTIE
Voor het vaststellen van een zo nauwkeurig mogelijke uitslag op grond van de behaalde
resultaten is het nuttig na de laatste ronde de waardering van de gespeelde partijen
nog eenmaal extra te herzien aan de hand van de op de normale wijze verkregen
ranglijst.
Wij hebben voorheen immers gezien, dat de rangorde telkens werd vastgesteld aan de
hand van 2 factoren, te weten de ranglijst na de vorige ronde en de uitslagen van de
laatste ronde. De gemaakte tussentijdse ranglijsten deden echter slechts dienst als
hulpmiddel voor de juiste paring. Thans wordt iets meer verlangd en is het goed alle
338
In sommige clubs geeft men 1/3 voor de eerste afwezigheid, vervolgens 1/4, 1/5, 1/6
enzovoort. Soms ook geeft men maximaal 3 keer 1/3 voor afwezigheden, of maximaal 4 keer
1/4...).
339
Met de komst van computerprogramma’s zoals Pairtwo is dit vraagstuk rond administratie
niet echt meer van toepassing. Ik laat de tekst echter in de bundel voor de volledigheid
135
uitslagwaardering nog eens samen te tellen volgens de waardecijfers van de laatste
ronde.
Men kan het gehele competitieverloop ook zien als een lap, die wordt gebreid. Eerst
worden de steken opgezet (eerste ranglijst). Vervolgens wordt telkens een toer gebreid
(speelronde). Is de lap voldoende lang geworden, dan moet de breinaald eruit worden
gehaald en om geen losse lussen over te houden wordt het breiwerk "afgekant". Aldus
kan men ook de berekening zien van de uitslag na de laatste speelronde. Eerst worden
dus de laatste uitslagen op de gebruikelijke wijze verwerkt en de rangorde opgesteld.
Hierna worden alle waarderingscijfers herzien en samengeteld zonder dat hiervoor
opnieuw werd gespeeld.
HOOGTE DER WAARDECIJFERS
Om de hoogte der in te voeren rangwaardecijfers te kiezen moeten wij trachten te
beoordelen, wat de gevolgen van een eventuele keuze zijn.
Gesteld dat we deze uiterst laag houden, b.v. voor een ranglijst van 1 t/m 30,
omgekeerd aflopend van 30 naar 1. De nummer 24 geplaatste speler zou hierbij als
rangwaardecijfer 7 hebben en nummer 30 waardecijfer 1.
Zou het nu in het verloop der kompetitie voorkomen, dat nr. 24 tegen nr. 30 moet
spelen, dan kan deze max. 1 punt scoren. Bij afwezigheid ontvangt hij echter 1/3 x 7
= 2 ½ punten. Uiteraard is dit niet juist en moet het puntenniveau zo hoog worden
opgetrokken, dat de waarderingskansen bij spelen in ruime mate hoger liggen dan bij
niet spelen.
Wordt het niveau daarentegen te hoog opgetrokken dan zullen de staartborden, welke
in de regel de meeste nullen scoren, te zeer gebaat zijn met opzettelijke afwezigheid,
welke immers per verzuimde partij 1/3 x eigen rangcijfer oplevert. Een modus voor het
kiezen van een bruikbaar rangcijfer- niveau is om voor nr. 1 van de ranglijst een
puntental te kiezen van ca. 1 ½ x het aantal deelnemers. Hierbij kan dan naar boven
nog rekening worden gehouden met te verwachten toetreding van nieuwe spelers.
340
VARIATIES
Naar ik hoop is in de voorgaande hoofdstukjes het principe van het Keizer-systeem
duidelijk uiteengezet. Wellicht, dat de toegevoegde uitgewerkte voorbeelden ook nog
verhelderend kunnen werken.
Op dit grondpatroon zijn vele variaties mogelijk, zoals bepalingen, dat men hoogstens
een of twee keer gedurende het seizoen tegen dezelfde speler mag uitkomen, enz.
Op een belangrijke variatie wil ik hier speciaal de aandacht vestigen, omdat die in het
bijzonder van belang is voor de grotere verenigingen.
341
Wil het systeem goed gespeeld worden, dan moeten de resultaten worden gemeten van
een voor alle spelers gelijk aantal speelavonden. Nu komt het regelmatig voor, dat een
wisselend deel der deelnemers op een clubavond in teamverband moet uitkomen tegen
een andere vereniging. Deze spelers kunnen dus op de bewuste datum niet uitkomen
voor de onderlinge competitiewedstrijd. Voor verenigingen, welke met slechts een of
twee ploegen in een kompetitie uitkomen, zal het geen bezwaar vormen, deze data van
het eigen competitieschema uit te sluiten; daar er genoeg speelavonden beschikbaar
blijven voor een voldoend aantal speelronden voor de interne wedstrijden. Evenwel
verdient het daarbij aanbeveling met het oog op het eventueel uitspelen van afgebroken
340
Dus als me verwacht maximaal 30 deelnemers te hebben is een goed waardecijfer voor
rangnummer 1 gelijk aan 30 x 1 ½ = 45.
341
Er volgt nu nog een lange uitleg over hoe om te gaan met speelavonden waarop ook interclubs
plaatsvinden. Dit is typisch in Nederland, maar niet in België. Deze paragraaf heb ik laten staan
om de tekst van Keizer getrouw weer te geven, maar is dus niet van toepassing voor ons.
136
partijen voor elke interne wedstrijdronde bv. 2 speelavonden te reserveren
342
.
Naarmate het ledental groter is en daarbij tevens met meerdere ploegen in andere
wedstrijden moet worden uitgekomen, worden de mogelijkheden voor een dergelijk
competitieschema kleiner. Immers is er enerzijds door een groter deelnemerstal aan de
onderlinge kompetitie behoefte aan een groter aantal speelronden, terwijl anderzijds
door het groter aantal spelende teams meer clubavonden gedeeltelijk door
teamwedstrijden in beslag genomen zullen zijn.
343
Keizer : Een alternatief scoresysteem
344
Het ELO-puntensysteem dat wij hier kan beschouwd worden als een verfijning van het
systeem Keizer, waarbij de waarde van een speler bepaald wordt door zijn (geschatte)
ELO-rating, en niet door zijn plaats in de rangschikking. Dit systeem wordt sedert 1992
toegepast door de Geelse schaakkring en met succes.
Het systeem komt op het volgende neer: als speler X (met bijvoorbeeld 1500 ELO-
punten) wint tegen speler Y (ELO-rating: 1945), krijgt X 19.45 punten. Als de partij
remise wordt, krijgt speler X 19.45/2 punten en speler Y 15.00/2. (De ene krijgt dus
ook hier minder dan de andere, ook al hebben zij remise gespeeld). Bij verlies van X
krijgt X 0 punten, en speler Y 15.00.
Deze waarderingen kunnen evolueren tijdens het toernooi, op basis van de officiële K-
factor (<= 32), die bepaalt hoeveel ELO-punten een speler per partij maximaal kan
bijverdienen of kwijtspelen. Een speler die een fantastisch toernooi speelt en daarbij
100 ELO-punten wint, krijgt die winst bijgeteld in zijn waardering: hij is dan bijvoorbeeld
16.00 punten waard in plaats van 15.00.
Een ELO-rating is net zo min als de Keizer-waardering een meting op intervalniveau,
maar ze is een veel nauwkeurigere (zij het enigszins vertraagde) weergave van iemands
werkelijke speelsterkte.
Voordelen
Wanneer in het ELO-punten-systeem een zwakkere speler in het begin van de
competitie een (zuurbevochten) overwinning behaalt tegen een sterke tegenstander,
moet hij niet meer vrezen dat nog ooit afbreuk gedaan zal worden aan de waarde van
zijn overwinning, want die ligt -in de vorm van de ELO-punten van de tegenstrever- zo
goed als vast. Met andere woorden, iemand die te veel afwezig blijft, zal wel de
kampioenstitel kunnen vergeten (zoals in het Keizersysteem), maar zijn tegenstanders
worden er niet door benadeeld doordat hij wegzakt in de rangschikking.
Wanneer, in ons voorbeeld supra, het deelnemersveld voor een toernooi bestaat uit 2
grootmeesters plus een schare knoeiers, dan is de hoogst gequoteerde knoeier per
definitie veel minder waard dan de tweede grootmeester (in tegenstelling tot het
Keizersysteem). De grootmeesters zijn in het ELO-puntensysteem bijvoorbeeld 27.00
en 26.50 punten waard, en de knoeiers 14.00 of nog minder.
De meeste Keizerparameters blijven gelden: voor een afwezigheid krijgt men
bijvoorbeeld 1/3 van de eigen ELO-punten, de oneven speler die afblijft krijgt 2/3
enzovoort.
De nieuwe rangschikking is gemakkelijker te berekenen dan in het Keizersysteem. Het
heeft in het ELO-punten-systeem minder belang of er al dan niet geïtereerd wordt De
punten in de rangschikking zijn gemakkelijker te interpreteren en te voorspellen, en de
rangschikking zelf wordt minder scheefgetrokken door afwezigheden etc. .
342
Dit laatste is niet meer van toepassing, de notie afgebroken partijen bestaat nu haast niet
meer
343
Tot zover de oorspronkelijke tekst van Keizer
344
Kempens systeem (voorgesteld op de website van Geel)
137
138
Amerikaans systeem
Het Amerikaans systeem is afgeleid van het Zwitsers systeem aangezien eigenlijk enkel
de puntentelling in principe verschilt met dit paringssysteem.
Puntentelling
Bij de aanvang van het toernooi krijgen alle spelers, en telkens een nieuwe speler wordt
toegevoegd krijgt deze 1000 punten als startkapitaal. De punten wijzigen tijdens het
toernooi volgens drie principes :
Voor winst of verlies komen er punten bij en gaan er punten weg
Een speler ontmoeten van verschillende sterkte wordt gecompenseerd in de
score
Hoewel het toernooi specifiek geschikt is voor vrije deelname kan aanwezigheid
aangemoedigd worden door aanwezigheidspunten
In elke partij ontvangt de winnaar 50 punten, de verliezer verliest 50 punten.
Daarenboven krijgen beide speler het verschil in sterkte voor 10 % in plus of in min, al
naargelang men minder of meer punten had voor de aanvang van de partij. Nog eens
daarboven krijgt elke speler een premie voor aanwezigheid, een soort stimulans om
toch aanwezig te zijn om een partij te spelen. Bijvoorbeeld als we het toernooi
opsplitsen in drie delen kan dit zijn :
0 punten in het eerste deel,
5 punten in het tweede deel en
10 punten in het derde deel.
De formule is : Pn = Po + 100 x R 50 + (Pt Po) / 10 + A
Waarin Pn = nieuwe puntentotaal of score van de speler
Po = oude puntentotaal van de speler
R = resultaat behaald (1, 0.5 of 0)
Pt = oude puntentotaal van de tegenstander
A = aanwezigheidspunten
Bijvoorbeeld : de partij Janssens Pietersen in het derde deel eindigt in een overwinning
voor Janssens. Voor de partij hadden de spelers respectievelijk 1150 en 1100 punten.
Janssens heeft als nieuwe score 1150 + 100 - 50 + (1100-1150) / 10 + 10 = 1205
punten en Pietersen 1100 50 + (1150 -1100) / 10 + 10 = 1065 punten
De paringen geschieden volgens de punten net zoals in het Zwitsers systeem
Gebruik
Dit systeem werd speciaal ontwikkeld voor toernooien waar niet iedereen elke ronde
kan spelen, en is gekenmerkt door een inschrijving ronde per ronde gevolgd door een
onderlinge paring van de aanwezige spelers.
Meer nog dan in het keizer, faciliteert het de occasionele deelnemer. Waar in het Keizer
ervan uit wordt gegaan dat men vaak, maar niet altijd, speelt omdat het al eens kan
voorvallen dat het niet lukt om vrijdagavond aanwezig te zijn, is het Amerikaans
systeem zo opgesteld dat zelfs iemand die slechts zeldzaam komt onmiddellijk een
redelijke tegenstander aangeboden krijgt.
De aanbeveling is dan ook om voor toernooien waar iedereen quasi altijd speelt het
Zwitsers systeem te gebruiken, op in open toernooien waar de meeste spelers de
meeste partijen spelen, maar toch niet altijd aanwezig zijn, het Keizer systeem te
gebruiken, en in toernooien waar iedereen binnenvalt wanneer het hem of haar past,
en vele afwezigheden te noteren vallen het Amerikaans systeem te gebruiken.
139
Typisch voor dit systeem is dat men zonder probleem na een aantal ronden nog kan
invallen omdat men onmiddellijk met een redelijke score van 1000 punten kan starten.
Behalve dat heeft het systeem als voordeel dat men niet steeds aanwezig hoeft te zijn
om te winnen.
Een laatste voordeel is dat een verliespartij tegen een sterke speler minder zwaar is
dan een verlies tegen een zwakkere speler. Dit voordeel vinden we niet terug in andere
systemen.
Zie ook
sommige van deze parameters, meer bepaald de aanwezigheidspunten, zijn vrij in te
stellen in Pairtwo, zie meer uitleg hierover in het hoofdstuk Pairtwo.
140
Het Scheveningen Systeem
Dit systeem beoogt de speler van een ploeg tegen alle spelers van een andere ploeg te
laten spelen. Het wordt typisch gebruikt in een match tussen twee ploegen (clubs, liga’s,
landen,...)
Hierbij worden zoveel mogelijk volgende voorwaarden vervuld :
Elke speler van de ene ploeg ontmoet elke speler van de andere ploeg exact
éénmaal
Beide ploegen hebben in totaal evenveel keer wit als zwart
Elke speler heeft evenveel keer wit als zwart
Beide ploegen hebben in elke ronde evenveel keer wit als zwart
Elke ronde alterneert de kleur van elke speler voor zover mogelijk
Volgende tabellen beantwoorden het best aan deze voorwaarden
Match op 4 borden
Ronde 1
Ronde 2
Ronde 3
Ronde 4
A1-B1
B3-A1
A1-B4
B2-A1
B2-A2
A2-B4
B3-A2
A2-B1
A3-B3
B1-A3
A3-B2
B4-A3
B4-A4
A4-B2
B1-A4
A4-B3
Match op 6 borden
Ronde 1
Ronde 2
Ronde 3
Ronde 4
Ronde 5
Ronde 6
A1-B1
B3-A1
A1-B6
B2-A1
A1-B5
B4-A1
A2-B2
B5-A2
B3-A2
A2-B1
A2-B4
B6-A2
A3-B3
B1-A3
A3-B2
B4-A3
A3-B6
B5-A3
B4-A4
A4-B6
B5-A4
A4-B3
B2-A4
A4-B1
A5-B5
B2-A5
A5-B4
B6-A5
B1-A5
A5-B3
B6-A6
A6-B4
B1-A6
A6-B5
B3-A6
A6-B2
Match op 8 borden
Ronde1
Ronde2
Ronde3
Ronde4
Ronde5
Ronde6
Ronde7
Ronde8
A1-B1
B3-A1
A1-B7
B5-A1
A1-B8
B6-A1
A1-B4
B2-A1
B2-A2
A2-B4
B8-A2
A2-B6
B7-A2
A2-B5
B3-A2
A2-B1
A3-B3
B1-A3
A3-B5
B7-A3
A3-B6
B8-A3
A3-B2
B4-A3
B4-A4
A4-B2
B6-A4
A4-B8
B5-A4
A4-B7
B1-A4
A4-B3
A5-B5
B7-A5
A5-B3
B1-A5
A5-B4
B2-A5
A5-B8
B6-A5
B6-A6
A6-B8
B4-A6
A6-B2
B3-A6
A6-B1
B7-A6
A6-B5
A7-B7
B5-A7
A7-B1
B3-A7
A7-B2
B4-A7
A7-B6
B8-A7
B8-A8
A8-B6
B2-A8
A8-B4
B1-A8
A8-B3
B5-A8
A8-B7
141
Hutton Systeem
Met dit systeem kan men een onbepaald aantal ploegen van 4, 6 of 8 spelers gedurende
een aantal ronden zo eerlijk mogelijk tegen elkaar opstellen. Elke speler van de ploeg
krijgt een tegenstander uit een verschillende ploeg, zodat de ploegen volledig onder
elkaar gemengd zijn.
De tabellen zijn gemaakt voor één ronde.
Indien er meerdere ronden te spelen zijn kan het ongebruikte deel van de tabel hiervoor
dienen. Bijvoorbeeld stel dat er gespeeld wordt met 6 spelers per ploeg. Dan dient de
tabel voor bord 1-6 voor ronde 1; borden 7-12 voor ronde 2 en zo verder.
3 ploegen
B1-C1 C2-A1 A2-B2
B3-A3 A4-C3 C4-B4
4 ploegen
A1-B1 C1-D1 B2-C2 D2-A2
A3-C3 B3-D3 D4-B4 C4-A4
C5-B5 A5-D5 B6-A6 D6-C6
5 ploegen
B1-E1 D1-C1 E2-A1 A2-D2 C2-B2
A3-C3 E3-D3 D4-B3 B4-A4 C4-E4
B5-C5 D5-A5 A6-E5 C6-D6 E6-B6
A7-B7 E7-C7 B8-D7 C8-A8 D8-E8
6 ploegen
A1-E1 B1-D1 F1-C1 C2-B2 D2-A2 E2-F2
A3-C3 E3-D3 F3-B3 B4-A4 C4-E4 D4-F4
A5-F5 B5-E5 C5-D5 D6-C6 E6-B6 F6-A6
C7-F7 D7-B7 F7-A7 A8-D8 B8-C8 F8-E8
B9-F9 C9-A9 D9-E9 A10-B10 E10-C10 F10-D10
Tabellen voor meer ploegen zijn samen te stellen op basis van volgende principes (dit
volgt niet helemaal de Hutton tabellen maar het resultaat is gelijkaardig):
Neem de Berger tabel voor het aantal spelers overeenkomstig het aantal ploegen
in het toernooi
De paringen voor bord 1 zijn de paringen ronde 1 van de Berger tabel, voor bord
2 gebruik ronde 2 en zo verder.
Bij een oneven aantal ploegen speelt het bord dat tegen de laatste nummer speelt
van de oneven ronde (1, 3, 5....) met Wit tegen het bord dat tegen het laatste
nummer speelt van de even ronde die erop volgt (2, 4, 6,...)
Let op : voor het gebruik van de tabellen is het belangrijk dat de letters of de nummers
aan de ploegen worden toegewezen via lottrekking en zeker niet volgens sterkte.
142
FIDE Regels voor scheidingssystemen
Keuze van het scheidingssysteem
De gebruikte scheidingssystemen in een toernooi moeten op voorhand vastgelegd
zijn
345
, en aangekondigd worden voor de start van het toernooi.
Als alle scheidingssystemen falen, zal de scheiding gebeuren door lottrekking. De
testmatch wordt beschouwd als het beste scheidingssysteem, maar is niet altijd
mogelijk. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er onvoldoende tijd is hiervoor
1. Testmatchen.
(a) Er moet voldoende tijd voorzien worden in het schema voor het bereiken van een
conclusie.
(b) Het paringssysteem en het speeltempo moeten voor de start van het toernooi
vastgelegd zijn
346
.
(c) Alle voorkomende gevallen moeten gedekt zijn door het reglement.
(d) Het is aanbevolen om testmatchen enkel te organiseren voor de eerste plaats in
een toernooi, voor een kampioenstitel of voor een kwalificatieplaats.
(e) Indien de volgende plaatsen ook bepaald worden in de testmatchen, zal dit
geschieden volgens de behaalde score van elke speler in de testmatchen.
347
(f) Indien twee spelers gelijk eindigen voor de eerste plaats zal het prijzengeld
voorzien voor de eerste twee plaatsen gelijk gedeeld worden tussen deze spelers.
Indien bijvoorbeeld vier spelers gedeeld eerste eindigen wordt er een testmatch
georganiseerd. Spelers 3 en 4 die de halve finale van de testmatch verliezen delen de
derde en de vierde prijs.
348
(g) Indien er slechts beperkte tijd rest tot de sluitingsceremonie van het toernooi,
mogen de partijen van spelers die mogelijk gelijk gaan eindigen eerder starten dan de
andere partijen.
(h) Indien er een testmatch is, moet deze starten ten minste 30 minuten na het einde
van de laatste partij van één der betrokken spelers. Voor elke daaropvolgende
testmatch zal er ook telkens een pauze van 10 minuten voorzien worden.
(i) Elke partij wordt gevolgd door een arbiter. In geval van betwisting zal dit
behandeld worden door een commissie van nog drie arbiters. Hun beslissing is finaal.
(j) Kleuren worden bepaald door loting, tenzij de Berger tabellen gevolgd worden.
(k) Hierna voorbeelden van testmatchen met beperkte beschikbare tijd.
1. Indien twee spelers gelijk eindigen:
(a) Ze spelen een minimatch van twee partijen met een tempo 3 minuten voor
de partij plus 2 seconden voor elke zet. Indien de match gelijk eindigt:
(b) Een nieuwe lottrekking vindt plaats voor de kleur. De winnaar is de eerste
speler die een partij wint, na elke oneven partij
349
wisselen de kleuren.
345
Tijdens een Belgisch Jeugdkampioenschap besloot ooit een arbiter om de scheidingssystemen
aan te passen tijdens het toernooi. Uiteraard gingen verschillende gedupeerden hiertegen in
beroep bij de sportcommissie van KBSB en werd de prijsuitreiking tijdens het toernooi hierdoor
overschaduwd.
346
zoals bijvoorbeeld het geval is voor het Vlaams Jeugdkampioenschap.
347
FIDE geeft hier nog een voorbeeld zonder veel nut : niet vertaald.
348
Tenzij de toernooiregels dit anders voorzien. De meeste toernooien vermelden expliciet dat
ALLE gelijk geëindigde spelers de prijzen delen, dus ook bij vier gelijk geëindigde spelers, zoals
in het voorbeeld, die de eerste tot vierde prijs gelijk verdelen.
349
Dus na de eerste, de derde, de vijfde etc.. partij
143
2. Indien drie spelers gelijk eindigen:
(a) Ze spelen één volledige tabel round-robin met hetzelfde tempo als onder
1(a). Als ze opnieuw gelijk staan:
(b) Het volgende scheidingssysteem wordt gebruikt om één speler te
elimineren. Vervolgens spelen ze een testmatch zoals voorzien voor twee
spelers.
3. Indien vier spelers gelijk eindigen: ze spelen een halve finale testmatch.
De paringen zijn 1-4 en 2-3 bepaald door de scheidingspunten of loting.
Ze spelen twee partijen voor de eliminatie aan hetzelfde tempo als onder 1(a).
4. Indien vijf of meer spelers gelijk eindigen worden ze eerst gerangschikt volgens
het volgende scheidingssysteem en enkel de beste vier behouden. Deze spelen
een testmatch met vier zoals hierboven voorzien
5. Het is steeds mogelijk aanpassingen te doen aan het systeem van testmatchen
indien dit absoluut nodig is.
6. Indien slechts twee spelers betrokken zijn bij de testmatch, en indien het
tijdschema dit toelaat, kunnen ze mits het akkoord van de CA en de CO een
trager tempo kiezen.
2. Overige gebruikelijke Scheidingssystemen
In alle toernooisystemen worden de spelers eerst gerangschikt volgens hun behaalde
score volgens het gebruikte systeem. Volgende lijst is voor verdere scheiding van
gelijk gerangschikte spelers, de lijst is niet gegeven in orde van voorkeur.
A. De systemen
(a) Gemiddelde rating van de tegenstanders
De gemiddelde ELO-rating van de tegenstanders is de som van de ratings van de
tegenstanders gedeeld door het aantal ronden in het toernooi.
(a1) De gemiddelde ELO-rating Cut is de gemiddelde rating van de tegenstanders,
verminderd met één of meer ratings van de tegenstanders, startend met de laagste
rating.
(b) Het Buchholz Systeem
Het Buchholz Systeem is de som van de scores van alle tegenstanders van een speler.
(b1) Median Buchholz is het Buchholz systeem verminderd met de hoogste en laagste
score behaald door een tegenstander.
(b2) Median Buchholz 2 is het Buchholz systeem verminderd met de twee hoogste en
twee laagste scores behaald door de tegenstanders.
(b3) Buchholz Cut 1 is het Buchholz systeem verminderd met de laagste score
behaald door een tegenstander
(b4) Buchholz Cut 2 is het Buchholz systeem verminderd met de twee laagste scores
behaald door de tegenstanders
(c) Rechtstreekse ontmoeting
350
Als alle gelijk geëindigde spelers tegen elkaar gespeeld hebben, kan de som van de
onderlinge scores gebruikt worden.
350
dit is meestal het beste scheidingssysteem omdat dit onafhankelijk is van de andere spelers
en gespeelde partijen in het toernooi en dus eigenlijk een (impliciete) scheidingsmatch is, hoewel
er een kleurvoordeel kon zijn voor één der spelers.
144
(d) Koya Systeem voor Round-Robin toernooien
De som van de punten behaald tegen alle tegenstanders die minstens 50 % van de
punten hebben behaald
351
.
(b1) Uitgebreid Koya Systeem.
Het Koya Systeem kan uitgebreid worden stap voor stap naar spelers die minder dan
50 % van de punten behaalden, of beperkt stap voor stap tot spelers met hogere
scores.
(e) Aantal gespeelde
352
partijen met Zwart.
Het grootste aantal partijen gespeeld met zwart, waarbij niet gespeelde partij niet
meetellen
(f) Het Sonneborn-Berger Systeem
(f1) Sonneborn-Berger voor individuele toernooien is de som van de scores van de
tegenstanders waartegen is gewonnen plus de helft van de scores van de
tegenstanders waartegen remise werd gespeeld
353
.
(f2) Sonneborn-Berger voor ploegentoernooien is de score behaald door elke
ploegtegenstander vermenigvuldigd met de score behaald tegen deze ploeg ; en
vervolgens de som van al deze producten.
(g) Scheidingssystemen die de resultaten van de ploeg gebruiken.
(g1) De behaalde matchpunten in ploegcompetities die de individuele punten
gebruiken voor het klassement, bijvoorbeeld :
2 punten voor elke gewonnen match : een match is gewonnen als de som van de
individuele scores is hoger als van de tegenstander.
1 punt voor een gelijkspel
0 punten voor een verloren match
(g2) De som van de individuele punten in ploegcompetities die de matchpunten
gebruiken voor het klassement.
B. Scheidingssystemen die zowel het eigen resultaat als dat van de
tegenstander gebruiken
(a) Sonneborn-Berger
(b) Koya Systeem voor Round-Robin Toernooien
(b1) Uitgebreid Koya Systeem
(c) Aantal gewonnen partijen
(d) Rechtstreekse ontmoeting
C. Scheidingssystemen die het eigen resultaat van de ploeg gebruiken
(a) Matchpunten
(b) Bordpunten (indien de rangschikking opgemaakt wordt volgens matchpunten).
(c) Rechtstreekse ontmoeting
D. Scheidingssystemen die enkel het resultaat van de tegenstander
351
de bedoeling is de score te benadrukken tegen de sterkste tegenstanders om zo een eventueel
ongelukkig verlies of remise tegen een zwakke speler te compenseren.
352
gespeeld wil zeggen exclusief forfait partijen (hierbij wordt eveneens de kleur geneutraliseerd
voor volgende paringen)
353
vermits niet gespeelde partijen beschouwd worden als remise tegen zichzelf wordt hier dus
de helft van de eigen score gebruikt.
145
gebruiken
354
Let op dat deze systemen bepaald worden na de toepassing van de regels inzake
ongespeelde partijen.
(a) Buchholz Systeem
(a1) Median Buchholz
(a2) Median Buchholz 2
(a3) Buchholz Cut 1
(a4) Buchholz Cut 2
(a5) Som van Buchholz: de som van de Buchholz scores van de tegenstanders
(b) Sonneborn-Berger Systeem
(b1) Sonneborn-Berger voor Individuele Toernooien
(b2) Sonneborn-Berger voor Ploegentoernooien A: de som van het product van de
matchpunten behaald door elke tegenstander en de matchpunten behaald tegen die
ploeg, of
(b3) Sonneborn-Berger voor Ploegentoernooien B: de som van het product van de
matchpunten behaald door elke tegenstander en de bordpunten behaald tegen die
ploeg, of
(b4) Sonneborn-Berger voor Ploegentoernooien C: de som van het product van de
bordpunten behaald door elke tegenstander en de matchpunten behaald tegen die
ploeg, of
(b5) Sonneborn-Berger voor Ploegentoernooien D: de som van het product van de
bordpunten behaald door elke tegenstander en de bordpunten behaald tegen die
ploeg
(b6) Sonneborn-Berger voor Ploegentoernooien Cut 1 A: de som van het product van
de matchpunten behaald door elke tegenstander en de matchpunten behaald tegen
die ploeg, met uitsluiting van de ploeg met de laagste matchpunten, of
(b7) Sonneborn-Berger voor Ploegentoernooien Cut 1 B: de som van het product van
de matchpunten behaald door elke tegenstander en de bordpunten behaald tegen die
ploeg, met uitsluiting van de ploeg met de laagste matchpunten, of
(b8) Sonneborn-Berger voor Ploegentoernooien Cut 1 C: de som van het product van
de bordpunten behaald door elke tegenstander en de matchpunten behaald tegen die
ploeg, met uitsluiting van de ploeg met de laagste bordpunten, of
(b9) Sonneborn-Berger voor Ploegentoernooien Cut 1 D: de som van het product van
de bordpunten behaald door elke tegenstander en de bordpunten behaald tegen die
ploeg, met uitsluiting van de ploeg met de laagste bordpunten.
E. Scheidingssystemen die ELO-ratings
355
gebruiken in Individuele
toernooien
Toepasbaar voor zover alle spelers een rating hebben
Een speler die slechts twee partijen gespeeld heeft in het toernooi krijgt de minimale
score hier
F. Verrekening van niet gespeelde partijen bij Buchholz
(b) Voor het berekenen van scheidingssystemen en enkel hiervoor, worden alle
partijen die niet werden gespeeld (inclusief forfaits) beschouwd als een gelijkspel.
Een speler die geen tegenstander had wordt verondersteld te hebben gespeeld tegen
354
deze systemen werden in het verleden zeer vaak gebruikt, maar zijn meer en meer in
diskrediet gebracht sinds de computers hebben aangetoond dat de eerste plaats soms wordt
toegekend op basis van een resultaat op bord 25 tussen twee « willekeurige » spelers in de
laatste ronde.
355
nationale of FIDE al naargelang wat gebruikt wordt in het toernooi.
146
een tegenstander met evenveel punten bij de aanvang van die ronde en die remise
speelde in alle volgende ronden. Voor de ronde zelf zal het forfait resultaat als
normaal resultaat worden doorgerekend.
Dit geeft de formule:
Svon = SPR + (1 SfPR) + 0.5 * (n R)
Voor speler P die niet speelde in ronde R en waarbij:
n = aantal gespeelde ronden
Svon = score van de speler na ronde n
SPR = score van P voor ronde R
SfPR = forfait score van P in ronde R
G. Keuze van het scheidingssysteem
Voor de verschillende types van toernooien zijn volgende scheidingssystemen
aanbevolen
356
en in de aangegeven volgorde:
(a) Individuele Round Robin Toernooien :
1. Rechtstreekse ontmoeting
2. Aantal Gewonnen partijen
3. Sonneborn-Berger
4. Koya Systeem
(b) Ploegentoernooi Round Robin :
1. Matchpunten (indien de rangschikking opgemaakt wordt volgens bordpunten)
2. Bordpunten (indien de rangschikking opgemaakt wordt volgens matchpunten)
3. Rechtstreekse ontmoeting
4. Sonneborn-Berger
(c) Individueel Zwitsers Systeem (indien alle spelers representatieve ELO-
ratings hebben):
1. Rechtstreekse ontmoeting
2. Aantal gewonnen partijen
3. Aantal gespeelde partijen met Zwart
4. Buchholz Cut 1
5. Buchholz
6. Sonneborn-Berger
(d) Individueel Zwitsers Systeem (met onbetrouwbare of geen ELO-rating
voor sommige spelers):
1. Rechtstreekse ontmoeting
2. Aantal gewonnen partijen
3. Aantal gespeelde partijen met Zwart
4. Gemiddelde rating van de tegenstanders Cut
5. Buchholz Cut 1
6. Buchholz
7. Sonneborn-Berger
(e) Ploegentoernooi Zwitsers Systeem:
1. Matchpunten (indien de rangschikking opgemaakt wordt volgens bordpunten)
2. Bordpunten (indien de rangschikking opgemaakt wordt volgens matchpunten)
356
in deze volgorde tenzij een andere volgorde bepaald is door de toernooireglementen. Deze
volgordes worden reeds jaren door ondergetekende aanbevolen zowel bij VSF als KBSB. De
FIDE-spelcommissie (waarin ook België zetelt) heeft ons hierin dus gevolgd.
147
3. Rechtstreekse ontmoeting
4. Buchholz Cut 1
5. Buchholz
6. Sonneborn-Berger
148
FIDE Normen
357
0.0. Inleiding
0.1 Enkel de titels vermeld onder 0.3 zijn erkend door FIDE.
0.3 De Internationale FIDE titels zijn beheerd door de Kwalificatie Commissie, en zijn
de volgende:
0.31 Titels voor normaal bordschaak (zoals bepaald onder 1.14) worden toegekend door
de FIDE Kwalificatie Commissie, die het finale beslissingsorgaan is:
Grootmeester (GM), Internationaal Meester (IM), FIDE Meester (FM), Kandidaat
Meester (CM), Dames Grootmeester (WGM), Dames Internationaal Meester (WIM),
Dames FIDE Meester (WFM), Dames Kandidaat Meester (WCM),
0.4 De titels zijn geldig voor het leven vanaf de datum dat ze toegekend of geregistreerd
zijn.
0.41 Het gebruik van een FIDE titel of rating tegen de ethische principes van de regels
kan leiden tot het afnemen van de titel op aanbeveling van de Kwalificatie- en ethische
commissie en bevestiging door de Algemene Vergadering (General Assembly).
0.42 Een titel is officieel geldig van zodra aan alle voorwaarde is vervuld. Indien de titel
gebaseerd is op een aanvraag wordt deze bevestigd door een publicatie op de FIDE
website en andere relevante documenten van FIDE gedurende ten minste 60 dagen.
0.43 Een titel kan pas gebruikt worden voor resultaten van tegenstanders in toernooien
die starten na deze bevestiging.
0.44 Een titel is verondersteld te zijn behaald van zodra de laatste norm is behaald en
de rating voorwaarde is vervuld.
0.5 Definities. In de tekst worden specifieke termen gebruikt :
Performance Rating is gebaseerd op het resultaat van de speler en de gemiddelde
rating van zijn tegenstanders. (zie 1.48)
Titelresultaat (bijvoorbeeld GM resultaat) is een resultaat dat een performance rating
geeft zoals bepaald in 1.48 en 1.49 tegen een minimum gemiddelde sterkte van
tegenstanders, met in acht name van artikel 1.46, voor deze titel.
Titelnorm is een titelresultaat dat aan bijkomende voorwaarden beantwoordt inzake
de soort tegenstanders (qua titels, en nationaliteit) zoals aangegeven in artikels 1.42
tot 1.47.
Geregistreerde titel (automatische titel) is een titel die behaald wordt door een zekere
plaats of resultaat te bereiken in een toernooi. Bij aanvraag door de federatie van de
speler en bevestiging door de Kwalificatiecommissie worden dergelijke titels
automatisch toegekend door FIDE.
0.6 Het toekennen van titels.
0.61 De titels vermeld onder 0.31 kunnen worden toegekend op basis van specifieke
resultaten in specifieke kampioenschappen; of op basis van een behaalde rating
(geregistreerd door de voorzitter van de Kwalificatiecommissie op voorstel van het FIDE
bureau)
0.62 Voor het toekennen van een directe titel, moet de speler in kwestie ooit een
bepaalde minimum rating gehaald hebben volgens onderstaande lijst
GM 2300 WGM 2100
IM 2200 WIM 2000
FM 2100 WFM 1900
CM 2000 WCM 1800
357
Enkel de voor de lezer relevante delen van de regels zijn hier vermeld.
149
0.63 Titels kunnen ook toegekend worden op basis van normen met een voldoende
aantal partijen. Deze titels worden toegekend door de General Assembly op aanbeveling
van de Kwalificatiecommissie dat de kandidaat voldoet aan de voorwaarden.
1.0. Voorwaarden voor de titels vermeld in 0.31
1.1 Administratie
1.11 Het toernooi moet volgens de Regels van het Schaakspel en de FIDE
Toernooiregels gespeeld zijn.
Indien de samenstelling van het toernooi gewijzigd wordt (zonder instemming van
FIDE) of indien verschillende spelers verschillende condities krijgen wat betreft aantal
ronden of paringen zijn dus ongeldig voor een norm.
Het toernooi moet minstens 30 dagen voor de aanvang geregistreerd zijn bij FIDE.
1.12 Er mogen niet meer dan 12 uur spel per dag zijn. Dit wordt gerekend op basis van
partijen die 60 zetten duren (langere partijen met incrementele tijd mogen dus langer
duren)
1.13 Er mogen niet meer dan twee ronden per dag gespeeld worden.
De minimum tijd voor een partij bedraagt, zonder incrementen, 2 uur voor 40 zetten
gevolgd door 30 minuten voor de rest van de partij. Met increment is de minimum
tijdsduur 90 minuten voor de partij met een minimale increment van 30 seconden per
zet.
1.13a Voor het behalen van een GM titel op basis van normen, moet minstens één norm
behaald zijn in een toernooi met slechts één ronde per dag gedurende minstens drie
dagen.
1.13b Voor elk toernooi waarin normen behaald kunnen worden moeten de
tijdscontroles en de klokinstellingen voor alle spelers dezelfde zijn (dus met dezelfde
incrementen of dezelfde vertragingen, hetzelfde aantal zetten binnen een bepaalde tijd,
en dezelfde tijd voor de partij).
1.14 Het toernooi moet normaal gezien gespeeld worden binnen 90 dagen. Een
uitzondering hierop zijn ploegenkampioenschappen op nationaal niveau, en
ploegenliga’s die langer dan 90 dagen nemen, maar niet meer dan één jaar. De
voorzitter van de Kwalificatie Commissie kan eveneens uitzonderingen toestaan.
1.15 Voor een toernooi dat meer dan 90 dagen duurt wordt voor elke partij de rating
gebruikt die geldig is op het moment van de partij
1.16 Het toernooi zal geleid worden door een Internationaal Arbiter, of een FIDE Arbiter.
Hij mag een tijdelijke assistent (deputy) aanduiden. Er zal steeds minstens één IA of
FA aanwezig zijn in de speelruimte.
1.17 Geen van de arbiters zal meespelen in het toernooi.
1.2 Titels behaald uit Internationale Kampioenschappen:
1.21 Zoals aangegeven in de tabel
358
kan een speler
(a) een titel behalen, of
(b) een titelnorm behalen. De voorwaarden van 1.42 tot 1.49 moeten toegepast
worden. of
1.22 De minimale score voor alle titels is 35%. Het getoonde resultaat is een minimale
voorwaarde.
358
Zie de FIDE-website voor meer details over deze kampioenschappen, Fide handboek, sectie
B.01.1
150
1.3 De volgende titels worden behaald door een bepaalde FIDE rating te behalen op een
bepaald moment:
1.31 FIDE Meester >= 2300
1.32 Kandidaat Meester >= 2200
1.33 Dames FIDE Meester >= 2100
1.34 Dames Kandidaat Meester >= 2000
1.4 De titels GM, IM, WGM, WIM kunnen ook behaald worden door normen te behalen
in internationale toernooien die voor rating tellen en die volgens de volgende
reglementen gespeeld worden.
1.41 Aantal partijen.
1.41a Een speler moet minstens 9 partijen spelen, met uitzondering van:
1.41b Zeven partijen volstaan voor de Continentale en Wereldkampioenschappen die
zeven ronden tellen.
Zeven partijen volstaan voor de Continentale en Wereldkampioenschappen die acht of
negen ronden tellen.
Acht partijen volstaan voor het Wereldkampioenschap voor dames en het
uitschakelingtoernooi bij de dames (Women`s Knockout).
1.41c Indien een speler in een toernooi met 9 ronden een forfait of een bye heeft gehad,
maar hij heeft wel het juiste aantal tegenstanders gehad, dan zal een titelresultaat over
de 8 partijen gelden als een norm over 8 partijen.
1.41d Indien een speler de normvereisten overschrijdt met minstens één punt, dan zal
de lengte van het toernooi dat in rekening wordt gebracht verlengd worden met een
aantal partijen overeenkomstig het aantal punten overschrijding.
1.42 Volgende partijen worden niet in rekening gebracht:
1.42a Tegen tegenstanders die niet behoren tot een federatie aangesloten bij FIDE.
1.42b Tegen computers.
1.42c Tegen niet geklasseerde
359
spelers die nul punten hebben behaald tegen
geklasseerde spelers in een round-robin toernooi.
1.42d Beslist door forfait, arbitrage of enige andere manier dan op het bord. Partijen
die forfait gegeven worden na de start van de partij zijn echter geldig. Een uitzondering
hierop is als een partij forfait wordt gegeven in de laatste ronde en een verliespartij had
volstaan voor de norm, zal de norm toch worden toegekend.
1.42e Een speler heeft het recht om alle partijen, volgend na het behalen van de nodige
kwalificaties voor een norm en tegen de nodige tegenstand, te laten vallen. In een
toernooi met vooraf vastgelegde paringen moet de norm mogelijk zijn voor de volledige
tabel.
1.42f Een speler heeft het recht om gewonnen partijen te laten vallen bij het bepalen
van de norm, op voorwaarde dat er minstens het aantal partijen zoals voorzien in artikel
1.41 overblijven tegen de nodige tegenstand. Ondanks dat zal de volledige tabel
meegedeeld moeten worden. In een toernooi met vooraf vastgelegde paringen moeten
alle voorwaarden, behalve de score, voldaan zijn voor de volledige tabel.
1.42g Toernooien die wijzigingen uitvoeren om bepaalde spelers te bevoordelen of te
helpen, bijvoorbeeld het wijzigen van het aantal ronden of het aanbieden van
welbepaalde tegenstanders, die anders niet zouden deelnemen, worden uitgesloten
voor normen.
1.43 Federaties van de tegenstanders.
359
geen FIDE ELO
151
Ten minste twee federaties verschillend van deze van de aanvrager moeten aanwezig
zijn in de lijst van tegenstanders.
Uitzondering wordt gemaakt voor toernooien 1.43a-1.43
e
, en met in acht name van
1.43f.
1.43a De finale (maar niet de voorronden) van een nationaal kampioenschap voor
Mannen en/of Dames.
1.43b Nationaal ploegenkampioenschap.
1.43c Zonale en Subzonale toernooien.
1.43d Toernooien van andere types mits voorafgaande toestemming van de Voorzitter
van de kwalificatiecommissie.
1.43e Zwitsers Systeem toernooien waarin ten minste 20 FIDE geklasseerde spelers
deelnemen die niet tot dezelfde federatie als de organisator behoren, vanuit ten minste
3 federaties, en waarvan ten minste 10 de titel van GM, IM, WGM of WIM hebben. In
alle andere gevallen is 1.44 van toepassing.
1.43f Titelaanvragen moeten wel minstens één toernooi bevatten dat niet valt onder
1.43a tot 1.43e.
1.44 Een maximum van 60% mag afkomstig zijn van dezelfde federatie als de
aanvrager en een maximum van 66% uit één enkele federatie. Het aantal tegenstanders
wordt geteld afgerond tot het eerstvolgend geheel getal
360
1.45 Titels van de tegenstanders:
1.45a Ten minste 50% van de tegenstanders zal een titel hebben zoals in 0.31, met
uitzondering van CM en WCM.
1.45b Voor een GM norm moeten ten minste 1/3 en ten minste 3 tegenstanders GMs
zijn.
1.45c Voor een IM norm moeten ten minste 1/3 en ten minste 3 tegenstanders IMs of
GMs zijn.
1.45d Voor een WGM norm, ten minste 1/3 en ten minste 3 WGMs, IMs of GMs.
1.45e Voor een WIM norm, ten minste 1/3 en ten minste 3 WIMs, WGMs, IMs of GMs.
1.45f In geval van toernooien met meerdere ontmoetingen en een minimum van zes
spelers, zal de titel van elke speler slechts éénmaal geteld worden voor deze vereiste
1.46 Rating van de tegenstanders
1.46a Het is de Rating Lijst die geldig was bij de start van het toernooi die voor de
gehele toernooi van toepassing blijft voor de bepaling van de titelvereisten, met
uitzondering van 1.15. Voor spelers die behoren tot een federatie die tijdelijk uitgesloten
is zal de rating bepaald worden door een aanvraag bij FIDE bureau.
1.46b Voor het behalen van normen is de minimale rating (aangepaste bodemrating)
van de tegenstanders de volgende:
Grootmeester titel - 2200
Internationaal Meester titel - 2050
Dames Grootmeester titel - 2000
Dames Internationaal Meester titel - 1850
1.46c Voor maximaal één tegenstanders kan de Rating herzien (naar boven) worden
tot aan de aangepaste bodemrating. Indien dit voor meer dan één tegenstanders zou
kunnen zal dit enkel gebeuren voor de laagst geklasseerde.
1.46d Niet geklasseerde spelers behalve deze onder 1.46b zullen een Rating
toegewezen krijgen gelijk aan de laagst mogelijke rating, dus 1000. Maximaal 20% van
de tegenstanders hebben geen FIDE rating
360
voor het bepalen van het percentage
152
1.47 Gemiddelde Rating van de tegenstanders (Rt).
1.47a Dit is de som van de ratings van de tegenstanders gedeeld door het aantal
tegenstanders. 1.46 zal hierbij worden toegepast.
1.47b De afronding van de gemiddelde rating is naar het dichtstbijzijnde geheel getal.
Indien de fractie juist 0.5 is, wordt dit naar boven afgerond.
1.48 Performance Rating (Rp)
Voor het behalen van een norm moet een speler minstens op een ELO niveau spelen
volgens de tabel hieronder:
Min niveau voor voor afronding Na afronding
GM 2599.5 2600
IM 2449.5 2450
WGM 2399.5 2400
WIM 2249.5 2250
Berekening van een Performance Rating (Rp)
Rp = Rt + dp
Rt = gemiddelde rating van de tegenstanders
Het Rating verschil "dp" is afkomstig van de tabel 8.1 a uit de FIDE Rating Regels B.02,
deze tabel wordt hieronder weergegeven.
p dp p dp p dp p dp p dp p dp
1.0 800 .83 273 .66 117 .49 -7 .32 -133 .15 -296
.99 677 .82 262 .65 110 .48 -14 .31 -141 .14 -309
.98 589 .81 251 .64 102 .47 -21 .30 -149 .13 -322
.97 538 .80 240 .63 95 .46 -29 .29 -158 .12 -336
.96 501 .79 230 .62 87 .45 -36 .28 -166 .11 -351
.95 470 .78 220 .61 80 .44 -43 .27 -175 .10 -366
.94 444 .77 211 .60 72 .43 -50 .26 -184 .09 -383
.93 422 .76 202 .59 65 .42 -57 .25 -193 .08 -401
.92 401 .75 193 .58 57 .41 -65 .24 -202 .07 -422
.91 383 .74 184 .57 50 .40 -72 .23 -211 .06 -444
.90 366 .73 175 .56 43 .39 -80 .22 -220 .05 -470
.89 351 .72 166 .55 36 .38 -87 .21 -230 .04 -501
.88 336 .71 158 .54 29 .37 -95 .20 -240 .03 -538
.87 322 .70 149 .53 21 .36 -102 .19 -251 .02 -589
.86 309 .69 141 .52 14 .35 -110 .18 -262 .01 -677
.85 296 .68 133 .51 7 .34 -117 .17 -273 .00 -800
.84 284 .67 125 .50 0 .33 -125 .16 -284
1.5 Voorwaarden voor het behalen van de titel na het behalen van de normen
1.51 Minstens twee normen behaald in toernooien waarin tenminste 27 partijen zijn
gespeeld
1.52 Indien een bepaalde norm volstaat voor meer dan één titel, mag deze in beide
aanvragen worden gebruikt.
1.53 Op een bepaald moment minstens de volgende rating hebben behaald:
GM >= 2500
IM >= 2400
WGM >= 2300
WIM >= 2200
1.53a Deze rating hoeft niet gepubliceerd te zijn. Ze kan behaald worden gedurende
een rating periode of zelf tijdens een toernooi. De speler kan in dit geval alle volgende
153
resultaten negeren voor de titelaanvraag. Het bewijs zal echter in dit geval wel geleverd
moeten worden door de federatie van de aanvrager. Het is aanbevolen dat spelers een
certificaat krijgen van de CA (hoofdarbiter) op het moment dat ze het vereiste
ratingniveau bereikt hebben tijdens een toernooi. Titelaanvragen gebaseerd op niet
gepubliceerde rating zullen enkel door FIDE aanvaard worden na akkoord van de Rating
Administrator.
1.54 Een titel resultaat is geldig indien het behaald worden overeenkomstig de FIDE
Titelregels in voege bij de aanvang van het toernooi waarin de norm behaald werd.
1.6 Korte samenvatting van de voorwaarden voor Titeltoernooien
Niet meer dan twee partijen per dag : 1.13
Minimale bedenktijd per partij : 1.13
Periode van het toernooi kleiner dan 90 dagen, met uitzonderingen : 1.14
Geleid door een Internationale Arbiter of FIDE arbiter : 1.16
Minstens 9 partijen : 1.41b-c
Geen individuele matchen tussen twee spelers : 1.1
Niet meegetelde partijen : tegen computers; beslist buiten het bord; forfait voor
aanvang van de partij; tegen spelers die niet tot een FIDE federatie behoren : 1.42
1.61 bijkomende voorwaarden
Voor een GM norm, minimum 1/3 en 3 GMs : 1.45b
Voor een IM norm, minimum 1/3 en 3 IMs, of equivalent : 1.45c
Voor een WGM norm, 1/3 en 3 WGMs, of equivalent: 1.45d
Voor een WIM norm, 1/3 en 3 WIMs, of equivalent: 1.45e
Minimum performance rating GM 2600, IM 2450, WGM 2400, WIM 2250 : 1.48
Minimum gemiddelde rating tegenstanders
2380 voor GM, 2230 voor IM, 2180 voor WGM, 2030 voor WIM : 1.49a
Minimum score 35% : 1.49a
1.7 Bepaling of een resultaat volstaat voor het behalen van een norm in functie van de
gemiddelde rating van de tegenstanders (Rt).
De volgende tabellen (1.49a) zijn gemaakt zodanig dat de minimale Rt voor het behalen
van een norm is 2381 voor een GM norm, 2231 voor een IM norm, 2181 voor een WGM
norm en 2031 voor een WIM norm, en dat de minimale score 35% moet zijn voor elke
titel.
Samenvatting van de voorwaarden wat betreft tegenstanders
Aantal partijen 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Aantal equivalente Titels 3 4 4 4 5 5 5 6 6 6 7
Titel houders 5 5 6 6 7 7 8 8 9 9 10
Met ELO-rating 7 8 9 10 11 11 12 13 14 15 15
Max uit eigen federatie 5 6 6 7 7 8 9 9 10 10 11
Max uit één federatie 6 6 7 8 8 9 10 10 11 12 12
score GM IM WGM WIM
Gemiddelde rating van de tegenstanders
7 ronden Continentaal en Wereld Ploegen Kampioenschap
2380-2441 2230-2291 2180-2241 2030-2091
154
5 2442-2497 2292-2347 2242-2297 2092-2147
2498-2549 2348-2399 2298-2349 2148-2199
4 2550-2599 2400-2449 2350-2399 2200-2249
2600-2649 2450-2499 2400-2449 2250-2299
3 2650-2701 2500-2551 2450-2501 2300-2351
≥2702 ≥2552 ≥2502 ≥2352
8 of 9 ronden Continentaal en Wereld Ploegen Kampioenschap en de Knock-out fase
van het Wereldkampioenschap
2380-2406 2230-2256 2180-2206 2030-2056
6 2407-2458 2257-2308 2207-2258 2057-2108
2459-2504 2309-2354 2259-2304 2109-2154
5 2505-2556 2355-2406 2305-2356 2155-2206
2557-2599 2407-2449 2357-2399 2207-2249
4 2600-2642 2450-2492 2400-2442 2250-2292
2643-2686 2493-2536 2443-2486 2293-2336
3 ≥2687 ≥2537 ≥2487 ≥2337
9 ronden, waaronder 5 titelhouders, en minimum 7 geklasseerd
7 2380-2433 2230-2283 2180-2233 2030-2083
2434-2474 2284-2324 2234-2274 2084-2124
6 2475-2519 2325-2369 2275-2319 2125-2169
2520-2556 2370-2406 2320-2356 2170-2206
5 2557-2599 2407-2449 2357-2399 2207-2249
2600-2642 2450-2492 2400-2442 2250-2292
4 2643-2679 2493-2529 2443-2479 2293-2329
≥2680 ≥2530 ≥2480 ≥2330
10 ronden, waaronder 5 titelhouders, en minimum 8 geklasseerd
8 2380-2406 2230-2256 2180-2206 2030-2056
2407-2450 2257-2300 2207-2250 2057-2100
7 2451-2489 2301-2339 2251-2289 2101-2139
2490-2527 2340-2377 2290-2327 2140-2177
6 2528-2563 2378-2413 2328-2363 2178-2213
2564-2599 2414-2449 2364-2399 2214-2249
5 2600-2635 2450-2485 2400-2435 2250-2285
2636-2671 2486-2521 2436-2471 2286-2321
4 2672-2709 2522-2559 2472-2509 2322-2359
≥2710 ≥2560 ≥2510 ≥2360
11 ronden, waaronder 6 titelhouders, en minimum 9 geklasseerd
9 2380-2388 2230-2238 2180-2188 2030-2038
2389-2424 2239-2274 2189-2224 2039-2074
8 2425-2466 2275-2316 2225-2266 2075-2116
2467-2497 2317-2347 2267-2297 2117-2147
7 2498-2534 2348-2384 2298-2334 2148-2184
2535-2563 2385-2413 2335-2363 2185-2213
6 2564-2599 2414-2449 2364-2399 2214-2249
2600-2635 2450-2485 2400-2435 2250-2285
5 2636-2664 2486-2514 2436-2464 2286-2314
2665-2701 2515-2551 2465-2501 2315-2351
4 ≥2702 ≥2552 ≥2502 ≥2352
12 ronden, waaronder 6 titelhouders, en minimum 10 geklasseerd
2380-2406 2230-2256 2180-2206 2030-2056
9 2407-2441 2257-2291 2207-2241 2057-2091
2442-2474 2292-2324 2242-2274 2092-2124
155
8 2475-2504 2325-2354 2275-2304 2125-2154
2505-2542 2355-2392 2305-2342 2155-2192
7 2543-2570 2393-2420 2343-2370 2193-2220
2571-2599 2421-2449 2371-2399 2221-2249
6 2600-2628 2450-2478 2400-2428 2250-2278
2629-2656 2479-2506 2429-2456 2279-2306
5 2657-2686 2507-2536 2457-2486 2307-2336
≥2687 ≥2537 ≥2487 ≥2337
13 ronden, waaronder 7 titelhouders, en minimum 11 geklasseerd
10½ 2380-2388 2230-2238 2180-2188 2030-2038
10 2389-2424 2239-2274 2189-2224 2039-2074
2425-2458 2275-2308 2225-2258 2075-2108
9 2459-2489 2309-2339 2259-2289 2109-2139
2490-2512 2340-2362 2290-2312 2140-2162
8 2513-2542 2363-2392 2313-2342 2163-2192
2543-2570 2393-2420 2343-2370 2193-2220
7 2571-2599 2421-2449 2371-2399 2221-2249
2600-2628 2450-2478 2400-2428 2250-2278
6 2629-2656 2479-2506 2429-2456 2279-2306
2657-2686 2507-2536 2457-2486 2307-2336
5 ≥2687 ≥2537 ≥2487 ≥2337
14 ronden, waaronder 7 titelhouders, en minimum 11 geklasseerd
11 2380-2406 2230-2256 2180-2206 2030-2056
10½ 2407-2441 2257-2291 2207-2241 2057-2091
10 2442-2466 2292-2316 2242-2266 2092-2116
2467-2497 2317-2347 2267-2297 2117-2147
9 2498-2519 2348-2369 2298-2319 2148-2169
2520-2549 2370-2399 2320-2349 2170-2199
8 2550-2570 2400-2420 2350-2370 2200-2220
2571-2599 2421-2449 2371-2399 2221-2249
7 2600-2628 2450-2478 2400-2428 2250-2278
2629-2649 2479-2499 2429-2449 2279-2299
6 2650-2679 2500-2529 2450-2479 2300-2329
2680-2701 2530-2551 2480-2501 2330-2351
5 ≥2702 ≥2552 ≥2502 ≥2352
15 ronden, waaronder 8 titelhouders, en minimum 12 geklasseerd
12 2380-2388 2230-2238 2180-2188 2030-2038
11½ 2389-2424 2239-2274 2189-2224 2039-2074
11 2425-2450 2275-2300 2225-2250 2075-2100
10½ 2451-2474 2301-2324 2251-2274 2101-2124
10 2475-2504 2325-2354 2275-2304 2125-2154
2505-2527 2355-2377 2305-2327 2155-2177
9 2528-2549 2378-2399 2328-2349 2178-2199
2550-2578 2400-2428 2350-2378 2200-2228
8 2579-2599 2429-2449 2379-2399 2229-2249
2600-2620 2450-2470 2400-2420 2250-2270
7 2621-2649 2471-2499 2421-2449 2271-2299
2650-2671 2500-2521 2450-2471 2300-2321
6 2672-2694 2522-2544 2472-2494 2322-2344
≥2695 ≥2545 ≥2495 ≥2345
16 ronden, waaronder 8 titelhouders, en minimum 13 geklasseerd
12½ 2380-2406 2230-2256 2180-2206 2030-2056
12 2407-2433 2257-2283 2207-2233 2057-2083
11½ 2434-2458 2284-2308 2234-2258 2084-2108
156
11 2459-2482 2309-2332 2259-2282 2109-2132
10½ 2483-2504 2333-2354 2283-2304 2133-2154
10 2505-2534 2355-2384 2305-2334 2155-2184
2535-2556 2385-2406 2335-2356 2185-2206
9 2557-2578 2407-2428 2357-2378 2207-2228
2579-2599 2429-2449 2379-2399 2229-2249
8 2600-2620 2450-2470 2400-2420 2250-2270
2621-2642 2471-2492 2421-2442 2271-2292
7 2643-2664 2493-2514 2443-2464 2293-2314
2665-2686 2515-2536 2465-2486 2315-2336
6 ≥2687 ≥2537 ≥2487 ≥2337
17 ronden, waaronder 9 titelhouders, en minimum 14 geklasseerd
13½ 2380-2397 2230-2247 2180-2197 2030-2047
13 2398-2415 2248-2265 2198-2215 2048-2065
12½ 2416-2441 2266-2291 2216-2241 2066-2091
12 2442-2466 2292-2316 2242-2266 2092-2116
11½ 2467-2489 2317-2339 2267-2289 2117-2139
11 2490-2512 2340-2362 2290-2312 2140-2162
10½ 2513-2534 2363-2384 2313-2334 2163-2184
10 2535-2556 2385-2406 2335-2356 2185-2206
2557-2578 2407-2428 2357-2378 2207-2228
9 2579-2599 2429-2449 2379-2399 2229-2249
2600-2620 2450-2470 2400-2420 2250-2270
8 2621-2642 2471-2492 2421-2442 2271-2292
2643-2664 2493-2514 2443-2464 2293-2314
7 2665-2686 2515-2536 2465-2486 2315-2336
≥2687 ≥2537 ≥2487 ≥2337
18 ronden, waaronder 9 titelhouders, en minimum 15 geklasseerd
14 2380-2406 2230-2256 2180-2206 2030-2056
13½ 2407-2433 2257-2283 2207-2233 2057-2083
13 2434-2458 2284-2308 2234-2258 2084-2108
12½ 2459-2474 2309-2324 2259-2274 2109-2124
12 2475-2497 2325-2347 2275-2297 2125-2147
11½ 2498-2519 2348-2369 2298-2319 2148-2169
11 2520-2542 2370-2392 2320-2342 2170-2192
10½ 2543-2556 2393-2406 2343-2356 2193-2206
10 2557-2578 2407-2428 2357-2378 2207-2228
2579-2599 2429-2449 2379-2399 2229-2249
9 2600-2620 2450-2470 2400-2420 2250-2270
2621-2642 2471-2492 2421-2442 2271-2292
8 2643-2656 2493-2506 2443-2456 2293-2306
2657-2679 2507-2529 2457-2479 2307-2329
7 2680-2701 2530-2551 2480-2501 2330-2351
≥2702 ≥2552 ≥2502 ≥2352
19 ronden, waaronder 10 titelhouders, en minimum 15 geklasseerd
15 2380-2397 2230-2247 2180-2197 2030-2047
14½ 2398-2415 2248-2265 2198-2215 2048-2065
14 2416-2441 2266-2291 2216-2241 2066-2091
13½ 2442-2466 2292-2316 2242-2266 2092-2116
13 2467-2482 2317-2332 2267-2282 2117-2132
12½ 2483-2504 2333-2354 2283-2304 2133-2154
12 2505-2519 2355-2369 2305-2319 2155-2169
11½ 2520-2542 2370-2392 2320-2342 2170-2192
11 2543-2563 2393-2413 2343-2363 2193-2213
157
10½ 2564-2578 2414-2428 2364-2378 2214-2228
10 2579-2599 2429-2449 2379-2399 2229-2249
2600-2620 2450-2470 2400-2420 2250-2270
9 2621-2635 2471-2485 2421-2435 2271-2285
2636-2656 2486-2506 2436-2456 2286-2306
8 2657-2679 2507-2529 2457-2479 2307-2329
2680-2694 2530-2544 2480-2494 2330-2344
7 ≥2695 ≥2545 ≥2495 ≥2345
Tabellen voor toernooien met meer dan 19 ronden kunnen gemaakt worden op basis
van de tabellen B.02, 10.1(a) en de regels van B.01
1.8 Titel Toernooi Certificaten
De CA (hoofdarbiter) bereidt de titelcertificaten voor de spelers in viervoud voor. Deze
worden overhandigd aan de speler in kwestie, zijn federatie, de organiserende federatie
en het FIDE bureau. Het is aangewezen dat de speler deze certificaten opvraagt bij de
CA alvorens het toernooi te verlaten. De CA is verantwoordelijk voor het verzenden van
het TRF bestand naar FIDE
1.9 Indienen van rapporten van Titel Toernooien
Deze toernooien moeten geregistreerd zijn zoals voorzien in 1.11.
1.91 Het einde van het toernooi is de dag van de laatste ronde en tijd voor het indienen
begint te lopen vanaf dan.
1.92 De CA (hoofdarbiter) van een FIDE geregistreerd toernooi zal het rating (TRF)
rapport van het toernooi versturen binnen 7 dagen naar de ELO verantwoordelijke van
de federatie waar het toernooi plaatsvond. Deze is op zijn beurt verantwoordelijk om
het naar de FIDE server te zenden waar het dient aan te komen ten laatste 30 dagen
na het einde van het toernooi.
1.93. De rapporten bevatten een database met minstens de partijen gespeeld door
spelers met een titelresultaat
2.0. Aanvraagprocedure
De aanvraagformulieren voor de titels genoemd in 0.31 zijn hier bijgevoegd:
Certificaat van Titel Resultaat (norm) IT1
Titel Aanvraag Formulier IT2
Toernooirapport IT3
2.1 Aanvragen voor de volgende titels moeten via deze formulieren geschieden en alle
nodige informatie in bijlage toegevoegd zijnde :
GM, IM, WGM, WIM: IT2, IT1s telkens met kruistabel
2.2 Aanvragen moeten ingediend worden door de federatie van de aanvrager bij de
gepaste eenheid die erover moet oordelen. De federatie van de aanvrager zal de
bijdrage (fee) betalen.
2.3 Er is een deadline van 30 dagen voor het behoorlijk behandelen van aanvragen.
Indien er onvoldoende tijd is voor het Congres zal een 50% verhoogde bijdrage worden
gevraagd en voor aanvragen die toekomen op het Congres zelf zal een dubbele bijdrage
gevraagd worden.
2.4 Alle titelaanvragen met alle details moeten ten minste 60 dagen voor de finalisatie
op de FIDE website getoond worden zodat eventuele bezwaren kunnen behandeld
worden.
158
159
160
161
Lijst van meesters
Grootmeesters (GM)
Dgebuadze, Alexandre GM 203882 21/05/1971 SvDB
Gurevich, Mikhail GM 200930 22/05/1959 FEFB
Malakhatko, Vadim GM 14104202 22/03/1977 VSF
Michiels, Bart GM 202967 30/10/1986 VSF
Ringoir, Tanguy GM 208027 29/06/1994 SvDB
Winants, Luc GM 200018 1/01/1963 FEFB
Internationale Meesters (IM)
Abolianin, Arthur IM 202606 25/07/1966 SvDB
Beukema, Stefan IM 1024523 17/02/1996 VSF
Capone, Nicola IM 224715 1/02/1999 FEFB
Cekro, Ekrem IM 201855 29/06/1950 FEFB
Claesen, Pieter IM 200727 21/03/1971 FEFB
Docx, Stefan IM 200778 12/01/1974 VSF
Dutreeuw, Marc IM 200042 21/02/1960 VSF
Geirnaert, Steven IM 203866 31/08/1984 VSF
Godart, Francois IM 208078 3/06/1994 FEFB
Hautot, Stephane IM 202282 11/04/1980 SvDB
Hovhannisyan, Mher IM 13300865 25/09/1978 FEFB
Jadoul, Michel IM 200034 17/09/1957 FEFB
Laurent, Bruno IM 202169 29/12/1975 FEFB
Maenhout, Thibaut IM 205044 24/05/1989 VSF
Piceu, Tom IM 201952 20/10/1978 VSF
Polaczek, Richard IM 200026 17/06/1965 SvDB
Rooze, Jan IM 200050 7/03/1947 VSF
Saiboulatov, Daniyal IM 204145 2/04/1970 FEFB
Soors, Stef IM 209511 11/12/1992 FEFB
Van Beers, Eddy IM 200905 11/05/1973 VSF
Van Der Stricht, Geert IM 201324 11/02/1972 VSF
Vandenbussche, Thibaut IM 204412 17/07/1987 SvDB
Vandevoort, Pascal IM 200310 24/09/1971 FEFB
Weemaes, Ronny IM 200077 31/08/1955 VSF
Zozulia, Anna IM 14102110 10/03/1980 VSF
FIDE Meesters (FM)
Ahn, Martin FM 200972 27/04/1972 SvDB
Akhayan, Ruben FM 204439 26/08/1985 FEFB
Baert, Andy FM 200107 16/04/1962 VSF
Bauduin, Etienne FM 201707 10/08/1970 FEFB
Beeckmans, Felix FM 201812 1/03/1979 VSF
Beukema, Jasper FM 1032984 7/04/2001 VSF
Bolzoni, Victor-Angel FM 200433 2/12/1962 FEFB
Bomans, Arno FM 206024 9/10/1990 VSF
Claesen, Jeroen FM 201278 4/09/1974 VSF
Cools, Gorik FM 200298 1/01/1964 VSF
Daels, Marc FM 201502 8/05/1959 VSF
162
Dardha, Arben FM 4700481 25/11/1972 VSF
Dardha, Daniel FM 240990 01/10/2005 VSF
De Jonghe, Bruno FM 202037 6/06/1956 VSF
De Jonghe, Peter FM 200140 6/09/1953 VSF
De Schampheleire, Glen FM 208701 15/05/1992 VSF
De Wachter, Mathias FM 201839 26/03/1979 VSF
De Waele Warre FM 241156 13/05/2002 VSF
Decoster, Frederic FM 204269 6/10/1980 VSF
Deleyn, Gunter FM 200115 1/12/1955 VSF
Demarcke, Dirk FM 203025 8/01/1958 VSF
Denys, Alex FM 200182 21/09/1958 VSF
Draftian, Ashote FM 204552 21/08/1955 VSF
Driessens, Patrick FM 204552 20/03/1974 VSF
Fontaine, Quentin FM 230804 4/03/1996 FEFB
Froeyman, Helmut FM 203602 24/03/1976 VSF
Geenen, Marc FM 200085 8/11/1961 FEFB
Goormachtigh, Johan FM 200280 30/07/1955 VSF
Goossens, Etienne FM 201006 3/10/1973 FEFB
Gregoir, Christophe FM 204625 10/04/1984 VSF
Hamblok, Roel FM 209317 6/07/1988 VSF
Henris, Luc FM 200980 20/08/1959 FEFB
Huesmann, Thomas FM 200441 2/01/1961 SvDB
Ismaili, Afrim FM 235555 13/05/1985 VSF
Lacrosse, Marc FM 200921 25/05/1958 VSF
Le Quang, Kim FM 200700 12/06/1971 FEFB
Lenaerts, Lennert FM 211435 24/08/1998 VSF
Maes, Wim FM 201073 1/06/1972 VSF
Marechal, Andy FM 202355 17/01/1978 FEFB
Meessen, Rudolf FM 202029 22/01/1968 SvDB
Nijs, Nils FM 209651 4/11/1993 VSF
Roofthoofd, Marcel FM 200174 17/04/1952 VSF
Roos, Adrian FM 263621 11/05/1990 VSF
Sadkowski, Daniel FM 200255 7/09/1961 VSF
Sarrau, Jelle FM 207608 19/05/1988 VSF
Sterck, Arno FM 228249 15/04/1999 VSF
Tonoli, Walter FM 200204 25/04/1958 VSF
Van Hoolandt, Patrick FM 200999 10/01/1958 FEFB
Van Mechelen, Jan FM 201863 31/07/1966 VSF
Vanderwaeren, Serge FM 200069 22/01/1964 VSF
Verduyn, Frederic FM 203670 1/12/1976 VSF
Vermeulen, Bram FM 203254 12/07/1985 VSF
Verstraeten, Rein FM 223654 22/07/1995 VSF
Wantiez, Fabrice FM 202274 14/12/1971 FEFB
Dames FIDE Meesters (WFM)
Goossens, Hanne WFM 200468 9/10/1992 VSF
Gorshkova, Irina WFM 203319 28/01/1977 VSF
Morozova, Iuliia WFM 14104946 18/11/1966 VSF
Vanhuyse, Nele WFM 228818 14/02/1991 VSF
163
Organogram schaken in België
KBSB (14 € / speler)
Nationale Interclubs : van September tot April op 11 zondagen. Dit is het
grootste toernooi van het land met ruim 1500 spelers per zondag (30 % van
alle aangesloten spelers in België)
Belgisch Kampioenschap : 1 week in Juli
Belgisch Jeugdkampioenschap : 1 week in de paasvakantie (April)
Interscholenkampioenschap lager en middelbaar onderwijs : Maart
Snelschaak en Rapidchaak: meestal telkens 1 dag in September
Publicatie van ELO-punten voor alle spelers: Januari, April, Juli en Oktober
Vertegenwoordiging van topschakers (volwassenen en jeugd) op internationale
toernooien : WK, EK, Olympiades...
FIDE lidmaatschap en registratie van toernooien bij de FIDE
Website KBSB
Vademecum met alle reglementen
VSF (4 € / speler)
Vlaams kampioenschap : 4 dagen in Mei
Vlaams Jeugdkampioenschap : 4 dagen tijdens krokusvakantie
Interscholenkampioenschap lager en middelbaar onderwijs : Januari
Verzekering voor ongevallen tijdens alle toernooien in Vlaanderen
Ondersteuning van top-jeugdschaak en schaken op school in Vlaanderen
Opleiding van schaaktrainers en wedstrijdleiders
Vlaanderen Schaakt Digitaal : verspreid naar de clubs
Ligas (3 10 € / speler)
Ligakampioenschap : zeer verschillend per liga
Liga jeugdkampioenschap : 1 of 2 dagen in November
Provinciaal schoolschaak : November
Liga snelschaakkampioenschap : gebruikelijk in de zomer
Liga ploegenkampioenschap : op verschillende dagen gedurende het seizoen
(September-Juni)
Jeugdcriterium
Verzameling van de meeste jeugdtoernooien (meestal 1 dag) in een jaar-
klassement voor het bepalen van de beste jeugdspelers per categorie in
ééndagstoernooien.
164
Geschiedenis van de KBSB
De graaf van Villegas, overleden in 1926, was de eerste die, tijdens een vergadering
van het bestuur van de Brusselse schaakclub, het idee naar voren bracht om alle kringen
van België te groeperen in een organisme.
De voorstel werd enthousiast onthaald en dit leidde tot de oprichting van de Belgische
Schaakbond op 19 december 1920
361
door de kringen van Brussel, Antwerpen, Gent en
Liège.
Het eerste bestuur bestond uit de voorzitters van de vier kringen en drie andere leden
die gekozen werden door deze voorzitters. Er werd overeengekomen dat de voorzitters
van de kringen in beurtrol het voorzitterschap van de BSB zouden waarnemen telkens
voor één jaar.
het eerste bureau bestond uit :
Voorzitter : Jules De Lannoy, Brussel
Ondervoorzitters : Van Bladel, Antwerpen, Verschueren, Gent, Leruitte, Liège.
Penningmeester : Lancel, Brussel
Secretaris : Lenglez, Brussel
Promotie : de Villegas, Brussel
Sinds 1924 werd de voorzitter democratisch verkozen en waren de volgenden
achtereenvolgens voorzitter. Helaas, gedurende korte periodes had de federatie geen
voorzitter en nam de eerste ondervoorzitter de functie waar. Deze zijn ook hieronder
aangegeven als (interim).
1920 1924 Jules De Lannoy
1924 1928 Tackels
1928 1934 Barzin
1934 1937 Verschueren
1937 1945 Van de Wouwer
1945 1949 Peeters
1949 1957 Van Hoorde
1957 1967 Weltjens
1967 1971 Heynen
1971 1977 Paul Mauquoy
1977 1994 Jacques Bossuyt
1994 1995 Jean Janssens (interim)
1995 Bernard Lacrosse (interim)
1995 1998 Marc Bils
1998 2000 Daniel Oger (interim)
2000 2004 John Van Emmelo
2004 2006 Rudolf Meesen (interim)
2006 2007 Francois Van Damme
2007 2008 Chris Ghysels (interim)
2008 nter Delhaes
2009 2011 Chris Ghysels
2011 heden Günter Delhaes
361
Het honderdjarig bestaan komt eraan: December 2020
165
In 1970 ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan kreeg de federatie de titel van
Koninklijk toebedeeld en heet sindsdien KBSB.
In 1979 werd op vraag van de Vlaamse kringen de federatie gefederaliseerd op gebied
van taal en kent sindsdien drie leden : de VSF (Nederlandstaligen), de FEFB
(Franstaligen) en de SVDB (Duitstaligen).
Het aantal leden schommelt tegenwoordig rond 5000, waar dit 25 jaar geleden
ongeveer 3500 leden was.
Dankzij Albert Dethiou kreeg de KBSB toegang tot het BOIC en ontvangt langs deze
weg subsidie voor deelname aan belangrijke internationale manifestaties.
In 2014 werd een belangrijke hervorming doorgevoerd door de kringen rechtstreeks lid
te maken van de KBSB. Dit kwam de democratische besluitvorming zeker ten goede en
loste het jarenlange getouwtrek tussen de Vlamingen (VSF) en de Walen (FEFB) binnen
KBSB op. Dit gezegd zijnde, wijzigde er eigenlijk weinig, vermits langs Vlaamse zijde
zowel voor als na de hervorming de stemmen voornamelijk door de liga’s worden
uitgebracht, en langs Franstalige zijde nog steeds voornamelijk door de culturele
federatie.
166
Statuten van de KBSB vzw
De Belgische Schaakbond werd opgericht als feitelijke vereniging op 19 december 1920
door de clubs van Brussel, Antwerpen, Gent en Liège.
De Belgische Schaakbond werd op 30 maart 1959 een vereniging zonder winstoogmerk
opgericht door volgende personen:
Dierman P., Van de Wouwer Fl., Trépant S., Van Hoorde E., Weltjens L., Brion P., De
Keyser E., Himpens J.
De Bond is nu een Koninklijke vereniging.
Titel 1 - Algemeen
Art. 1
De vereniging is een V.Z.W. die werd opgericht onder de naam « KONINKLIJKE
BELGISCHE SCHAAKBOND », afgekort K.B.S.B.
Art. 2
De maatschappelijke zetel van de vereniging is gevestigd op het volgende adres: ALMA
ECHECS, Tuin Martin V, 59, 1200 Brussel, in het gerechtelijk arrondissement Brussel.
Art. 3
Voor elke gerechtelijke procedure waarin de vereniging tegenover een van haar
effectieve leden, ereleden of toegetreden leden of een aangesloten sportbeoefenaar
staat, zijn alleen de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel bevoegd.
De procedures worden gehouden in de taal van het lid of van de aangesloten
sportbeoefenaar, Nederlands of Frans.
Bij uitzondering op wat hierboven is gezegd, zijn de rechtbanken van het gerechtelijk
arrondissement Eupen bevoegd om het geschil te behandelen wanneer het
desbetreffend lid of aangesloten sportbeoefenaar zijn woonplaats of sociale zetel heeft
in gezegd arrondissement.
Indien de procedure betrekking heeft op meerdere leden of aangesloten
sportbeoefenaars, waarvan sommigen hun woonplaats of hun maatschappelijke zetel
hebben in het gerechtelijk arrondissement Eupen en anderen hun woonplaats of
maatschappelijke zetel hebben buiten dit arrondissement dan zijn de rechtbanken van
het gerechtelijk arrondissement Brussel of Eupen bevoegd, naar keuze van verzoeker.
Art. 4
Het doel van de Koninklijke Belgische Schaakbond is de verspreiding, het propageren
en stimuleren van de schaaksport in al haar facetten, in samenwerking met de
Gemeenschapsfederaties gedefinieerd in artikel 7. De vereniging kan hiervoor alle
wettelijke daden stellen die zij nuttig acht, onder andere:
- het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van haar leden;
- de vertegenwoordiging van de Belgische schaaksport op internationaal niveau;
- het aansluiten bij de internationaal overkoepelende organisaties en het
stimuleren van deelname aan de door hen georganiseerde evenementen;
- het organiseren of delegeren van allerhande nationale competities zoals de
Belgische kampioenschappen voor senioren en jeugd, interclub
kampioenschappen, de schoolschaak kampioenschappen, internationale open
toernooien,
- het opstellen van een klassement voor de sportbeoefenaars die zijn
aangesloten bij de leden van de vereniging;
- het organiseren van diverse schaaktechnische en bestuurlijke opleidingen.
167
In die geest kan de vereniging, ten bijkomende titel, economische activiteiten uitvoeren
op voorwaarde dat de opbrengst ervan volledig bestemd is voor de doelstellingen van
de vereniging.
Art. 5
De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur.
Titel 2 - Lidmaatschap
Art. 6
De vereniging telt effectieve leden, toegetreden leden en leden van rechtswege.
Art. 7
Kunnen effectief lid van de vereniging zijn: de schaakkringen waarvan de zetel
gevestigd is op het Belgische grondgebied, die lid zijn van een van de
Gemeenschapsfederaties die minstens vijf aangesloten spelers hebben bij de gezegde
Gemeenschapsfederaties.
Kunnen toegetreden leden van de vereniging zijn: de kringen in alinea 1 vermeld, maar
die niet tenminste vijf aangesloten spelers hebben.
De kringen die geen rechtspersoonlijkheid bezitten zijn lid in de persoon van hun
voorzitter. In dit geval zijn de ondervoorzitter, secretaris, penningmeester en
toernooidirecteur solidair en ondeelbaar aansprakelijk voor de door de voorzitter
aangegane verbintenissen in hoofde van zijn kring.
Zijn toegetreden leden van rechtswege:
a. De drie Gemeenschapsfederaties:
- de V.ZW. “Vlaamse Schaakfederatie” (afgekort: V.S.F.);
- de V.Z.W. “Fédération Échiquéenne Francophone de Belgique (afgekort: F.É.F.B.);
- de V.Z.W. Schachverband der Deutschsprachigen Gemeinschaft Belgien(afgekort:
S.V.D.B.).
b. De provinciale liga’ s die lid zijn of deel uitmaken van een van de hierboven vermelde
Gemeenschapsfederaties.
Voor de toepassing van huidige beschikking is de V.S.F. samengesteld uit volgende vijf
liga’s:
Schaakliga Antwerpen vzw,
Schaakliga Limburg vzw,
Liga Oost-Vlaanderen VSF vzw,
Schaakverbond Vlaams-Brabant en Brussel (SVB),
WEST-VLAAMSE SCHAAKLIGA VZW.
De F.É.F.B. is samengesteld uit volgende vijf liga’s:
Ligue du Brabant Wallon,
Ligue de Bruxelles Capitale francophone,
Ligue de Hainaut,
Ligue de Liège,
Ligue de Namur-Luxembourg.
De liga’s die geen rechtspersoonlijkheid bezitten zijn lid in de persoon van hun
voorzitter. In dit geval zijn de ondervoorzitter, secretaris, penningmeester en
toernooidirecteur solidair en ondeelbaar aansprakelijk voor de door de voorzitter
aangegane verbintenissen in hoofde van zijn liga.
168
Zijn toegetreden lid van de vereniging, de fysieke personen, op reglementaire wijze
aangesloten bij een schaakkring die effectief of toegetreden lid is van de K.B.S.B. Deze
personen worden “sportbeoefenaars” genoemd.
362
Art. 8
Behoudens het gezegde onder Titel III, genieten de effectieve leden en de toegetreden
leden van rechtswege, dezelfde rechten en zijn zij onderhevig aan dezelfde
verplichtingen.
De schaakkringen die toegetreden lid zijn en de sportbeoefenaars hebben de rechten
die hen door huidige statuten, het huishoudelijk reglement waarvan sprake in artikel 35
en het toernooireglement waarvan sprake in artikel 34. zijn toegekend.
De effectieve leden, de toegetreden leden van rechtswege en de toegetreden leden
verbinden zich tot het naleven van de statuten, het huishoudelijk reglement waarvan
sprake in artikel 35 en het toernooireglement waarvan sprake in artikel 34.
De schaakkringen, hetzij effectief lid of toegetreden lid, zullen een lidgeld betalen
waarvan het bedrag is vastgesteld door de algemene vergadering en dat 15 € per jaar
en per aangesloten sportbeoefenaar niet mag overschrijden.
De andere toegetreden leden zijn er niet toe gehouden lidgeld te betalen.
In akkoord met de Raad van Bestuur van de K.B.S.B. mag het lidgeld - voor wat hun
eigen schaakkringen betreft - geïnd worden door een toegetreden lid van rechtswege.
In dit geval is het lid van rechtswege er toe gehouden het lidgeld over te maken aan de
K.B.S.B.
Art. 9
De raad van bestuur oordeelt soeverein en zonder zijn beslissing hoeven te motiveren
over de aanvragen tot aansluiting.
Art. 10
Het staat elk lid vrij uit de vereniging te treden, mits dit schriftelijk te melden aan de
raad van bestuur.
Dit ontslag bevrijdt het lid niet de uitstaande bedragen te voldoen die verschuldigd zijn
ten aanzien van de vereniging.
Art. 11
De uitsluiting van een lid kan enkel worden uitgesproken door de algemene vergadering
met een meerderheid van twee derden van de stemmen van de aanwezige of
vertegenwoordigde leden. Hetzelfde geldt voor de uitsluiting van een aangesloten
sportbeoefenaar.
Dergelijke uitsluiting kan slechts worden uitgesproken door de algemene vergadering
voor zover dit punt is opgenomen op de dagorde.
Een lid van de K.B.S.B. kan uitgesloten worden voor feiten vreemd aan de K.B.S.B.,
meer bepaald als ze het voorwerp uitmaken van een veroordeling die van aard is de
goede naam van de K.B.S.B. te schaden. Hetzelfde geldt voor de uitsluiting van een
aangesloten sportbeoefenaar.
Art. 12
Het ontslagnemend lid of uitgesloten lid kan geen enkel recht meer doen gelden binnen
de vereniging en kan betaalde lidmaatschapsbijdragen niet terugvorderen.
Titel 3 De Algemene Vergadering
Art. 13
362
KBSB houdt ook een register bij van niet leden onder een “licentie G” voornamelijk voor de
administratie van jeugdtoernooien
169
De algemene vergadering is samengesteld uit:
de leden van de raad van bestuur;
de afgevaardigden van de kringen die lid zijn, ten hoogste drie per kring. Deze
afgevaardigden zijn verplicht aangesloten sportbeoefenaars bij een club die lid
is van KBSB;
de leden van rechtswege, vertegenwoordigd door hun voorzitter of een lid van
hun bestuur;
de ereleden.
Haar bureau is samengesteld uit de leden van de raad van bestuur en twee aangeduide
stemopnemers.
Elke sportbeoefenaar, aangesloten bij een club die lid is van KBSB, handelend buiten
elk mandaat of machtiging, heeft het recht de vergaderingen bij te wonen met
raadgevende stem, op voorwaarde dat hij voluit 18 jaar is.
Art. 14
Een effectief of toegetreden lid mag zich op de algemene vergadering door een
gemandateerde laten vertegenwoordigen.
Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de leden zich op dit punt kunnen
uitspreken.
Art. 15
De algemene statutaire vergadering wordt bijeengeroepen in de loop van de eerste vier
maanden van het boekjaar
363
. Een algemene vergadering wordt eveneens
bijeengeroepen telkens de raad van bestuur dit nodig acht of nog op vraag van minstens
één vijfde van de leden.
Art. 16
De uitnodigingen worden minstens vier weken voor de vergadering via e-mail naar de
leden verzonden; ze bevatten minstens de plaats en datum, voorlopige dagorde
opgesteld door de raad van bestuur, alle statuutswijzigingen die voorgesteld worden,
het voorgesteld lidgeld, evenals het ontwerp van jaarrekeningen en het ontwerp van
budget van de vereniging.
Ten laatste twee weken op voorhand worden de reglementswijzigingen (WR en HR), de
extra agendapunten aangevraagd door de leden, de vragen van de leden aan de
bestuurders, de kandidaturen voor een bestuursfunctie
364
en de rapporten van de
rekeningtoezichters meegedeeld
Art. 17
Leden die een welbepaald punt aan de dagorde wensen toe te voegen dienen dit
schriftelijk en uiterlijk twee weken voor de algemene vergadering in te dienen op de
maatschappelijke zetel van de vereniging, of per mail aan de voorzitter en de secretaris.
Art. 18
De algemene vergadering is als enige bevoegd in zake:
1° de wijziging van de statuten;
2° de benoeming en afzetting van de leden van de raad van bestuur;
363
Dus tussen September en December, in principe midden November zodat het budget tijdig
goedgekeurd kan worden, maar ook de jaarrekeningen afgesloten kunnen worden tegen het
versturen van de uitnodiging.
364
Voor zover al bekend, want je mag je nog kanidaat stellen tot zeven dagen op voorhand
170
de benoeming en afzetting van commissarissen of rekeningtoezichters belast
met de controle op de jaarboekhouding en het bepalen van hun bezoldiging,
in voorkomend geval;
de goedkeuring van de rekeningen van het afgelopen jaar en van de begroting;
de kwijting aan de bestuurders en desgevallend aan de commissarissen,
bedoeld onder artikel 42 of aan de rekeningtoezichters;
6° de uitsluiting van een lid;
de goedkeuring en de bekrachtiging van de wijziging van het huishoudelijk
reglement;
de goedkeuring en de bekrachtiging van de wijziging van de
wedstrijdreglementen;
9° de benoeming van ereleden, op voorstel van de raad van bestuur;
10° het bepalen van de door de leden te betalen lidmaatschapsbijdrage voor het
volgende boekjaar;
11° de aanduiding van twee stemopnemers voor de algemene vergadering;
12° de omzetting van de vereniging in een vennootschap met sociaal oogmerk;
13° de ontbinding van de vereniging.
Art. 19
Elk effectief lid beschikt over een stem per twintig aangesloten sportbeoefenaars die
het lid vertegenwoordigt. Het aantal wordt afgerond naar boven.
Het aantal sportbeoefenaars dat in rekening wordt gebracht om het aantal stemmen te
bepalen is gebaseerd op het aantal sportbeoefenaars dat op 15 september van het
lopende boekjaar is ingeschreven bij de K.B.S.B.
In elk geval kan eenzelfde fysieke persoon, ongeacht zijn hoedanigheid als lid, orgaan
of mandataris van een effectief of toegetreden lid, slechts een aantal stemmen
uitbrengen dat 5% van het totaal aantal aangeslotenen bij de K.B.S.B. op 15 september
van het lopende boekjaar niet te boven gaat.
Ereleden, toegetreden leden van rechtswege en toegetreden leden beschikken slechts
over een raadgevende stem. Deze stemmen worden niet in aanmerking genomen voor
het berekenen van de meerderheden noch voor het bepalen van de eventuele
aanwezigheidsquota. Hetzelfde geldt voor de effectieve leden die op de vijfde werkdag
voorafgaand aan de algemene vergadering niet in regel zijn met de betaling van hun
lidmaatschapsbijdrage.
Art. 20
Behoudens andersluidende bepalingen door de wet of de statuten beraadslaagt de
algemene vergadering geldig ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde
leden.
De beslissingen worden genomen met meerderheid van stemmen van de aanwezige of
vertegenwoordigde leden.
In geval van staking van stemmen is het voorstel verworpen.
Art. 21
In afwijking van artikel 20 kan de algemene vergadering over wijzigingen aan de
statuten slechts geldig beraadslagen als de wijzigingen uitdrukkelijk vermeld zijn in de
uitnodiging en ten minste twee derden van de leden op de vergadering aanwezig of
vertegenwoordigd zijn.
Geen enkele wijziging kan worden aangenomen dan met de meerderheid van twee
derden van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden.
171
Wanneer de wijziging echter betrekking heeft op het doel of de doelen waarvoor de
vereniging is opgericht, dient het voorstel om aangenomen te worden een meerderheid
van vier vijfden der aanwezige of vertegenwoordigde stemmen te behalen.
Ingeval op de eerste vergadering minder dan twee derden van de leden aanwezig of
vertegenwoordigd zijn kan een tweede vergadering met dezelfde agenda worden
bijeengeroepen, die geldig kan beraadslagen, beslissen en de wijzigingen aannemen,
welk ook het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden is, en de wijzigingen
aannemen met de meerderheden zoals voorzien in alinea 2 of in alinea 3. De tweede
vergadering mag niet worden gehouden binnen de veertien dagen na de eerste
vergadering.
Art. 22
In afwijking van artikel 20 kan de ontbinding van de vereniging slechts worden
uitgesproken onder dezelfde voorwaarden van aanwezigheid en stemming zoals vereist
voor de wijziging van het doel of de doelen van de vereniging.
In voorkomend geval is artikel 21, alinea 4 van toepassing.
Art. 23
In afwijking van artikel 20, alinea 2, kan de omvorming van de vereniging in een
vennootschap met sociaal oogmerk slechts worden uitgesproken onder de voorwaarden
van stemming vereist, volgens het geval, door artikel 21, alinea’s 2 of 3.
Art. 24
Voor de bepaling van de vereiste meerderheid worden de onthoudingen, de blanco en
ongeldige stemmen niet beschouwd als stemmen van de leden, aanwezig of
vertegenwoordigd, op het moment van de stemming. In geval van gelijkheid van
stemmen is het voorstel verworpen.
Art. 25
De notulen van de algemene vergadering, die de genomen beslissingen bevatten,
worden binnen de dertig dagen verstuurd aan de leden die op datum van de algemene
vergadering van de vereniging effectief lid zijn.
Titel 4 De Raad van Bestuur
Art. 26
De vereniging wordt bestuurd door een raad van bestuur. De raad van bestuur bestaat
uit minstens zeven leden, sportbeoefenaars bij een club die lid is van KBSB, benoemd
voor drie jaar door de algemene vergadering die hen te allen tijde kan ontzetten uit hun
mandaat. De algemene vergadering verkiest rechtstreeks de voorzitter van de Raad
van Bestuur.
De uittredende bestuurders zijn herkiesbaar
365
.
De leden van de raad ontvangen geen enkele bezoldiging voor de functies die hun
toevertrouwd zijn. Zij worden vergoed voor hun onkosten.
Art. 27
De kandidaten voor een functie van bestuurder, evenals de bestuurders waarvan het
mandaat eindigt en die hun kandidatuur willen hernieuwen, moeten minstens zeven
dagen voor de algemene vergadering, schriftelijk hun kandidatuur indienen op de
maatschappelijke zetel van de vereniging of per mail aan de voorzitter en de secretaris.
De kandidaturen worden opgenomen in de uitnodiging voor de algemene vergadering
of worden medegedeeld met de punten, de bijkomende punten aan de dagorde, zoals
voorzien in artikel 16, alinea 2. De algemene vergadering beslist in geheime stemming.
Art. 28
365
Maar moeten wel een kandidatuur indienen volgens artikel 27
172
Elke Gemeenschapsfederatie telt minstens een lid in de Raad van Bestuur, de voorzitter
niet in acht genomen. Indien aan deze voorwaarde niet is voldaan dan mag de
betrokken Gemeenschapsfederatie een lijst indienen met kandidaten onder dewelke de
algemene vergadering minstens een bestuurder zal kiezen.
Art. 29
Een vertegenwoordiger van elke Gemeenschapsfederatie waarvan sprake in artikel 7,
alinea 4, mag bovendien de vergaderingen van de Raad van Bestuur bijwonen met
raadgevende stem, evenals de ereleden en de eventueel gemachtigde personen.
Art. 30
De leden van de Raad van Bestuur delegeren aan een lid van de Raad of aan een derde
en onder hun verantwoordelijkheid de machtigingen die zij aanduiden.
Art. 31
De Raad van Bestuur heeft de meest uitgebreide rechten om daden te stellen inzake
beschikking en administratie in de vereniging. De Raad vertegenwoordigt de vereniging
in alle daden in en buiten rechte.
Om in rechte op te treden is een beslissing van de Raad van Bestuur vereist. De Raad
kan evenwel een bestuurder aanduiden die gelast is met het uitvoeren van zijn
beslissing.
Alle bevoegdheden, die de wet of de statuten niet uitdrukkelijk voorbehouden aan de
algemene vergadering, behoren tot de bevoegdheid van de Raad van Bestuur.
Art. 32
De Raad van Bestuur vergadert, op uitnodiging van de voorzitter, minimaal één keer
per trimester.
De Raad van Bestuur kan slechts rechtsgeldig beslissingen nemen indien meer dan de
helft der bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is.
Behoudens het gezegde in artikelen 34 et 35 worden de beslissingen genomen met
meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de zitting beslissend.
Art. 33
Om de vereniging rechtsgeldig te verbinden volstaat de handtekening van de voorzitter
of, bij ontstentenis, deze van de ondervoorzitter, samen met die van een andere
bestuurder zonder dat deze hun bevoegdheid dienen te bewijzen.
Nochtans kan de penningmeester alleen handelen voor het uitvoeren van betalingen en
het ontvangen van inkomsten.
Evenzo zijn de voorzitter, de secretaris en de penningmeester, elk individueel bevoegd,
om in naam en voor rekening van de vereniging de correspondentie die gericht is aan
de maatschappelijke zetel van deze in ontvangst te nemen (aangetekende zendingen,
telegrammen, gerechtelijke stukken, enz.).
Evenzo is elke bestuurder individueel bevoegd voor handelingen met betrekking tot het
dagelijks bestuur van de vereniging.
Art. 34
Op voorstel van een commissie ad hoc brengt de Raad van Bestuur aan de
toernooireglementen de wijzigingen aan die hij nodig acht, op voorwaarde dat deze
door de Raad van Bestuur worden aangenomen met een meerderheid van drie vierden
van de geldig uitgebrachte stemmen. Deze wijzigingen zijn niet van toepassing op aan
de gang zijnde competities.
173
Gezegde wijzigingen dienen aan de leden ter bekrachtiging worden voorgelegd op de
eerstvolgende algemene vergadering
366
.
Art. 35
Op voorstel van een commissie ad hoc stelt de Raad van Bestuur een huishoudelijk
reglement op dat de werking van de vereniging uiteenzet.
De Raad van Bestuur brengt er de nodige wijzigingen aan voor zover deze door de Raad
van Bestuur worden aangenomen met een meerderheid van drie vierden van de geldig
uitgebrachte stemmen.
Dit reglement of gezegde wijzigingen eraan treden onmiddellijk in voege doch dienen
nochtans aan de leden ter bekrachtiging worden voorgelegd op de eerstvolgende
algemene vergadering.
Art . 36
De Raad van Bestuur richt op zijn eigen verantwoordelijkheid elke commissie op die
hem door de huidige statuten worden opgelegd of waarvan de oprichting hem nodig
blijkt voor de uitoefening van zijn opdrachten.
De rol van een dergelijke commissie is zuiver raadgevend; zij heeft als enig doel de
beslissingen voor te bereiden die zullen moeten worden genomen in de schoot van de
raad van bestuur.
Art. 37
Op voorstel van de Raad van Bestuur kan de algemene vergadering bij gewone
meerderheid de titel van “erelid voor het leven” toekennen om speciale en belangrijke
redenen, in het bijzonder voor bewezen diensten. Ereleden hebben geen andere rechten
dan degene die hun expliciet door de huidige statuten worden toegekend.
Titel 5 - Andere organen
Art. 38
De vereniging beschikt over twee interne juridische organen: de Commissie voor
Geschillen en de Beroepscommissie. De commissieleden worden aangesteld door de
Gemeenschapsfederaties: zij mogen geen enkele andere officiële functie uitoefenen
binnen de vereniging.
De Commissie voor Geschillen behandelt de klachten tegen beslissingen van de
verantwoordelijke nationale toernooien en/of de nationale jeugdleider met betrekking
tot de competities ingericht door of onder auspiciën van de vereniging. Zij behandelt
eveneens de klachten betreffende de selectie (of niet-selectie) voor nationale of
internationale competities. Ook behandelt zij de klachten tegen beslissingen van de
(een lid/leden van) Raad van Bestuur.
De Beroepscommissie behandelt in beroep de beslissingen van de Commissie voor
Geschillen.
De beslissingen van de Beroepscommissie zijn bindend: tegen die beslissingen is geen
verder intern beroep mogelijk.
Beide juridische commissies zijn onafhankelijke organen, ze passen in het bijzonder de
statuten van de K.B.S.B., de wetten, de decreten en reglementen van de openbare
overheden of de internationale overkoepelende schaakorganisaties toe.
In het huishoudelijke reglement, waarvan sprake in artikel 35 van deze statuten, staan
bijkomende regels gepreciseerd met betrekking tot de samenstelling, de bevoegdheden
en de werking van deze commissies.
366
Het is volstrekt onduidelijk wat er gebeurt indien de AV de wijziging niet bekrachtigd, maar
deze toch reeds werd toegepast in een kompetitie. De RVB dient derhalve deze regel met de
nodige voorzorg te hanteren.
174
Art. 39
De leden van de vereniging en de sportbeoefenaars die zij vertegenwoordigen verbinden
er zich toe slechts in rechte op te treden tegen de vereniging dan na uitputting van de
hun ter beschikking staande interne rechtsmiddelen.
Titel 6 Jaarrekening en budget
Art. 40
Het boekjaar begint op een september en eindigt op eenendertig augustus daarop
volgend.
Art. 41
De rekeningen van het voorbije boekjaar alsook de begroting van het volgende boekjaar
worden jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering
367
.
Art. 42
De Algemene Vergadering benoemt een of meerdere commissarissen of
rekeningtoezichters. In dit laatste geval worden deze benoemd voor de duur van het
lopende boekjaar.
De rekeningtoezichters of de commissarissen formuleren eveneens in hun verslag elke
suggestie die ze nuttig achten met betrekking tot het financiële beheer van de
vereniging.
Titel 7 Ontbinding
Art. 43
De ontbinding van de vereniging kan door de algemene vergadering slechts worden
beslist onder de voorwaarden vermeld in artikel 22.
De voorzitter is er toe gehouden de kwestie van ontbinding van de vereniging voor te
leggen aan de algemene vergadering indien gedurende zes opeenvolgende maanden
elke sociale activiteit werd gestaakt.
Art. 44
In geval van ontbinding duidt de algemene vergadering een of twee vereffenaars aan
die gelast worden over te gaan tot de vereffening.
Met inachtneming van de rechten van de schuldeisers worden alle activa, materiele of
niet materiele, met voorrang aangeboden aan de leden van de ontbonden vereniging,
die ze voor een juiste prijs zullen kunnen aankopen, ter gelegenheid van een verkoop
per opbod indien er meerdere kandidaat kopers zijn.
Het netto-actief zal, op beslissing van de algemene vergadering, toegekend worden aan
één of meerdere organisaties die het schaken in het algemeen bevorderen en die winst
niet als oogmerk hebben.
Titel 8 Eindbeschikking
Art. 45
Alle gevallen die niet voorzien zijn in de huidige statuten worden behandeld in
overeenstemming met de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen.
367
Dus in principe in Oktober de jaarrekening van het jaar dat voorbij is en de begroting van het
jaar dat net begonnen is. Onder “volgende” dient men te verstaan “het jaar volgend op het
vorige jaar” dus het huidige jaar
175
Huishoudelijk Reglement van de KBSB
1. DWINGEND KARAKTER VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT.
Het huishoudelijk reglement is opgesteld volgens de regels die vastgelegd zijn in de
statuten van de K.B.S.B. Het reglement vervolledigt deze statuten en heeft voor de
leden van de K.B.S.B. dezelfde kracht als de statuten
368
.
2. DOEL VAN DE K.B.S.B.
Teneinde het maatschappelijk doel van de vereniging te realiseren, is de K.B.S.B.
gemandateerd door haar leden om:
a) het Belgische schaken in het algemeen te vertegenwoordigen op het internationaal
vlak, inbegrepen de eventuele deelname van Belgische ploegen aan internationale
wedstrijden en toernooien;
b) de Belgische kampioenschappen te organiseren, evenals een open
kwalificatietoernooi als dit doorgaat en de Belgische
Interclubkampioenschappen
369
;
c) een klassement op te stellen van de sportbeoefenaars.
Deze opsomming is niet limitatief en kan uitgebreid worden door een beslissing van de
Raad van Bestuur.
3. LEDEN.
a) De ereleden.
De Algemene Vergadering kan op voorstel van de Raad van Bestuur de titel van erelid
voor het leven toekennen voor speciale en belangrijke redenen, in het bijzonder voor
de bewezen diensten
370
.
b) De beschermende leden.
De titel van "beschermend lid" zal worden toegekend aan elkeen, al dan niet lid van een
kring, die jaarlijks aan de K.B.S.B. een bijdrage stort van minstens 100 €.
4. LIDGELD EN BUDGET.
Het lidgeld waarvan sprake in artikel 8 van de statuten is evenredig met het aantal
sportbeoefenaars aangesloten in het vorige boekjaar
371
.
Op voorstel van de Raad van Bestuur, bepaalt de Algemene Vergadering in het budget
van de vereniging de bijdrage verschuldigd per sportbeoefenaar. Op voorstel van de
penningmeester stelt de Raad van Bestuur de modaliteiten van uitvoering vast, alsmede
de limietdatum voor de betaling van de bijdrage.
5. ORGANISATIE EN MACHT.
De K.B.S.B. wordt geleid en bestuurd door een aantal organismen en bestuurders die
hierna opgesomd zijn, en waarvan de macht afgebakend wordt door dit reglement.
Elke bestuurder mag zich naar eigen keuze uitdrukken in een van de drie landstalen.
Elke bestuurder heeft een passieve kennis van minstens twee van de drie landstalen.
6. DE ERELEDEN.
368
het is evident dat in geval van tegenspraak tussen statuten en huishoudelijk reglement de
statuten voorrang hebben.
369
de « Nationale Interclubs »
370
bijvoorbeeld gedurende geruime tijd een bestuursfunctie in de KBSB hebben uitgeoefend of
een bijzondere bijdrage geleverd hebben aan het voortbestaan van KBSB
371
aan te passen, in de praktijk wordt het huidige boekjaar en niet het voorbije boekjaar
gefactureerd aan de clubs
176
Elk erelid heeft het recht deel te nemen aan een vergadering van de Raad van Bestuur
en aan de algemene vergadering maar enkel met raadgevende stem.
7. DE RAAD VAN BESTUUR.
De vereniging wordt bestuurd door de Raad van Bestuur.
De Raad van Bestuur omvat een voorzitter en de bestuurders verkozen door de
Algemene Vergadering.
De Raad van Bestuur vergadert minstens eenmaal per trimester.
De Raad van Bestuur heeft de meest uitgebreide macht voor het leiden en besturen van
de vereniging
372
met uitzondering van wat door de statuten of de wet expliciet
voorbehouden is aan de algemene vergadering.
De Raad van Bestuur benoemt in zijn midden een eerste en tweede ondervoorzitter,
een secretaris, een penningmeester, een secretaris-generaal, een verantwoordelijke
nationale toernooien, een jeugdverantwoordelijke, een verantwoordelijke klassement
en aansluitingen, een verantwoordelijke website en informatica, een internationaal
verantwoordelijke senioren, een verantwoordelijke internationale uitzendingen jeugd,
een verantwoordelijke communicatie, en een juridische adviseur. Deze functies worden
bij voorkeur niet gecumuleerd en dienen te worden uitgeoefend door een bestuurder
verkozen door de Algemene Vergadering.
De eerste ondervoorzitter wordt gekozen uit de bestuurders die geen lid zijn van de
gemeenschapsfederatie waarvan de voorzitter lid is. De tweede ondervoorzitter wordt
gekozen uit de bestuurders die lid zijn van de gemeenschapsfederatie waarvan noch de
voorzitter noch de eerste ondervoorzitter lid zijn.
De Raad van Bestuur kan bepaalde specifieke taken die onder haar bevoegdheid vallen
ten tijdelijke titel toevertrouwen aan een gemachtigd persoon. Binnen de Raad van
Bestuur blijft echter de bevoegde bestuurder verantwoordelijk voor de taak.
De Raad van Bestuur benoemt eveneens een verantwoordelijke reglementen, een
voorzitter van de Commissie Internationale Arbiters, een afgevaardigde bij het B.O.I.C.,
en de Ombudsman van de K.B.S.B. Deze functies mogen worden bezet door hetzij een
bestuurder, hetzij een door de Raad van Bestuur gemandateerd persoon. Deze functies
mogen, maar bij voorkeur niet, gecumuleerd worden.
De door de Raad van Bestuur gemandateerde personen zijn lid van de Raad van Bestuur
met raadgevende stem.
De vertegenwoordiger van de elitespelers en de vertegenwoordigster van de dames zijn
eveneens lid van de Raad van Bestuur met raadgevende stem.
De Raad van Bestuur kan, wanneer hij het nodig acht, aanvullende functies oprichten.
8. WERKING VAN DE RAAD VAN BESTUUR.
a) Samenstelling
De samenstelling van de Raad van Bestuur dient, in de mate van het mogelijke,
proportioneel te zijn aan het aantal sportbeoefenaars aangesloten bij elke
Gemeenschapsfederatie. Eenieder die een verbod heeft een functie uit te oefenen
binnen een kring, een liga en/of een van de Gemeenschapsfederaties, kan geen
bestuurder zijn in de K.B.S.B.
De kandidaturen worden voorgesteld door de effectieve of de bij rechtswege
toegetreden leden van de vereniging. De uittredende bestuurders zijn herkiesbaar.
b) Vergaderingen - Uitnodigingen
372
dit wordt vaak vergeten. De raad van bestuur heeft wel degelijk macht om in te grijpen als
er iets fout loopt in de vereniging.
177
De uitnodigingen worden per post of per elektronische briefwisseling verstuurd door de
secretaris ten minste acht dagen voor de voorziene datum. Ze bevat de dagorde van
de vergadering en de rapporten van de bestuurders. Elk lid van de Raad van Bestuur
stuurt aan de secretaris een rapport en de voorstellen die hij wenst voor te leggen aan
de vergadering.
De aanvragen die aankomen na het versturen van de dagorde worden in principe
verschoven naar de volgende vergadering, tenzij de Raad van Bestuur of zijn voorzitter
hier anders over beslist.
Elke voorstel dat op de dagorde wordt geplaatst valt onder de verantwoordelijkheid van
de auteur. In zijn afwezigheid zal het punt niet in overweging worden genomen, tenzij
de afwezige zich laat vervangen door een collega om zijn voorstel te verdedigen.
Indien daartoe de noodzaak zich voordoet kan de voorzitter of de ondervoorzitter of
nog de secretaris-generaal - elk afzonderlijk, na samenspraak met de ter zake
verantwoordelijke bestuurder en/of de bestuurder die aan de basis ligt van de vraag
een vergadering bijeen roepen via elektronische weg. Indien deze personen belet zijn,
kan de oudste bestuurder optreden.
Dergelijke vergadering is rechtsgeldig en kan besluiten met inachtneming van de
verdere bepalingen van dit reglement en van de statuten, inzonderheid artikel 32.
Het gezegde onder punt c), derde alinea, hierna, is niet van toepassing, zo is een
behandeling van een zaak die over personen gaat, dan ook uitgesloten.
Het verslag van een vergadering via elektronische weg, met de uitslag van de
stemming, zal worden weergegeven in het verslag van de daaropvolgende gewone
vergadering.
c) Besluiten.
De vergaderingen van de Raad van Bestuur worden geleid door de voorzitter van de
vereniging. In geval van afwezigheid van de voorzitter zijn artikels 12 en 13 van dit
reglement van toepassing.
Met uitzondering van de gevallen voorzien in de statuten worden alle beslissingen
genomen bij gewone meerderheid van stemmen. Onthoudingen worden niet meegeteld
bij bepaling van de meerderheid.
Elk lid van de Raad van Bestuur heeft het recht een geheime stemming te vragen over
om het even welk voorstel. De stemming is steeds geheim als het gaat om personen.
Bij staking van stemmen bij een geheime stemming is het voorstel verworpen.
d) Verslag van de vergaderingen.
Van elke vergadering wordt een verslag opgemaakt. Dit wordt per post of per
elektronische briefwisseling binnen 7 dagen naar de leden van de Raad van Bestuur
verzonden. Het wordt vervolgens gepubliceerd op de website van de vereniging.
Elke opmerking op het verslag of over een beslissing van de Raad van Bestuur is niet
meer geldig als die meer dan één week na ontvangst van het verslag wordt ingediend,
tenzij een bestuurder binnen deze termijn om een uitstel heeft verzocht.
Vervolgens wordt een definitief verslag ter goedkeuring verzonden per post of per
elektronische briefwisseling. Dit verslag wordt geacht goedgekeurd te zijn (expliciet of
impliciet) drie dagen na verzending, waarna het gepubliceerd wordt op de website van
de vereniging.
e) Volmachten
Een bestuurder kan indien hij verhinderd is op de vergadering van de Raad van Bestuur
een volmacht geven aan een andere bestuurder
Een bestuurder kan maar over één volmacht beschikken per vergadering. Hij kan enkel
stemmen over die punten die bij de uitnodiging op de agenda zijn geplaatst. De
volmacht dient voorafgaandelijk schriftelijk of elektronisch kenbaar gemaakt te worden
178
aan de andere bestuurders. Dergelijk volmacht geldt als vertegenwoordiging van de
bestuurder krachtens artikel 32 van de statuten.
9. COMMISSIE VAN INTERNATIONALE SCHEIDSRECHTERS.
De Commissie van Internationale Scheidsrechters (C.I.S) is samengesteld uit de
internationale en F.I.D.É. arbiters lid van aan club die lid is van KBSB en opgenomen
op de lijst BEL van de F.I.D.É en van een vertegenwoordiger van elke
Gemeenschapsfederatie. De voorzitter van de CIS kan op deze voorschriften een
uitzondering toestaan en deze motiveren op de eerstvolgende vergadering van de raad
van bestuur.
Haar voorzitter wordt aangeduid door de Raad van Bestuur.
De taken van de Commissie bestaan er in:
- advies uit te brengen op de aanvragen om nationaal arbiter Klasse A te worden;
- advies uit te brengen op de aanvragen om F.I.D.É. arbiter of internationaal arbiter te
worden.
Bedoelde adviezen worden aan de Raad van Bestuur bezorgd.
De vergaderingen van de CIS worden belegd door haar voorzitter.
De voorzitter van de CIS duidt de wedstrijdleiders aan voor de nationale
interclubkampioenschappen en roept regelmatig de Commissie bijeen. Hij woont de
vergaderingen van de raad van bestuur met raadgevende stem bij.
10. DE COMMISSIE VOOR GESCHILLEN.
a. De samenstelling, de bevoegdheid en de werking van de Commissie voor Geschillen
(C.G.) zijn vastgelegd door de statuten en onderhavig huishoudelijk reglement.
b. De C.G. is samengesteld uit twee leden aangeduid door elke Gemeenschapsfederatie.
Elke Gemeenschapsfederatie duidt tevens een reserve lid aan. De identiteit van de leden
wordt door elke Gemeenschapsfederatie medegedeeld aan de Raad van Bestuur telkens
zich een wijziging voordoet. De leden worden aangesteld voor twee jaar en hun
mandaat is hernieuwbaar.
c. De leden van de Raad van Bestuur van de vereniging kunnen geen deel uitmaken
van de C.G.
d. De Commissie wordt voorgezeten door het lid dat de hoogste titel van arbiter draagt
en, bij gelijkheid van titel door de oudste in leeftijd. Nochtans kunnen de leden van de
Commissie er voor kiezen het voorzitterschap toe te vertrouwen aan de oudste van de
doctors in de rechten, gelicentieerde in de rechten of titularis van een masterchip in de
rechten, die er zouden lid van zijn.
e. De Commissie behandelt de zaken die haar zijn voorgelegd en die gedekt zijn
overeenkomstig de bevoegdheden haar toegekend zoals bepaald in artikel 38 van de
statuten.
f. Wanneer een lid van de C.G. deel uit maakt van een betrokken kring, zal hij worden
vervangen door het lid dat al als vervanger is aangeduid door zijn
Gemeenschapsfederatie.
g. De verantwoordelijke nationale toernooien (in voorkomend geval, de nationale
jeugdleider) of zijn vervanger, evenals de betrokken partijen zullen altijd uitgenodigd
worden om gehoord te worden door de C.G.
179
h. Een waarborg, waarvan het bedrag elk jaar op voorhand wordt vastgelegd door de
Raad van Bestuur
373
, is over te schrijven op de rekening van de Bond. Deze waarborg
wordt slechts terugbetaald wanneer de klacht geheel of gedeeltelijk ontvankelijk is.
374
i. Elke klacht bij de C.G. dient, binnen de 15 dagen volgend op de notificatie of de
publicatie van de betwiste beslissing, te worden ingediend bij de secretaris- generaal
van de vereniging en een duidelijke en gedetailleerde weerlegging in te houden van die
betwiste beslissing.
j. Zodra zowel de klacht als de waarborg werden ontvangen zal de secretaris-generaal
de zaak voorleggen aan de C.G.
k. De C.G. vergadert op initiatief van hetzij zijn voorzitter, hetzij de voorzitter van de
Bond, hetzij van de secretaris-generaal van de vereniging wanneer de omstandigheden
het vereisen.
l. De C.G. behandelt de zaken die haar zijn voorgelegd met spoed. Als ze geen beslissing
kan nemen dan zal ze de secretaris-generaal verwittigen.
m. Om geldig te besluiten moeten minstens de helft van de leden van de C.G. aanwezig
zijn.
n. Als de C.G. geen beslissing neemt binnen de drie maand nadat ze de klacht
ontvangen heeft wordt de klacht als verworpen beschouwd, nochtans zal dan de
waarborg worden terugbetaald.
o. De voorzitter van de C.G. zal ieder jaar aan de gewone Algemene Vergadering een
verslag voorleggen van de behandelde zaken.
11. DE BEROEPSCOMMISSIE.
a. De samenstelling, de bevoegdheid en de werking van de Beroepscommissie (B.C.)
zijn vastgelegd door de statuten en onderhavig huishoudelijk reglement.
b. De B.C. is samengesteld uit twee leden aangeduid door elke Gemeenschapsfederatie.
Elke Gemeenschapsfederatie duidt tevens een reserve lid aan. De identiteit van de leden
wordt door elke Gemeenschapsfederatie medegedeeld aan de Raad van Bestuur telkens
zich een wijziging voordoet. De leden worden aangesteld voor twee jaar en hun
mandaat is hernieuwbaar.
c. De leden van de Raad van Bestuur van de vereniging kunnen geen deel uitmaken
van de B.C.
d. De Commissie wordt voorgezeten door het lid dat de hoogste titel van arbiter draagt
en, bij gelijkheid van titel, door de oudste in leeftijd. Nochtans kunnen de leden van de
Commissie er voor kiezen het voorzitterschap toe te vertrouwen aan de oudste van de
doctors in de rechten, gelicentieerde in de rechten of titularis van een masterchip in de
rechten, die er zouden lid van zijn.
e. De Commissie behandelt de zaken die haar zijn voorgelegd en die gedekt zijn
overeenkomstig de bevoegdheden haar toegekend zoals bepaald in artikel 38 van de
statuten
375
.
373
Op dit moment bedraagt deze 250 €
374
de waarborg wordt in principe terugbetaald als de klacht bij de commissie voldoende grond
heeft (er waren redenen om te klagen) zelfs indien de vragende partij niet in gelijk wordt gesteld.
375
het is merkwaardig dat KBSB geen enkele beperking oplegt op het procederen richting
beroepscommissie. Dit maakt een beslissing van commissie van geschillen van zeer weinig
waarde, terwijl deze van de beroepscommissie dan ineens « finaal » is. Op z’n minst zou een
waarborg hier enkel terugbetaald moeten worden als de vragende partij in gelijk wordt gesteld
(en niet « ontvankelijk »)
180
f. Wanneer een lid van de B.C. deel uit maakt van een betrokken kring, zal hij worden
vervangen door het lid dat al als vervanger is aangeduid door zijn
Gemeenschapsfederatie.
g. Het lid van de betrokken raad van bestuur of zijn vervanger, evenals de betrokken
partijen zullen altijd uitgenodigd worden om gehoord te worden door de B.C.
h. Een waarborg, waarvan het bedrag elk jaar op voorhand wordt vastgelegd door de
Raad van Bestuur
376
, is over te schrijven op de rekening van de Bond. Deze waarborg
wordt slechts terugbetaald wanneer de klacht geheel of gedeeltelijk ontvankelijk is.
i. Elke klacht bij de B.C. dient, binnen de 15 dagen volgend op de notificatie of de
publicatie van de betwiste beslissing, te worden ingediend bij de secretaris- generaal
van de vereniging en een duidelijke en gedetailleerde weerlegging in te houden van die
betwiste beslissing.
j. Zodra zowel de klacht als de waarborg worden ontvangen zal de secretaris-generaal
de zaak voorleggen aan de B.C.
k. De B.C. vergadert op initiatief van hetzij zijn voorzitter, hetzij de voorzitter van de
Bond, hetzij van de secretaris-generaal van de vereniging wanneer de omstandigheden
het vereisen.
l) De B.C. behandelt de zaken die haar zijn voorgelegd met spoed. Als ze geen beslissing
kan nemen dan zal ze de secretaris-generaal verwittigen.
m. Om geldig te besluiten moeten minstens de helft van de leden van de B.C. aanwezig
zijn.
n. Als de B.C. geen beslissing neemt binnen de drie maand nadat ze de klacht ontvangen
heeft wordt de klacht als verworpen beschouwd, nochtans zal dan de waarborg worden
terugbetaald.
o. De voorzitter van de B.C. zal ieder jaar aan de gewone Algemene Vergadering een
verslag voorleggen van de behandelde zaken.
12. DE VOORZITTER.
a) De voorzitter zit de Raad van Bestuur en de algemene vergaderingen voor.
b) Hij stelt de algemene politiek van de K.B.S.B voor en heeft dienaangaande een
overkoepelende bevoegdheid die hij uitoefent in samenspraak met zijn collega’s
bestuurders die elkaar regelmatig dienen te informeren.
c) Hij ziet steeds en op alle manieren toe op het welzijn van de vereniging.
d) Hij roept de algemene vergaderingen samen.
e) Hij roept zo nodig de buitengewone algemene vergaderingen samen.
f) Hij vertegenwoordigt de vereniging bij alle manifestaties waar deze uitgenodigd is en
wenst aanwezig te zijn.
g) De voorzitter kan een persoon mandateren om hem te vervangen in een specifiek
geval. Enkel deze gemandateerde persoon mag spreken namens de vereniging.
13. DE EERSTE ONDERVOORZITTER.
De eerste ondervoorzitter vervangt automatisch de voorzitter bij diens afwezigheid of
verlet en heeft alle bevoegdheid.
376
Op dit moment bedraagt deze 500 €
181
13b. DE TWEEDE ONDERVOORZITTER.
377
De tweede ondervoorzitter vervangt automatisch de voorzitter en eerste
ondervoorzitter bij hun afwezigheid of verlet en heeft alle bevoegdheid. Als zowel de
voorzitter als de beide ondervoorzitters afwezig of belet zijn worden zij automatisch
vervangen door de bestuurder met de hoogste anciënniteit. Bij gelijke anciënniteit wordt
de voorkeur gegeven aan de oudste.
14. DE SECRETARIS-GENERAAL.
a) De secretaris-generaal is gelast met het dagelijks beheer en de correspondentie van
de vereniging met inachtneming artikel 31.
b) Hij ziet toe op de strikte naleving van de statuten en het huishoudelijk reglement.
c) Hij ziet toe op de goede communicatie tussen de leden onderling van de Raad van
Bestuur.
d) Hij ziet toe op de goede werking van de C.G. en de B.C. en richt zo nodig nieuwe
commissies op indien de goede werking van de K.B.S.B. dit vereist.
15. DE SECRETARIS.
a) De secretaris bewaart de archieven van de vereniging.
b) Hij stelt de agenda en de uitnodiging op van alle vergaderingen op vraag van de
voorzitter en zorgt voor de tijdige verzending ervan.
c) Hij stelt de verslagen op van de vergaderingen van de Raad van Bestuur en de
algemene vergadering en bewaart ze. De verslagen van de vergaderingen zijn opgesteld
in de moedertaal van de secretaris. Hij is verantwoordelijk voor de vertaling en de
verspreiding ervan. De vertaling kan hij uitbesteden aan een andere bestuurder of een
daartoe gemachtigd persoon.
d) Hij houdt een register bij van de aanwezigheden op de vergaderingen.
16. DE PENNINGMEESTER.
a) De penningmeester ontvangt de lidgelden en, in het algemeen, alle sommen die
verschuldigd zijn of niet uit hoofde van welke titel ook aan de vereniging.
b) Hij voert alle regelmatige opgedragen betalingen uit, in overeenstemming met het
budget goedgekeurd door de algemene vergadering.
c) Hij stelt een project van budget op die na eerst voorgelegd te zijn aan de Raad van
Bestuur wordt voorgelegd aan de algemene vergadering.
d) Hij stelt op het einde van elk boekjaar de winst- en verliesrekeningen en het bilan
van de vereniging op, en legt dit ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering,
na dit te hebben voorgelegd aan de rekeningtoezichters of rekeningcommissarissen.
e) Hij organiseert een zicht-toegang tot alle rekeningen van de verenging voor elke
bestuurder die hierom verzoekt en zorgt ervoor dat minstens één andere bestuurder
(bij voorkeur de voorzitter of de secretaris-generaal) te allen tijde controle kan
uitoefenen op de verrichtingen op alle rekeningen.
f) Hij is gehouden aan het voorleggen van de financiële situatie van de vereniging op
elke vergadering van de Raad van Bestuur.
17. DE VERANTWOORDELIJKE NATIONALE TOERNOOIEN.
a) De Verantwoordelijke Nationale Toernooien (V.N.T.) staat in voor de organisatie van
de nationale interclubs, de individuele kampioenschappen voor volwassenen en elk
ander toernooi of kampioenschap dat de vereniging inricht, met uitzondering van de
toernooien specifiek bestemd voor jongeren.
377
Toegevoegd door de RVB in Januari 2018. In het ideale geval zijn het de voorzitters van de
twee federaties of een ander bestuurder van de culturele federatie die deze functie opnemen.
Zodoende zijn de verschillende federaties daadwerkelijk vertegenwoordigd in de RVB van KBSB
182
b) Hij beheert, verwerkt en publiceert alle resultaten behaald tijdens voornoemde
manifestaties.
c) Hij controleert de aansluiting van elke speler ingeschreven voor een competitie
ingericht door de K.B.S.B.
18. DE VERANTWOORDELIJKE KLASSEMENT EN AANSLUITINGEN.
a) De verantwoordelijke klassement en aansluitingen heeft de verantwoordelijkheid
over alles wat betreft de klassering van de spelers. Hij waakt er over dat het klassement
de juiste weergave geeft van de resultaten van de aangesloten spelers.
b) Hij beheert de aansluitingen van de leden kringen en van de bij de Belgische
Federatie aangesloten sportbeoefenaars . Hij beheert eveneens de aansluitingen
gedelegeerd door de Gemeenschapsfederaties en de provinciale liga’s.
c) Het technisch gedeelte van het klassement of de aansluitingen kan hij, onder zijn
verantwoordelijkheid, delegeren aan een door de Raad van Bestuur gemandateerd
persoon.
19. DE JEUGDLEIDER.
a) De nationale jeugdleider heeft, voor alle jeugdactiviteiten, dezelfde bevoegdheden
en verplichtingen zoals omschreven in artikel 17 voor de nationale toernooileider voor
elke andere manifestatie.
b) Het begrip jeugd is omschreven door de F.I.D.É
378
.
c) Hij coördineert de activiteiten van jeugdgroeperingen die aangesloten zijn bij de
vereniging.
20. DE INTERNATIONAAL VERANTWOORDELIJKE.
a) Met uitzondering van de jeugd, coördineert en superviseert de internationaal
verantwoordelijke alle internationale uitzendingen voor heren en dames.
b) Hij licht de Raad van Bestuur en de leden van de vereniging in over de beslissingen
en activiteiten van de F.I.D.É, en vraagt het advies van de Raad van Bestuur over
beslissingen te nemen op F.I.D.É vlak. Hij brengt verslag uit over de genomen
engagementen.
c) De internationaal verantwoordelijke vervult tevens de functie van afgevaardigde van
de K.B.S.B. bij de F.I.D.É. en E.C.U., en vertegenwoordigt zo nodig België op het
F.I.D.É. congres. Indien hij niet zelf kan deelnemen aan het F.I.D.É. congres zal hij ten
gepaste tijde de Raad van Bestuur hiervan op de hoogte brengen die dan, eventueel,
een vervanger kan voorzien.
d) Hij duidt, overeenkomstig het reglement, de vertegenwoordigers van de Federatie
aan voor internationale individuele competities of manifestaties en doet voorstellen aan
de Raad van Bestuur voor de samenstelling van elke nationale ploeg.
e) Hij beheert de gegevens voor het internationaal klassement.
f) Hij bezorgt de F.I.D.É. de aanvragen i.v.m. internationale titels goedgekeurd door de
Raad van Bestuur.
21. DE VERANTWOORDELIJKE INTERNATIONALE JEUGDUITZENDINGEN.
a) De verantwoordelijke internationale uitzendingen jeugd is gelast met de uitvoering
en organisatie van de uitzendingen van de jeugd voor de internationale toernooien,
overeenkomstig de wedstrijdreglementen.
b) Hij stelt tijdig het programma van de uitzendingen op.
c) Hij onderhoudt het contact met de toernooiorganisaties.
d) Hij onderhoudt het contact met de deelnemers en de ouders.
378
Jeugd = jonger dan 20 jaar bij de aanvang van het kalenderjaar (1 januari 00:00)
183
e) Hij organiseert de reizen en de verblijven ter plaatse.
f) Hij stelt aan de Raad van Bestuur de lijst van de geselectioneerde spelers voor en,
na oproep aan de kandidaten, de begeleiders voor de verschillende delegaties.
g) Hij stelt aan de Raad van Bestuur de deelneming aan internationale toernooien voor
van jongeren die niet zijn weerhouden door het wedstrijdreglement.
22. DE VERANTWOORDELIJKE PERS EN INFORMATICA.
a) Hij beheert de websites, de internetdomeinnamen en de e-mail adressen van de
vereniging.
b) Hij coördineert de ontwikkelingen inzake informatica verwezenlijkt door de
vereniging.
c)Hij evalueert het nodige aan informatica van de vereniging en stelt aan de Raad van
Bestuur de nodige verbeteringen voor.
23. DE VERANTWOORDELIJKE COMMUNICATIE.
a) De verantwoordelijke voor communicatie is belast met het verspreiden in de pers
van de informatie over de activiteiten van de K.B.S.B., en meer bepaald van de
resultaten van de competities georganiseerd door de K.B.S.B.
b) De verantwoordelijke voor communicatie is belast met de relaties van de K.B.S.B.
met de zakenwereld en de publieke autoriteiten.
24. DE B.O.I.C.-AFGEVAARDIGDE.
De B.O.I.C.-afgevaardigde is belast met het onderhouden van de relaties tussen de
K.B.S.B. en het B.O.I.C.
25. DE VERANTWOORDELIJKE REGLEMENTEN.
a) Hij gaat de coherentie na tussen de verschillende reglementaire teksten van de
vereniging.
b) In samenwerking met de overige leden van de Raad van Bestuur, stelt hij
verbeteringen voor aan de statuten, het huishoudelijk reglement en de
toernooireglementen.
c) Hij coördineert de vertaling van de reglementaire teksten in de drie landstalen.
26. DE JURIST.
a) Hij treedt op als raadgever aan de Raad van Bestuur i.v.m. alle problemen van
juridische aard.
b) Hij verifieert in samenwerking met de verantwoordelijke reglementen, de juridische
correctheid van de reglementaire teksten van de vereniging.
27. DE OMBUDSMAN.
De Ombudsman komt tussen als bemiddelaar in geschillen tussen de K.B.S.B. en de
Gemeenschapsfederaties, de Liga's of derden.
De Ombudsman onderzoekt klachten over de handelingen en de werking van de
diensten van de KBSB en treedt daarbij bemiddelend op.
Hij moet dus proberen “de standpunten van de klager en de KBSB te verzoenen” en
heeft alzo een buitenrechtelijke taak. Hij is onpartijdig en onafhankelijk.
Als er een klacht binnenkomt die hij niet kan behandelen, dan moet de Ombudsman
de klager doorverwijzen.
In klachten kunnen structurele problemen zichtbaar worden die “dossier-
overschrijdend” zijn. De Ombudsman heeft als opdracht, op grond van zulke klachten,
voorstellen en aanbevelingen te formuleren om de taken van het bestuur te
verbeteren.
184
Op basis van zijn bevindingen over de werking van de administratie brengt hij verslag
uit aan de Raad van Bestuur en doet hij aanbevelingen.
Hij brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit dat voorgelegd wordt aan de jaarlijkse
statutaire Algemene Vergadering van de vereniging.
Klachten kunnen hem enkel schriftelijk of per e-mail worden meegedeeld.
Als klager, met betrekking tot dezelfde feiten, een beroepsprocedure start schort de
Ombudsman de behandeling van de klacht op.
De Ombudsman is bereikbaar op het e-mail adres dat voorkomt op de website van de
K.B.S.B.
28. DE VERTEGENWOORDIGER VAN DE ELITESPELERS.
De vertegenwoordiger van de elitespelers wordt ten minste elke drie jaar aangeduid
door de spelers die een ELO van meer dan 2250 hebben, en behartigt hun belangen.
29. DE VERTEGENWOORDIGSTER VAN DE DAMES.
De vertegenwoordigster van de Dames wordt ten minste elke drie jaar voorgesteld door
de speelsters aangesloten bij de K.B.S.B., en behartigt hun belangen. Ze wordt
benoemd door de Raad van Bestuur.
30. DE LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR.
Met uitzondering van de ereleden moeten alle leden van de Raad van Bestuur verslag
uitbrengen over hun eigen activiteiten of activiteiten vastgesteld op hun domein, aan
de algemene vergadering en, zo nodig, aan de Raad van Bestuur.
31. DE BRIEFWISSELING.
In principe wordt de briefwisseling ondertekend door de betrokken verantwoordelijke
samen met de voorzitter of diens vervanger. Nochtans kan de dagelijkse briefwisseling
door de betrokkene alleen ondertekend worden.
32. HET VERMOGEN.
De penningmeester zal een of meerdere rekeningen laten openen waarvoor, tot een
grensbedrag bepaald door de Raad van Bestuur, enkel zijn handtekening vereist is, en
anders de gezamenlijke handtekening van twee der volgende bestuurders : de
voorzitter, de secretaris en hij zelf. De voorzitter en een andere bestuurder hebben
machtiging op alle rekeningen van de vereniging voor controle.
33. DE ALGEMENE VERGADERING.
a) De algemene vergadering, uitvloeisel van de kringen leden van de bond, is het
leidend basisorgaan van deze.
b) Regelmatig samengesteld, is zij soeverein en zijn haar beslissingen voorzien in de
dagorde bindend voor alle leden.
c) Na onderzoek der rekeningen en boekhoudkundige stukken van het voorbije jaar,
keurt de vergadering deze goed of verwerpt ze.
d) De algemene vergadering beraadslaagt over elk ander punt dat op de dagorde
voorkomt. Een punt in verband met het onderwerp van een verslag voorgelegd aan de
algemene vergadering, wordt automatisch geacht op de dagorde voor te komen en
kan tot een stemming aanleiding geven, tenzij de vraag een zaak betreft die niet
behoort tot de bevoegdheid van de rapporteerder.
De raad van bestuur beslist bij meerderheid zoals voorzien in artikel 32 van de
statuten indien ze een punt op de dagorde van de algemene vergadering plaatst op
voorstel van één of meerdere bestuurders, die met naam geïdentificeerd worden. De
bestuurders die niet akkoord zijn met het voorstel kunnen vragen om hun verzet te
laten opnemen in het verslag van de vergadering van de raad van bestuur die de
beslissing neemt.
185
e) De beraadslagingen van de algemene vergadering zijn geldig, welk ook het aantal
der aanwezigen zij, behalve in de uitzonderingen voorzien bij de wet of de statuten.
34. DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING.
Onafhankelijk van de statutaire algemene vergadering kan de voorzitter een
buitengewone algemene vergadering bijeenroepen in volgende gevallen:
a) voor wijziging aan te brengen aan de statuten, het huishoudelijk reglement of de
wedstrijdreglementen;
b) om te beraadslagen over een ontwerp tot ontbinding van de bond.
Hij moet ze bijeenroepen wanneer hij hiertoe verzocht wordt door een vijfde van de
effectieve leden.
35. MANDATEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING.
Huidig artikel is van toepassing op de algemene statutaire vergaderingen en op de
buitengewone algemene vergaderingen. Een effectief lid kan, als hij afwezig is, door
een mandataris vertegenwoordigd worden op de Algemene Vergadering,
overeenkomstig artikel 14 van de statuten. De keuze van mandataris wordt jaarlijks
gedaan door het effectief lid op het ogenblik van aansluiting van de sportbeoefenaars.
De keuze kan geschieden tussen:
de Gemeenschapsfederatie van het effectieve lid, of
een provinciale liga van het effectieve lid, of
een andere kring effectief lid, die zal verduidelijkt worden op het ogenblik
van de keuze van de mandataris, of
een sportbeoefenaar toegetreden lid, die zal verduidelijkt worden op het
ogenblik van de keuze van de mandataris, of
het ontbreken van een mandataris.
In geval een effectief lid sportbeoefenaars heeft aangesloten in twee
Gemeenschapsfederaties, en zo hij zijn Gemeenschapsfederatie of zijn provinciale liga
mandateert, dan zal dit mandaat worden uitgeoefend door elke Gemeenschapsfederatie
of provinciale liga waarvan de sportbeoefenaar lid is. Zonder specifieke actie wordt de
keuze genomen tijdens het vorig boekjaar verlengd bij de hernieuwing van de
aansluiting van de spelers.
Als voorheen geen keuze werd gemaakt, zal, zonder specifieke actie, de provinciale liga
voor de leden aangesloten bij de V.S.F. of de Gemeenschapsfederatie voor de leden van
de F.É.F.B. of de S.V.D.B. als gemandateerde optreden. In geval een effectief lid
sportbeoefenaars heeft aangesloten in twee Gemeenschapsfederaties zal, zonder
specifieke actie, de Gemeenschapsfederatie waarin de kring het meeste aantal leden
heeft aangesloten gemandateerd zijn.
De keuze kan worden gewijzigd in de loop van het seizoen, doch is vastgesteld op
minstens tien dagen voor de algemene vergadering. Het mandaat is slechts effectief
indien het lid niet aanwezig is op de algemene vergadering.
36. ONTSLAG.
a. Elk ontslag van een schaakkring moet schriftelijk gebeuren bij de voorzitter van de
vereniging en ondertekend zijn door de voorzitter en de secretaris van de kring.
b. Geen ontslag wordt aanvaard wanneer de kring niet in regel is met de boekhouding
van de bond.
37. ONTBINDING.
a) Ontbinding van de bond kan slechts beslist worden door een buitengewone algemene
vergadering met dat doel bijeengeroepen.
186
b) De voorzitter zal op eigen gezag dergelijke vergadering beroepen wanneer
gedurende zes opeenvolgende maanden geen elke maatschappelijke activiteit heeft
plaatsgevonden.
c) De schulden zullen betaald worden en het materiaal, in voorkomend geval, bij opbod
verkocht onder de leden bij gelegenheid van een latere vergadering met als dagorde de
afsluiting van de vereffening.
d) De slotvergadering zal eveneens beslissen over het lot van de trofeeën behaald door
de vereniging in competities.
38. CONTACT MET DE F.I.D.É.
De K.B.S.B. is aangesloten bij de F.I.D.É (Fédération Internationale des Echecs =
Wereldschaakbond).
39. SANCTIES EN ORDEMAATREGELEN
379
Sancties of ordemaatregelen zijn mogelijk telkens een speler, een begeleider al dan
niet aangesloten, een ploeg of een club de regels van het schaakspel van de FIDE, de
statuten, het wedstrijdreglement of het huishoudelijk reglement van de KBSB
overtreedt, de reputatie van de KBSB schaadt, de goede werking van de KBSB of de
fysieke of mentale gezondheid van haar aangeslotenen in het gedrang brengt.
39.1. Mogelijke sancties en de ordemaatregelen die de raad van bestuur kan nemen
zijn:
-waarschuwing;
-blaam;
-wijziging van het resultaat van een individuele partij of van een ploeg;
-geldboete tot maximum 200€, (voor deze sanctie moet de persoon aangesloten zijn
bij de federatie);
-het verlies van het recht op individuele prijzen, op het terugbetalen van een
waarborg of het betalen van de onkosten;
-het verbod om een bepaald gedrag aan te nemen, bepaalde kleding te dragen of een
bepaalde taal te gebruiken in het kader van federale activiteiten of competities;
-de schorsing van maximaal twee jaar:
* van het recht om deel te nemen aan en aanwezig te zijn bij een of meer competities
georganiseerd door of namens de federatie;
* van het recht om deel te nemen aan activiteiten georganiseerd door of namens de
federatie;
* in een of meerdere bondsfuncties.
39.1.1. De beslissing specificeert telkens of het om een sanctie of een ordemaatregel
gaat.
Een ordemaatregel is een maatregel die noodzakelijk of op zijn minst nuttig is voor
het goed functioneren van de federatie, het soepel laten verlopen van zijn competities
of het beschermen van de fysieke en mentale gezondheid van zijn aangeslotenen.
Ze loopt niet vooruit op de grond van de zaak.
In alle gevallen worden de betrokken partijen uitgenodigd om hun mening kenbaar te
maken over een voorstel tot sanctie.
Deze uitnodiging is niet verplicht als het gaat om een voorstel van ordemaatregel en
de dringendheid of behoefte aan vertrouwelijkheid niet toe staan dat de partijen
worden gehoord.
379
Toegevoegd aan het HR op 27-1-2018 door de RVB (unanieme beslissing)
187
39.1.2 Sancties en ordemaatregelen genomen door een federatie tegen een van zijn
aangesloten spelers of een van zijn clubs zijn van toepassing op alles wat onder de
bevoegdheid van de KBSB valt. Het verzoek moet door de betrokken federatie worden
gericht aan de raad van bestuur van de KBSB. De verlenging van de sanctie moet
door de volgende Algemene Vergadering worden bevestigd als het om een schorsing
van meer dan twee jaar gaat of de uitsluiting voor het leven.
39.1.3. Elke klacht tegen een beslissing van de raad van bestuur genomen in het
kader van dit artikel zal worden behandeld door de Commissie voor Geschillen in
overeenstemming met de statuten en dit reglement.
Elke klacht moet schriftelijk worden ingediend overeenkomstig de procedure
beschreven in artikel 10 van dit reglement binnen de veertien dagen na betekening
van de betwiste beslissing aan de betrokken partijen.
188
KBSB bestuur
Bestuurders
Voorzitter
DELHAES Günter, Karl-Weiss-Str. 44, 4700 Eupen, Tél +32.87742578
Email: gunter.delhaes@frbe-kbsb.be , delhaes.g@skynet.be
Eerste ondervoorzitter
VAN TICHELEN Bart, Oudebareellei, 115, 2170 MERKSEM, GSM 0499 80 24 87, Email:
bart.van.tichelen@telenet.be
Tweede ondervoorzitter
VAN MELSEN Raymond, Jardin Martin V, 59 - 1200 Bruxelles, TEL: 0472517941,
Email: raymond.vanmelsen@frbe-kbsb.be , rayvm15@hotmail.com
Secretaris Generaal
MALFLIET Bernard, Kattenbroekstraat 1, 9310 Moorsel, tel. 053/396.109,
0471/98.33.87, bernard_malfliet@hotmail.com
Secretaris
DE GENDT Eddy, Opbrakelsestraat, 37, 9660 BRAKEL, GSM: 0476/992575, E-mail:
eddy.dg@skynet.be
Penningmeester Verantwoordelijke Internationale Toernooien
MARTENS Ludo, Nieuwstraat 23, 3665 AS, TEL: +32.89659215, Email:
ludo.martens@frbe-kbsb.be , LM@55555.be
Verantwoordelijke Nationale Toernooien, Wedstrijdreglementen,
ZAMPARO Sergio, Beerselsestraat 33, 1651 Lot, 02/8514771, 0496/214673,
sergio.zamparo@gmail.com
FIDE vertegenwoordiger, FIDE contactpersoon
CORNET Luc, Koppelstraat, 56, 3650 DILSEN-STOKKEM, 0474/995.274,
luc.cornet@telenet.be
Verantwoordelijke Nationale Jeugd
DESCHEPPER Martin, Museumstraat, 67, 9881 BELLEM, Tel.: 09/375 33 30, GSM:
0476/86 01 36, e-mail: mj.deschepper@gmail.com
Verantwoordelijke Internationale Jeugd
DARDHA Arben, Turnhoutsebaan 140, 2100 DEURNE, Tel.: 0472/92 08 82, Email:
ben.dardha@telenet.be
BOIC afgevaardigde
LENAERTZ David, Rode Kruislaan 38, bus 021, 1930 Zaventem, dlenaertz@hotmail.com
Verantwoordelijke website en informatica
DECROP Ruben, 0477 571 313, ruben@decrop.net
Jeugdcommissie
DORR José, Dörnchen, 7, 4720 KELMIS, Tel.: 087/65.24.87, E-Mail:
Jose.dorr@skynet.be
Verantwoordelijke Kadervorming, Voorzitter van de CIS,
BAILLEUL Geert, Westmeers 123, 8000 BRUGGE, TEL: 050/33.80.82, GSM:
0478/23.31.83, Email: geert.bailleul@frbe-kbsb.be , geertbailleul@skynet.be
Verantwoordelijke Klassement
HALLEUX Daniel, rue Morade 7, 4540 Ampsin, tél. 085/31.43.03, 0497/23.43.64,
Halleux.Daniel@skynet.be
189
Ereleden
GHYSELS Chris,
+ DE RIDDER Dirk
HALLEUX Daniel
+ DOUHA Henri
OGER Daniel
GOORMACHTIGH Marcel
BREDA André
VAN ACKER Noël
+ JANSSENS Jean.
Commissie voor Geschillen
voorzitter : PIRON Jean-Marie (FEFB), jeanmarie.piron@minfin.fed.be
ZAMPARO Sergio (VSF), 0496/214.673, sergio.zamparo@gmail.com
LENTZ Jozef (SVDB), 080/549 008 - joseph.lentz@skynet.be
SOHET Cédric (FEFB), csohet@sisp.irisnet.be
DETHIER Claude (FEFB), 081/23.08.67, 0473/56.10.24, claudedethier@voo.be
GOORIS Jan (VSF), Tel 015/336 784, GSM 0499/720 015,
gooris.vandeyck@telenet.be
BAERT Bart (VSF), 0471 680 275, bart.baert@gmail.com
ZILLES Paul (SVDB), paul.zilles@unitedtelecom.be
Beroepscommissie
voorzitter : BILS Marc (VSF), 016/203014, marc.bils@telenet.be
TEMMERMAN Hans (VSF), 053/623.331, 0479/984.293, Hans.Temmerman@nbb.be
GROBELNY Fabrice (FEFB), 071/957.497, 0474/32.98.48, grobelny_fabrice@voo.be
LOO Bernd (SVDB), 087/74.33.85, 0495/21.27.28, bernd.loo@skynet.be
HEUVELMANS Laetitia (FEFB), 081/73.02.95, 0473/79.79.85,
laetitia.heuvelmans@euphonynet.be
THIRY Jean-Christophe (FEFB), 04/252 03 72, 0472/26 42 14, jc.thiry@gmail.com
DE GENT Tom (VSF), 0498 885 822, tom.de.gent@telenet.be
MEESSEN Rudolf (SVDB), 0473 230 788, rudolf.meessen@skynet.be
190
Wedstrijdreglement van de KBSB
Goedgek. door de Bijzondere Algemene Vergadering (BAV) van 20 juni 2009. Goedgek. door de
Algemene Vergadering (AV) van 20 maart 2010. Goedgek. door de BAV van 15 Januari 2011.
Goedgek. door de BAV van 18 juni 2011. Goedgek. door de RvB van 4 september 2011. Goedgek.
door de BAV van 26.11.2011. Goedgek. door de BAV van 2 juni 2012. Goedgek. door de BAV
van 1 juni 2013. Goedgek. door de AV van 7 december 2013. Goedgek. door de BAV van 2
augustus 2014, verwerkt door de RvB van 23 augustus 2014. Goedgek. door de AV van 4 oktober
2014. Goedgek. door de BAV van 6 juni 2015.Goedgek. door de AV van 17 oktober 2015.
Goedgek. door de AV van 22 oktober 2016. Goedgek. door de BAV van 25 februari 2017.
Goedgek. door de RvB (eensluidendheid nl/fr teksten +ARTT. 35 en 38) op 1 juli en 2 september
2017. Goedgek. door de AV van 18 november 2017. Goedgek. door de AV van 20 oktober 2018.
Algemene schikkingen
Artikel 1 - Omschrijving van de bevoegdheden
a. De nationale competities, evenals de vertegenwoordiging van België op alle
internationale wedstrijden, behoren uitsluitend tot de bevoegdheid van de
Koninklijke Belgische Schaakbond.
b. De raad van bestuur is belast met de materiële organisatie van al deze competities.
De raad van bestuur kan zijn bevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen aan
een culturele federatie, aan een fysiek of aan een moreel persoon.
c. Voor spelers of speelsters die om een uitzondering verzoeken op de bepalingen
van onderhavig reglement, kan de Raad van Bestuur, op voorstel van de betrokken
bestuurder eventueel een uitzondering toestaan en deze motiveren aan de
eerstvolgende A.V. Daarbij zal de Raad van Bestuur, in de mate van het mogelijke,
in de eerste plaats de verdienste en inzet van de betrokken speler bij het
schaakleven in België in aanmerking nemen. De speler of speelster die om deze
uitzondering verzoekt, dient een duidelijke motivering te sturen aan de
verantwoordelijke bestuurder, er zal ontvangst van gemeld worden
d. Spelers of speelsters of begeleiders of officials (trainers, arbiters, organisators,…)
die namens de KBSB afgevaardigd worden op een internationaal toernooi of die
door de KBSB dienen ingeschreven te worden voor een internationaal toernooi of
cursus, alsook de spelers of speelsters of officials die een norm wensen te
registreren bij de FIDE of die een titel wensen aan te vragen bij de FIDE, dienen
voorafgaand aan de behandeling van hun dossier door de bevoegde beheerder of
medewerker een recente foto te bezorgen aan de bevoegde beheerder of
medewerker in het door de RvB bepaalde formaat
380
. Deze verplichting is niet
nodig als er reeds een recente foto op de website van de FIDE en KBSB
beschikbaar is.
Artikel 2 - Spelregels en spelvoorwaarden
a. De spelregels zijn deze van de F.I.D.E.
b. Voor elke competitie worden de reglementen en voorwaarden duidelijk
omschreven. In deze voorwaarden worden opgenomen het minimum prijzenfonds
en de vereisten waaraan het speelmateriaal, de speelzaal en het verblijf van de
spelers moeten voldoen.
c. In elke officiële competitie geldt rookverbod in de speelzaal.
d. In gesloten (round-robin) kampioenschappen waar normen kunnen behaald
worden, zal de organisatie een tafel op een veilige plaats voorzien waar alle
deelnemers al hun mobiele telefoons of ander elektronisch
communicatiemiddelen op eigen risico kunnen achterlaten. Indien wordt
380
Het door de RvB bepaalde formaat voor de foto is breedte: 160 px hoogte: 200 px.
191
vastgesteld dat een speler tijdens zijn partij nog zo’n toestel in het spelersgebied
(maar niet op die tafel) heeft, dan verliest hij de partij en zijn tegenstander wint.
In andere kampioenschappen mag een speler tijdens zijn partij een mobiele
telefoon of ander elektronisch communicatiemiddel uitgeschakeld op eigen risico
in de speelzaal meebrengen, maar hij mag deze niet op zich dragen. Mogelijke
voorbeelden zijn langs het bord, in zijn jas (die aan de kapstok of aan zijn stoel
hangt) of in een (hand)tas. Uiteraard mogen deze toestellen (al dan niet via de
jas of (hand)tas) tijdens de partij niet meegenomen worden buiten de speelzaal.
Indien wordt vastgesteld dat een speler tijdens zijn partij toch zo’n toestel op
zich draagt zonder toestemming van de arbiter, dan verliest hij de partij en zijn
tegenstander wint.
Indien vastgesteld wordt dat zo’n toestel niet uitgeschakeld in de speelzaal is,
dan krijgt de spelende eigenaar 10 minuten in mindering bij de eerste keer en
verliest deze de partij bij de volgende keer. Indien er hierdoor een
tijdsoverschrijding voorkomt, dan verliest hij de partij en het resultaat van zijn
tegenstander wordt door de arbiter bepaald.
381
Indien in alle voorgaande gevallen een default-time is voorzien en een speler
betreedt de speelzaal na het begin van de partij, dan mag hij zich nog in regel
stellen met betrekking tot de mobiele telefoon of andere elektronische
communicatiemiddel voordat hij zijn eerste zet doet.
e. Indien er volgens het QPF-systeem gespeeld wordt, zijn Richtlijnen III.5 van de
FIDE-Schaakregels van toepassing.
f. Het woord “spelersgebied” of “playing venue” is gedefinieerd in de FIDE Regels
voor het Schaakspel.
g. De default-tijd voorzien in artikel 6.7.1 en 6.7.2 van de FIDE regels voor het
schaakspel wordt voor standaard partijen vastgesteld op 60 minuten na het
aangekondigde aanvangsuur voor alle KBSB competities; voor rapid- en
blitzpartijen wordt de default-tijd vastgesteld op de volledige basistijd van de
eerste (of enige) periode nadat het sein voor het begin van de partijen gegeven
wordt.
h. In Rapid- en Blitztoernooien georganiseerd door de KBSB zal gespeeld worden
volgens de regels voor onvoldoende arbitrale supervisie (dus geen één arbiter
per bord bij Rapid en geen één arbiter per drie borden bij blitz) (A4 in het Rapid
en B4 in Blitz van de FIDE-Schaakregels).
Artikel 3 - Aansluitingen
382
a. Zolang een club niet voldaan heeft aan al zijn financiële verplichtingen tegenover
de KBSB kan die club en zijn bestuursleden (voorzitter, ondervoorzitter, secretaris,
penningmeester, toernooileider) aan geen enkele nationale competitie deelnemen.
Artikel 4 van het H.R. is van toepassing.
b. Elk lid van een club moet in regel zijn met zijn KBSB-bijdrage op het ogenblik van
inschrijving voor elke officiële competitie. Artikel 4 van het H.R. is van toepassing.
381
Conform artikel 11.3.2 van de FIDE-regels voor het Schaakspel mag een speler tijdens zijn
partij geen mobiele telefoon of ander elektronisch communicatiemiddel hebben in het
spelersgebied. Als vastgesteld wordt dat hij tijdens zijn partij toch zo’n toestel het spelersgebied
heeft binnengebracht, dan verliest hij de partij en zijn tegenstander wint.
Niet voor alle Belgische toernooien en kampioenschappen is dit artikel toepasbaar. Daarom dat
het volgende reglement van toepassing is voor alle Belgische kampioenschappen.
382
Tegenwoordig worden de aansluitingen via de module PlayersManager behandeld die te
vinden is op de website van de KBSB. Hierin is het mogelijk dat elke mandataris zelf op elk
moment een benodigde lijst kan maken.
192
c. Buitenlandse spelers, uitgenodigd op een wedstrijd ingericht met steun van de
KBSB zijn van deze verplichting vrijgesteld.
e. Wanneer een speler niet aangesloten blijkt te zijn, wordt zijn waarborg verbeurd
verklaard en worden zijn uitslagen geannuleerd, met daar nog boven de sancties
tegen zijn club zoals voorzien in het huishoudelijk reglement.
f. De nationale penningmeester en de Verantwoordelijke Nationale Toernooien (VNT)
of hun vervangers worden belast met het toezicht op de strikte naleving van deze
bepaling.
g. Elke nieuw aangesloten speler die of een FIDE-quotering of een quotering van een
buitenlandse federatie of een oude quotering heeft, moet deze bekendmaken. Zijn
club is verantwoordelijk voor de mededeling van deze informatie.
h. Een speler wordt als een actief speler beschouwd, als voor hem tijdens de jongste
twee jaar minstens 10 partijen in de nationale en/of internationale ELO-klassering
effectief verwerkt werden.
i. Een speler die deelneemt aan een competitie of toernooi dat meetelt voor nationale
elo dient aangesloten te zijn bij een Belgische of buitenlandse club. Zendt een
organisatie toch resultaten door van een niet-aangesloten speler voor nationale
eloverwerking, dan wordt die speler ter persoonlijke titel ingeschreven op kosten
van de organiserende club of instantie. In geval van ploegencompetitie is het
lidgeld verschuldigd door de club die de speler opstelt in de competitie.
Artikel 4 - Verantwoordelijkheid van de inrichter
De met een toernooi-inrichting belaste mandataris van de raad van bestuur is tegenover
de KBSB verantwoordelijk voor de toepassing van huidig reglement en voor het
nakomen van de minimum voorwaarden voorzien door de KBSB.
Artikel 5 - Inschrijvingsgelden
In principe, en behoudens uitdrukkelijk toegestane afwijking, behoren de
inschrijvingsgelden van door de KBSB ingerichte competities tot de bevoegdheid van de
KBSB en moeten ze op de financiële rekening van deze laatste gestort worden, uiterlijk
op de afsluitingsdatum der aanmeldingen. Alleen de nationale penningmeester is
gemachtigd om terugbetalingen te doen, en zulks alleen voor de niet weerhouden
reservespelers of voor de clubs wiens inschrijving werd geweigerd.
Artikel 6 - Spelers aangesloten bij meerdere clubs
a. Elke speler heeft een hoofdclub en mag lid zijn van meer dan één club.
c. Een speler mag in eenzelfde competitie niet worden opgesteld door twee
verschillende clubs. Hij mag wel voor een andere club uitkomen, mits schriftelijke
toestemming van zijn hoofdclub, behalve wanneer deze laatste niet deel neemt
aan die competitie.
Artikel 7 Transfer
383
a. Elk lid van een club kan tussen 1 juni en 31 juli vrij van hoofdclub veranderen.
c. Elke transfer wordt van toepassing op 1 augustus.
Artikel 8 - Scheiding van gelijk gerangschikte spelers
383
Een transfer wordt gedaan in Players Manager. De nieuwe club dient het lid in te schrijven als
nieuw lid (via methode opzoeken). Op het ledenoverzicht van de oude club zal bij dat lid de
transferclub vermeld staan en als op de pagina van “Door te voeren transfers” http://www.frbe-
kbsb.be/sites/manager/GestionJOUEURS/ListeTransferts.php?EN_COURS=yes
Op moment van de transferaanvraag zal ter kennisgeving een mail verstuurd worden naar de
contactpersoon van de oude club, naar de contactpersoon van de club die de transfer heeft
gedaan (voor bevestiging), naar het e-mail adres van KBSB-FRBE-KSB: kbsb.frbe@gmail.com,
naar Halleux.Daniel@gmail.com, naar de voorzitter van de oude club en naar zijn liga
193
Gelijk gerangschikte spelers worden gescheiden volgens de thans geldende FIDE-
regels
384
.
Artikel 9 - Indeling van wedstrijdleiders
a. De leiding van competities, ingericht door of in naam van de KBSB, kan aan
wedstrijdleiders toevertrouwd worden. Deze worden in vijf klassen ingedeeld:
klasse C, klasse B, klasse A, de FIDE- en de internationale wedstrijdleiders.
b. De aanstelling tot wedstrijdleider van klasse C en B behoort tot de bevoegdheid
van de leden van de KBSB (Gemeenschapsfederaties).
c. Om tot wedstrijdleider klasse A benoemd te worden, moet men wedstrijdleider
klasse B zijn, in die hoedanigheid vier maal - waarvan één maal als
hoofdwedstrijdleider - aan de leiding van een representatief toernooi hebben
deelgenomen, en gunstig beoordeeld worden door de commissie van internationale
scheidsrechters.
Als representatief toernooi worden beschouwd de nationale jeugd- en
seniorenkampioenschappen, evenals andere toernooien die voor ELO-verwerking
in aanmerking komen met deelname van ofwel meer dan 50 deelnemers, ofwel
tenminste 10 deelnemers met een gemiddelde FIDE ELO van 2200 of meer, evenals
de internationale en nationale toernooien met meer dan 150 deelnemers.
385
Om te kunnen promoveren van wedstrijdleider klasse B tot wedstrijdleider klasse
A, moet de wedstrijdleider van de 4 normen die nodig zijn, minstens 1 norm
Leiden nationale interclubwedstrijden kunnen voorleggen, met een maximum
van 3 dergelijke normen.
Eén norm nationale interclubwedstrijden omvat het probleemloos leiden van
minstens 5 wedstrijden in éénzelfde interclubseizoen
De commissie van internationale scheidsrechters (CIS) onderzoekt of de
kandidaten aan de vereiste voorwaarden voldoen, of zij de reglementen
genoegzaam kennen en of hun objectiviteit onbetwist is. Bij gunstig advies wordt
de kandidatuur overgemaakt aan de raad van bestuur die de uiteindelijke
beslissing neemt.
d. De FIDE- en internationale wedstrijdleiders worden benoemd door de FIDE. De
kandidaturen om FIDE- of internationale wedstrijdleider te worden dienen te
worden gericht aan de voorzitter van de CIS, met afschrift voor de secretaris-
generaal. De voorzitter van de CIS zal er ontvangst van geven. De commissie van
internationale scheidsrechters gaat na of de dossiers van de kandidaten aan de
FIDE-vereisten beantwoorden en maakt deze dossiers voor bevestiging over aan
de raad van bestuur die ze voor verdere doorverzending overmaakt aan de
Internationale Verantwoordelijke. Opdat zijn kandidatuur als FIDE-arbiter door de
CIS in aanmerking wordt genomen, dient de kandidaat nationaal arbiter A te zijn.
384
punt C.05.van het FIDE-handboek, “Annex to the FIDE Tournament Regulations. Annex 3:
Tie-Break Regulations / Choice of Tie-Break System Choice of Tie-Break System
385
Het gaat dus om :
nationale jeugdkampioenschappen,
nationale kampioenschappen,
andere toernooien die voor ELO-verwerking in aanmerking komen met deelname van meer dan
50 deelnemers,
andere toernooien die voor ELO-verwerking in aanmerking komen met deelname van
tenminste 10 deelnemers met een gemiddelde FIDE-ELO van 2200 of meer,
internationale toernooien met meer dan 150 deelnemers,
nationale toernooien met meer dan 150 deelnemers,
de leiding van tenminste 6 ontmoetingen in de nationale interclubs
194
Fide-normen die nodig zijn om de promotie naar FA aan te vragen kunnen enkel
gebruikt worden wanneer die normen als arbiter klasse A behaald werden.
e. Wanneer de raad van bestuur een voordracht van de commissie van internationale
scheidsrechters niet wenst te bekrachtigen, wordt het dossier voor nieuw
onderzoek terug aan de commissie overgemaakt, met motivatie van de afwijzing.
Bijkomende info die geen deel uitmaakt van het KBSB wedstrijdreglement.
Overzicht wat representatieve toernooien inhoudt
(KBSB art. 9 c)
Als representatief toernooi wordt beschouwd de nationale jeugd- en
seniorenkampioenschappen, evenals andere toernooien die voor eloverwerking in
aanmerking komen met deelname van ofwel meer dan 50 deelnemers, ofwel tenminste
10 deelnemers met een gemiddelde FIDE Elo van 2200 of meer, evenals de
internationale en nationale toernooien met meer dan 150 deelnemers. De leiding van
tenminste zes ontmoetingen in de nationale interclubs staat gelijk met de leiding van
één representatief toernooi.
M.a.w.:
nationale jeugdkampioenschappen
nationale seniorenkampioenschappen
andere toernooien die voor eloverwerking in aanmerking komen met deelname
van meer dan 50 deelnemers
andere toernooien die voor eloverwerking in aanmerking komen met deelname
van tenminste 10 deelnemers met een gemiddelde FIDE-Elo van 2200 of meer
internationale toernooien met meer dan 150 deelnemers
nationale toernooien met meer dan 150 deelnemers
de leiding van tenminste 6 ontmoetingen in de nationale interclubs
Procedure van indienen
In het KBSB-reglement staat niets vermeld hierover. M.a.w. de arbiter zelf of zijn
federatie kan een dossier indienen. In het VSF-reglement daarentegen staat wel:
- voorgesteld zijn door de VSF-verantwoordelijke toernooien/kadervorming van zijn
federatie;
- voorgesteld zijn door zijn federatie;
Inhoud van in te dienen dossier
Hierover staat evenmin iets vermeld in het KBSB-reglement. Echter tijdens de
nabespreking van de 1
ste
vergadering van de commissie voor herziening van de KBSB-
wedstrijdreglementen (Westerlo, 18/11/2006) is het volgende afgesproken:
gegevens van de arbiter (stamnr. naam adres telefoon GSM e-mail)
datum van categorie B (eventueel kopie verslag bekrachtiging federatie)
lijst van minstens 4 representatieve toernooien met hierin de volgende gegevens
- naam toernooi
- datum en plaats
- gegevens inrichter
- hoedanigheid van arbiter (hoofdarbiter, hulparbiter)
- speeltempo
- ELO-verwerking en zo ja welke (nationaal, FIDE)
- aantal deelnemers
- winnaars (eventueel volledige uitslag)
195
- informatie omtrent eventueel beroep tegen beslissing van u als
wedstrijdleider
lijst van andere toernooien om globaal inzicht te krijgen van de
arbitersactiviteiten met als gegevens
- naam toernooi
- datum en plaats
- gegevens inrichter
- hoedanigheid van arbiter
- speeltempo
- ELO-verwerking en zo ja welke
- aantal deelnemers
Dit dossier dient opgestuurd te worden naar de voorzitter van de CIS (Commissie
Internationale Scheidsrechters). Op dit moment is dit Geert Bailleul, Westmeers 123,
8000 Brugge (geertbailleul@skynet.be, 0478/23.31.83).
Artikel 10 - Klassering van de spelers
a. Vier maal per jaar, op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober, wordt er een
puntenklassering voor alle aangesloten spelers opgesteld. Elke aangesloten speler
die 20 partijen betwistte met geklasseerde spelers, krijgt een quotering en zijn
uitslagen worden verwerkt volgens de formule (f).
b. De spelers worden als volgt ingedeeld :
Experten : 2200 punten en meer
A -klasse : 2000 punten en meer
B -klasse : 1800 punten en meer
C -klasse : 1600 punten en meer
D -klasse : 1400 punten en meer
E -klasse : minder dan 1400 punten
c. Spelers die na een onderbreking terug actief worden, bekomen opnieuw hun laatst
gekende quotering. Spelers die zich nieuw inschrijven of die na een onderbreking
terug actief worden, bekomen hun laatst gekende quotering (in volgorde KBSB-
rating, FIDE-rating, hun nationale rating).
d. De quotering op 1 juli bepaalt de klasse van de speler voor de volgende twaalf
maanden.
e. Formule voor het berekenen van de voorlopige quotering :
Zij wordt uitgedrukt in de formule :
R = Rc + D(P)
waarin
R = voorlopige quotering
Rc = gemiddelde waarde van de tegenstrevers
D(P) = puntenverschil in tabel 1 (ELO) van de behaalde score uitgedrukt in %
Deze voorlopige quotering is van toepassing zolang een speler geen twintig partijen
gespeeld heeft tegen gequoteerde tegenstrevers. Een eerste voorlopige quotering
wordt berekend nadat een speler tien partijen gespeeld heeft tegen gequoteerde
spelers.
f. Formule voor de berekening van de quotering :
De gebruikelijke formule is :
Rn = Ro + K (W -We)
196
waarin
Rn = de te berekenen quotering
Ro = de vorige quotering
W = de behaalde score
We = de verwachte score volgens de kansrekening -tabel 2 - op basis van
de vorige quotering
K = ontwikkelingscoëfficiënt van de speler
De ontwikkelingscoëfficiënt K =
32 van de 21
ste
tot de 100
ste
partij
24 van de 101
ste
tot en met de 300
ste
partij
Na de 300
ste
partij
386
16 bij een quotering <= 2000
12 bij een quotering > 2000 & <= 2200
10 bij een quotering > 2200
Elke speler die na 20 partijen geen 1150 punten bereikt, krijgt automatisch een
quotering van 1150 punten.
Bij een verschil van meer dan 350 punten tussen twee spelers, wordt dat verschil
herleid tot 350.
Wanneer twee spelers een gelijk aantal punten hebben, wordt diegene die het
hoogst aantal verrekende partijen speelde als eerste gerangschikt.
g. Bemerking: wanneer een speler tussen twee klasseringen in meer dan 25 partijen
gespeeld heeft en zijn quotering met meer dan 150 punten stijgt of daalt, wordt
deze herberekend op basis van de formule (e).
h. Elke speler die bij een andere federatie dan de KBSB is aangesloten en een
nationale of FIDE-quotering bezit, dient deze bij zijn eerste aansluiting bij een
Belgische club mee te delen. Zijn club is verantwoordelijk voor de verdere
communicatie hiervan bij de KBSB. Als die quotering groter of gelijk is dan 2300,
dan is de startwaarde van zijn aantal partijen 300; als die quotering kleiner is dan
2300 en groter of gelijk is dan 2000, dan is de startwaarde van zijn aantal partijen
200; in de andere gevallen is de startwaarde van zijn aantal partijen 50.
i. ELO-quotering van spelers die een FIDE-stamnummer of klassement hebben.
* Spelers die volgens de FIDE aangesloten zijn bij de KBSB en die in Belg
verblijven: al hun resultaten die voor de FIDE-berekening verwerkt werden worden
ook verwerkt voor het Belgische klassement als hun ELO-fiche op de website van
de FIDE toegankelijk is.
* Spelers die volgens de FIDE niet aangesloten zijn bij de KBSB of spelers die volgens
de FIDE aangesloten zijn bij de KBSB maar niet in België verblijven: in tegenstelling
met wat vermeld staat in de punten a tot h van het huidig artikel, wordt hun
Belgische ELO-quotering gelijkgesteld aan hun FIDE-quotering. Echter de ELO-
quotering van betrokken spelers zal dezelfde blijven als de Belgische ELO-
quotering als, na een gemotiveerde aanvraag door de betrokken speler of zijn club,
386
De vorige toepassing voor K=10 was gebaseerd op het parallel trekken tussen de Belgische
ELO en de FIDE-ELO toegepast op spelers met meer dan 2200 ELO (historische uitleg van Dr.
Douha). Het vergroten van bandbreedte van de FIDE-ELO maakt deze nu verouderd. Meer nog,
bijvoorbeeld een speler met minder dan 100 partijen waarvan zijn ELO schommelt ronde de
2200, ziet zijn K veranderen van 32 naar 10 en van 10 naar 32, wat dus tot instabiele ELO kan
leiden.
197
de nationale klassementsleider van oordeel is dat de Belgische ELO-quotering
representatiever is wat de sterkte van de speler betreft als de FIDE-quotering.
In de klasseringlijst, zijnde op dit moment het elektronische bestand PLAYER.DBF, wordt
bij deze spelers het veld “ADVERSAIRE” (vertaald tegenstander) leeggelaten en in het
veld “PERFORMANCE” (vertaald prestatie) wordt de correctie ten opzichte van de initieel
berekende Belgische ELO-quotering geplaatst.
Artikel 11 Selectiecriterium op basis van ELO.
a) Dit selectiecriterium wordt gebruikt voor alle doeleinden tenzij anders expliciet
vermeld, zoals selectie expertengroep BK, selectie voor afvaardiging KBSB op een
IM- of GM-normentoernooi, selectie voor afvaarding KBSB op internationale
toernooien.
b) Behoudens andersluidende bepaling neemt men de volgorde op de FIDE-ratinglijst
die gangbaar is op de sluitingsdatum van de kandidatuurstelling. Bij gelijkheid van
FIDE ELO is de volgorde:
- de speler met de hoogste titel
- de speler met de meeste vooruitgang in FIDE-rating t.o.v. de FIDE-ratinglijst
ervoor (opmerking: beide spelers dienen ook hier geklasseerd te zijn)
- loting
c) Indien er onvoldoende speelsters kunnen geselecteerd worden volgens de FIDE-
ratinglijst, dan dient niet de FIDE-ratinglijst genomen te worden, maar wel de
nationale ratinglijst die gangbaar was 3 maanden voorafgaand op de begindag van
het evenement.
Artikel 12 - Welke competities en welke partijen tellen voor de quotering?
a. Tempo
Om in aanmerking te komen voor ELO-verwerking, moet elke speler minimaal één
van de volgende speeltijden hebben om al zijn zetten te spelen, beschreven in de
thans geldende FIDE-regels (punt B.02 punt 1.0 van het FIDE-handboek, “Rate of
play” binnen “FIDE Rating Regulations”)
(in de veronderstelling dat een partij 60 zetten duurt)
Alle partijen waarbij alle zetten vlugger dienen gespeeld te worden dan de
bovenvermelde opsomming, worden uitgesloten voor ELO-verwerking.
Indien een aantal zetten binnen de eerste tijdscontrole dient gespecificeerd te
worden, wordt aangeraden dat het 40 worde. Zo genieten de spelers van
uniformiteit.
Het maximaal aantal rondes per dag en de maximale speeltijd per dag staat
beschreven in de thans geldende FIDE-regels (punt B.02 punt 3.0 van het FIDE-
handboek, “Number of rounds per day” binnen “FIDE Rating Regulations”)
Indien men partijen wil laten verwerken voor het bekomen van FIDE-normen, dan
dienen de thans geldende FIDE-regels (punt B.01 punt 1.0 van het FIDE-handboek,
“Requirements for the titles” binnen “International Title Regulations of FIDE”)
nageleefd te worden.
b. Verzending van de resultaten:
De resultaten dienen toe te komen bij de KBSB-klassementsleider elektronisch via
e-mail of op een elektronische drager per post binnen de 30 dagen na het einde
van het toernooi, en ten laatste drie dagen voor de berekening van het nieuwe
klassement
387
, dus ten laatste op 28/03, 27/06, 27/09 en 28/12, met hierin ALLE
387
Ingevoerd in Oktober 2016, dit betekent dat de resultaten niet meer op het nippertje de
laatste dag verstuurd mogen worden !
198
betrokken resultaten: open toernooien, gesloten groepen (enkelrondig of
dubbelrondig), individuele partijen (de zogenaamde 24-lijnen), resultaten van de
nationale interclubs, enz.
De verzendingen op een niet elektronische manier of drager worden dus niet meer
aanvaard behoudens voor de resultaten van toernooien gespeeld in het buitenland.
Er wordt ten zeerste aangeraden om een bevestiging van goede ontvangst te
vragen bij het opsturen van resultaten en/of om te verifiëren op de pagina van
ontvangen toernooien op de website van de KBSB of op de door haar gemachtigde
website of het opgestuurde bestand met resultaten er wel vermeld staat. Als het
geval zich voordoet, dient men zich eveneens te schikken naar voorschriften over
communicatie van resultaten opgelegd door de VSF, FEFB of SVDB op voorwaarde
dat deze niet strijdig zijn met het huidig reglement.
Gegevens over het toernooi:
De volgende gegevens zijn verplicht: de toernooinaam, de begin- en einddatum,
de naam van de toernooiverantwoordelijke (en van de wedstrijdleider), het
speeltempo alsook de data van de verschillende rondes.
Gegevens over de spelers:
De volgende gegevens zijn verplicht: de stamnummers van de spelers en de
andere gebruikelijke inlichtingen zoals speeldatum, zijn naam, voornaam, club,
gespeeld resultaat, enz. Indien de resultaten van het toernooi ook bestemd zijn
voor FIDE-ELO-verwerking, dan dient ook de FIDE-IDs van de spelers vermeld te
worden.
c. De klassementsleider is niet verplicht rekening te houden met uitslagen die hem
met meer dan 6 maanden vertraging bereiken.
d. De mededeling van deze volledige uitslagen en het bijhouden van de fiches is
verplicht. De organisator van het toernooi is verantwoordelijk voor de verzending
van de resultaten aan de klassementsleiding van de KBSB. Bij ernstige nalatigheid
of bij herhaalde onregelmatigheden zijn er sancties voorzien (cf. Kampioenschap
van België, Nationale Interclubs, Internationale wedstrijden, enz).
g. De raad van bestuur beslist over de aanvaarde programma’s voor de verzending
van resultaten.
388
Het is de verantwoordelijkheid van een club om de programma’s
die ze gebruiken, te updaten door die updates die op de website van de KBSB of
op een door de KBSB gemachtigde website staan, af te halen.
h. Elke klacht dient zo snel mogelijk gericht te worden aan de nationale
klassementsleider door exacte vermelding van de betwiste resultaten, gestaafd
door de toernooileider. Elke klacht op feiten die zich hebben voorgedaan vóór het
laatste klassement kan door de klassementsleider verworpen worden.
Artikel 13 Titels
a) Dit artikel geldt voor het Belgisch Kampioenschap (Experten, Dames en Open),
de Nationale Snelschaakkampioenschappen (elke reeks), de Nationale
Rapidkampioenschappen (elke reeks), de Nationale Jeugdkampioenschappen bij
388
Op datum van de huidige editie worden de rapporten gegenereerd door PairTwo versie 5.67
of hoger, Papi, Swiss-Chess, Swiss-Manager en Vega toegelaten voor verzending van de
resultaten. Voor de nationale interclubs moeten de resultaten online ingegeven worden op de
website http://www.frbe-kbsb.be.
199
jongens en meisjes (elke reeks), de Nationale Snelschaak- en rapidkampioenschappen
voor de Jeugd bij jongens en meisjes (elke reeks).
b) De titel van nationaal kampioen wordt toegekend aan de eerst eindigende speler:
die door de FIDE als Belg beschouwd wordt of
die niet geregistreerd staat bij de FIDE maar die bij aanvang van het
kampioenschap als Belg kan geregistreerd worden volgens de voorwaarden
vermeld in het FIDE handboek hoofdstuk C 05 paragraaf 1.
Met andere woorden, spelers met de Belgische nationaliteit die door de FIDE niet als
Belgen beschouwd worden, kunnen geen titels winnen.
Deze spelers dienen ook in orde te zijn met hun aansluiting bij een club van de KBSB
tijdens het ganse kampioenschap.
c) De spelers die aan geen van die twee voorwaarden voldoen, of niet aangesloten
zijn, kunnen geen aanspraak maken op de titels of de rechten alsook niet op de daarmee
gerelateerde trofeeën voor de 1ste, 2de of 3de plaats. Ze kunnen wel aanspraak maken
op alle andere prijzen en kunnen wel als winnaar van het toernooi uitgeroepen worden.
Artikel 14 - Sancties
389
De inrichter van elk toernooi of competitie in naam of voor rekening van de KBSB moet
binnen de vijftien dagen na het einde ervan, aan de betrokken nationale toernooileider
(de Verantwoordelijke Nationale Toernooien of de Nationale jeugdleider) een omstandig
verslag bezorgen over het verloop van het toernooi.
Elke klacht of bezwaar betreffende een competitie of een toernooi moet aan de
betrokken nationale toernooileider gericht worden, binnen de vijftien dagen na de
feiten, behalve voor het bepaalde in artikel 38 j. Als deze nationale toernooileider als
speler of arbiter zelf betrokken zou zijn, dan dient de klacht of bezwaar te worden
gericht naar de voorzitter van de CIS.
Sancties zijn mogelijk telkens een speler, een ploeg of een club de FIDE-spelregels, de
statuten, de toernooireglementen of het huishoudelijk reglement van de KBSB niet
eerbiedigt of de goede faam van de KBSB in gevaar brengt. Bijvoorbeeld in de volgende
gevallen:
a. Een club die een niet-aangesloten speler opstelt in een officieel bondstoernooi
b. Een speler die tijdens een nationaal toernooi opgeeft of forfait geeft.
c. Een speler of een club die strafrechtelijk veroordeeld is.
d. Een club, een speler, een trainer of een verantwoordelijke die de uitslag van een
partij door bedrieglijke middelen beïnvloeden of proberen te beïnvloeden.
Mogelijke sancties die door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien of de Nationale
Jeugdleider kunnen genomen worden, zijn.:
- waarschuwing;
- blaam;
- wijziging van het resultaat van een individuele partij of van een ploegwedstrijd;
- geldboete tot maximum 200 EUR, tenzij het reglement van een desbetreffende
competitie een ander maximumbedrag voorziet;
- verlies van het recht op eventuele prijzen of op terugbetaling van waarborgen of
op terugbetaling van onkosten;
- schorsing of uitsluiting van de betreffende competitie
389
Te herzien sinds de toevoeging van art 39 aan het HR
200
De Verantwoordelijke Nationale Toernooien (of in voorkomend geval de Nationale
jeugdleider) kan sancties opleggen tot vijfenveertig dagen na het einde van elke
competitie.
De Verantwoordelijke Nationale Toernooien en de Nationale Jeugdleider kunnen ook alle
sportmaatregelen nemen die nodig zijn voor het goede verloop van een competitie.
Mogelijke sancties die door de Raad van Bestuur van de KBSB kunnen genomen worden,
zijn:
- waarschuwing;
- blaam;
- wijziging van het resultaat van een individuele partij of van een ploegwedstrijd;
- geldboete tot maximum 200 EUR, tenzij het reglement van een desbetreffende
competitie een ander maximumbedrag voorziet;
- verlies van het recht op eventuele prijzen of op terugbetaling van waarborgen of
op terugbetaling van onkosten;
- schorsing van maximum twee jaar:
- in de betreffende competitie;
- in een nationale competitie;
- in een bondsfunctie.
Mogelijke sancties die door de Algemene vergadering kunnen genomen worden, zijn:
- waarschuwing;
- blaam;
- gedeeltelijke of volledige schorsing voor een bepaalde duur;
- levenslange uitsluiting.
In alle geval worden de betrokken partijen uitgenodigd om hun mening te uiten over
een voorstel van sanctie.
Deze uitnodiging is niet verplicht
- wanneer het gaat om een voorstel van een dienst- of sportmaatregel.
- wanneer de Verantwoordelijke Nationale Toernooien of de Nationale jeugdleider in
een individuele partij of in een ploegwedstrijd als aangeduide scheidsrechter van
de partij of van de wedstrijd tussenkomt.
De sancties beslist door een federatie tegen één van haar aangesloten spelers of clubs,
zijn eveneens van toepassing op alle domeinen waar de KBSB bevoegd is. De vraag
moet door de betrokken federatie aan de Raad van Bestuur van de KBSB gericht
worden. De uitbreiding van de sanctie moet door de eerstvolgende Algemene
Vergadering bevestigd worden telkens het gaat om een schorsing van meer dan twee
jaar of om een levenslange uitsluiting.
Artikel 15 Betwistingen
Elke klacht tegen een beslissing van de Verantwoordelijke Nationale Toernooien, de
nationale jeugdleider en de raad van bestuur van de KBSB zal beslecht worden door de
Commissie Geschillen, overeenkomstig de statuten, het huishoudelijk reglement en dit
reglement.
Elke klacht moet schriftelijk, overeenkomstig de procedure beschreven in artikel 10 van
het Huishoudelijk Reglement, binnen de vijftien dagen na betekening van de betwiste
beslissing aan de betrokken partijen ingediend worden.
Artikel 18 - Wijzigingen van de reglementen
Elke wijziging van onderhavig reglement wordt van kracht op de datum, bepaald door
de algemene vergadering of in geval van toepassing van art. 34 van de statuten door
201
de Raad van Bestuur. De culturele federaties zijn er toe gehouden
390
de wijzigingen te
publiceren voor de vastgestelde datum
390
Nobel om dit te schrijven, maar bijvoorbeeld VSF doet dit al geruime tijd niet meer. KBSB
kwijt zich in de praktijk van deze taak.
202
HET BELGISCH KAMPIOENSCHAP
391
Artikel 19 - DEELNAME.
De nationale kampioenschappen experten en dames staan open voor spelers die
aangesloten zijn bij een club die lid is van KBSB en voldoen aan tenminste één van de
volgende voorwaardes:
1. Belg zijn of voorkomen op de FIDE ELO-lijst van 1 januari onder België;
2. gedomicilieerd zijn in België vanaf 1 januari;
EXPERTENKAMPIOENSCHAP.
10 deelnemers; gesloten groep (dus 9 rondes).
Het deelnemersveld omvat :
a. de kampioen van het vorig expertenkampioenschap
b. de kampioen van de open groep van het vorig kampioenschap
c. de kampioen/kampioene met de hoogste gebruikte elo uit alle jeugdcategorieën
op het allerlaatste BJK (en bij gelijkheid in gebruikte elo de oudste speler), voor
zover dit minimum 2150
d. twee spelers van de federatie met de meest aangesloten sportbeoefenaars op 1
januari, één speler van elke andere federatie.
e. de best gerangschikte spelers op FIDE-rating volgens art. 11 zodat een aantal van
10 spelers bereikt wordt.
Bijkomende criteria voor het bepalen van de gerechtigden uit de
Expertengroep.
1. Bij afzeggingen in de punten a-b-c mag geen beroep gedaan worden op de
volgende(n) in de eindrangschikking.
2. Er is een minimum FIDE-rating van 2200 vereist voor alle deelnemers, behalve
voor de Belgische Jeugdkampioen.
3. De spelers dienen actief te staan in de FIDE-ratinglijst (met uitzondering van de
Belgische Jeugdkampioen).
NATIONAAL DAMESKAMPIOENSCHAP.
10 deelneemsters; gesloten groep (dus 9 rondes).
Het deelneemsterveld omvat:
a. de kampioene van het vorig kampioenschap (ingeval van afzegging, mag geen
beroep gedaan worden op de volgende(n) in de eindrangschikking).
b. de best gerangschikte speelsters op FIDE-rating en vervolgens op nationale rating
volgens art. 11 zodat een aantal van 10 speelsters bereikt wordt.
OPEN TOERNOOI.
9 rondes; Zwitsers.
Staat open voor elke speler aangesloten bij een club die lid is van KBSB en die niet
gerechtigd is tot deelname aan de Expertengroep of Dameskampioenschap.
OPMERKINGEN.
a. De Verantwoordelijke Nationale Toernooien kan in speciale gevallen of in
onvoorziene omstandigheden afwijken van hoger vermelde toernooivormen.
391
dit reglement bevat slechts een beperkt aantal specificaties. De lezer moet ervan uitgaan dat
alle elementen die hier niet specifiek geregeld worden automatisch door de FIDE-toernooiregels
geregeld zijn.
203
b. In geval er geen afzonderlijk nationaal dameskampioenschap plaats vindt, dan zal
de titel voor dameskampioen gaan naar de hoogst eindigende speelster in het open
toernooi. Indien er daar geen speelster is, dan zal de titel niet uitgereikt worden.
c. Zoals voorzien in de FIDE-regels van het Schaakspel (art. 9.1.a) kan de
organisatie in samenspraak met de VNT Sofia-regels bepalen. Deze Sofia-regels
bepalen dat een remise-aanbod in een bepaald (of volledig) deel van de partij of
onder bepaalde omstandigheid verboden is. Bij het opstellen van die Sofia-regels
dient rekening gehouden te worden met drie zaken:
- aantal zetten (altijd wit en zwart) waarbinnen geen remise mag voorgesteld
worden
- duur in tijd vanaf het reële aanvangsuur (wit en zwart samen) waarbinnen
geen remise mag voorgesteld worden
- met of zonder de toestemming van de arbiter
Een voorbeeld van de Sofia-regels: zonder goedkeuring van de wedstrijdleider
kan een speler geen remise voorstellen aan zijn tegenstander vooraleer dat er
minstens 20 zetten per speler uitgevoerd zijn én er minstens één uur in totaal is
gespeeld.
Artikel 20 -INSCHRIJVING.
a. De deelnemers die niet rechtstreeks geplaatst zijn, dienen zich in te schrijven voor
verstrijking van de inschrijvingsdatum bepaald door de raad van bestuur bij
diegene die door de raad van bestuur daartoe is aangeduid.
b. De federaties dienen zelf minstens vier weken voor het begin van het toernooi hun
gerechtigden voor de Expertengroep aan de Verantwoordelijke Nationale
Toernooien door te geven (enige uitzondering: als hun federaal kampioenschap
wat als basis dient voor de afvaardiging, eindigt op minder dan vier weken voor
het begin van het toernooi, dan dienen ze ten laatste op de dag dat het federaal
kampioenschap eindigt, hun gerechtigden door te geven).
c. Alle gerechtigde spelers worden door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien
minstens vier weken voor het begin van het toernooi uitgenodigd (indien via mail
met ontvangstbevestiging).
d. Alle gerechtigden onder punten b en c dienen hun deelname minstens 4 weken
voor aanvang van het toernooi schriftelijk te bevestigen bij de Verantwoordelijke
Nationale Toernooien.
e. Spelers die zich willen plaatsen op basis van rating, hetzij voor de Expertengroep,
hetzij voor het Dameskampioenschap, dienen zelf hun kandidatuur ten laatste 6
weken voor aanvang van het toernooi bij de Verantwoordelijke Nationale
Toernooien in te dienen.
f. Aan de hand van de lijst van spelers die hun kandidatuur ingediend hebben om
via rating geselecteerd te worden voor de Expertengroep of het
Dameskampioenschap, zal de Verantwoordelijke Nationale Toernooien het aantal
spelers die hun deelname bevestigd hebben, aanvullen. Daarna worden de lijsten
gepubliceerd op de website van de organisatie.
g. Spelers uit de Expertengroep of het Dameskampioenschap die na het bevestigen
van hun deelname en vóór aanvang van het toernooi zich nog zouden afmelden
zonder bewezen reden van overmacht, zullen gesanctioneerd worden volgens art.
14.
h. De loting van paringsnummers waarna ook de kalender zal bekend zijn, dient liefst
te gebeuren in een openingsceremonie die minimaal 2u voorafgaandelijk aan het
begin van de eerste ronde plaats vindt. Indien de organisatie geen
openingsceremonie kan inrichten, dan zal de loting maximaal 24u voor aanvang
van de eerste ronde gehouden worden.
204
i. De exacte inschrijvingsdatum voor zowel de punten b-c-d-e als de termijn voor
punt f zal jaarlijks bepaald worden door de raad van bestuur.
j. Ook het bedrag van het inschrijvingsgeld voor alle deelnemers uit de open reeks
wordt door de raad van bestuur bepaald. Eveneens kan zij een verminderd
inschrijvingsgeld bepalen voor bepaalde categorieën (vb. jeugd, titelhouders)
392
.
De organisatie kan een verhoogd inschrijvingsgeld toepassen voor inschrijvingen
die later dan één week voor aanvang van het toernooi gebeuren en voor betalingen
ter plaatse, mits dit aangekondigd staat op de uitnodigingen.
Artikel 21 -ONKOSTEN VAN DE DEELNEMERS.
Behoudens andersluidende beslissing van de raad van bestuur zijn de kosten voor
verplaatsing, logement en maaltijden ten laste van de deelnemers.
393
Indien er toch
kosten worden terugbetaald, dan dient dit te gebeuren op de laatste speeldag.
Artikel 22 -TEMPO.
Alle partijen worden gespeeld volgens het Fischer-tempo van 40 zetten in 1u30 gevolgd
door 30 minuten voor het einde van de partij met een increment van 30 seconden vanaf
zet één.
Artikel 23 -PRIJZEN.
Aan de kampioenschappen
394
wordt door de KBSB een subsidie toegekend waarmee een
gedeelte aan geldprijzen uitgekeerd moet worden. Deze bedragen worden bepaald door
het bondsbudget.
395
De bepaling van het aantal prijzen, evenals de verdeling ervan,
valt onder de bevoegdheid van de raad van bestuur. Ten minste 80% van de
inschrijvingsgelden moeten als geldprijzen uitgekeerd worden, waarvan eveneens het
aantal en de verdeling door de raad van bestuur bepaald worden.
NATIONALE SNELSCHAAKKAMPIOENSCHAPPEN
Artikel 24 Deelname
Mogen er aan deelnemen : allen
Artikel 25 - Inrichting
a. Het nationaal snelschaakkampioenschap wordt betwist op één dag en dat in alle
klassen.
b. Volgens het aantal deelnemers wordt er gespeeld in een of meer reeksen, een
volledig toernooi of volgens Zwitsers systeem.
Artikel 26 - Onkosten en inschrijving
a. De verplaatsingskosten zijn ten laste van de deelnemers.
b. Het inschrijvingsrecht wordt vastgesteld door de raad van bestuur en komt toe
aan de inrichters. Hij kan eveneens een verminderd inschrijvingsgeld bepalen voor
bepaalde categorieën (vb. jeugd, titelhouders). De inrichters kunnen een verhoogd
inschrijvingsgeld toepassen voor inschrijvingen die later dan één week voor
aanvang van het toernooi gebeuren en voor betalingen ter plaatse, mits dit
aangekondigd staat op de uitnodigingen.
392
Op datum van de huidige versie is dit inschrijvingsrecht gratis voor het experten
kampioenschap en voor het dameskampioenschap; het is 30 € voor het open toernooi.
393
Op datum van de huidige versie krijgt elke deelnemer van het experten kampioenschap voor
zijn logement 200 €. Het totaalbedrag zit vervat in de subsidie van de KBSB die ter sprake komt
in art. 23
394
Zowel experten- als dameskampioenschap.
395
Op datum van de huidige versie bedraagt de KBSB-subsidie 7550 plus 1240 € wanneer het
experten kampioenschap ook een normentoernooi is.
205
Artikel 27 - Tempo
Elke speler beschikt over 5 minuten voor het spelen van de hele partij. Op vraag van
de organisatie kan de Verantwoordelijke Nationale Toernooien op basis van een
ingediend tijdschema een ander tempo goedkeuren.
Artikel 28 Titels en prijzen
b. De bepaling van het aantal prijzen, evenals de verdeling ervan, valt onder de
bevoegdheid van de raad van bestuur.
c. Minstens 80% van de inschrijvingsgelden moeten in geldprijzen uitgekeerd
worden.
NATIONALE RAPIDKAMPIOENSCHAPPEN
Artikel 28 bis
a. Deelname
De voorwaarden tot deelname zijn dezelfde als deze bepaald onder artikel 24 voor
de nationale snelschaakkampioenschappen.
396
b. Inrichting
De nationale rapidkampioenschappen worden gespeeld op twee opeenvolgende
dagen
397
. Volgens het aantal deelnemers worden ze betwist in één of meer
reeksen, in een volledig toernooi of volgens het Zwitsers systeem.
c. Onkosten en inschrijving
a. De verplaatsingskosten zijn ten laste van de deelnemers.
b. Het inschrijvingsrecht wordt bepaald door de raad van bestuur en komt toe
aan de inrichters.
c. De raad van bestuur kan eveneens een verminderd inschrijvingsgeld bepalen
voor bepaalde categorieën (vb. jeugd, titelhouders). De inrichters kunnen
een verhoogd inschrijvingsgeld toepassen voor inschrijvingen die later dan
één week voor aanvang van het toernooi gebeuren en voor betalingen ter
plaatse, mits dit aangekondigd staat op de uitnodigingen.
d. Tempo
Elke speler beschikt over een half uur voor het spelen van de hele partij. Op vraag
van de organisatie kan de Verantwoordelijke Nationale Toernooien op basis van
een ingediend tijdschema een ander tempo goedkeuren.
e. Prijzen
b. De bepaling van het aantal prijzen, evenals de verdeling ervan, valt onder de
bevoegdheid van de raad van bestuur.
c. Minstens 80% van de inschrijvingsgelden moeten in geldprijzen uitgekeerd
worden.
396
aangesloten bij een van de drie culturele federaties ; ofwel woonachtig in België mits een
bijkomend inschrijvingsrecht van 12,50 € ten bate van de KBSB ; ofwel woonachtig in het
buitenland, officieel uitgenodigd door KBSB, VSF, FEFB of VSF.
397
de algemene vergadering van maart 2008 besliste dat in uitzonderlijke omstandigheden ook
een toernooi van één dag kan aanspraak maken om het rapid-kampioenschap in te richten,
bijvoorbeeld indien het een memorial betreft van een vooraanstaand persoon voor de KBSB.
Sindsdien is het gebruikelijk dit toernooi op één dag te houden, het reglement is echter nog niet
aangepast.
206
NATIONALE INTERCLUBKAMPIOENSCHAPPEN
De clubs kunnen alle officiële mededelingen met betrekking tot de Nationale Interclubs vinden
op de website www.frbe-kbsb.be. Het is via deze site dat ze hun gegevens dienen mede te
delen (inschrijving van de ploegen, resultaten van de ontmoetingen,…) en kunnen kennis nemen
van de samenstelling van de series, de spelerslijsten, de officiële resultaten, de boetes en van
de eventuele wijzigingen van de datums of de plaats van de ontmoetingen in de loop van het
seizoen.
Artikel 29 - Algemene bepalingen
De K.B.S.B. richt elk jaar een ploegenkampioenschap in.
a. Volgens het aantal ingeschreven ploegen kunnen er meerdere afdelingen voorzien
worden.
b. De RvB bepaalt op voorstel van de Verantwoordelijke Nationale Toernooien
minstens één seizoen op voorhand de data van elke ronde, de reservedata en de
datum voor eventuele testwedstrijden. Later bepaalt zij eveneens de datum van
afsluiting van de inschrijvingen. De ronden grijpen plaats tussen 1 september en
30 april.
c. De raad van bestuur beslist over de indeling der reeksen, op voorstel van de
Verantwoordelijke Nationale Toernooien, en vermijdt zoveel mogelijk dat twee
ploegen van eenzelfde club in dezelfde reeks worden ondergebracht. Hij voert de
lottrekking uit. Wanneer toch twee ploegen van eenzelfde club in dezelfde reeks
spelen, ontmoeten zij elkaar in of voor de eerste ronde.
d. Clubs hebben de mogelijkheid om, mits onderling akkoord, de datum en/of het uur
van hun ontmoeting te vervroegen of de plaats ervan te wijzigen. Dit akkoord is
geldig mits het schriftelijk (of per fax of per mail) met ontvangstbevestiging aan
de Verantwoordelijke Nationale Toernooien werd gemeld zeven dagen voor de
nieuw voorziene datum en behoudens verzet van laatstgenoemde drie dagen voor
de nieuw voorziene datum. Alle partijen van een ontmoeting moeten op dezelfde
plaats, dag en uur plaatsgrijpen. Enkel in geval van bewezen overmacht kan de
Verantwoordelijke Nationale Toernooien anders beslissen.
e. Een club kan een aanvraag indienen bij de VNT om een wedstrijd te verplaatsen
indien zij minstens twee spelers dient te missen wegens afvaardiging van de KBSB
in een internationaal toernooi. Deze aanvraag dient gebeurd te zijn uiterlijk één
week na de inschrijving door de club / spelers voor dat internationaal toernooi (bij
de KBSB). De VNT zal zo vlug mogelijk de betrokken clubs meedelen naar welke
reservedatum die datum verschoven wordt.
f. De prijzen toegekend aan de winnaars van elke reeks worden vastgesteld door de
raad van bestuur.
398
g. De KBSB kan voorzien om alle ontmoetingen van een ronde van eerste en/of
tweede afdeling op 1 plaats te organiseren.
h. De volgende definities zijn van toepassing op het reglement van de nationale
interclubs:
- Titularis: een speler die op de spelerslijst gekoppeld wordt aan een ploeg.
- Effectieve speler: een speler die in een bepaalde ronde in een ploeg speelt.
Artikel 30 - Inschrijvingen
a. De inschrijvingen dienen te gebeuren bij de Verantwoordelijke Nationale
Toernooien.
398
Eerste afdeling: 500, 300, 175, 100 €; Tweede afdeling: 300, 175, 100, 60 €; Derde afdeling:
175, 100, 60, 40 €; 4de afdeling: 100, 60, 40, 25 €; 5de afdeling: 60, 40, 25, 15 €, telkens voor
plaatsten 1 tot en met 4 in elke reeks
207
b. Het inschrijvingsrecht per ploeg, dat gelijktijdig aan de nationale penningmeester
moet gestort worden, wordt bepaald door de raad van bestuur
399
.
c. Elke club die Artikel 12d niet naleeft, zal geweigerd worden.
Artikel 31 - Samenstelling van de ploegen
a. De ploegen bestaan uit acht spelers in afdeling I en II, uit zes spelers in afdeling
III en uit vier spelers in afdeling IV en V.
b. Elke deelnemende club moet aan de Verantwoordelijke Nationale Toernooien,
binnen de door hem bepaalde termijn en in het door de RvB bepaald formaat en
via het door de RvB bepaald medium, een spelerslijst bezorgen.
400
De spelers zullen
opgesteld worden op basis van de laatst verschenen nationale of FIDE-klassering.
Voor deze opstelling mag echter de quotering van elke speler met 50 punten
verhoogd of verlaagd worden (=aangepaste ELO). Om informaticaredenen mag
geen enkele speler van een zelfde club dezelfde aangepaste ELO hebben op de
spelerslijst. Indien een club meerdere ploegen in eenzelfde afdeling opstelt, moet
hij de titularissen voor elke ploeg aanduiden. Deze titularissen worden gekozen
tussen de eerst geklasseerden, zoals in de volgende voorbeelden verduidelijkt
wordt:
1
e
voorbeeld: een club heeft als 2 hoogste ploegen 2 ploegen in afdeling III:
Van de 12 best gerangschikten spelen er 6 in ploeg 1, de andere 6 in ploeg 2.
2
e
voorbeeld: de drie (eerste) ploegen van een club spelen in afdeling V:
Van de 12 best gerangschikte spelen er 4 in ploeg 1, 4 in ploeg 2 en 4 in ploeg
3.
3
e
voorbeeld: 1 ploeg in afdeling I, 2 ploegen in afdeling II en 1 ploeg in
afdeling III: In ploeg 1 de acht best gerangschikten; acht spelers van de
gerangschikten tussen de 9
de
tot de 24
ste
plaats in ploeg 2 en de overigen in
ploeg 3. De spelers met de 25
ste
tot 30
ste
plaats in ploeg 4.
c. Wanneer op de lijst spelers van een andere hoofdclub voorkomen, moet het
nummer van die club achter de spelersnaam vermeld worden.
Elke deelnemende club kent op zijn spelerslijst een aangepaste ELO aan de niet-
geklasseerde spelers
401
. Dit ELO-cijfer, gebaseerd op de geschatte sterkte van de
speler, kan minimaal 1000 en maximaal 1600 zijn. Deze aangepaste ELO is geldig
voor de ganse interclubcompetitie.
Spelers met een voorlopige quotering worden niet beschouwd als niet-
gequoteerde. Echter spelers met een quotering lager dan 1150 krijgen een
aangepaste elo van 1150 waarop dan ook de 50-puntenregeling mag toegepast
worden. In België niet-gequoteerde buitenlanders, wel gequoteerd in hun land,
worden op de lijst ingelast op de plaats die overeenstemt met hun FIDE-quotering
of indien onbestaand met de quotering in hun land.
De visueel gehandicapte spelers die eventueel op de lijst staan moeten door een
overeengekomen teken worden aangeduid. Dit geldt ook voor de motorische
mindervaliden zoals rolstoelpatiënten. De manier waarop deze spelers in de lijsten
399
Eerste afdeling : 305€ - tweede afdeling 80 € - derde afdeling 55€ - vierde en vijfde afdeling
30€
400
Tegenwoordig worden het inschrijven van de ploegen, het maken van de spelerslijsten en het
ingeven en tekenen van de uitslagenkaarten via de module InterclubsManager gedaan, die op
de website van de KBSB te vinden is.
401
sinds 2008 is het terug toegestaan om de niet-geklasseerde spelers tussen de andere spelers
te plaatsen op de lijst, volgens hun vermoedelijke sterkte, evenwel met een maximum van 1600
ELO, omdat het onwaarschijnlijk is dat beginnende schakers sterker zouden zijn dan dit niveau.
208
worden aangeduid moet door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien bepaald
worden ter gelegenheid van de jaarlijkse aankondiging van de nationale interclubs
die de data en de inschrijvingsmodaliteiten aan de clubs vermeldt.
d. Om te mogen opgesteld worden, moet een speler aangesloten zijn bij een club
die lid is van KBSB.
e. De Verantwoordelijke Nationale Toernooien controleert de hem toegezonden
spelerslijsten en verbetert ze. De verbeterde spelerslijsten worden voor aanvang
van de competitie aan alle clubs ter beschikking gesteld via het door de raad van
bestuur bepaald medium.
f. Voor de ontmoeting wordt de opstelling van de ploegen door de kapiteins
uitgewisseld (iedere ploegkapitein kan bij wijze van controle de identiteitskaarten
van de tegenstrevers vragen.). Spelers van een ploeg waarvan de opstelling niet
volledig wordt bekendgemaakt, mogen hun partij niet aanvangen, terwijl hun
klokken wel in gang gebracht worden. Indien de opstelling van beide ploegen niet
bekend gemaakt zijn, worden de klokken van de witspelers in gang gebracht.
Eenmaal een partij begonnen is, kan de opstelling van de ploegen niet meer
veranderd worden. Om een gemakkelijke toepassing van dit punt toe te laten,
dienen de borden genummerd te zijn.
g. Elk jaar kan op 3 november
402
en 3 januari de spelerslijst in fine vervolledigd
worden met Belgische spelers die nog geen ELO-quotering hebben en die zich voor
de eerste maal aansloten bij een club van de KBSB na 15 september voorafgaand.
Hiertoe dient elke club die van deze mogelijkheid gebruik wil maken ten laatste op
2 november of 2 januari een nieuwe lijst, bepaald volgens voorgaande paragraaf
bij de Verantwoordelijke Nationale Toernooien te doen toekomen.
De aangepaste spelerslijsten dienen opgestuurd te worden naar de
Verantwoordelijke Nationale Toernooien in het formaat en op de wijze zoals door
hem bepaald. Van zodra de spelerslijsten door hem gepubliceerd zijn via het door
de raad van bestuur bepaald medium, zijn deze spelers speelgerechtigd.
Artikel 32 - Indeling der reeksen
a. Afdeling I : Het aantal ploegen bedraagt twaalf. De laatste twee gerangschikten
dalen naar afdeling II.
b. Afdeling II : Het aantal ploegen bedraagt vierentwintig. Zij worden in twee gelijke
reeksen ingedeeld. De winnaar van elke reeks stijgt naar afdeling I. De laatste
twee gerangschikten van elke reeks dalen naar afdeling III.
c. Afdeling III : Het aantal ploegen bedraagt achtenveertig. Zij worden in vier gelijke
reeksen ingedeeld. De winnaar van elke reeks stijgt naar afdeling II. De laatste
twee gerangschikten van elke reeks dalen naar afdeling IV.
d. Afdeling IV : Het aantal ploegen bedraagt zesennegentig. Zij worden in acht gelijke
reeksen ingedeeld. De winnaar van elke reeks stijgt naar afdeling III. De laatste
twee gerangschikten van elke reeks dalen naar afdeling V.
e. Afdeling V : Volgens het aantal ingeschreven ploegen worden verschillende reeksen
van maximum twaalf ploegen gevormd. De eerste van elke reeks stijgt naar
afdeling IV. De juiste modaliteiten van stijgen worden door de raad van bestuur
bepaald vóór aanvang van de competitie in functie van het aantal reeksen in
afdeling V.
f. Iedere ploeg die zich nieuw inschrijft of die zich na één of meerdere jaren
onderbreking opnieuw inschrijft, zal in afdeling V moeten starten. Elke club
waarvan een ploeg het voorgaande seizoen forfait heeft gegeven, zal bij de
402
Aanpassing van toepassing vanaf 2017, spelers kunnen nu ook begin November toegevoegd
worden (en begin Januari, maar dit was al zo)
209
inschrijvingen van het daaropvolgende seizoen het aantal ploegen met één moeten
verminderen, tenzij de Verantwoordelijke Nationale Toernooien anders zou
beslissen op basis van een ingediend dossier.
g. Wanneer in een afdeling één of meer plaatsen vrij zijn, worden die ingenomen door
de best gerangschikte tweeden uit de onmiddellijk lagere afdeling van de eindstand
uit de vorige competitie. Men beschouwt als best gerangschikte tweede de ploeg
met het beste coëfficiënt matchpunten. Dit coëfficiënt wordt berekend door het
aantal behaalde matchpunten te delen door het aantal ontmoetingen verrekend in
de eindstand. Wanneer dan nog gelijkheid bestaat, wordt hetzelfde principe
toegepast op de bordpunten. Bij nieuwe gelijkheid gebeurt er door de
Verantwoordelijke Nationale Toernooien een lottrekking tussen de betrokken
ploegen. Indien er meer plaatsen vrij zijn dan dat er tweedes zijn, dan wordt verder
gegaan met de best gerangschikte derden enz.
h. Een club mag niet meer dan één ploeg hebben in eerste afdeling. Indien een ploeg
van een club kampioen wordt in tweede afdeling en deze club heeft reeds een ploeg
in eerste afdeling, dan mag deze ploeg niet promoveren. Haar plaats zal
ingenomen worden door de beste eindigende ploeg uit dezelfde reeks die hiervoor
in aanmerking komt
i. Een club mag één van zijn ploegen vrijwillig laten degraderen. Maar dan komt deze
ploeg gedurende de twee daaropvolgende seizoenen niet in aanmerking voor een
promotie of voor om het even welk prijzengeld.
j De RvB beslist in alle niet voorziene gevallen.
Artikel 33 - Opstelling van de spelers
a. De spelers moeten verplicht opgesteld worden volgens de volgorde op de op
voorhand ingediende spelerslijst (zie art. 31.b) (of eventuele aanvullingen (zie art.
31.g)). Wanneer ploegen uitkomen in verschillende afdelingen, mogen de
titularissen van ploeg I in geen andere ploeg spelen; de titularissen van ploeg II
mogen slechts in ploegen I en II spelen, en zo verder. Wanneer meer ploegen van
een zelfde club in een zelfde afdeling spelen, mogen de titularissen van één ploeg
niet spelen in een andere ploeg uit dezelfde afdeling.
b. Wanneer meerdere ploegen van een zelfde club in een zelfde reeks spelen, mogen
de reserven gedurende de ganse competitie maar voor één van die ploegen
uitkomen. Elke inbreuk op deze regel betekent voor de onregelmatig opgestelde
speler verlies van de partij door forfait.
c. Bij een fout in de rangorde van opstelling van de spelers, verliest de te laag
opgestelde speler de partij met forfait.
d. Bij opstelling van een niet-gerechtigde speler verliest de speler die partij door
forfait. Bij herhaling tijdens eenzelfde competitie verliest de betrokken ploeg de
wedstrijd met forfait en de bij artikel 35c voorziene sancties zijn van toepassing.
Als niet-gerechtigde speler wordt beschouwd hetzij een speler die niet voorkomt
op de door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien goedgekeurde spelerslijst,
hetzij een speler die niet meer aangesloten is op het ogenblik van zijn opstelling,
hetzij een door de KBSB geschorste speler.
e. Geen speler mag opgesteld worden in twee ontmoetingen die aanvankelijk op
dezelfde datum voorzien waren.
f. Wanneer meerdere ploegen van eenzelfde club deelnemen, mag bij elke
ontmoeting de gemiddelde ELO van een ploeg in een hogere afdeling niet lager zijn
dan de gemiddelde ELO van de ploeg(en) van dezelfde club in een lagere
afdeling(en). Deze regel geldt niet tussen de 4
de
en de 5
de
afdeling. De berekening
van het ELO-gemiddelde van de ploegen van een club gebeurt op basis van de
aangepaste ELO’s van elk van de spelers, zoals vermeld op de spelerslijst die voor
210
de aanvang van de competitie door de club werd ingediend
403
. Een nieuw ELO-
klassement heeft met andere woorden geen invloed op de berekening van het
gemiddelde.
Een eerste overtreding wordt bestraft voor de betrokken ronde met een forfait voor
alle borden van de ploegen van dezelfde club die een hogere ELO-gemiddelde
hebben dan één van hun ploegen uit een hogere afdeling.
404
Zulk een forfait is
echter niet onderhevig aan de voorziene sancties in artikel 35. Een volgende
overtreding in hetzelfde seizoen voor ploegen die wederom een hoger ELO-
gemiddelde hebben dan ploeg(en) uit hogere afdelingen heeft wel de automatische
uitsluiting voor dat seizoen tot gevolg.
g. Wanneer tijdens de competitie blijkt dat een speler die als niet-gequoteerde werd
aangesloten toch een quotering had op het ogenblik van opstelling van de
spelerslijst, verliest hij alle door hem tot dan toe gespeelde partijen door forfait.
Bovendien kan hij van dan af worden uitgesloten van de competitie. Indien niet
wordt de speler op die plaats op de spelerslijst geplaatst die overeenstemt met zijn
elo, tenzij als de VNT er anders over beslist.
Artikel 34 Tempo
Het fischertempo voor alle partijen bedraagt 90 min. voor 40 zetten gevolgd door 30
min. voor de rest van de partij met toevoeging van 30 sec. per zet vanaf zet 1.
405
Indien in een partij een slechtziende speler aantreedt, wordt op zijn vraag een
traditionele klok gebruikt. Het aangepast tempo is dan 40 zetten in 2u gevolgd door 30
min QPF (Quick Play Finish).
Artikel 35 - Forfaits
a. Onder forfait verstaat men elke, om welke reden ook, niet gespeelde partij of
gespeeld in onregelmatige omstandigheden (artikel 33. b, c en d) behalve bij
officieel uitstel door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien of bij verschuiving
wegens niet te voorziene omstandigheden, aanvaard door de Verantwoordelijke
Nationale Toernooien (zie artikel 35. c, 4
de
alinea).
b. Voor elke forfait op een bord krijgt de club een boete waarvan het bedrag bepaald
wordt door de raad van bestuur
406
. Voor een ploeg die zich aanbiedt met minder
403
Het klassement dat geldig was bij de start blijft gelden tot het einde van de competitie voor
deze regel. Let op dat het hier gaat om aangepaste ELO zoals aangegeven op de spelerslijst
ingediend in september en niet om de werkelijke ELO van een speler.
404
zeer tegen de verwachting in slaagden drie clubs erin om in het seizoen 2008-2009, dadelijk
na de invoering van dit reglement, reeds bij de eerste ronde deze regel te overtreden. Door een
verschil tussen Nederlandstalige en Franstalige versie werd de fout kwijtgescholden door de raad
van bestuur, helaas het onheil was geschied en één van de betrokken ploegen had intussen al
forfait gegeven voor de competitie.
405
De gemiddelde duur van een partij bedraagt hiermee ongeveer 5 uur, dus een uur minder
dan voorheen, echter een zeer lange partij van 240 zetten zou kunnen uitlopen tot 22:00…
406
Op datum van de huidige editie bedraagt het bedrag voor een aangekondigde forfait 125,
100, 80, 65, 50, 50, 50, 50 € volgens bord in eerste afdeling; 100, 80, 60, 40, 25, 25, 25, 25 €
volgens bord in tweede afdeling; 25 € in derde afdeling en 12,50 in vierde en vijfde afdeling.
De club die speelt tegen een aangekondigde forfait, krijgt geen schadeloosstelling meer. Het
bedrag voor een onaangekondigde forfait bedraagt 150, 125, 105, 90, 75, 75, 75, 75 € volgens
bord in eerste afdeling; 125, 105, 85, 65, 50, 50, 50, 50 volgens bord in tweede afdeling;
37,50 in derde afdeling en 18,75 in vierde en vijfde afdeling. De thuisclub die speelt tegen
een onaangekondigde forfait gegeven door de club op verplaatsing, krijgt geen
schadeloosstelling meer. Daarentegen de uitclub die speelt tegen een onaangekondigde forfait
gegeven door de thuisclub, krijgt 50% van de boete als schadeloosstelling.
211
dan de helft van de vereiste spelers wordt forfait toegepast, in dat geval gaat het
om een ploegforfait.
c. Op elk ploegenforfait in een ronde staat een boete, waarvan het bedrag bepaald
wordt door de raad van bestuur.
Behalve voor de laatste ronde, brengt elk ploegenforfait de uitsluiting uit de
competitie mee voor die ploeg, de vernietiging van al haar uitslagen en die van al
haar tegenstanders, en de afdaling naar de lagere afdeling.
Elke ploegenforfait tijdens de laatste ronde brengt de uitsluiting uit de competitie
mee en de afdaling naar de lagere afdeling, al haar uitslagen (zowel matchpunten
als bordpunten)
407
worden vernietigd, maar de behaalde uitslagen van al haar
tegenstanders worden niet vernietigd.
Elke ploegenforfait brengt de toepassing van artikel 32.f met zich mee.
Uitzonderlijk kan worden afgeweken van de maatregelen, voorzien in de
voorgaande alinea's, wanneer de betrokken speler of ploeg kan bewijzen dat dit
forfait te wijten is aan uitzonderlijke omstandigheden, onafhankelijk van haar wil
(bijv. onverwachte wagenpech, verkeersongeval, enz.). In dit geval moet het
verzoek tot niet-toepassing van voormelde maatregelen door de club gericht
worden aan de Verantwoordelijke Nationale Toernooien, binnen de acht dagen
volgend op de ontmoeting.
In geval bij een ploegenforfait het verzoek aanvaard wordt en behalve voor de
laatste ronde (waar de forfaitscore behouden wordt), kan de ontmoeting gespeeld
worden op een nieuwe datum die door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien
zal bepaald worden.
d. Indien een ploeg uit afdeling I, II of III forfait geeft, terwijl volgens de
rangschikking het mathematisch niet meer mogelijk is de degradatie naar een
lagere afdeling te ontlopen, zal deze ploeg naar twee afdelingen lager degraderen.
De vrijgekomen plaats in de lagergelegen afdeling wordt ingenomen door de beste
tweede van de daarop lagere afdeling.
Artikel 36 - Uitslagen
a. De thuisploeg dient de individuele uitslagen tegen middernacht van de dag van die
ronde via de module Resultaten binnen InterclubsManager op de website
www.frbe-kbsb.be in te geven en te bevestigen. De uitploeg dient deze uitslagen
te ondertekenen tegen 12u ‘s anderendaags. In geval van correcties dient de
uitploeg deze ook door te voeren tegen 12u. De verantwoordelijke van de thuisclub
zal hiervan een mail krijgen en dient dan zelf deze correcties te bevestigen tegen
20u.
Opdat de pers over deze resultaten zou kunnen berichten in de maandagkrant, is
er bijkomend de verplichting voor de thuisploegen uit eerste afdeling om de
ploeguitslagen vóór 21u op de dag van de ronde te sms-en naar de VNT. Deze zal
de ploeguitslagen en de stand naar de pers doorsturen rond 21u.
b. De Verantwoordelijke Nationale Toernooien of zijn vertegenwoordiger stelt de
uitslagen binnen de dag na die ronde beschikbaar op het door de raad van bestuur
bepaald medium.
408
c. Elke vertraging bij het doorzenden van de uitslagen en elke zending van onjuist
ingevulde gegevens wordt beboet met een bedrag bepaald door de raad van
bestuur.
407
Verduidelijking toegevoegd door de RVB in 2018
408
Praktisch gezien, per e-mail
212
Artikel 37 - Rangschikking
a. De rangschikking wordt opgemaakt volgens het behaald aantal matchpunten; bij
gelijkheid tussen twee of meerdere ploegen
409
beslist het aantal bordpunten. Bij
nieuwe gelijkheid tussen twee of meerdere ploegen worden testwedstrijden op de
door de RvB vastgelegde datum gespeeld wanneer een titel, promotie, degradatie
of afvaardiging ervan afhangen (waarbij de VNT de verdere modaliteiten zoals
speelvorm (een gewone ontmoeting bij twee ploegen, een Hutton-toernooi bij
meerdere ploegen), lottrekking voor de kleur, neutrale locatie, eventueel
gereduceerd speeltempo, bepaalt), zo niet wordt het Sonnenborn-Berger
systeem voor ploegen toegepast op de matchpunten en vervolgens, indien nodig,
op de bordpunten.
b. Voor de matchpunten geldt volgend systeem : winst = 2 punten, gelijkspel = 1
punt, verlies = 0 punten. Voor de bordpunten geldt volgend systeem: winst = 1
punten, remise = 1/2 punten, verlies = 0 punten. Winst/gelijkspel/verlies voor de
matchpunten wordt bepaald door de bordpunten per ploeg (na controle door de
VNT) op te tellen en het totaal met elkaar te vergelijken.
c. Bij volledige ploegforfait wordt de uitslag vastgesteld op 2-0 voor de matchpunten,
en voor de bordpunten op 8-0 voor een ploeg van 8 spelers, op 6-0 voor een ploeg
van 6 spelers en op 4-0 voor een ploeg van 4 spelers.
d. Voor elke testwedstrijd bepaalt de Verantwoordelijke Nationale Toernooien de
modaliteiten. Hij bepaalt het lokaal (neutraal terrein) waar die wedstrijd dient
gespeeld te worden. Hij doet de lottrekking om te bepalen welke ploeg wit heeft
op het eerste bord. Hij zorgt zelf dat er een wedstrijdleider wordt aangeduid door
de voorzitter van de CIS.
Indien de testwedstrijd op een gelijkheid eindigt, dan dient via lottrekking een
scheiding gemaakt te worden.
Enkel de spelers die op een spelerslijst staan en die minstens drie maal gespeeld
hebben voor deze ploeg, zijn gerechtigd om in deze testwedstrijd te spelen.
De volgorde van de opstelling van de spelers wordt bepaald door dezelfde
spelerslijst die het hele seizoen van kracht was.
Artikel 38 - Lokaal en speelvoorwaarden, wedstrijdvereisten en voorbehoud
a. De thuisploeg dient te zorgen voor een lokaal met normale speelvoorwaarden. Zij
zorgt er voor dat spellen, borden, klokken en notatieformulieren klaar staan op het
voorziene aanvangsuur van de partijen. Bij de inschrijving voor de competitie
wordt elke club verplicht een aantal inlichtingen over de toegankelijkheid van zijn
lokaal in te dienen. Er zal o.a. vermeld worden of het speellokaal voor motorisch
mindervaliden zoals rolstoelpatiënten gemakkelijk toegankelijk is. De precieze
inlichtingen die dienen ingediend te worden, zullen door de Verantwoordelijke
Nationale Toernooien bepaald worden in de jaarlijkse aankondiging van de
nationale interclubs die aan de clubs de data en de inschrijvingsmodaliteiten
vermeldt.
b. Het aanvangsuur van de ontmoeting moet strikt nageleefd worden.
410
c. Elke thuisploeg waarvan het materiaal niet tijdig klaar staat zal de vertraging ten
laste moeten nemen. Deze tijd zal afgetrokken worden van de bedenktijd van alle
spelers van de thuisploeg.
409
Artikel aangepast in 2018 door de RVB om rekening te houden met de mogelijkheid dat meer
dan twee ploegen gelijk eindigen
410
Op de datum van de huidige editie zijn de datum en het aanvangsuur vastgelegd op zondag
en 14u, behalve in geval van artikel 29.d ; sinds jaar en dag is het aanvangsuur 14 :00, maar
voor een of andere duistere reden werd dit nooit in het reglement opgenomen.
213
d. De gebruikte klokken moeten van een door de FIDE erkend model zijn.
e. De thuisploeg moet een lid beschikbaar stellen voor het noteren van de partijen bij
wederzijdse tijdnood. Dit lid mag deze functie evenwel niet inroepen voor
tussenkomsten die behoren tot de bevoegdheid van een wedstrijdleider (vb. hij
heeft niet het recht te wijzen op het vallen van een vlag).
f. De ploegkapitein mag slechts tussenkomen om een voorstel van remise vanwege
zijn speler goed te keuren of af te wijzen
411
. Hij heeft niet recht om vb. op het
vallen van een vlag te wijzen
412
.
g. De thuisploeg dient voldoende notatieformulieren ter beschikking te stellen voor
alle spelers. Voor partijen uit eerste afdeling worden doorslag-notatieformulieren
ter beschikking gesteld (aan te vragen bij de voorzitter van de Commissie van
Internationale Scheidsrechters (CIS)). Hierbij geldt, in de eerste afdeling, de
verplichting om het origineel notatieformulier af te geven aan de thuisclub. Deze
dient de partijen in te geven en elektronisch door te sturen. Zowel de persoon naar
wie als het formaat waarin als het tijdsbestek waarbinnen deze partijen dienen
opgestuurd te worden, worden door de raad van bestuur bepaald. De aangeduide
persoon verzamelt alle ingezonden partijen en plaatst deze op een website.
h. De thuisclub dient de laatste versie van de Engelstalige, Nederlandstalige,
Franstalige en Duitstalige FIDE-reglementen aanwezig te hebben in het clublokaal,
alsook de laatste versie van de KBSB-wedstrijdreglementen.
i De thuisclub dient ook de borden te nummeren (zie art. 31.f). Daarnaast dient zij
ook op een centrale plaats (vb. informatiebord, schoolbord, grote affiche, ...) een
overzicht te hebben van de namen van de spelers van alle partijen uit alle
ontmoetingen; de uitslagen van de gespeelde partijen dienen hierop eveneens
bijgehouden te worden.
j . Ieder voorbehoud vanwege de bezoekers omtrent het lokaal, de
speelvoorwaarden, de wedstrijdvereisten en andere moet voor aanvang van de
wedstrijd schriftelijk geformuleerd worden en door de kapitein van de thuisploeg
mede ondertekend worden voor kennisname. Voorbehoud nopens feiten die zich
voordoen tijdens de wedstrijd dienen zo vlug mogelijk op dezelfde wijze te worden
behandeld. Dit document dient binnen de drie werkdagen bij de Verantwoordelijke
Nationale Toernooien toe te komen. Het ondertekenen is puur voor kennisname en
houdt geen schuldbekentenis of dergelijke in. Daarom mag dit nooit geweigerd
worden. Indien volgens de ondertekenaar de neergeschreven versie niet strookt
met zijn versie, dan dient hij zijn versie eveneens op te schrijven, die te laten
ondertekenen door de tegenpartij voor kennisname en die in dezelfde termijn op
te sturen naar de Verantwoordelijke Nationale Toernooien.
411
De ploegkapitein heeft dus slechts zeer beperkte invloed in de nationale interclubs. Het komt
wel eens voor dat ploegkapiteins zich een grotere rol toemeten. Dit is dan in overtreding van dit
reglement waartegen klacht kan worden neergelegd zoals voorzien in artikel 38bis.
412
Officiële boodschap van de toernooileider : Het bestuur heeft zich een vraag gesteld over de
rol van de ploegkapitein in de nationale interclubs (gezien de matchpunten moet deze rol nu
belangrijker zijn). Mag een ploegkapitein spontaan aanraden aan een speler om remise te
maken? Zie ook FIDE Tournament Rules, artikel 15
In de tekst van de FIDE mag een ploegkapitein een speler aanraden om remise te maken (of om
op te geven, maar wat is het nut hiervan ?). De Belgische tekst verbiedt elke interventie, dus
ook de interventie om remise voor te stellen. De ploegkapitein mag enkel ("ja; neen; zoals jij
wil; ok, dat is een goed idee; neem aan; stel voor, …") aanraden aan een speler als de speler
hem aanspreekt en hem een specifieke vraag ("mag ik remise maken ?; wil jij dat ik remise
maak?; men stelt mij remise voor, wat moet ik antwoorden?; …") stelt.
214
Artikel 38 bis Arbitrage
Per ontmoeting dient er steeds een verantwoordelijke van de ontmoeting te zijn.
Eenzelfde persoon kan ook verantwoordelijk zijn voor meerdere ontmoetingen.
Officieel aangeduide scheidsrechters
a. Voor elke ontmoeting uit 1ste afdeling wordt door de voorzitter van de Commissie
van Internationale Scheidsrechters (CIS) een scheidsrechter aangeduid. Indien de
Verantwoordelijke Nationale Toernooien het nodig acht wegens het belang van de
wedstrijd, dan kan hij eveneens een scheidsrechter aanvragen bij de voorzitter van
de CIS voor ontmoetingen uit andere afdelingen. De lijst van de ontmoetingen met
aangeduide arbiters wordt via een door de raad van bestuur bepaald medium
gepubliceerd.
b. Elke scheidsrechter ontvangt een vergoeding voor zijn reiskosten en een
dagvergoeding. Deze bedragen worden jaarlijks vastgelegd door de raad van
bestuur.
c. De scheidsrechter heeft de volgende taken :
1. toe te zien op het verloop van de ontmoeting zoals voorzien in het FIDE-
reglement.
2. na te gaan of de speelomstandigheden aanvaardbaar zijn.
3. de opstelling en uitslagen noteren, een rapport op te stellen over
speelomstandigheden en getroffen beslissingen en dit alles over te maken aan
de Verantwoordelijke Nationale Toernooien en aan de voorzitter van de
Commissie van Internationale Scheidsrechters (CIS).
d. Indien een club niet akkoord gaat met een beslissing van de scheidsrechter, kan
hij, binnen de 5 werkdagen, in beroep gaan bij de Verantwoordelijke Nationale
Toernooien.
e. De thuisploegen verbinden er zich toe om, tenminste een uur
413
voor de aanvang
van de ontmoeting, de scheidsrechters toegang te verschaffen tot de speelzaal.
f. De scheidsrechter is eveneens verantwoordelijk voor alle ontmoetingen die in
hetzelfde lokaal en op hetzelfde uur plaats vinden.
Verantwoordelijke van de ontmoeting
Wanneer een aangeduide scheidsrechter afwezig is (1
ste
afdeling) of wanneer er geen
scheidsrechter is aangeduid (andere afdelingen), dan dienen de ploegkapiteins voor
aanvang van de wedstrijden in onderling overleg met gezond verstand te bepalen wie
in hun wedstrijd de taak van wedstrijdleider op zich neemt.
Het liefst dienen deze taken overgenomen te worden (in die volgorde) door een persoon
die niet dient te spelen of door een erkende wedstrijdleider. Indien er geen bereidwillige
wedstrijdleider of andere persoon gevonden wordt, dan dient één van de twee
ploegkapiteins deze taak op zich te nemen. Indien de ploegkapitein van de uitploeg bij
aanvang van de wedstrijd aanwezig is, dan is hij de verantwoordelijke van de
ontmoeting; indien afwezig, dan neemt de ploegkapitein van de thuisploeg deze taak
op zich.
De verantwoordelijke van de ontmoeting mag echter enkel ingrijpen om een normaal
spelverloop mogelijk te maken of in gevallen waar hij gevraagd wordt. (Dus niet zelf
ingrijpen bij het vallen van een vlag of bij een onreglementaire zet of …).
In geval de verantwoordelijke van de ontmoeting een speler is, dan mag in geval hij
dient in te grijpen, zijn klok stilgezet worden.
413
Op vraag van de arbiters zelf is dit sinds 2016 een uur op voorhand in plaats van een half
uur op voorhand
215
Indien een club niet akkoord gaat met een beslissing van de verantwoordelijke van de
ontmoeting, kan hij, binnen de 5 werkdagen, in beroep gaan bij de Verantwoordelijke
Nationale Toernooien
414
.
Volgende praktische schikkingen zijn ook van toepassing :
· De scheidsrechter of de verantwoordelijke van de ontmoeting moet alles doen om
het theoretische beginuur van de partijen, dat door de Verantwoordelijke Nationale
Toernooien voor de competitie wordt vastgesteld, te respecteren. Indien, voor
redenen onafhankelijk van zijn wil, dit theoretisch beginuur niet gerespecteerd kan
worden, beslist de scheidsrechter of de verantwoordelijke van de ontmoeting over
het effectieve beginuur van de partijen en over het verminderen van de tijden op
de klok. Met in acht name van artikel 31.f wordt, indien de witspeler afwezig is,
zijn klok in werking gesteld, ook al is de zwartspeler niet aanwezig; indien de
witspeler aanwezig is en de zwartspeler afwezig, dan wordt de klok van de
zwartspeler in werking gesteld, nadat de witspeler zijn zet heeft uitgevoerd.
· Wat het roken in de speelzaal betreft is het KBSB reglement van toepassing. Het
is ook geldig voor andere ontmoetingen in dezelfde zaal.
· Een scheidsrechter of verantwoordelijke van de ontmoeting kan een wedstrijd
vanwege onaanvaardbare spelcondities niet laten doorgaan. Hij dient dan per
ontmoeting, een rapport op te stellen, ondertekend door de twee ploegkapiteins
en op te sturen naar de Verantwoordelijke Nationale Toernooien. Deze zal dan een
beslissing nemen omtrent het herspelen of het verloren verklaren van de
ontmoeting of hij zal eender ander passende beslissing nemen.
414
Dus in uitzondering tot de regels van het schaakspel, en omdat er geen arbiter aanwezig is,
kunnen klachten na de partij alsnog behandeld worden. De partij is eigenlijk pas afgelopen als
er geen klachten worden genoteerd of nadat de beslissing over de klacht is genomen.
216
INTERNATIONALE TOERNOOIEN
De artikels 39 tot 42bis hebben geen betrekking op de internationale toernooien die
voorbehouden zijn voor spelers jonger dan 20 jaar.
39. Algemene schikkingen.
1. De zending van één ploeg en/of van meerdere spelers als vertegenwoordiging
van de KBSB naar een internationale competitie hangt af van de volgende voorwaarden.
a. Van de selectiecriteria gespecificeerd voor elke competitie in artikels 40 tot 42bis.
b. Van de specifieke reglementen van de FIDE, van de ECU of van de organisatoren.
c. Van de reglementen en het budget van de KBSB of externe financieringen.
d. De KBSB (Raad van Bestuur) behoudt het recht om niet deel te nemen aan een
competitie indien bijvoorbeeld blijkt dat:
1. de plaats van de competitie zich bevindt in oorlogsgebied (ook
burgeroorlog)
2. de beschikbare vervoersmogelijkheden niet beantwoorden aan gepaste
veiligheidsnormen
3. geschrapt
4. er te weinig financiële middelen beschikbaar zijn.
2. De beslissing om deel te nemen aan een competitie komt toe aan de raad van
bestuur van de KBSB na voordracht van de Verantwoordelijke van de Internationale
Toernooien. Deze laatst bewerkstelligt de beslissing van de raad.
3. a) De selectie van de spelers die op de Belgische lijst van de FIDE-ratinglijst staan,
gebeurt volgens art. 11 b. en 11 c.; men neemt de beschikbare lijst zoals vermeld
in punt 13.
b) De opstelling van de spelers wordt bepaald in onderling overleg via de
ploegkapitein. Indien er geen consensus is, beslist de Verantwoordelijke
Internationale Toernooien (conform art. 41.c).
4. Een persoon met de Belgische nationaliteit moet voorkomen op de lijst FIDE ELO
BEL.
5. Een persoon met een andere dan de Belgische nationaliteit kan niet geselecteerd
worden als speler van de delegatie van de KBSB, tenzij deze op de FIDE ELO-lijst
als Belg staat en gedomicilieerd is in België vanaf tenminste 1 januari van het jaar
voorafgaand aan dat waarin de competitie plaats vindt.
6. Daarenboven om verkiesbaar te zijn moet een speler tijdens de vijf jaar die
voorafgaan aan de limietdatum van het selectiejaar bepaald in art. 39.3:
415
ten minste 30 partijen gespeeld te hebben ofwel in België waarbij die partijen
verwerkt werden voor standaard FIDE-ELO, ofwel in het buitenland waarmee
hij België vertegenwoordigde op een officieel FIDE- of ECU-event, ofwel een
mix van de twee, en
minstens eenmaal deel genomen hebben aan het Belgisch kampioenschap
(Jeugd, Experts, Dames of Open).
Indien één van deze twee voorwaarden niet is vervuld, maar indien de speler wel
de andere voorwaarde twee maal heeft vervuld (dus minstens 60 partijen of twee
maal deelname aan een BK), dan staat dit gelijk aan het vervuld zijn van beide
voorwaarden.
415
Aangepast op vraag van de beroepscommissie KBSB naar aanleiding van een niet selectie
van één van de beste spelers van België ingevolge de vorige versie van dit artikel. Bedoeling is
dat spelers die nooit actief zijn in België ook niet in de ploeg horen.
217
7. Voor de open competities is een minimum FIDE ELO van 2250 vereist om
geselecteerd te worden (zie art. 11.b).
8. Voor de competities uitsluitend voorbehouden aan de dames is een minimum FIDE
ELO van 1800 (zie art. 11.b) vereist om geselecteerd te worden. Telkens beroep
gedaan wordt op de kampioen of de kampioene van België, gaat het om de
kampioen of kampioene drie maanden voor het begin van het evenement.
9. Telkens wanneer beroep gedaan wordt op de kampioen of de kampioene van België,
gaat het om de titelvoerend kampioen of kampioene; punt 13 is van toepassing. Als
het gaat om een tweejaarlijks evenement (bijvoorbeeld het Europees
ploegenkampioenschap en de Olympiades), hebben de kampioenen van België van
de twee voorafgaande jaren voorrang in de selectie.
10. Om kapitein of begeleider te zijn van de delegatie is op het vlak van nationaliteit
en voorkomen op de lijst FIDE ELO BEL geen enkele voorwaarde vereist.
11. De Verantwoordelijke van de Internationale Toernooien legt in functie van
voorgaande criteria en de beslissingen van de raad van bestuur van de KBSB de
voorziene modaliteiten vast voor de verplaatsing, het verblijf, de organisatie van de
delegatie van de KBSB en de terugbetaling van de kosten van de leden van deze
delegatie. De Verantwoordelijke van de Internationale Toernooien communiceert de
modaliteiten via de website en/of schriftelijk en/of per e-mail aan elk lid van de
delegatie van de KBSB (spelers, eventuele kapitein, eventuele begeleider). Deze
leden zijn verplicht de modaliteiten schriftelijk of via e-mail te aanvaarden. De
Verantwoordelijke van de Internationale Toernooien kan een speler die deze
modaliteiten weigert te aanvaarden, niet selecteren, tenzij hij met deze persoon
een andere regeling kan treffen die de KBSB in niets benadeelt.
12. De Commissie voor Geschillen kan in het bezit gesteld worden van een beroep tegen
de beslissingen van de Internationale Verantwoordelijke en van de raad van
bestuur, in dezelfde mate en op dezelfde manier als deze in bezit gesteld kan
worden van een beroep tegen beslissingen van de Verantwoordelijke van de
Nationale Toernooien en de raad van bestuur aangaande toernooien georganiseerd
in België door de KBSB.
13. De Raad van Bestuur bepaalt de einddatum en de procedure van inschrijving van
de kandidaturen van de spelers, kapiteins of de eventuele begeleiders.
40. Individueel Europees Open- en Dameskampioenschap en/of Zonetoernooi
met kwalificatie voor het Individueel Wereldkampioenschap
De Internationale Verantwoordelijke zorgt voor de inschrijving van alle geïnteresseerde
spelers. De inschrijvingsbedragen zijn ten laste van de spelers tenzij een andersluidende
beslissing van de Raad van Bestuur van de KBSB genomen wordt. Bovendien moeten
de betrokken spelers zich ertoe verbinden om de reglementen van de ECU en de FIDE
te respecteren en om de KBSB schadeloos te stellen o.a. in geval ze zich na inschrijving
zouden terugtrekken.
Als in de bepalingen van de FIDE, de ECU of de organisatie het aantal gekwalificeerde
spelers beperkt wordt, zal de Internationale Verantwoordelijke voorrang geven aan de
kampioen of de kampioene van België (indien zij aan de minimum ELO-voorwaarden
van artikel 39 beantwoorden) en daarna aan de andere kandidaten in dalende volgorde
van ELO.
41. Europees Ploegenkampioenschap en Olympiades.
a) Om een openploeg te kunnen afvaardigen op één van deze twee competities, moet
er voldaan zijn aan de volgende voorwaarde : er dient een complete ploeg van
spelers te zijn die beantwoorden aan de condities bepaald in artikel 39.
De Internationale Verantwoordelijke doet eerst beroep de kampioen van België
(indien ook hij aan de voorwaarden van artikel 39 beantwoordt) en daarna op de
218
kandidaten in dalende volgorde van ELO.
b) Om een vrouwenploeg te kunnen afvaardigen op één van deze twee competities,
moet er voldaan zijn aan de volgende voorwaarde : er dient een complete ploeg
van speelsters te zijn die beantwoorden aan de condities bepaald in artikel 39.
De Internationale Verantwoordelijke doet eerst beroep op de kampioene van België
(indien ook zij aan de voorwaarden van artikel 39 beantwoordt) en daarna op de
kandidaten in dalende volgorde van ELO.
c) De volgorde van opstelling van de spelers is vastgelegd volgens de ELO-
rangschikking bepaald in artikel 39. De ploegkapitein kan afwijken van deze
volgorde van opstelling na alle spelers van een ploeg hiervoor geraadpleegd te
hebben.
d) De raad van bestuur duidt de ploegkapitein aan. Dit kan één van de spelers zijn of
niet. De raad van bestuur kan daarenboven ook een begeleider aanduiden.
e) De definitie van een minimale complete ploeg is een ploeg met als aantal spelers
de spelers die elke ronde moeten spelen. Dus een ploeg zonder reservespelers en
zonder coach.
42. Andere internationale toernooien.
De raad van bestuur van de KBSB kan beslissen dat zij zal deelnemen aan andere
internationale competities, zowel individueel als per ploeg, die niet behandeld werden
in de artikels 40 tot 41, na voorstel van de Internationale Verantwoordelijke. De
samenstelling van de delegatie van de KBSB (spelers, speelsters, eventuele kapitein,
eventuele begeleider) volgt de regels van artikel 39 en laat zich leiden door de
vastgelegde artikels 40 en 41.
42bis. Europabeker van clubs.
Artikel 39 is niet van toepassing op deze competitie.
De winnende club van het laatste Belgische Interclubkampioenschap voor de sluiting
van de inschrijvingen, is geplaatst voor de Europabeker van Clubs, georganiseerd door
de « European Chess Union » (ECU).
Andere clubs kunnen ook geplaatst zijn voor deze competitie overeenkomstig de
reglementen van de ECU.
Ingeval dat één of meerdere geplaatste clubs afstand doen van dit recht, kunnen ze
slechts vervangen worden door clubs die binnen de zes eersten eindigden op het laatste
Belgisch Interclubkampioenschap.
Op hun vraag schrijft de Internationale Verantwoordelijke de geplaatste clubs in voor
deze competitie. De inschrijvingsbedragen zijn ten laste van de clubs tenzij een
andersluidende beslissing van de Raad van Bestuur van de KBSB. De ingeschreven clubs
verbinden zich ertoe om de reglementen van de FIDE, de ECU of de organisatie te
respecteren en om de KBSB schadeloos te stellen o.a. in geval ze zich na inschrijving
zouden terugtrekken.
219
NATIONALE JEUGDKAMPIOENSCHAPPEN
Hoofdstuk 1: Algemene regels
Artikel 43 Functie nationaal jeugdleider
De nationale jeugdleider is verantwoordelijk voor het Belgisch Jeugdkampioenschap.
Afhankelijk van het budget voor de jeugd, wordt een Belgisch Jeugdkampioenschap
Rapid en Blitz georganiseerd
Artikel 44 Voorwaarden deelname
Alle jeugdkampioenschappen zijn voorbehouden aan de leden aangesloten bij een club
die lid is van KBSB, die de leeftijd van 20 jaar niet bereikt hebben op 1 januari van het
kalenderjaar.
Artikel 46 Definitie Elo
Indien er vermelding wordt gemaakt van een eloquotering, wordt de hoogste van de
nationale rating en de Fide-rating genomen, tenzij het expliciet anders vermeld wordt.
Hoofdstuk 2: Nationale jeugdkampioenschappen
Artikel 47 Inrichting
De nationale jeugdleider kan, mits goedkeuring door de Raad van Bestuur, een der
culturele federaties, een liga, een club, een organisatiecomité of een privé-persoon als
inrichter aanwijzen.
De nationale jeugdkampioenschappen worden ingericht tijdens de paasvakantie.
Wanneer de vakantieperiodes in de drie landsgedeeltes niet samenvallen, kan de
nationale jeugdleider een wisseloplossing uitwerken voor 1 januari van het jaar der
kampioenschappen.
Artikel 48 Inrichters
De inrichters zijn verantwoordelijk voor:
aanduiding van de wedstrijdleiders
de voorwaarden voor verblijf van de jeugdspelers + begeleiders
de inschrijvingen
het bepalen van het deelnamerecht
het wedstrijdreglement
De inrichters overleggen alle genomen beslissingen met de nationale jeugdleider.
Artikel 49 Aanmelding
Elke speler dient zich ten laatste één uur voor de aanvang van het kampioenschap
persoonlijk aan te melden.
Artikel 50 Categorieën
Voor jongens en meisjes gelden de leeftijdscategorieën zoals bepaald door de FIDE.
Jongens en meisjes spelen in principe een afzonderlijk toernooi voor zover dit geen
problemen geeft voor de paringen. Anders spelen ze in een gemeenschappelijk toernooi
maar dan worden prijzen en titels volledig gescheiden. In geval van onvoldoende
deelnemers in één of meerdere categorieën, worden sommige categorieën
samengevoegd.
Voor alle leeftijdscategorieën bevatten de nationale jeugdkampioenschappen negen
partijen gespeeld in zeven dagen. In elke categorie wordt een open kampioenschap
georganiseerd.
Het aantal deelnemers is onbeperkt.
De open kampioenschappen worden betwist volgens een Zwitsers systeem toegelaten
door de FIDE of volgens de Bergertabellen indien het aantal deelnemers dit toelaat.
220
Artikel 51 Elite jeugdkampioenschap - afgeschaft
Artikel 52 Inschrijvingen
De inschrijvingen, samen met de betalingen van het inschrijvingsrecht en de
verblijfskosten dienen te gebeuren ten laatste één maand voor de aanvang van het
toernooi . De inschrijvingsformulieren dienen gezonden te worden naar de organisatie,
Het inschrijvingsrecht en de eventuele verblijfskosten dienen overgemaakt te worden
aan de organisatoren.
Bij de inschrijving moet de speler vermelden: naam, voornaam, geslacht,
geboortedatum, nationaliteit, adres, telefoonnummer, e-mail adres ouders, e-mail
adres clubverantwoordelijke, naam van zijn club, stamnummer en de reeks waarin hij
wenst deel te nemen.
Jongere deelnemers mogen desgewenst in een hogere reeks deelnemen mits
vermelding bij de inschrijving. Zonder aanduiding van voorkeur wordt elke speler geacht
in zijn leeftijdscategorie te spelen.
De organisatie stuurt de voltallige deelnemerslijst door naar de Nationale Jeugdleider
ten laatste 2 weken voor het begin van het kampioenschap
Artikel 53 - Besteding inschrijvingsrecht
Het inschrijvingsrecht dient als volgt besteed te worden :
minimum 80 % is bestemd voor prijzen.
maximum 20 % is bestemd voor het dekken van administratiekosten.
De organisatie stelt haar boekhouding van het toernooi ter beschikking aan de nationale
jeugdleider ter controle.
Artikel 54 Subsidie
De KBSB stelt een subsidie ter beschikking aan de organisatoren van de nationale
jeugdkampioenschappen. Deze dient als volgt aangewend te worden :
verblijf en forfaitaire kostenvergoeding voor wedstrijdleiders
verblijf en forfaitaire kostenvergoeding voor organisatoren en de nationale
jeugdleider
administratiekosten
nevenactiviteiten
Artikel 55 Tempo
Het tempo van de partijen van de Belgische Jeugdkampioenschappen voor alle
leeftijdscategorieën moet een tempo zijn dat aanvaard wordt voor de Belgische Elo
verwerking en voor de FIDE Elo verwerking. De nationale jeugdleider legt het tempo
vast in lijn met de tempo op het WK en/of EK voor de jeugd.
Artikel 56 Klachten
Elke klacht tegen beslissingen van de hoofdwedstrijdleider of van de wedstrijdleiders,
moet schriftelijk worden ingediend binnen één uur na het einde van de voorziene
speelduur, bij de hoofdwedstrijdleider. Deze laatste roept zo snel mogelijk een
vergadering van de beroepscommissie samen.
Artikel 57 Beroepscommissie
De beroepscommissie moet voor aanvang van de 1ste ronde als volgt samengesteld
worden: een vertegenwoordiger van elke culturele federatie, een speler van elke
culturele federatie en de nationale jeugdleider, die als voorzitter zal optreden.
Na gebeurlijk de partijen gehoord te hebben beslist de commissie, met gewone
meerderheid. In geval van gelijkheid van stemmen wordt de beslissing van de
hoofdwedstrijdleider bevestigd. Deze beslissing van de commissie is zonder verhaal.
Artikel 58 Toernooizaal
221
In de toernooizaal moet een ruimte worden voorbehouden die uitsluitend door de
spelers, de wedstrijdleiders, de inrichters, de nationale jeugdleider en de jeugdleiders
van de culturele federaties.
Artikel 59 Eloverwerking
De partijen van alle leeftijdscategorieën worden door de hoofdwedstrijdleider binnen de
week na het kampioenschap voor verwerking overgemaakt aan de nationale
klassementsleider.
Hoofdstuk 3: Internationale Uitzendingen
Artikel 60 Internationale toernooien
De beste Belgische jeugdspelers nemen deel aan internationale jeugdtoernooien. De
lijst van die toernooien wordt beheerd door de Raad van Bestuur.
Artikel 61 - Rechtstreekse selectie
De jeugdspelers die door FIDE als belg beschouwd worden, en die aan de selectienorm
voldoen, hebben automatisch het recht deel te nemen aan de internationale toernooien.
Elke rechtstreekse geselecteerde mag deelnemen aan een toernooi naar keuze. Indien
een rechtstreeks geselecteerde deelneemt aan meer dan één toernooi, wordt dit voor
alle bijkomende toernooien als een bijkomende deelname aanzien (artikel 65).
Artikel 62 - Selectienorm: prestatie op het BJK
De volgende spelers zijn geselecteerd:
de eerste 2 spelers van een open categorie per geslacht
Indien een speler niet wenst deel te nemen aan een internationaal toernooi, gaat het
recht niet over naar lager geklasseerde spelers.
Iedere geselecteerde speler die wenst deel te nemen aan een internationaal toernooi
moet bij de verantwoordelijke internationale jeugduitzendingen zijn/haar kandidatuur
indienen uiterlijk 14 dagen na het einde van het BJK.
Artikel 65 - Bijkomende Deelnemers
Iedere jeugdspeler die door de FIDE als Belg beschouwd wordt, kan bij de
verantwoordelijke internationale jeugduitzendingen een aanvraag tot selectie indienen
tot 14 dagen na het einde van het BJK.
De kandidatuur omvat
aan welk toernooi de speler wenst deel te nemen
De spelers die niet geselecteerd zijn op basis van de criteria opgenomen in het artikel
62 worden enkel ingeschreven voor de competitie indien daardoor de inschrijving van
de geselecteerde spelers niet in het gedrang komt. Ze worden ingeschreven op hun
eigen risico. Zij stellen de K.B.S.B. vrij van elke aansprakelijkheid. De K.B.S.B. kan
bovendien eisen dat zij voor hun burgerlijke aansprakelijkheid verzekerd zijn en, zo ze
mindenjarig zijn, dat ze op hun kosten begeleid worden door een meerderjarige die zal
instaan voor het toezicht en begeleiding.
Artikel 66 - geschrapt
Artikel 67 Inschrijving
Alle geselecteerde spelers ontvangen een uitnodiging tot inschrijving. Deze uitnodiging
bevat een schatting van de kosten voor de spelers en begeleidende ouders. De spelers
hebben 14 dagen om hun selectie te bevestigen.
De bevestiging is slechts definitief door het voorschot te betalen ten bedrage van 100%
van de geschatte kost.
Spelers die hun deelname na de bevestiging lsnog annuleren, zullen (behalve in geval
van overmacht) de kosten als gevolg van deze annulatie verhaald worden
Artikel 68 Officiële begeleiding
222
Van zodra 3 geselecteerden deelnemen aan één toernooi, voorziet de KBSB dat een
officiële begeleider wordt meegestuurd.
De bijkomende deelnemers (artikel 65) betalen alle bijkomende kosten die veroorzaakt
worden voor de begeleiding van de bijkomende spelers.
De KBSB zal de kosten voorzien in dit artikel dekken voor zover een budget voorzien
werd door de AV.
De KBSB behoudt het recht om niet deel te nemen aan een competitie indien blijkt dat
er te weinig financiële middelen beschikbaar zijn.
Artikel 69 Financiële regeling
Hieronder volgt een tabel met de verschillende kosten voor de uitzendingen. Voor elke
groep wordt aangeduid wie er de kosten draagt.
Selectienorm
Bijkomende deelnemers
(art 65)
vliegtuigticket
speler
speler
Lokaal transport
speler
speler
verblijfskosten
speler
speler
Logistieke kosten organisatie
speler
speler
Inschrijvingsgeld organisatie
KBSB
speler
Registratie FIDE
KBSB
speler
Officiële begeleiding
KBSB
speler
De administratiekosten dienen om de meerkosten op te vangen bij een zeer groot aantal
selecties. De nationale jeugdleider legt het bedrag van de administratiekosten vast
samen met de schatbewaarder.
De KBSB behoudt het recht om niet deel te nemen aan een competitie indien blijkt dat
er te weinig financiële middelen beschikbaar zijn.
Artikel 70 Korting Logement
Op de meeste toernooien is er een (bijna) gratis logement voor 1 of meerdere spelers
per leeftijdscategorie. Dit voorrecht wordt aan de beste speler(s) gegeven volgens deze
rangschikking:
eerst volgens de stand op het BJK voor de spelers van de selectienorm van dezelfde
categorie
daarna volgens de stand op het aatste BJK voor de speler op de 3
de
plaats van
dezelfde categorie
daarna volgens hoogste gebruikte elo op moment van het BJK voor alle
bijkomende selecties (enkel spelers die aan het BJK meededen)
tenslotte voor alle andere spelers volgens hoogste te gebruiken elo op het moment
van het BJK
Hoofdstuk 4 : Nationale rapid- en snelschaakkampioenschappen voor de jeugd.
Artikel 71 - Omschrijving.- Het voorliggende reglement is van toepassing op de
jaarlijkse nationale snel- en rapidkampioenschappen voor de jeugd van de K.B.S.B.
Artikel 72 Organisatie en deelnemers.- De artikels 43 tot 50 inbegrepen van de
nationale jeugdkampioenschappen zijn van toepassing.
223
Artikel 73 Categorieën.- Zowel voor de meisjes als voor de jongens wordt er een
kampioenschap ingericht in de volgende leeftijdscategorieën: <20, <18, <16, <14,
<12, <10, <8 jaar, leeftijd op 1 januari van het lopende jaar. Het is toegestaan om in
een hogere categorie deel te nemen. De nationale jeugdleider kan er ook toe beslissen
om meerdere categorieën samen te brengen. Het aantal deelnemers is onbeperkt, tenzij
andersluidende beslissing van de nationale jeugdleider. Deze beslissing dient te worden
genomen voor 1 januari van het jaar waarin de kampioenschappen plaatsvinden.
Artikel 74 Systeem en speelformule, tempo.
A. Rapidkampioenschappen : de rapidkampioenschappen worden in de verschillende
categorieën op één dag afgewerkt. Het toernooi telt in principe 7 ronden en het
speeltempo is 25 minuten per speler en per partij.
B. Snelschaakkampioenschappen : de blitzkampioenschappen worden in de
verschillende categorieën op één dag afgewerkt. Het toernooi telt in principe 11
ronden en het speeltempo is 5 minuten per speler, per partij.
C. Algemeen : Afhankelijk van het aantal deelnemers spelen ze een gesloten toernooi
of volgens de regels van het « Zwitsers » systeem, die door de F.I.D.E. zijn
goedgekeurd. Bij een beperkt aantal ronden wordt de scheidsrechter verzocht een
Zwitsers systeem met versnelde paringen te gebruiken. Om de eindrangschikking
te bepalen in geval van gelijkheid van punten, worden de door de F.I.D.E.
voorziene scheidingssystemen toegepast. De gebruikte systemen moeten voor
aanvang van het toernooi aan de deelnemers worden meegedeeld.
Artikel 75 In de toernooizaal wordt een ruimte voorbehouden voor spelers en
scheidsrechters. Het publiek en de begeleiders van de spelers krijgen geen toegang tot
die ruimte.
Artikel 76 Inschrijvingsgeld Het bedrag van het inschrijvingsgeld wordt elk jaar
door de nationale jeugdleider vastgelegd.
Artikel 78 Prijzen De inschrijvingsgelden moeten als volgt worden aangewend (te
bewijzen door de organisator): 80 % dient voor de aankoop van prijzen in natura,
souvenirs en trofeeën; 20 % is bestemd om de organisatiekosten te dekken.
Artikel 79 Internationale toernooien
A. Rapidpartijen: De rapidkampioenschappen dienen als selectiecriterium voor
internationale rapidtoernooien.
B. Snelschaakpartijen: De blitzkampioenschappen dienen als selectiecriterium voor
internationale blitztoernooien.
Hoofdstuk 5 : Nationaal interscholenkampioenschap
Artikel 80
De KBSB interscholenfinale wordt betwist door minimaal 25 (lager, middelbaar) die als
volgt gekozen worden:
· 1 plaats voor de school van de uittredende kampioen;
· 1 plaats aangeduid door de organiserende school;
· minimaal 10 ploegen aangeduid door de VSF;
· minimaal 10 ploegen aangeduid door de FEFB;
· minimaal 3 ploegen aangeduid door de SVDB.
Indien de organisatie meer ploegen kan ontvangen, mag ze de selectie van het aantal
ploegen uitbreiden.
De nationaal jeugdleider kan aan de organisatie een extra ploeg toekennen teneinde
met een even aantal ploegen per reeks te spelen.
Vanaf het nationaal interscholenkampioenschap 2019 worden volgende categorieën
gehanteerd:
224
A1.lager onderwijs mini (leerlingen uit het 1ste tot en met 3de leerjaar);
A2.lager onderwijs (leerlingen uit het 1ste tot en met 6de leerjaar);
B. middelbaar onderwijs.
met volgend aantal ploegen :
A1.lager onderwijs mini (11 ploegen)
1 plaats voor de school van de uittredende kampioen
1 aangeduid door de organiserende school
minimaal 4 ploegen aangeduid door de VSF/FEFB
minimaal 1 ploeg aangeduid door de SVDB
A2.lager onderwijs (16 ploegen)
1 plaats voor de school van de uittredende kampioen
1 aangeduid door de organiserende school
minimaal 6 ploegen aangeduid door de VSF/FEFB
minimaal 2 ploegen aangeduid door de SVDB
B. middelbaar onderwijs (25 ploegen)
1 plaats voor de school van de uittredende kampioen
1 aangeduid door de organiserende school
minimaal 10 ploegen aangeduid door de VSF/FEFB
minimaal 3 ploegen aangeduid door de SVDB
Artikel 81
Elke ploeg bestaat uit vier leerlingen van :
a. het middelbaar onderwijs van dezelfde Belgische school. (*1). Een leerling uit het
lager onderwijs kan deelnemen aan het schoolschaakkampioenschap voor
middelbaar onderwijs, wanneer die lagere school verbonden is aan de middelbare
school.
b. het lager onderwijs van dezelfde Belgische school. (*2). Een kleuter die in
dezelfde school is ingeschreven mag deelnemen aan het
schoolschaakkampioenschap voor lager onderwijs.
Bij de aanmelding op het toernooi dienen de ploegkapiteins een officieel schoolattest
voor te leggen (met de naam en de handtekening van de directeur/directrice), waaruit
blijkt dat alle deelnemers ingeschreven zijn als leerlingen van één en dezelfde school.
c. de ploegen worden opgesteld volgens de meest recente Belgische Elo-lijsten.
Hierbij kan aan een niet geklasseerde speler tot 1300 elo toegekend worden.
d. vanaf het interscholenkampioenschap 2019 : in iedere ploeg uit de reeks lager
onderwijs mini wordt minstens één meisje opgesteld.
Artikel 82
Wedstrijdsysteem: negen ronden Zwitsers
Artikel 83
Het FIDE-reglement voor Rapidschaak is van toepassing met dien verstande dat de
totale speeltijd 15 minuten per speler is.
Artikel 84
Na de aanmelding mag de rangorde van de spelers niet meer veranderd worden.
Bij onregelmatige opstelling verliest elke onregelmatig opgestelde speler de partij met
forfaitcijfer. Bij de uitwerking hiervan zal de toernooileider er evenwel voor zorgen dat
de ploeg zo weinig mogelijk benadeeld wordt.
225
Artikel 85
Elke ploegkapitein meldt per ronde het volledig ploegresultaat van zijn ploeg (bord per
bord) bij de wedstrijdleiding.
Artikel 85 bis Scheidingssysteem
a. matchpunten
b. bordpunten (1, 0,5 of 0 punten per bord)
c. onderlinge uitslag
d. ingeval er nog gelijkheid is, dient een testmatch gespeeld te worden, volgens het
snelschaakreglement, zo de titel op het spel staat (lottrekking van kleur).
e. bij nieuwe gelijkheid zal het Sonneborn-Berger-systeem worden toegepast op de
matchpunten
f. en vervolgens op de bordpunten
Artikel 86
Indien nodig kunnen de spelers steeds de wedstrijdleiding raadplegen.
Artikel 87
De wedstrijdleiding beslist in alle onvoorziene gevallen.
Artikel 88
De nationale jeugdleider is belast met de uitvoering en handhaving van dit reglement
en het beslissen in alle geschillen en onvoorziene gevallen welke zich terzake mochten
voordoen.
Artikel 89
De ploeg die de finale wint verkrijgt de titel: “Belgisch kampioen schoolschaak (LO of
MO) + jaartal”.
De eerste volledige meisjesploeg verkrijgt de titel: “Beste Belgische meisjesploeg
schoolschaak (LO of MO) + jaartal”.
Een trofee wordt uitgereikt aan het best scorende speler per bord voor elke categorie
(scheiding : ranking ploeg), “beste bord nr in categorie + jaartal
Vanaf 2019 : De ploeg die de finale wint in de reeks LO-mini verkrijgt de titel
“Belgisch kampioen schoolschaak LO-mini + jaartal”.
Vanaf 2019 : het best scorende meisje in de reeks LO-mini verkrijgt een trofee “beste
meisje schoolschaak LO-mini” (scheiding : aantal punten/bordnummer/
ploegenrangschikking)
Hoofdstuk 6 : Nationale jeugdinterclub
416
Artikel 90
Dit reglement geldt voor de jaarlijks te organiseren jeugdinterclubkampioenschappen
van België, de KBSB-jeugdinterclubcompetitie, tussen de jeugdploegen van
schaakverenigingen in de leeftijdscategorieën tot minder dan 16 jaar (B) en tot minder
dan 20 jaar (A).
De KBSB-wedstrijdreglementen zijn van toepassing, behalve voor de artikelen hierna
vermeld.
Artikel 91
Aan de wedstrijden nemen in elke categorie maximaal zestien ploegen deel.
416
Pro memorie, dit kampioenschap werd reeds jarenlang niet meer georganiseerd
226
Artikel 92
De ploegen dienen samengesteld te zijn uit spelers, welke lid zijn van de betrokken club
die lid is van KBSB.
1. Elke ploeg bestaat uit 4 spelers die de leeftijd van 16 jaar (categorie B) en van 20
jaar (categorie A) niet bereikt hebben op 1 januari van het lopende kalenderjaar.
2. De deelnemende clubs dienen aan de nationale jeugdleider, binnen de door hem
bepaalde termijn, een lijst in dubbel over te maken, met zijn spelers en reserves
gerangschikt volgens sterkte, met opgave van stamnummer, geboortedatum en
clubnummer. Alle daarna nog op te geven extra reserves, worden onderaan deze
lijst toegevoegd.
3. De volgorde van speelsterkte mag voor de aanvang van de halve finalegroepen en
voor de aanvang van de finalegroep worden gewijzigd. Wijzigingen dienen
opgegeven te worden bij de nationale jeugdleider, binnen een door hem bepaalde
termijn.
4. De spelers en reserves mogen slechts in de aangegeven volgorde van speelsterkte
in de ploeg opgesteld worden. Dat wil zeggen dat een reserve altijd op het vierde
bord moet worden opgesteld. Verder mag een speler nooit te laag opgesteld
worden.
5. Extra reserves mogen pas worden opgesteld nadat de clubverantwoordelijke van
de nationale jeugdleider bericht heeft ontvangen dat de opgegeven extra reserves
speelgerechtigd zijn. Elke inbreuk op deze regel houdt het verlies van de partij van
de betrokken speler in.
Artikel 93
Bij overtreding van bepalingen van punten 3 en/of 4 van artikel 84 verklaart de
competitieleider de gespeelde partijen steeds verloren voor de speler die ten onrechte
aan de wedstrijd heeft deelgenomen of ten onrechte aan een lager bord heeft gespeeld
dan volgens de volgorde van speelsterkte was bepaald.
Artikel 94
De ploegen worden bij elke categorie ingedeeld in groepen van 4 ploegen door de
nationale jeugdleider, in overleg met de competitieleider. Per groep wordt een
enkelvoudige competitie gespeeld. De nummers een en twee van de voorronde-groepen
gaan naar de halve finale.
Artikel 95
De geplaatste teams in de halve finale-groepen worden ingedeeld in 2 groepen van
ieder 4 ploegen, waarbij geen der ploegen wordt ingedeeld bij een ploeg die al in de
voorronde werd ontmoet.
Per groep wordt een enkelvoudige competitie gespeeld. De nummers een en twee van
de halve finale-groepen gaan over naar de finale.
Artikel 96
In de finale-groep wordt terug een enkelvoudige competitie gespeeld.
Artikel 97
De competitie wordt geleid door een wedstrijdleider, de KBSB-jeugdcompetitieleider,
die door de raad van bestuur aangesteld wordt. De KBSB-jeugdcompetitieleider is belast
met de uitvoering en handhaving van dit reglement en het beslissen in alle geschillen
en onvoorziene gevallen welke zich ter zake mochten voordoen.
Artikel 98
De ploeg die de finale-groep wint verkrijgt de titel Jeugdinterclubkampioen van België,
met toevoeging van het betreffende jaar en de categorie die van kracht is.
227
HOOFDSTUK 7 : Structuur talentschakers
417
Inleiding
De KBSB wil jeugdschakers met talent ondersteunen in hun ontwikkeling door deze op
een objectieve wijze te identificeren en in groepen onder te brengen. Aan deze groepen
kunnen naargelang het beschikbare budget voordelen toegekend worden.
Artikel 99 : Indeling groepen
Er worden drie groepen bepaald :
1. een internationale groep (A)
2. een nationale groep (B)
3. een beloften groep (C)
Identificatie gebeurt ieder jaar door een rating benchmark te hanteren per gender en
leeftijd gebaseerd op de Fide wereldranglijst beschikbaar per 1 september. Deze rating
benchmark treedt daarna in werking vanaf 1 september van het daaropvolgend
kalenderjaar.
Indien deze nieuwe rating benchmark minder dan 5 elo afwijkt van de vorige wordt de
oude benchmark behouden.
De elo van de jeugdspeler die gebruikt wordt om te verifiëren ten opzichte van de
benchmark is de hoogste gepubliceerde elo (Fide, KBSB) bereikt in het voorbije seizoen
(periode sept - aug voorafgaand aan de 1ste september).
De benchmark wordt ieder jaar in september gepubliceerd op de website van de
KBSB.
418
De jeugdcommissie zal de betrokken jeugdspelers informeren indien ze aan de
voorwaarden van de indeling en bijkomende criteria voldoen (artikel 101). Spelers die
aan alle van deze criteria voldoen op eender welk tijdstip kunnen ook de nationaal
jeugdleider hiervan informeren.
Artikel 100 : toekenning van voordelen
Aan de groepen wordt een financieel voordeel toegekend naargelang het beschikbare
budget.
A.internationale groep
Training (T x 2,5)
Equivalent gemiddelde kost van
een gratis verblijf EK/WK.
B.nationale groep
Training (T x 2,5)
-
C.beloften groep
Training (T)
-
Indien er geen of onvoldoende budget door de Algemene vergadering werd voorzien,
zal de jeugdcommissie de toekenning van de voordelen bijsturen en/of herleiden tot nul
voor één of meerdere groepen.
Indien een jeugdspeler de toegekende voordelen niet wenst op te nemen zal de
jeugdcommissie deze overdragen naar het budget van het daaropvolgende seizoen.
Artikel 101 : bijkomende criteria
Een aantal bijkomende criteria worden gehanteerd :
De jeugdspeler
417
Ingevoerd door de nationale jeugdleider op de AV van 2018
418
de benchmark wordt in september gepubliceerd en is zodoende voldoende vooraf gekend.
Deze benchmark wordt (streng) toegepast zoals gepubliceerd.
228
1. wordt door de Fide als Belg beschouwd
2. neemt deel aan het Nationaal jeugdkampioenschap (hoofdstuk 2)
3. heeft in het voorbije schaakseizoen minstens 30 Fide partijen gespeeld
4. bewijst de gemaakte onkosten voor training. (document aan de nationale
jeugdleider)
419
Het niet voldoen aan de bijkomende criteria na het ontvangen van de steun zal leiden
tot het schrappen van de voordelen gespecificeerd in artikel 100 bij een eerstvolgende
positieve indeling in de groepen zoals omschreven in artikel 99.
419
met uitzondering van de toepassing van criteria 1, wil de jeugdcommissie de redelijkheid
hanteren. Ze wil aanmoedigen en niet bestraffen. Bijvoorbeeld (niet limitatief) : een speler krijgt
training van een ouder die een veel hogere rating heeft. Het aantonen van een onkostennota
wordt hier moeilijk. De jeugdcommissie kan hier bijvoorbeeld vragen om andere gemaakte
kosten aan te tonen (deelname toernooien). Voorbeeld : tijdens het Nationaal
jeugdkampioenschap wordt onder auspiciën van de KBSB een normentoernooi georganiseerd.
De jeugdspeler kan vooraf aan de nationale jeugdleider een vrijstelling vragen op criteria 2.
229
Belgische Kampioenen
Jaar Plaats Kampioen Dameskampioen
1901 Brussel Eugène Pécher
1905 Brussel E. E. Middleton
1906 Brussel E. E. Middleton
1913 Brussel (F-H. Königs)
1921 Brussel Nicholas Borochovitz
1922 Antwerpen Edgard Colle
1923 Gent George Koltanowski
1924 Brussel Edgard Colle
1925 Gent/Brussel Edgard Colle
1926 Brussel Edgard Colle
1927 Gent (George Koltanowski)
1928 Gent Edgard Colle
1929 Antwerpen-Brussel Edgard Colle
1930 Verviers George Koltanowski
1931 Brussel Marcel Barzin
1932 Brussel J. Kornreich
1933 Brussel Paul Devos
1934 Liège -
1935 Antwerpen Arthur Dunkelblum
1936 Gent George Koltanowski
* Brussel Albéric O'Kelly de Galway
1937 Brussel Albéric O'Kelly de Galway
Paul Devos
1938 Namur Albéric O'Kelly de Galway Roos
1939 - Marianne Stoffels
1940 Gent Paul Devos Marianne Stoffels
1941 Brussel Paul Devos Elisabeth Cuypers
1942 Brussel Albéric O'Kelly de Galway Marianne Stoffels
1943 Brussel Albéric O'Kelly de Galway Elisabeth Cuypers
1944 Brussel Albéric O'Kelly de Galway Marianne Stoffels
1945 Gent Paul Devos Elisabeth Cuypers
1946 Antwerpen Albéric O'Kelly de Galway -
1947 Oostende Albéric O'Kelly de Galway Spoormans
1948 Brugge Paul Devos Simone Bussers
1949 Brugge Arthur Dunkelblum Simone Bussers
1950 Gent Robert Lemaire Simone Bussers
1951 Verviers Albéric O'Kelly de Galway Simone Bussers
230
1952 Gent Albéric O'Kelly de Galway Simone Bussers
1953 Eupen Albéric O'Kelly de Galway Simone Bussers
1954 Brugge Jos Gobert Louise Loeffler
1955 Merksem Jos Gobert Louisa Ceulemans
1956 Blankenberge Albéric O'Kelly de Galway Louisa Ceulemans
1957 Blankenberge Albéric O'Kelly de Galway Louisa Ceulemans
1958 Blankenberge Alfons Franck Louise Loeffler
1959 Blankenberge Albéric O'Kelly de Galway Louise Loeffler
Jozef Boey
1960 Gent Robert Willaert Louise Loeffler
Robert Lemaire
1961 Heist Paul Limbos Louise Loeffler
1962 Brussel Robert Willaert -
1963 Gent Paul Limbos -
1964 Mechelen Jozef Boey E Lancel
1965 Antwerpen Jozef Boey -
1966 Brussel François Cornelis -
1967 Oostende Jan Rooze Louise Loeffler
1968 Brussel Robert Willaert Elisabeth Cuypers
Albert Vandezande
1969 Spa Helmut Schumacher -
1970 Gent Karl Van Schoor Caroline Vanderbeken
1971 Bredene Jozef Boey -
Roeland Verstraeten
1972 Hasselt Friedhelm Freise -
1973 Oostende Robert Willaert -
1974 Hasselt Jean Moeyersons -
1975 Gent Johan Goormachigh Brenda Decorte
José Tonoli, Henri Winants
1976 Oostende Gunter Deleyn -
1977 Oostende Ronald Weemaes -
1978 Eupen Richard Meulders -
1979 Gent Gunter Deleyn -
1980 Sint-Niklaas Alain Defize Simonne Peeters
1981 Sint-Niklaas Richard Meulders Simonne Peeters
Ronny Weemaes
1982 Zwijnaarde Johan Goormachtigh Brenda Decorte
Thierry Penson
1983 Veurne Richard Meulders Simonne Peeters
Alain Defize
231
1984 Huy Michel Jadoul Simonne Peeters
1985 Gent Richard Meulders Chantal Vandevoort
1986 Anderlecht Luc Winants Viviane Caels
1987 Oostende Robert Schuermans Viviane Caels
1988 Huy Michel Jadoul Chantal Vandevoort
Richard Meulders
1989 Gent Richard Meulders Gina Finegold-Linn
1990 Brasschaat Michel Jadoul Martine Vanhecke
1991 Geraardsbergen Richard Meulders Anne-Marie Maeckelbergh
1992 Morlanwelz Michel Jadoul Martina Sproten
1993 Visé Gorik Cools Greta Foulon
1994 Charleroi Ekrem Cekro Greta Foulon
1995 Geel Ekrem Cekro Greta Foulon
1996 Geel Marc Dutreeuw Snezana Micic
1997 Gent Juri Vetemaa Snezana Micic
Ekrem Cekro
1998 Liège Ekrem Cekro Chantal Vandevoort
1999 Geel Pieter Claesen Iris Neels
Serge Vanderwaeren
2000 Gent Vladimir Chuchelov Irina Gorshkova
2001 Charleroi Mikhail Gurevich Irina Gorshkova
2002 Borgerhout Alexandre Dgebuadze Sophie Brion
2003 Eupen Geert Van der Stricht Irina Gorshkova
2004 Westerlo Bart Michiels Heidi Vints
2005 Aalst Alexandre Dgebuadze Elena Van Hoecke
2006 Namur Shahin Mohandesi Marigje Degrande
2007 Namur Alexandre Dgebuadze Marigje Degrande
2008 Eupen Bruno Laurent Marigje Degrande
Wiebke Barbier
420
2009 Namur Mehr Hohvanisian Hanne Goosens
2010 Westerlo Mehr Hohvanisian Wiebke Barbier
2011 Berchem Bart Michiels Anna Zozulia
2012 Lommel Tanguy Ringoir Wiebke Barbier
2013 Antwerpen Tanguy Ringoir Irina Gorshkova
2014 Charleroi Geert Van der Stricht Astrid Barbier
2015 Mortsel Mehr Hovhanissian Hanne Goossens
420
Na beslissing van de arbiter : Degrande; na uitspraak toernooi-beroepscommissie : Barbier;
na uitspraak sportcommissie KBSB : Degrande; na uitspraak beroepscommissie KBSB : beiden
kampioen
232
2016 Wirtzfeld Tanguy Ringoir Hanne Goossens
2017 Niel Mehr Hovhanissian Wiebke Barbier
2018 Charleroi Mehr Hovhanissian Hanne Goossens
233
Belgische Jeugdkampioenen
421
Jaar Plaats Kampioen Meisjeskampioen
1956 Antwerpen Somers
1959 Brugge Rik Wostijn
1962 Antwerpen Mark Bratzlavsky
1966 Brussel Jan Rooze
1967 Nassogne Eric Everaert
1968 Eupen Richard Meulders
1969 Bredene Richard Meulders
1971 Marcel Roofthoofd
1972 Menen Johan Goormachtigh, Alain Defize, Ronny Weemaes
1973 Brugge Bruno De Jonghe
1974 Eeklo Bruno De Jonghe
1975 Gent Chris Ghysels
1976 Assenede-Eeklo Walter Tonoli
1977 Oostende Chris Ghysels
1978 Hoboken Norbert Bergmans
1979 Sint-Niklaas Gorik Cools
1980 Liège Danillo Canda
1981 Liège (jongens) Eynatten (meisjes)
Junioren Gorik Cools Alice Loo
Scholieren Dirk Welvaert Chantal Vandevoort
Kadetten Tjacco Van Der Meer Viviane Caels
Miniemen Igor De kegel Martina Sproten
Pionnen Pieter Claesen Nadine Kalpers
1982 Oostende
Junioren Luc Winants x
Scholieren x x
Kadetten x x
Miniemen x x
Pionnen x x
1983 Arlon
Junioren Tjacco Van Der Meer Chantal Vandevoort
Scholieren x V Caels, Ch Vandersteegen
Kadetten x Martinea Sproten
Miniemen x Nadine Kalpers
Pionnen x C Colette
1984 x
Junioren Bruno Lacroix x
Kadetten x x
421
Uit de eigen archieven zo goed mogelijk heropgesteld. Alle hulp is welkom om gaten op te
vullen en fouten te herstellen
234
Miniemen x x
1985 Nassogne
Junioren Marc Foguenne Nadia Kever
Kadetten Pascal Vandevoort Martina Sproten
Miniemen Jeroen Claesen Claude André
1986 St Nicolas
Junioren Geert Wets Nadia Kever
Kadetten Pascal Vandevoort Kristien Van Vooren
Miniemen Mark De Smedt Diana Boons
1987 Liège
Junioren Peter Petri Viviane Caels
Kadetten Johan Kocur Christine Pierre
Miniemen Dimitri Lefever Laurence Psonka
1988 Oostmalle
Junioren Pieter Claesen K Van Den Berghe
Kadetten Jeroen Claesen Aurore Gillet
Miniemen Ytamar Faybish Severine Thermol
1989 Oostmalle
Junioren Geert De Meyer Martine Van Hecke
Kadetten Stefan Docx Laurence Psonka
Miniemen Severine Thermol Severine Thermol
1990 Visé
Junioren Kim le Quang x
Kadetten Nicolas Gillain Laurence Psonka
Miniemen Steve Windels x
1991 Vielsalm
Junioren Pascal Vandevoort x
Kadetten Roland Honhon Sévérine Gillet
Miniemen Christophe Schreiber Julie Delhoulle
1992 Virton
Junioren Gesloten
422
Martin Ahn
Junioren Open Wim Maes Aurore Gillet
Kadetten Frederic Verduyn x
Miniemen Mathias De Wachter Iris Neels
Pionnen S Michel x
1993 De Haan
Junioren Gesloten Steven Soetewey
Junioren Open Edo Beukenhorst Wietske Hoogewerf
Scholieren Patrick Windels Stien Storme
Kadetten Felix Beeckmans Valerie Wijnants
Miniemen Linton Donovan Lieselot Deleersnijder
Pionnen Christophe Gregoir Sophie Brion
1994 Mol
Junioren Gesloten Jeroen Claesen
Junioren Open Joachim Demoulin Stien Storme
422
Na lange discussies en felle standpunten komt er uiteindelijk een vergelijk tussen Vlamingen
en Franstaligen om een gesloten toernooi te organiseren.
235
Junioren +18 Dimitri Lefever Gersende Heremans
Scholieren Mathias De Wachter Bea Breugelmans
Kadetten Cemil Gulbas Nathalie Stevens
Miniemen Philippe Verrduyn Iris Van Steenwinckel
Pionnen Christophe Gregoir Sophie Brion
1995
423
Brussel (pairtwo ?)
Junioren Gesloten Maarten Praet
Junioren -18 gesloten Andy Maréchal
Junioren Open S De Vreese Karen Serlet
Scholieren Christophe Schreiber Iris Neels
Kadetten Linton Donovan Nathalie Stevens
Miniemen Birger Schrevens x
Pionnen Bram Vermeulen Sophie Brion
1996 Malmedy(pairtwo ?)
Junioren Gesloten Maarten Praet
Junioren Open Chr Schreiber, A Maréchal Stien Storme
Scholieren Linton Donovan Florence Vermeulen
Kadetten
424
Ph Verduyn, B Schrevens Emilie Vermeulen
Ugo Colesanti Eileen De Vlieger
Miniemen Steven Geirnaert x
Pionnen Bart Michiels Saroya Jacobs
1997 Vielsalm
Junioren Gesloten Mathias De Wachter
Jun -18 Gesloten Nouri Zouaghi Iris Neels
Junioren Open Steff Helsen Florence Vermeulen
Scholieren Jean-Philippe Ernst Iris Van Steenwinckel
Kadetten Bram Vermeulen Emilie Vermeulen
Miniemen Bart Michiels Sophie Brion
Pionnen Sebastien Lentz Marie Mentes
1998 Oostende
Elite (Leuven)
425
Mathias De Wachter
Junioren Gesloten Tom Piceu
Junioren Open Nouri Zouaghi Florence Vermeulen
Scholieren Mehdi Raoui Emilie Vermeulen
Kadetten Christophe Gregoir Cecile Fontaine
Miniemen Bart Michiels Saroya Jacobs
Pionnen Florian Pierard Vicky De Gueldre
1999 Vielsalm
423
Tot de verbijstering van heel sportief België slagen onze politiekers erin om de paasvakanties
totaal niet te laten overlappen. Het jeugdkampioenschap wordt noodgedwongen op twee
weekends gespeeld in Brussel
424
Ik herinner me de discussies levendig over de titel. De arbiter van toen veranderde de
scheidingssystemen in ronde 7 omdat zijn computer de juiste niet kon uitrekenen. Achteraf
kwam de sportcommisie van KBSB met een nog meer bizar voorstel dat door iedereen verworpen
werd. Zodat uiteindelijk het enige juiste is om de gelijk geëindigden allen als winnaar te
vermelden
425
Driemaal werd de gesloten groep apart georganiseerd in de krokusvakantie. Vanaf 2001 viel
dit terug samen met de open groepen.
236
Elite (Mechelen) Nouri Zouaghi
Junioren Jean-Philippe Ernst Florence Vermeulen
Junioren -20 Nouri Zoughi =
Junioren -18 = Iris Van Steenwinckel
Scholieren Steven Geirnaert Emilie Vermeulen
Kadetten Bart Michiels Sophie Brion
Miniemen Sebastien Lentz Roxanne Solyomvari
Pionnen Hendrik Ponnet Sofie Goormachtigh
2000 De Haan
Elite (Kortrijk) Piet Devos
Junioren -20 Nouri Zouaghi Iris Van Steenwinckel
Junioren -18 Xavier Meeuwissen Greet Van Laecke
Scholieren Lorin D’Costa Sophie Brion
Kadetten Bart Michiels Sylvie De Gueldre
Miniemen Th Maenhout, Ph Cornelissen Vicky De Gueldre
Pionnen Florian Pierard x
2001 Eupen
Elite Steven Geirnaert
Junioren Jeroen Delaere x
Scholieren Ruben Akhayan Sophie Brion
Kadetten Yannick Dufait Charlotte Maggen
Miniemen Nicolas Vanderhallen Sofie Goormachtigh
Pionnen Reinald Van Praet Evelien Moernaut
2002 Brugge
Elite Steven Geirnaert
Junioren David Houdart Cécile Fontaine
Scholieren Kevin Noiroux Sylvie De Gueldre
Kadetten Amarjargal Djorbajar Vicky De Gueldre
Miniemen Sven Forster Deborah Ongenaert
Pionnen Bajsangur Gelagaev Marigje Degrande
2003 La Louvière
Elite Steven Geirnaert
426
Junioren Benjamin Tonoli Sylvie De Gueldre
Scholieren Sebastien Lentz Vicky De Gueldre
Kadetten Florian Pierard Estelle Wirickx
Miniemen Stief Gijsen Evelien Moernaut
Pionnen Nils Nijs Michelle Gijsen
2004 Worricken
Elite Thibaut Maenhout
Junioren Sylvie De Gueldre Sylvie De Gueldre
Scholieren Jo Devriendt Vicky De Gueldre
Kadetten Mouloud Doudou Evelien Moernaut
Miniemen Yasseen Chaudhary Hanne Goossens
Pionnen Pieter Saligo Helene Maenhout
2005 Eupen
Elite Thibaut Maenhout
426
Voor het eerst in de geschiedenis haalt een speler driemaal de titel binnen van Jeugdkampioen
237
Junioren Galeh Khonghaloos Sarah Dierckens
Junioren -20 Barbara Coddens
Scholieren Wouter Gryson Ava Vandekerckhove
Kadetten Reinald Van Praet Evelien Moernaut
Miniemen Nils Nijs Soraya Van De Moortel
Pionnen Stefan Beukema Eva Baekelant
2006 Oostende
Elite Thibaut Maenhout
Junioren Thibaut Vandenbussche Sarah Dierckens
Scholieren Robin Leenaerts Evelien Moernaut
Kadetten Stef Soors Hanne Goossens
Miniemen Pieter Saligo Eva Baekelant
Pionnen Lisa Lagaert
427
Lisa Lagaert
2007 Oostende
Elite Thibaut Vandenbussche
Junioren Lennart De Bock Elena Van Hoecke
Junioren -18 Robin Leenaerts Eva Baekelant
Scholieren Stief Gijsen Hanne Goossens
Kadetten Pieter Reyniers Soraya Van De Moortel
Miniemen Jason Vandenberghe Laura Saligo
Pionnen Nathan Gullentops Clara Wertz
Pionnen 8 jaar Hendrik Decrop Iris Verstraeten
2008 Oostende
Elite Nils Nijs
Junioren Arno Bomans Evy De Weird
Junioren -20 Dimitri Allaert
Scholieren Glen De Schampheleire Hanne Goossens
Kadetten Tanguy Ringoir x
Miniemen Stefan Beukema x
Pionnen Lennert Lenaerts x
Pionnen -8 jaar Rupert Hoop x
2009 Houffalize
Elite Thibaut Maenhout
428
Junioren Maarten Larmuseau Hanne Goossens
Junioren -20 Arvid Viaene Evy De Weird
Scholieren Y Schaeken, P Reyniers Michelle Gijsen
Kadetten Thibault Réal Eva Baekelant
Miniemen Nathan Gullentops Maxime Faymonville
Pionnen Nicolas Capone Iris Verstaeten
Pionnen -8 jaar Jasper Beulema Kristina Gombosuren
2010 Houffalize
Elite Maarten Larmuseau
Junioren -20 Stefan Beukema Nele Vanhuyse
Junioren -18 Mark Poskic Charlotte Schroer
Scholieren Pieter Saligo Eva Baekelant
427
Nathan Gullentops kreeg de titel van jongenskampioen
428
Vierde titel, een absoluut record
238
Kadetten Nathan Gullentops Lisa Lagaert
Miniemen Nicola Capone Yvonne Esser
Pionnen Laurent Marchal Kristina Gombosuren
Pionnen -8 jaar Daniil Bogdanov Clara Godart
2011 Houffalize
Elite Stefan Beukema
Junioren -20 Willem Van Melkebeke Nele Vanhuyse
Junioren -18 François Godart Marigje Degrande
Scholieren Rein Verstraeten Natacha Mabille
Kadetten Lennert Lenaerts x
Miniemen Nicola Capone Iris Verstraeten
Pionnen Nathan Pirard x
Pionnen -8 jaar Nathaniel Faybish x
2012 Brugge
Elite Stefan Beukema
Junioren -20 Sander Vandevenne Michelle Gijsen
Junioren -18 Joris Verhelst Annelies Cuvelier
Scholieren Quentin Fontaine Astrid Barbier
Kadetten Ben Tuerlinckx Iros Verstraeten
Miniemen Samuel Vandeputte Elsa Blond Hanten
Pionnen Laurent Huynh Clara Godart
Pionnen -8 jaar Anthony Mitran Ines Dellaert
2013 Blankenberge
Elite Rein Verstraeten
Junioren Quentin Fontaine Natacha Mabille
Scholieren Ben Tuerlinckx Clara Wertz
Kadetten Vadim Jamar Sofie Huettl
Miniemen Jasper Beukema Fleur Swennen
Pionnen Anthony Mitran Marie Dgebuadze
Pionnen -8 jaar Joppe Raats Louise Vanderstappen
2014 Blankenberge
Elite Nathan De Strycker
Junioren -20 Emiel Vandewiele Annelies Cuvelier
Junioren -18 Miguel Van De Vaerd Astrid Barbier
Scholieren Ulvi Sadikov Sarah Massay
Kadetten Jasper Beukema Fleur Swennen
Miniemen Natan Pirard Alicia Katranova
Pionnen Anthony Mitran Ines Dellaert
Pionnen -8 jaar Mikhail Katranov Karen Deleu
2015 Blankenberge
Elite Stefan Beukema
Junioren -20 Mathias Lootens Natasha Mabille
Junioren -18 Yodi De Block Clara Wertz
Scholieren Arno Sterck Sara Temmerman
Kadetten Jasper Beukema Fleur Swennen
Miniemen Lev Akulov Daria Vanduyfhuys
Pionnen Daniel Dardha Luoise Vanderstappen
Pionnen -8 jaar Amir Zouaghi Hoara Roose
239
2016 Blankenberge
Junioren -20 Stefan Beukema Astrid Barbier
Junioren -18 Nicola Capone Sara Temmerman
Scholieren Thijs De Bock Sofie Huettl
Kadetten Dries Van Malder Daria Vanduyfhuys
Miniemen Anthony Mitran Marie Dgebuadze
Pionnen Mikhail Akulov Karen Deleu
Pionnen -8 jaar Hovannes Ettibaryan Anastasia Ahn
2017 Blankenberge
Junioren -20 Maarten De Vleeschauwer Daria Vanduyfhuys
Junioren -18 Arno Sterck Sara Temmerman
Scholieren Warre De Waele Fleur Swennen
Kadetten Rune Liveyns Juliette Sleurs
Miniemen Daniel Dardha Karina Gulieva
Pionnen Pjotr Cappan Diana Musabayeva
Pionnen -8 jaar Hugo Froeyman Eloise Jortay
2018 Blankenberge
Junioren -20 Deon Lee Daria Vanduyfhuys
Junioren -18 Jasper Beukema Sofie Huettl
Scholieren Warre De Waele Alicia Akulova
Kadetten Daniel Dardha Tyani De Rycke
Miniemen Mikhail Akulov Karina Gulieva
Pionnen Hugo Froeyman Maya Burssens
Pionnen -8 jaar Yaroslav Akulov Lotus Decraene
240
Kampioen Interclubs KBSB
1923 Maccabi Antwerpen
1924 Philidor Brussel
1925 Maccabi Antwerpen
1926 Koninklijke Antwerpse
1927 Koninklijke Antwerpse
1928 Koninklijke Antwerpse
1929 Koninklijke Antwerpse
1930 Koninklijke Antwerpse
1934 Philidor Brussel
1936 Koninklijke Antwerpse
1937 Koninklijke Antwerpse
1938 Koninklijke Antwerpse
1939 Koninklijke Antwerpse
1947 Koninklijke Brusselse
1948 Echiquier Liègeois
1949 Koninklijke Antwerpse
1950 Koninklijke Antwerpse
1951 Colle Brussel
1952 Koninklijke Brusselse
1953 Colle Brussel
1954 Colle Brussel
1955 Koninklijke Antwerpse
1956 Koninklijke Brusselse
1957 Koninklijke Antwerpse
1958 Colle Brussel
1959 Koninklijke Antwerpse
1960 Koninklijke Antwerpse
1961 Koninklijke Antwerpse
1962 Thibaut Brussel
1963 Thibaut Brussel
1964 Koninklijke Antwerpse
1965 Colle Brussel
1966 Colle Brussel
1967 Koninklijke Antwerpse
1968 Koninklijke Antwerpse
1969 Koninklijke Antwerpse
1970 Koninklijke Antwerpse
1971 Jean Jaurès Gent
1972 Koninklijke Mechelse
1973 Jean Jaurès Gent
1974 Eupen 47
1975 Koninklijke Antwerpse
1976 Koninklijke Antwerpse
1977 Anderlecht
1978 Koninklijke Gentse
1979 Koninklijke Gentse
241
1980 Koninklijke Gentse
1981 Koninklijke Gentse
1982 Koninklijke Gentse
1983 Anderlecht
1984 Koninklijke Gentse
1985 Anderlecht
1986 Koninklijke Gentse
1987 Anderlecht
1988 Anderlecht
1989 Anderlecht
1990 CREB Brussel
1991 Anderlecht
1992 Koninklijke Antwerpse
1993 Anderlecht
1994 Rochade Eupen
1995 Rochade Eupen
1996 Rochade Eupen
1997 Rochade Eupen
1998 Rochade Eupen
1999 Rochade Eupen
2000 Rochade Eupen
2001 Rochade Eupen
2002 CRELEL Liège
2003 Eynatten
2004 Eynatten
2005 KSK47 - Eynatten
2006 KSK47 - Eynatten
2007 CRELEL Liège
2008 Bredene
2009 Wirtzfeld
2010 KSK47 - Eynatten
2011 KSK47 Eynatten
2012 CRE Charleroi
2013 Wirtzfeld
2014 KSK47 Eynatten
2015 Amay
2016 Koninklijke Gentse
2017 KSK47 Eynatten
2018 Wirtzfeld
242
Het ELO-systeem
Teneinde de krachtverhoudingen tussen schakers weer te geven werd een
waarderingsysteem ontworpen dat een getalsmatige indicatie voor de speelsterkte van
schakers op grond van hun recente verleden berekende. In het verleden waren reeds
verschillende waarderingssystemen uitgeprobeerd om hierop een antwoord te kunnen
geven. Eind de jaren zestig had één systeem zijn waarde bewezen, het "ELO-SYSTEEM".
Het ELO-systeem werd ontwikkeld door de Hongaarse Dokter Fysicus Arpad Emrick ELO
(°1903 - + 1992), Professor Fysica aan de Marquette University in Milwaukee (USA). In
1950 ontwierp ELO voor de Verenigde Staten een classificatiesysteem, waarin de
schakers in verhouding tot de sterkte van hun tegenstander werden ingedeeld. Het zou
hem bijna twintig jaar kosten om het systeem te verfijnen tot het systeem in 1968 door
de Wereldschaakbond FIDE (Fédération Internationale des Echecs) werd ingevoerd en
overgenomen werd door de meeste Nationale schaakbonden.
Het basisprincipe van het ELO-systeem berust op de eenvoudige veronderstelling dat
men een waardeschaal kan opbouwen, waarop de verschillende prestaties van een
speler normaal zullen verspreid liggen. Deze veronderstelling is in algemene
overeenstemming met de ondervinding opgedaan in de competitiesport. De sterkere
verslaat niet altijd de zwakkere : een speler heeft goede en slechte dagen en zijn
prestaties zijn verdeeld rond een gemiddeld peil.
Het systeem herkent tevens veranderingen in prestaties te wijten aan de ontwikkeling
of de achteruitgang van de mogelijkheden van een speler.
Uitgaande van de waarschijnlijkheidsleer heeft men de verhouding kunnen vastleggen
die bestaat tussen de waarschijnlijkheid van winst van een speler en het verschil in
klassement. Deze verhouding kan niet uitgedrukt worden bij middel van een eenvoudige
algebraïsche formule, maar wordt uitgedrukt bij middel van de onderstaande Gauss-
curve, die een adequate weergave is van zo een verhouding.
De normale functie van waarschijnlijkheid stelt de waarschijnlijkheid van winst voor ttz.
het %-winstkansen in functie van het verschil in klassementsindexen der tegenstrevers.
De verschillen tussen de indexen worden uitgedrukt in de eenheden van een normale
veranderlijkheid, voorgesteld door de Griekse letter sigma s, waarmee de breedte van
de Gauss-curve gekarakteriseerd wordt. Twee derde van de waarden valt binnen een
interval s langs beide kanten van het gemiddelde, 95% van de waarden valt binnen
een interval 2 x “s langs beide kanten van het gemiddelde.
Deze waarschijnlijkheidscurve verschaft de hoofdzaak voor de geschikte opstelling van
het verhoopte percentage en het peil van de kompetitie.
Het verschil in speelsterkte tussen twee spelers zal een resultaat geven voor de
verwachte uitslag van hun match. Vertrekkende van de Gauss-curve komt de statistiek
daarvoor tot de Gauss-fout-functie. Deze functie wordt hier vertaald in de onderstaande
grafiek.
243
Met een formule gebaseerd op de Gauss-fout-functie is het mogelijk van de prestatie
van de speler te bepalen uitgaande van de sterkte van de kompetitie waaraan hij
deelnam en zijn resultaat daarin. Daarnaast gebruikt het ELO-systeem een tweede
formule om de evolutie van de speelsterkte doorheen de tijd op te volgen. In die tweede
formule zit één parameter, die bepaalt welk belang recente resultaten hebben ten
opzichte van vroegere.
Dit systeem is aldus gebaseerd op één functie, één methode, twee formules met daarin
één parameter en de keuze van de schaal.
Het ELO-systeem geeft een betrouwbaarheid van 75% wanneer ze gebaseerd is op
resultaten tegen 10 gekende spelers, en van 95% gebaseerd op resultaten tegen 30
gekende spelers.
Vier maal per jaar (ieder kwartaal) publiceert de FIDE een nieuwe ELO-lijst op basis van
de oude ranglijst en de verwerkte toernooiresultaten.
Het systeem en haar toepassing bij de KBSB
429
Het basisprincipe van het ELO-systeem berust op de eenvoudige veronderstelling dat
men een waardeschaal kan opbouwen, waarop de verschillende prestaties van een
speler normaal zullen verspreid liggen. Deze veronderstelling is in de algemene
overeenstemming met de ondervinding opgedaan in de competitiesport. De sterkere
verslaat niet altijd de zwakkere : een speler heeft goede en slechte dagen en zijn
prestaties zijn verdeeld rond een gemiddeld peil.
Het systeem herkent tevens veranderingen in prestaties te wijten aan de ontwikkeling
of de achteruitgang van de mogelijkheden van een speler. Uitgaande van de
waarschijnlijkheidsleer heeft men de verhouding kunnen vastleggen die bestaat tussen
de waarschijnlijkheid van winst van een speler en het verschil in klassement. Deze
verhouding kan niet uitgedrukt worden bij middel van een eenvoudige algebraïsche
formule, maar wordt uitgedrukt bij middel van onderstaande grafiek.
429
Basistekst zoals deze in de omloop was in de jaren 80 en 90
244
De normale functie van waarschijnlijkheid stelt de waarschijnlijkheid van winst voor,
ofwel het % winstkansen in functie van het verschil in klassementindexen der
tegenstanders.
De verschillen tussen de indexen worden uitgedrukt in de eenheden van een normale
veranderlijkheid voorgesteld door de Griekse letter sigma ()
Deze waarschijnlijkheidscurve verschaft de hoofdzaak voor de geschikte opstelling van
het verhoopte percentage en het peil van de competitie.
Formule van het prestatiecijfer
Een prestatie wordt uitgedrukt bij middel van volgende formule I :
R = Rc + D(P)
Waarin R = de waarde van de prestatie
Rc = de gemiddelde waarde van het toernooi of de match
D(P) = het waardeverschil afgeleid uit Tabel I voor de behaalde score,
uitgedrukt in %
Dit waardecijfer is toepasselijk zolang een speler geen 20 partijen betwist heeft, terwijl
een speler voorlopig gerangschikt wordt na 10 partijen.
Tabel I : verschillen in klassementsindex
P
D(P)
P
D(P)
P
D(P)
P
D(P)
P
D(P)
1.00
800
0.79
230
0.58
57
0.37
-95
0.16
-284
0.99
677
0.78
220
0.57
50
0.36
-102
0.15
-296
0.98
589
0.77
211
0.56
43
0.35
-110
0.14
-309
0.97
538
0.76
202
0.55
36
0.34
-117
0.13
-322
0.96
501
0.75
193
0.54
29
0.33
-125
0.12
-336
0.95
470
0.74
184
0.53
21
0.32
-133
0.11
-351
0.94
444
0.73
175
0.52
14
0.31
-141
0.10
-366
0.93
422
0.72
166
0.51
7
0.30
-149
0.09
-383
0.92
401
0.71
158
0.50
0
0.29
-158
0.08
-401
0.91
383
0.70
149
0.49
-7
0.28
-166
0.07
-422
0.90
366
0.69
141
0.48
-14
0.27
-175
0.06
-444
0.89
351
0.68
133
0.47
-21
0.26
-184
0.05
-470
0.88
336
0.67
125
0.46
-29
0.25
-193
0.04
-501
0.87
322
0.66
117
0.45
-36
0.24
-202
0.03
-538
0.86
309
0.65
110
0.44
-43
0.23
-211
0.02
-589
0.85
296
0.64
102
0.43
-50
0.22
-220
0.01
-677
0.84
284
0.63
95
0.42
-57
0.21
-230
0.00
-800
0.83
273
0.62
87
0.41
-65
0.20
-240
0.82
262
0.61
80
0.40
-72
0.19
-251
0.81
251
0.60
72
0.39
-80
0.18
-262
0.80
240
0.59
65
0.38
-87
0.17
-273
Waarin P = % der gewonnen punten
D(P) = indexverschil tussen een speler en het gemiddelde van zijn
tegenstanders
Een voorbeeld ter verduidelijking : Speler X heeft 12 partijen betwist met tegenstanders
waarvan de som van de waardecijfers 24018 is, dus een gemiddelde van 2004. Hij heeft
4 punten op 12 gehaald wat overeenkomt met 33 %. De tabel geeft ons voor 33 % een
indexverschil tussen de speler en zijn tegenstanders van -125, dus het waardecijfer van
de speler is 2004 125 = 1879 voor deze 12 partijen.
Vervolgens speelt hij tegen 8 tegenstanders met een totaal waardecijfer van 14324 en
behaalt hij 5 op 8. Het nieuwe waardecijfer wordt dan berekend op de 20 partijen. De
245
som van de waardcijfers van de tegenstanders is 38342, gemiddeld 1917; de score is
9 op 20, ofwel 45% en dus een indexverschil van -36 volgens tabel I. Het waardecijfer
van de speler is
R : Rc + D(P) = 1917 36 = 1881 punten
Gewone quotering van een speler
Formule II : Rn = Ro + K x ( W We )
Waarin Rn = te bepalen quotering van de speler
Ro = vorige quotering
W = behaalde score
We = te behalen score tegen de gespeelde tegenstanders afgeleid uit tabel
II, op basis van de vorige quotering
K = de coëfficiënt van ontwikkeling van de speler zoals verder bepaald
Tabel II Winstkansen
DIF
H
L
DIF
H
L
DIF
H
L
0-3
0.50
0.50
122-129
0.67
033
279-290
0.84
0.16
4-10
0.51
0.49
130-137
0.68
0.32
291-302
0.85
0.15
11-17
0.52
0.48
138-145
0.69
0.31
303-315
0.86
0.14
18-25
0.53
0.47
146-153
0.70
0.30
316-328
0.87
0.13
26-32
0.54
0.46
154-162
0.71
0.29
329-344
0.88
0.12
33-39
0.55
0.45
163-170
0.72
0.28
345-357
0.89
0.11
40-46
0.56
0.44
171-179
0.73
0.27
358-374
0.90
0.10
47-53
0.57
0.43
180-188
0.74
0.26
375-391
0.91
0.09
54-61
0.58
0.42
189-197
0.75
0.25
392-411
0.92
0.08
62-68
0.59
0.41
198-206
0.76
0.24
412-432
0.93
0.07
69-76
0.60
0.40
207-215
0.77
0.23
433-456
0.94
0.06
77-83
0.61
0.39
216-225
0.78
0.22
457-484
0.95
0.05
84-91
0.62
0.38
226-235
0.79
0.21
485-517
0.96
0.04
92-98
0.63
0.37
236-245
0.80
0.20
518-559
0.97
0.03
99-106
0.64
0.36
246-256
0.81
0.19
560-619
0.98
0.02
107-113
0.65
0.35
257-267
0.82
0.18
620-735
0.99
0.01
114-121
0.66
0.34
268-278
0.83
0.17
+ 735
1.00
0.00
DIF = indexverschil tussen het gemiddelde van de tegenstanders en de vorige quotering
van de speler
H = % winstkansen indien de speler een hogere index heeft
L = % winstkansen indien de tegenstand een hogere index heeft
Deze formule drukt de doorlopende methode van schatting uit waar de waardecijfers
aangepast worden na iedere oogst van uitslagen. De recente prestaties worden
afgewogen ten opzichte van vroegere resultaten.
De coëfficiënt K drukt de wisselende snelheid uit in de veranderingen van de sterkte
van een speler en in zijn uitslagen. In het begin kunnen snelle veranderingen optreden,
K zal dan hoog liggen om geleidelijk af te nemen tijdens de loopbaan van een speler.
Een hoge K geeft meer gewicht aan de jongste prestaties, een legere K geeft meer
gewicht aan vroeger behaalde resultaten. De waarden toegekend aan K werden afgeleid
uit een wiskundige studie van het probleem en zijn veranderlijk naargelang het
klassement jaarlijks is of in kortere tijdspannes. In geval van 2 klassementen per jaar
beveelt men de volgende waarden aan voor K :
32 voor de eerste 100 partijen
24 voor de partijen 101 tot 300
16 vervolgens, indien het waardecijfer beneden 2000 ligt
246
12 vervolgens, indien het waardecijfer boven 2000 is
10 in alle gevallen, indien het waardecijfer 2200 of meer is
Een voorbeeld : een speler heeft een quotering van 1760 en speelt een toernooi over 7
ronden met volgende resultaten en heeft reeds 120 partijen gespeeld vroeger
Tegenstrever
Waarde
Verschil
Kans (We)
Uitslag (W)
A
1645
115
0.66
1
B
1680
80
0.61
0.5
C
1920
-160
0.29
0
D
1720
40
0.56
1
E
1980
-220
0.22
0.5
F
1905
-145
0.31
1
G
2010
-250
0.19
0
In dit voorbeeld is W de som van alle resultaten = 4
En We is de som van alle Kansen = 2.84
De toepassing van formule II levert
Rn = Ro + K x ( W We) = 1760 + 24 x ( 4.0 2.84 ) = 1788
Een verbeteringssysteem voor nieuwe spelers die talrijke partijen betwisten werd
uitgewerkt. Indien de verandering van quotering hoger ligt dan 150 punten, wat
overeenkomt met ¾ van sigma en indien de speler meer dan 25 partijen heeft betwist,
zal de weerhouden quotering deze zijn die berekend is volgens formule I op basis van
de partijen betwist sinds het vorige klassement.
Voorbeeld : een speler heeft een quotering van 1420 en 24 partijen. Voor het volgende
klassement betwist hij 32 partijen en behaalt 24 punten, terwijl de winstkansen (We)
12.10 waren.
Met toepassing van formule II is de nieuwe quotering :
1420 + 32 x (24 12.1) = 1801, namelijk een winst van 381 punten.
Formule I geeft, rekening houdend met het gemiddelde cijfer van de tegenstanders,
zijnde 1510, en de behaalde score van 24/32
R = Rc + D(P) = 1510 + 193 = 1703
Het is deze quotering van 1703 die weerhouden wordt.
Door deze verbetering zullen de quoteringen van nieuwe spelers niet op overdreven
manier verhogen of verlagen. Het niet toepassen van deze verbetering heeft voordien
de quoteringen van nieuwe spelers rara sprongen doen maken volgens een jojo-
beweging
247
FIDE Rating Regels
0. Inleiding
Elke partij die gespeeld wordt in een FIDE geregistreerd toernooi zal verwerkt worden
voor FIDE ELO voor zover volgende voorwaarden zijn voldaan.
0.2 Het toernooi moet geregistreerd zijn door de federatie die de resultaten zal
doorzenden en die de “rating fee” betaalt. Het toernooi en de speelkalender moeten
minstens een week voor de aanvang van het toernooi geregistreerd zijn. Toernooien
waarin gespeeld kan worden voor een norm moeten 30 dagen op voorhand
geregistreerd zijn.
0.3 Alle arbiters van een FIDE geregistreerd toernooi moeten een FIDE licentie
hebben, zoniet geldt het toernooi niet voor FIDE ELO.
0.5 FIDE kan beslissen een bepaald toernooi niet te laten meetellen voor FIDE ELO.
De organisator kan in dit geval beroep aantekenen bij de Kwalificatie Commissie
binnen de zeven dagen na de bekendmaking van de beslissing van FIDE.
1. Speeltempo
1.1 Een partij kan verwerkt worden voor FIDE ELO, indien elke speler minstens over
volgende tijd beschikt voor de zetten uit te voeren (in de veronderstelling dat de partij
60 zetten heeft).
Indien minstens één speler in het toernooi 2200 of meer ELO heeft, moet elke speler
over minstens 120 minuten beschikken.
Indien minstens één speler in het toernooi 1600 of meer ELO heeft, moet elke speler
over minstens 90 minuten beschikken.
Indien geen enkele speler meer dan 1600ELO heeft, moet elke speler over minstens
60 minuten beschikken.
1.2 Indien een aantal zetten gespecifieerd wordt voor een tijdscontrole moet dit 40
zetten bedragen.
1.3 Om mee te tellen voor de Rapid rating moet elke speler meer dan 10 en minder
dan 60 minuten hebben
1.3 Om mee te tellen voor de Blitz rating moet elke speler minstens vijf en maximaal
10 minuten hebben
2. Te volgen regels
2.1 De partij moet gespeeld worden volgens de FIDE regels voor het Schaakspel.
3. Speeltijd per dag
3.1 Er mag niet meer dan 12 uur per dag gespeeld worden. Dit is berekend op basis
van partijen van 60 zetten, wetende dat partijen met tijdsincrement langer kunnen
duren.
4. Looptijd van het toernooi
4.1 Enkel toernooien met maximum 90 dagen komen in aanmerking, behalve:
4.11 Interclubliga’s mogen langer dan 90 dagen duren.
4.12 De Kwalificatiecommissie kan toernooien aanvaarden die langer dan 90 dagen
duren.
4.13 Voor toernooien die meer dan 90 dagen duren, moet er maandelijks een verslag
worden ingediend.
5. Niet gespeelde partijen
5.1 Ongeacht of deze het gevolg zijn van een forfait of enige andere reden, worden
deze niet in rekening gebracht. Elke partij waarbij minstens één zet werd uitgevoerd
door beide spelers zal meetellen.
248
6. Samenstelling van het toernooi
6.1 Als een niet geklasseerde speler nul punten haalt in zijn eerste toernooi, zal zijn
resultaat en dat van zijn tegenstanders niet meegeteld worden. In alle andere
gevallen zullen alle resultaten van een niet geklasseerde speler in partijen die tellen
voor ELO meegeteld worden voor de berekening van de ELO-punten.
6.2 In een gesloten (round-robin) toernooi moeten minstens één derde van de spelers
reeds ELO-punten hebben. Onder deze voorwaarde:
6.21 Als het toernooi minder dan 10 deelnemers heeft, moeten er minstens 4 ELO-
punten hebben.
6.22 In een dubbelrondig toernooi met niet geklasseerde spelers moeten er minstens
6 deelnemers zijn, waarvan minstens 4 ELO-punten hebben.
6.23 Gesloten nationale kampioenschappen worden meegeteld indien minstens 3
deelnemers (of minstens 2 voor kampioenschappen exclusief voor vrouwen) officiële
FIDE ELO hebben voor de aanvang van het kampioenschap.
6.3 In een Zwitsers systeem toernooi of Ploegentoernooi:
6.31 Het resultaat van een niet-geklasseerde speler wordt enkel in rekening gebracht
als hij minstens 1/2 punt behaalt.
6.32 Voor geklasseerde spelers worden enkel partijen tegen andere geklasseerde
spelers meegeteld.
6.4 Indien in een gesloten toernooi (round-robin) één of meerdere partijen niet
werden gespeeld, moet het resultaat van het toernooi gemeld worden voor ELO-
punten zoals voor een Zwitsers systeem toernooi.
6.5 Indien een match gespeeld worden over een specifiek aantal partijen, worden de
partijen die gespeeld worden nadat één der spelers de match heeft gewonnen niet
meer meegeteld.
6.6 Matches waarbij één der spelers (of beide) niet geklasseerd is, worden niet
meegeteld.
7. Officiële FIDE ELO lijst
7.1 Op de eerste dag van elke maand, zal de Kwalificatiecommissie een lijst
samenstellen waarin alle gespeelde partijen sinds de laatste publicatie verwerkt zijn.
7.12 Volgende gegevens worden bewaard per speler met minstens 1000 ELO-punten:
FIDE titel, Federatie, Huidige ELO-punten, FIDE ID Nummer, Aantal gespeelde partijen
sinds de vorige lijst, Geboortedatum, Geslacht en de huidige K-factor.
7.13 De afsluitdatum voor toernooien om verwerkt te worden voor een lijst is drie
dagen voor de publicatiedatum van de lijst. Officiële FIDE evenementen kunnen nog
verwerkt worden tot de laatste dag voor publicatie.
7.14 Een nieuwe speler op de lijst zal ELO-punten krijgen indien volgende
voorwaarden voldaan zijn:
7.14a Voor resultaten op basis van 6.2, moeten minstens 5 partijen verwerkt zijn.
7.14b Voor resultaten op basis van 6.3, moeten minstens 5 partijen gespeeld zijn
tegen geklasseerde spelers.
7.14c De voorwaarde van 5 partijen mag gespreid zijn over verschillende toernooien.
Resultaten van toernooien kunnen samengeteld worden over maximaal 26 maanden
voor de bepaling van de eerste ELO-punten.
7.14d Het aantal punten is minimaal 1000.
7.14e De ELO-punten worden berekend alsof alle partijen gespeeld werden in één
toernooi.
7.2 Spelers die niet zijn opgenomen in de lijst:
249
7.21 Spelers wiens ELO-punten lager zakken dan 1000 punten worden gemeld als
‘delisted’. Vervolgens worden ze verwerkt zoals niet-geklasseerde spelers.
7.23 Inactieve spelers worden steeds geschouwd als geklasseerd volgens hun meest
recente ELO-punten, voor verwerking voor ELO-punten en normen.
7.23a Een speler wordt beschouwd als “inactief” als hij minstens één jaar geen
partijen heeft verwerkt.
7.23b Een speler wordt opnieuw actief vanaf de eerste verwerkte partij en opnieuw
opgenomen op de eerstvolgende lijst.
8. Werking van het FIDE ELO-Systeem
Het FIDE ELO-systeem is een numeriek systeem waarin fracties van resultaten
omgezet worden in verschillen in ELO-punten en omgekeerd.
8.1 De gebruikte schaal is arbitrair met een klasse-interval van 200 punten. De
volgende tabel toont de omzetting van een fractioneel resultaat 'p' in een ELO-verschil
'dp'. Een resultaat 0 of 1 geeft een onbepaalde waarde, maar is voorgesteld als 800.
De tweede tabel toont de omzetting van een ELO-verschil 'D' naar een waarschijnlijk
resultaat 'PD' voor de hogere 'H' en lagere 'L' geklasseerde speler. Beide tabellen zijn
een spiegelbeeld van elkaar.
8.1a De tabel die het fractioneel resultaat, p, omzet in ELO-verschil, dp
p
dp
p
dp
p
dp
p
dp
p
dp
p
dp
1.0
800
.83
273
.66
117
.49
-7
.32
-133
.15
-296
.99
677
.82
262
.65
110
.48
-14
.31
-141
.14
-309
.98
589
.81
251
.64
102
.47
-21
.30
-149
.13
-322
.97
538
.80
240
.63
95
.46
-29
.29
-158
.12
-336
.96
501
.79
230
.62
87
.45
-36
.28
-166
.11
-351
.95
470
.78
220
.61
80
.44
-43
.27
-175
.10
-366
.94
444
.77
211
.60
72
.43
-50
.26
-184
.09
-383
.93
422
.76
202
.59
65
.42
-57
.25
-193
.08
-401
.92
401
.75
193
.58
57
.41
-65
.24
-202
.07
-422
.91
383
.74
184
.57
50
.40
-72
.23
-211
.06
-444
.90
366
.73
175
.56
43
.39
-80
.22
-220
.05
-470
.89
351
.72
166
.55
36
.38
-87
.21
-230
.04
-501
.88
336
.71
158
.54
29
.37
-95
.20
-240
.03
-538
.87
322
.70
149
.53
21
.36
-102
.19
-251
.02
-589
.86
309
.69
141
.52
14
.35
-110
.18
-262
.01
-677
.85
296
.68
133
.51
7
.34
-117
.17
-273
.00
-800
.84
284
.67
125
.50
0
.33
-125
.16
-284
8.1b De tabel die het ELO-verschil, D, omzet in een waarschijnlijk resultaat PD, voor
respectievelijk de hogere, H, en lagere, L, geklasseerde speler.
D
PD
D
PD
D
PD
D
PD
ELO +/-
H
L
ELO +/-
H
L
ELO +/-
H
L
ELO +/-
H
L
0-3
.50
.50
92-98
.63
.37
198-206
.76
.24
345-357
.89
.11
4-10
.51
.49
99-106
.64
.36
207-215
.77
.23
358-374
.90
.10
11-17
.52
.48
107-113
.65
.35
216-225
.78
.22
375-391
.91
.09
18-25
.53
.47
114-121
.66
.34
226-235
.79
.21
392-411
.92
.08
26-32
.54
.46
122-129
.67
.33
236-245
.80
.20
412-432
.93
.07
33-39
.55
.45
130-137
.68
.32
246-256
.81
.19
433-456
.94
.06
40-46
.56
.44
138-145
.69
.31
257-267
.82
.18
457-484
.95
.05
47-53
.57
.43
146-153
.70
.30
268-278
.83
.17
485-517
.96
.04
54-61
.58
.42
154-162
.71
.29
279-290
.84
.16
518-559
.97
.03
250
62-68
.59
.41
163-170
.72
.28
291-302
.85
.15
560-619
.98
.02
69-76
.60
.40
171-179
.73
.27
303-315
.86
.14
620-735
.99
.01
77-83
.61
.39
180-188
.74
.26
316-328
.87
.13
> 735
1.0
.00
84-91
.62
.38
189-197
.75
.25
329-344
.88
.12
8.2 Bepaling van de ELO-punten 'Ru' in een bepaald toernooi voor een niet-
geklasseerd speler.
8.21 Indien de niet-geklasseerde speler 0 punten behaalt in zijn eerste toernooi,
wordt dit resultaat niet verwerkt. Zoniet:
Eerst wordt de gemiddelde waarde van de tegenstanders bepaald 'Rc'.
(a) In een Zwitsers systeem of Ploegen-toernooi is dit de gemiddelde ELO-punten
van de tegenstanders.
(b) De resultaten tegen zowel geklasseerde als niet-geklasseerde spelers in een
gesloten toernooi worden in rekening gebracht. Voor de niet-geklasseerde spelers,
wordt de gemiddelde ELO van de competitie 'Rc' (dit is ook het
toernooigemiddelde 'Ra') bepaald als volgt:
(i) Bepaal de gemiddelde ELO van de geklasseerde spelers 'Rar'.
(ii) Bepaal de ”p waarde van elke geklasseerde speler tegen alle
tegenstanders.
Bepaal de “dp” voor deze spelers.
Het gemiddelde van deze “dp” waarden is 'dpa'.
(iii) 'n' is het aantal tegenstanders.
Ra = Rar - dpa x n/(n+1)
8.22 Indien hij 50% behaalt, is Ru = Ra
8.23 Indien hij meer dan 50% haalt, is Ru = Ra + 20 voor elk half punt behaald
boven 50%
8.24 Indien hij minder dan 50% haalt in een Zwitsers systeem of ploegen-toernooi
is: Ru = Rc + dp
8.25 Indien hij minder dan 50% haalt in een gesloten toernooi is: Ru = Ra + dp x
n/(n+1).
8.3 De ELO-punten Rn die gepubliceerd worden voor een voorheen niet-geklasseerde
speler wordt bepaald alsof alle partijen gespeeld werden in één toernooi. De eerste
ELO-punten worden berekend met de totale score tegen alle tegenstanders. Deze
score in % wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde geheel getal.
8.4 Indien een speler eerste ELO-punten ontvangt voordat een bepaald toernooi
waarin hij als niet-geklasseerde speler speelde verwerkt wordt, dan zal zijn resultaat
verwerkt worden alsof hij reeds geklasseerd was, terwijl hij voor de tegenstanders
beschouwd zal worden als niet-geklasseerd.
8.5 Bepaling van de ELO-punten van een geklasseerde speler
8.51 Voor elke partij gespeeld tegen een geklasseerde tegenstander, bepaal het
verschil in ELO-punten, D.
8.52 Indien de tegenstander niet-geklasseerd is, wordt de berekening uitgevoerd aan
het einde van het toernooi. Dit geldt enkel voor gesloten toernooien (round-robin).
Voor andere toernooien wordt de partij tegen de niet-geklasseerde niet in rekening
gebracht voor de geklasseerde speler.
8.53 De voorlopige ELO-punten van niet-geklasseerde spelers uit eerdere toernooien
wordt niet gebruikt.
8.54 Een verschil in ELO-punten boven 400 zal verwerkt worden alsof het een verschil
gelijk aan 400 is.
8.55
251
(a) Gebruik tabel 8.1(b) voor de bepaling van het waarschijnlijk resultaat PD
(b) ΔR = resultaat PD. Voor elke partij is het resultaat 1, 0.5 of 0.
(c) ΣΔR x K = de wijziging in ELO-punten voor een gegeven toernooi of ELO-lijst.
8.56 K is the ontwikkelingscoefficient.
K = 40 voor een nieuwe speler op de lijst totdat er minstens 30 partijen verwerkt zijn
K = 20 zolang de ELO-punten van de speler lager zijn dan 2400.
K = 10 voor een speler wiens gepubliceerde ELO hoger is dan of gelijk aan 2400 en
vervolgens blijft deze factor behouden zelfs indien de ELO daalt onder 2400.
K = 40 voor alle spelers tot hun 18
de
verjaardag voor zover ze minder dan 2300 ELO-
punten hebben.
Als het aantal partijen “n” van een speler te verwerken voor één lijst, vermenigvuldigd
met K groter is dan 700, wordt K verlaagd tot het grootste geheel getal waarvoor K x
n kleiner is dan 700
8.57 De wijziging in ELO-punten wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde geheel getal
(0.5 wordt naar boven afgerond).
8.58 Bepalen van ELO-punten in een gesloten (round-robin) toernooi.
Indien niet-geklasseerde spelers deelnemen wordt hun ELO bepaald via iteraties
(herhaling). Elke nieuw bepaalde ELO voor de niet-geklasseerd wordt gebruikt om de
wijziging in ELO-punten van de geklasseerde spelers te bepalen
Vervolgens wordt de ΔR voor iedere geklasseerde speler voor elke partij bepaald
gebruik makend van Ru(new) alsof dit een werkelijke ELO is.
9. Procedure voor Rapportering
9.1 De Hoofdarbiter van een FIDE geregistreerd toernooi moet het Toernooirapport
(TRF bestand) binnen 7 dagen na de afloop van het toernooi overmaken aan de ELO
verantwoordelijke van de federatie waar het toernooi plaatsvindt. De ELO
verantwoordelijke zal dit rapport “uploaden” naar de FIDE Rating Server ten laatste
30 dagen na de afloop van het toernooi.
9.2 Alle resultaten van internationale toernooien moeten verwerkt worden voor FIDE
ELO tenzij op voorhand expliciet duidelijk werd gemaakt dat het toernooi niet
verwerkt wordt voor FIDE ELO. De Hoofdarbiter moet dit ook voor de aanvang van het
toernooi aankondigen aan de spelers.
9.3 Elke nationale federatie duidt een officiële vertegenwoordiger aan die de
verzending verzorgt van alle documenten in verband met ELO rating. Zijn naam en
gegevens worden meegedeeld aan het FIDE Secretariaat
13. Opname in de FIDE ELO lijst
13.1 Op opgenomen te worden in de FIDE ELO lijst of de Rapid of Snelschaak ELO
lijsten moet een speler aangesloten en geregistreerd zijn via een nationale federatie.
13.3 Elke speler die niet opgenomen wordt omdat hij geen lidmaatschap bij een
nationale federatie kan bekomen, kan FIDE een speciale uitzondering vragen om toch
opgenomen te worden in de FIDE ELO lijst.
252
WERKING VAN DE NATIONALE ELO-VERWERKING.
Het nationaal ELO-klassement wordt vier keer per jaar gepubliceerd. De uiterste datum
van ontvangst van de uitslagen is dus respectievelijk 28/12, 28/03, 27/06 en 27/09
430
.
Deze data zijn tevens gepubliceerd op de website van KBSB. Een tweede voorwaarde
is dat de resultaten binnen de 30 dagen na het einde van een toernooi moeten
ingestuurd worden.
De lijst van de ontvangen toernooien is gepubliceerd op de website van KBSB, en laat
de clubs toe vast te stellen of hun uitslagen wel degelijk ontvangen werden. Deze lijst
dient ook als ‘ ontvangstbewijs ‘ .
De bestanden met de uitslagen worden dan nagezien. De eventueel vastgestelde fouten
dienen rechtgezet vooraleer zij opgenomen worden in een bestand met naam
"ChckListNew.dbf". Dit bestand bevat, van elke speler, de individuele partijen die in
aanmerking komen voor de volgende ELO-berekening. Die lijst wordt regelmatig
bijgewerkt en gepubliceerd op de Website. Ik raad elke betrokken speler dan ook aan
deze lijst regelmatig te controleren en mij elke afwijking te signaleren via de
clubverantwoordelijke.
Nadat de uitslagen zijn verzameld, en ook de buitenlandse prestaties van onze spelers
uit het FIDE klassement werden gehaald, genereert een speciaal programma, CalcELO,
een nieuw bestand Player.dbf met het geactualiseerd klassement. Dit bestand wordt
doorlopend bijgewerkt bij nieuwe aansluitingen, transfers, correcties van gegevens,
ingeval een speler sterft, enz...
Na de berekeningen door CalcELO , wordt een nieuw belangrijk bestand aangemaakt .
Dit bestand bevat de individuele steekkaarten van elke speler , hierop worden de
individuele partijen getoond . Bovendien wordt een inzicht geboden in de verwerkte
elementen voor het nieuwe ELO-cijfer. Deze individuele fiches staan dan ook ter inzage
op de Website.
Vervolgens wordt artikel 10 i van het TOERNOOIREGLEMENT VAN DE KBSB toegepast
Chess Manager laat bovendien toe de gegevens bevat in Player.dbf : te sorteren, te
filteren , uit te drukken , eveneens het opstellen van de lijst van sterkte , het beheer
van toernooien , van de nationale interclubs, enz...)
Verwerking resultaten
Verzending van resultaten:
De verantwoordelijke voor de verzending is de organisator van het toernooi. Voor de
clubtoernooien is dit de club, voor de ligatoernooien, de liga en voor toernooien met
verschillende clubs is dit de verantwoordelijke van het initiatief.
Elke verzending, of elke aanvraag tot verbetering kan pas verwerkt worden mits
akkoord van de genoemde verantwoordelijke.
De resultaten moeten, om geldig verwerkt te kunnen worden in het klassement, ten
laatste 30 dagen na het einde van het toernooi aankomen bij de verantwoordelijke
klassement van KBSB, e-mail adres ratings@frbe-kbsb.be. Dit geldt voor ALLE
resultaten! Open toernooien, gesloten toernooien, enkele of dubbele ronden, individuele
partijen, resultaten van nationale interclubs, etc,... ENIGE uitzondering : resultaten van
partijen gespeeld in het buitenland
431
. Het is aangeraden om op de KBSB site, pagina
« tournois » onder « ELO-klassement » na te gaan of uw ingezonden toernooi
430
Sinds 2016 is het verplicht om de resultaten ten laatste drie dagen voor de sluitingsdatum
van het klassement op te sturen
431
enkel die resultaten die ook verwerkt worden door FIDE zullen verwerkt worden in het
nationaal klassement. Bovendien gebeurt dit automatisch, dus de speler behoeft niets meer te
doen.
253
daadwerkelijk is opgenomen in het klassement. De sluitingsdata voor het verzenden
van resultaten voor een klassement zijn 28 December, 28 Maart, 27 Juni en 27
September. De klassementsverantwoordelijke zal resultaten die met meer dan zes
maanden vertraging toekomen niet verwerken in het klassement. Voor wat betreft de
clubs van VSF is het verplicht om de resultaten te versturen via de liga-ELO-
verantwoordelijke
432
(zie verder voor de liga besturen).
Gegevens van het toernooi: verplicht te vermelden zijn de naam van het toernooi,
de begin- en einddatum, de naam van de (verantwoordelijke) arbiter, het gebruikte
tempo en de data van de verschillende ronden.
Gegevens van de spelers: verplicht te vermelden zijn het stamnummer van de spelers
samen met de andere gebruikelijke informatie zoals naam, voornaam, club, behaalde
resultaten, etc... Indien de resultaten eveneens bestemd zijn voor het FIDE klassement
moet ook het FIDE-Id van de spelers vermeld worden.
Alle spelers die deelnemen aan een toernooi moeten een stamnummer hebben en de
spelers moeten aangesloten zijn op het moment van deelname aan het toernooi (het
volstaat dus niet om aanwezig te zijn in PLAYER.DBF)
433
. Voor elke overtreding hierop
zal de KBSB een bijkomende (dubbele) aansluiting aanrekenen voor de niet-
aangesloten spelers aan de kring (of liga) die de resultaten heeft verzonden
434
.
Klachten
Moeten zo snel mogelijk ingediend worden bij de klassementsverantwoordelijke KBSB
(Daniel Halleux) met duidelijke vermelding van de betwiste resultaten, en een
bevestiging van de fout door de verantwoordelijke van het toernooi. Elke klacht in
verband met resultaten uit een vorig gepubliceerd klassement (dus eerder dan de
laatste publicatie) kunnen geweigerd worden.
Software
De bestanden met resultaten kunnen aangemaakt worden met volgende programma’s :
Chess Manager, PairTwo, Swiss-Chess, Papi en ChessEvent (voor Macintosh of Apple
computers). De programma’s die eigendom zijn van KBSB zijn te vinden op de website.
In geval van problemen bij het gebruik van de programma’s is het aangewezen de
documentatie of « help » te raadplegen. Op aanvraag kunnen Chess Manager en
PairTwo ook geleverd worden op een CD ROM tegen een onkostenvergoeding voor
verzending van 5 euro’s.
Het gebruik van de programma’s is de verantwoordelijkheid van de toernooileider van
de club of liga of enige andere organisator.
De structuur van de gegevens in het bestand moet volledig in overeenstemming zijn
met de standaard die hieronder beschreven is hieronder.
Deze bestanden mogen op geen enkele wijze manueel gewijzigd worden.
De bestanden met resultaten worden nagekeken op juistheid en eventuele fouten
worden verbeterd voor de verwerking in het klassement.
Uitleg over de structuur van het te verzenden bestand
De naam van het bestand
432
in de praktijk zal Daniel Halleux een rechtstreeks verzonden resultaat niet weigeren, tenzij
hij op vingers zou worden getikt door de betreffende liga.
433
het is dus aangewezen om, alvorens de resultaten voor verwerking te versturen eerst alle
spelers zonder stamnummer of die niet aangesloten zijn te verwijderen uit het bestand. Zie ook
de tip in de volgende paragraaf.
434
Spelers die niet of nooit zijn aangesloten mogen in het bestand enkel voorkomen als ze geen
partij voor verwerking hebben gespeeld. Hiertoe volstaat het om al hun resultaten te verwijderen
of te wijzigen in 0-0 FF alvorens het bestand voor ELO-verwerking aan te maken
254
Op basis van de einddatum van het toernooi, wordt de maand hexadecimaal
aangegeven (1 = jan, 2, 3, …, 9 = sep, A = oct, B = nov, C = dec) in de eerste letter
van de naam, de dag wordt numeriek aangeven in de tweede en derde letter van de
naam (01 ... 31):
Identificatie van het toernooi (letters 4, 5 en 6) aangemaakt door het
programma. Volgende identificaties zijn voorzien : INT (nationale interclubs), 24L
(24 lijnen), ELO (gereserveerd), OPE (default identificatie voor een open
toernooi, vanuit Pairtwo bijvoorbeeld), GRI (identificatie voor alle gesloten
toernooien).
Letters 7 en 8: noodzakelijk om een unieke naam te kunnen geven aan het
bestand. Als er verschillende toernooien van eenzelfde type en dezelfde
organisatie eindigen op dezelfde dag zijn alle andere elementen van de naam
identiek. In dit geval kan letter 7 bijvoorbeeld een afdeling aanduiden en letter 8
een reeks. Deze letters zijn vrij te kiezen en moeten veranderd worden als er
meerdere toernooien zijn zoals hier aangegeven, bijvoorbeeld « 625OPE1a.618
» en « 625OPE2a.618 » of « 625OPE1b.618 »
scheiding tussen naam en extensie «
Clubnummer van de verzender (001 ... 999). In PairTwo zal dit nummer gevraagd
worden door een dialogbox die verschijnt alvorens het bestand wordt
aangemaakt.
Deze beperkingen zijn enkel van toepassing in PairTwo
435
; Chess Manager laat toe om
het even welke naam te geven aan het bestand tot 32 letters. Het is echter aangewezen
de regels hierboven te volgen tenzij dit zou leiden tot onduidelijkheid.
Inhoud van het bestand
Tournoi : Cht FEFB ELITE
Nombre de participants : 16 ; 7 rondes
Envoyé par : Halleux Daniel, rue Morade, 7, 4540 Ampsin, 085/31.43.03
Date fin de tournoi : 12-06-2000
Tempo : 40C 2H + 1H KO
00 16 72000060120000612
Nom Matr. Clb Nat ELO 000601 000603 000605 000607 000609 000611 000613
1 Mohandesi Shahin 83607 209 BEL 2334 8 N 5 2 B 5 12 N 1 4 B 5 5 N 5 7 N 1 9 B 5
2 Wantiez Fabrice 70823 506 BEL 2315 9 B 0 1 N 5 11 B 1 8 N 5 13 B 1 4 B 1 3 N 5
3 Laurent Bruno 88617 501 BEL 2300 10 N 1 6 B 5 16 N 5 5 B 1 4 N 5 9 B 1 2 B 5
4 Van Houtte Thierry 64491 201 BEL 2267 12 B 1 7 N 5 9 B 1 1 N 5 3 B 5 2 N 0 16 B 1
5 Duric Slavko 57916 640 BEL 2232 13 N 1 16 B 5 6 N 5 3 N 0 1 B 5 8 B 5 14 N 1
6 Uhoda Philippe 63011 952 BEL 2185 14 B 1 3 N 5 5 B 5 7 N 0 11 B 1 16 N 0 0 - -
7 Piacentini Claudio 54810 501 BEL 2184 15 N 1 4 B 5 10 N 1 6 B 1 9 N 0 1 B 0 8 N 0
8 Marechal Andy 50211 906 BEL 2171 1 B 5 9 N 0 14 B 1 2 B 5 16 N 5 5 N 5 7 B 1
9 Fontaine Pierre 91219 622 BEL 2159 2 N 1 8 B 1 4 N 0 16 B 1 7 B 1 3 N 0 1 N 5
10 Lanneau Bertrand 60712 501 BEL 2142 3 B 0 14 N 1 7 B 0 13 N 0 0 - - 12 N 0 11 B 5
11 Verspecht Thierry 84255 910 BEL 2136 0 - - 13 B 1 2 N 0 12 B 1 6 N 0 0 - - 10 N 5
12 Timmermans Daniel 37176 601 BEL 2093 4 N 0 0 - - 1 B 0 11 N 0 14 N 0 10 B 1 13 B 1
13 Werner Yvan 50474 901 BEL 2078 5 B 0 11 N 0 0 - - 10 B 1 2 N 0 14 B 0 12 N 0
14 Lombart Philippe 41831 290 BEL 2016 6 N 0 10 B 0 8 N 0 0 - - 12 B 1 13 N 1 5 B 0
15 Parys Pierre 74993 521 BEL 2015 7 B 0 0 - - 0 - - 0 - - 0 - - 0 - - 0 - -
16 Porteman Eric 28291 640 BEL 1932 0 - - 5 N 5 3 B 5 9 N 0 8 B 5 6 B 1 4 N 0
Bijkomende informatie in verband met toernooien waarin (nog) niet
geklasseerde spelers deelnemen
Indien een gesloten groep niet geklasseerde spelers bevat, zal voor hen een fictieve
ELO worden bepaald op basis van de resultaten die ze behaald hebben tegen
geklasseerde tegenstanders op voorwaarde dat er minstens 2 resultaten zijn.
(gemiddelde ELO van de tegenstanders aangepast met een factor op basis van het
435
maar wel als dusdanig opgelegd door Daniel Halleux toen Pairtwo werd geprogrammeerd voor
deze faciliteit
255
behaalde resultaat). Dit systeem laat toe om sneller een klassement toe te kennen aan
niet geklasseerde spelers.
Dit mechanisme is efficiënt vanaf dat er minstens twee niet geklasseerde spelers in één
groep aantreden. Chess Manager past dit principe toe en plaatst de fictieve ELO in het
aangemaakte bestand in de kolom « ELO » en vermeldt de code « *** » in de kolom
« Nat » wat toelaat vast te stellen dat het om een fictieve ELO gaat.
Er zijn twee soorten berekeningen, de ene voor gesloten en de andere voor open
toernooien.
Hierbij de uitleg voor een gesloten toernooi
Toewijzing van een GLOBALE performantie van de NG (niet geklasseerden) tegen de
geklasseerde spelers en toewijzing van deze fictieve ELO aan de NG met de indicatie
"***" in de kolom "Nat"
Voorwaarde van toepassing: minimum 2 NG EN 2 geklasseerden
Definitie van een NG : aantal partijen in PLAYER < 20 ; Stamnummer >0
Voorbeeld:
Club: 618 CNTE - Centrale Nucléaire Tihange Echecs
Rue Velbruck, 22, 4540 AMAY, tél.: 085/31.23.56
DT : HLX, tél.: 0477/56.00.73
TEST (00TST1B) - du 01/10/2000 au 18/11/2000
Tournoi complet - Simple rondes - 8 joueurs - Timing: 40c/2h, 1h KO
11 8 72000100120001118
N° Nom Matr. Clb Nat ELO 991230 991230 991230 991230 991230 991230 991230
1 ROMBOUTS ANDRE 66052 618 1150 8 N 0 2 N 1 3 B 0 4 N 0 5 B 5 6 N 0 7 B 1
2 MAZZOCCATO DOMINIQUE 57754 618 *** 1222 7 N - 1 B 0 8 N 5 3 N 1 4 B 5 5 N 0 6 B 0
3 MAZZOCCATO ALLISON 85740 618 1150 6 N 1 7 B 0 1 N 1 2 B 0 8 N 0 4 N - 5 B 0
4 MEMETI MEMET 90131 618 1150 5 N 1 6 B 5 7 N 0 1 B 1 2 N 5 3 B - 8 N 1
5 LEPERSONNE DIDIER 86967 618 1374 4 B 0 8 B 5 6 N 5 7 B 1 1 N 5 2 B 1 3 N 1
6 MEMETI KUSHTRIM 67041 618 1150 3 B 0 4 N 5 5 B 5 8 B 1 7 N - 1 B 1 2 N 1
7 HALIN THIBAULT 55654 618 *** 1222 2 B - 3 N 1 4 B 1 5 N 0 6 B - 8 B 1 1 N 0
8 ORBAN FRANCOIS 78042 810 1519 1 B 1 5 N 5 2 B 5 6 N 0 3 B 1 7 N 0 4 B 0
In dit voorbeeld hebben de geklasseerde spelers een score van 6/11 ofwel 55% behaald
tegen de NG. Het gemiddelde van de ELO van de tegenstanders voor deze 11 partijen
is 1258 punten. De score van de NG is 45% en dus moet dit gemiddelde verminderd
worden met 36 punten wat een GLOBALE performantie geeft van 1222 punten. Het zijn
deze 1222 die vermeld moeten worden in het bestand met de indicatie « *** » in de
kolom « Nat ».
En de uitleg voor een open toernooi
Voorbeeld :
Club: 618 CNTE - Centrale Nucléaire Tihange Echecs
Rue Velbruck, 22, 4540 AMAY, tél.: 085/31.23.56
DT : HLX, tél.: 0477/56.00.73
TEST (00OPE$$) - du 11/11/2000 au 19/11/2000
Tournoi OPEN - 8 joueurs - Timing: 40c/2h, 1h KO
11 8 72000100120001118
N° Nom Matr. Clb Nat ELO 991230 991230 991230 991230 991230 991230 991230
1 ROMBOUTS ANDRE 66052 618 1150 8 N 0 2 N 1 3 B 0 4 N 0 5 B 5 6 N 0 7 B 1
2 MAZZOCCATO DOMINIQUE 57754 618 *** 1200 7 N 1 1 B 0 8 N 5 3 N 1 4 B 5 5 N 0 6 B 0
3 MAZZOCCATO ALLISON 85740 618 1150 6 N 1 7 B 0 1 N 1 2 B 0 8 N 0 4 N - 5 B 0
4 MEMETI MEMET 90131 618 1150 5 N 1 6 B 5 7 N 0 1 B 1 2 N 5 3 B - 8 N 1
5 LEPERSONNE DIDIER 86967 618 1374 4 B 0 8 B 5 6 N 5 7 B 1 1 N 5 2 B 1 3 N 1
6 MEMETI KUSHTRIM 67041 618 1150 3 B 0 4 N 5 5 B 5 8 B 1 7 N - 1 B 1 2 N 1
7 HALIN THIBAULT 55654 618 *** 1257 2 B 0 3 N 1 4 B 1 5 N 0 6 B - 8 B 1 1 N 0
8 ORBAN FRANCOIS 78042 810 1519 1 B 1 5 N 5 2 B 5 6 N 0 3 B 1 7 N 0 4 B 0
Voor een open toernooi is het iets ingewikkelder. Voor elke NG die andere NG’s heeft
ontmoet wordt eerst de performantie van deze NG’s tegen de geklasseerde spelers
berekend. Speler nr 2 heeft een score van 2/6 ofwel 33%. De gemiddelde ELO van zijn
tegenstanders is 1249 waarvan 125 punten afgehaald worden overeenkomstig zijn
resultaat van 33% wat leidt tot een performantiescore van 1124 ELO.
256
Speler nr 7 heeft een resultaat van 3/5 tegen een gemiddelde van 1269 en dus een
performantie van 1341 ELO.
Vervolgens worden beide ELOs geïnjecteerd in de tabel en wordt de performantie van
beide spelers herberekend, ook rekening houdend met deze ELOs van de NGs. Dit wordt
herhaald totdat de performantie van beide spelers niet meer verandert.
In het voorbeeld hierboven leidt dit uiteindelijk tot een performantie voor speler 2 van
1200 ELO en voor speler 7 van 1257 ELO (na 5 herberekeningen)
ELO & Buitenlandse toernooien
Verwerking van resultaten van toernooien die in het buitenland gespeeld zijn
Enkel de door de FIDE opgenomen resultaten eveneens in aanmerking komen
voor verwerking in de Belgische ELO-klassering, op voorwaarde dat zij
elektronisch invoerbaar zijn. Hieruit volgt ook dat het niet langer nodig is om voor de
aanvang van het buitenlandse toernooi een aanvraag in te dienen voor de verwerking
van de resultaten voor de Belgische ELO.
10. Klassering van de speler
i. Beheer van de resultaten uit toernooien gespeeld in het buitenland (Foreign
tournaments)
Spelers die volgens de FIDE aangesloten zijn bij de KBSB en die in België
verblijven: al hun resultaten die voor de FIDE-berekening verwerkt werden
worden ook verwerkt voor het Belgische klassement op voorwaarde dat de
automatische verzameling van deze gegevens mogelijk is.
Spelers die volgens de FIDE niet aangesloten zijn bij de KBSB of spelers die
volgens de FIDE aangesloten zijn bij de KBSB maar niet in België verblijven: in
tegenstelling met wat vermeld staat in de punten a tot h van het huidig artikel,
wordt hun Belgische ELO-quotering gelijkgesteld aan hun FIDE-quotering (1).
Uitzonderingen : Echter de ELO-quotering van betrokken spelers zal dezelfde
blijven als de Belgische ELO-quotering als, na een gemotiveerde aanvraag door
de betrokken speler of zijn club, de nationale klassementsleider van oordeel is
dat de Belgische ELO-quotering representatiever is wat de sterkte van de speler
betreft als de FIDE-quotering. (2)
(1) In de klasseringlijst PLAYER.DBF wordt bij deze spelers het veld ADVERSAIRE
(vertaald tegenstander) leeggelaten en in het veld PERFORMANCE(vertaald prestatie)
wordt de correctie ten opzichte van de initieel berekende Belgische ELO-quotering
geplaatst en het veld “=” bevat de waarde 9.
(2) In de klasseringlijst PLAYER.DBF wordt de nationaliteit van de speler gevolgd door
een “+” en het veld “=” bevat de waarde 5.
257
Toegestane tempo’s
Om in aanmerking te komen voor ELO-verwerking moet het tempo van de partijen
beantwoorden aan volgende minimale periodes. Deze minima zijn opgemaakt in de
veronderstelling dat een partij 60 zetten duurt, en moeten dus voldaan zijn voor een
partij van 60 zetten.
Indien minstens één van de deelnemers een rating heeft van 2200 ELO of meer,
dient elke speler minstens 120 minuten te hebben voor de partij.
Indien ten minste één deelnemer een rating heeft van 1600 ELO of meer, dient
elke speler te beschikken over minstens 90 minuten voor de partij.
Indien alle spelers een rating hebben onder 1600 ELO, moet elke speler minstens
60 minuten hebben voor de partij.
Voorbeelden van toegestane tempo’s:
Alle zetten in 2 uur.
40 zetten in 75 minuten, gevolgd door alle zetten in 15 minuten, met toevoeging
van 30 seconden na elke zet.
40 zetten in 90 minuten, gevolgd door alle zetten in 30 minuten.
Partijen die gespeeld zijn met een tempo dat kleiner is dan de hierboven vermelde
minima komen niet in aanmerking voor verwerking.
Het is aangewezen dat de eerste tijdscontrole steeds over 40 zetten wordt gespeeld.
Deze uniformisatie komt de spelers ten goede.
Er mogen niet meer dan 3 ronden per dag gespeeld worden, en de totale speeltijd mag
niet hoger zijn dan 12 uur per dag.
Om in aanmerking te komen voor titel normen moet het toernooi gespeeld
worden met in acht name van het volgende
Er mogen niet meer dan 12 uur spel per dag zijn. Dit wordt gerekend op basis van
partijen die 60 zetten duren (langere partijen met incrementele tijd mogen dus langer
duren)
Er mogen niet meer dan twee ronden per dag gespeeld worden.
De minimum tijd voor een partij bedraagt, zonder incrementen, 2 uur voor 40 zetten
gevolgd door 30 minuten voor de rest van de partij. Met increment is de minimum
tijdsduur 90 minuten voor de partij met een minimale increment van 30 seconden per
zet.
258
Verwerking van toernooiresultaten voor FIDE ELO
Homologatie
Ten minste één maand voor aanvang van het toernooi moet de organisator van het
toernooi een aanvraag indienen. Deze aanvraag moet verstuurd worden aan de FIDE
Verantwoordelijke Luc Cornet EN aan de klassements-verantwoordelijke Daniel Halleux
en moet de volgende toernooigegevens bevatten: naam van het toernooi; naam, adres,
email en telefoonnummer van de organisator; naam van de scheidsrechter(s);
speeltempo; datum en uur van de ronden; speellokaal. Nadat het toernooi aanvaard
werd voor homologatie zal dit gepubliceerd worden op de KBSB-website in de lijst van
toernooien die in aanmerking komen voor één van de eerstvolgende FIDE ELO-lijsten.
Een bevestigingsemail zal aan de organisator gezonden worden. Het
homologatieformulier kan op de website van de FIDE gevonden worden.
FIDE Registratie van Internationale Toernooien
De FIDE voorziet een overkoepelende organisatie van belangrijke diensten zoals het
categoriseren van toernooien en het toewijzen van titels en normen. FIDE behoort voor
deze diensten vergoed te worden. Bij registratie zal FIDE de kalender van belangrijke
toernooien zorgvuldig in de gaten houden om eventuele conflicten te vermijden.
Registratie bestaat uit:
(a) Certificatie van de nationale federatie die het toernooi goedkeurt.
(b) Het rapport van de Arbiter dat niet later dan twee weken na het einde van het
toernooi wordt verzonden, met daarin details van de resultaten, de categorie van
het toernooi, de behaalde normen, de ratings van de spelers, eventuele protesten
en andere belangrijke incidenten.
(c) De nationale federaties binnen wiens territoria internationale competities worden
georganiseerd, dienen deze te registreren bij het FIDE Secretariaat; een lijst met
geregistreerde toernooien zal regelmatig worden gepubliceerd; de federaties zullen
éénmaal per jaar een factuur krijgen voor alle registraties gebaseerd op volgende
indeling:
(d) De registratiebijdrage is bepaald volgens:
Toernooien met gemiddelde rating tot 2300 : 50 euro
Toernooien met gemiddelde rating tot 2400 : 100 euro
Toernooien met gemiddelde rating tot 2500 : 150 euro
Toernooien met gemiddelde rating tot 2600 : 200 euro
Toernooien met gemiddelde rating boven 2600 : 300 euro
Zwitserse toernooien : Aantal spelers vermenigvuldigd met 1 euro.
Ploegentoernooien en “Scheveningen” toernooi : 1 euro per speler, geen
maximum.
Matches : volgens de gemiddelde rating hierboven.
(e) De maximale factuur voor elke federatie bedraagt 15 000 euro per jaar
(f) Voor dames toernooien wordt geen registratiebijdrage geïnd. Registratie bij de
FIDE is echter wel vereist.
(g) Kleine toernooien zoals lokale Zwitserse toernooien zijn vrijgesteld van
registratiebijdragen
(h) Het Secretariaat zal de registratiebijdrage kwijtschelden voor een toernooi waarin
minder dan 5 resultaten voor rating zijn gerapporteerd
(i) Aankondigingen voor open toernooien dienen per e-mail verzonden te worden (in
ASCII tekst) naar de FIDE voor publicatie op de FIDE website
259
Report Form for the Registration of International Competitions
Federation:
Organizer:
Tournament Name:
City:
Start Date:
End Date:
Projected number of players:
Number of rounds:
Time Limits: moves in hours; then moves in hour
Level/Type of tournament:
Projected Category:
GM
IM
Rating
Swiss system
Team Tmnt.
Scehveningen
Individual Match
Team Match
Manner of choice of participants
Invitation
Open to all
Qualification
Representatives
Other:
Chief Arbiter:
Organizer:
Address:
Phone :
Email:
GSM:
Place
Date
Signature/Seal of Federation
260
Na afloop van het toernooi
De hierna vermelde data moeten in elektronisch formaat binnen de 14 dagen na het
einde van het toernooi aan de klassementsverantwoordelijke Daniel Halleux worden
verstuurd, die ze na controle doorstuurt aan de FIDE Verantwoordelijke Luc Cornet. Een
boete van 70 zal verrekend worden aan de organisator die deze periode niet
respecteert.
De data die per email moeten verzonden worden, zijn:
De PairTwo SWS file na de laatste ronde; de toernooigegevens moeten met de
grootste nauwkeurigheid vervolledigd worden (naam van het toernooi,
toernooisysteem, scheidingssysteem, speeltempo, begin- en einddatum van het
toernooi, datum van elke ronde, naam van de scheidsrechter(s), FIDE-
stamnummers, naam van de spelers, enz., …). De verbetering van eventuele
ontbrekende gegevens moet verplicht binnen de 14 dagen na het einde van het
toernooi worden uitgevoerd. Indien dit niet het geval is, zal de boete van 70
worden opgelegd.
Een PGN-file die alle partijen van het toernooi bevat: verplicht een file in ZIP- of
RAR-formaat met de foto’s van alle deelnemers; elke foto moet van het JPEG- of
GIF-type zijn met 160x200 px verticale
In het geval er normen worden behaald in een toernooi, dan dient de speler de
hoofdwedstrijdleider of de toernooileider te contacteren. Deze dient dan een
FIDE-certificaat samen te stellen en ondertekend te bezorgen aan de FIDE
Verantwoordelijke Luc Cornet.
261
Geschiedenis van de VSF
Eind jaren 70 werd België gefederaliseerd. Ook de schaakwereld volgde voornamelijk
met als doel subsidies te verkrijgen van de Vlaamse Gemeenschap. Op die manier
ontstond de VSF, op 17 september 1977 door onderstaande stichters opgericht: Adams
Marcel, Coppens Johan, Peleman Tony, Van Acker Noël, Van Damme Paul, Van Den
Berghe Roger, Van Soom Herman, Verkouille Richard, Wauters Guy.
Niet lang daarna (in 1980) nam de vereniging de organisatie “Vlaamse jeugdschaak”
over die reeds eerder opgericht was en met als voorzitter op dat moment Guy Wauters.
Voorzitters
1979 1982 Marcel Adams
1983 1995 Jean Janssens
1995 1997 Johan Verbeke
1997 1999 Jan Gooris
1999 2002 Simonne Soetewey (interim)
2003 Bernard Malfliet
2004 Johan Verbeke
2005 2006 Bernard Malfliet
2006 2009 Chris Ghysels
2009 2011 Tom Piceu
2011 2014 Jean-Pierre Haverbeke
2015 heden Bart Van Tichelen
De eerste jaren van VSF (tekst Marcel Adams)
436
Naar aanleiding van het 20-jarig bestaan van V.S.F. heeft voorzitter Jan Gooris mij
gevraagd, als medestichter en eerste voorzitter, naar een historisch overzicht. Ik heb
dit gedeeltelijk aanvaard, namelijk voor de periode waarin ik het voorzitterschap heb
waargenomen, en in de mate waarin archieven nog beschikbaar zijn en mijn geheugen
betrouwbaar.
Hierna gaat dan een overzicht van de in mijn ogen voornaamste feiten en
gebeurtenissen uit de aanvangsjaren, zo mogelijk aangevuld met commentaar. Mijn
dank gaat hierbij naar de heren Van Acker en Verbeke voor het beschikbaar stellen van
documentatie terzake in hun bezit. Voor mogelijke aanvullingen en/of rechtzettingen,
sta ik steeds open.
Wat vooraf ging
Reeds voor de regionalisering van de nationale bond was, op initiatief van R. Van den
Berghe, in 1976 de V.Z.W. Vlaamse Jeugdschaak opgericht. De statuten vermeldden
vijftien stichters en werden goedgekeurd in november 1977, maar verschenen pas in
het Belgisch Staatsblad van 7 September 1978 (!)
Anderzijds werd, eveneens in 1976, op K.B.S.B. niveau een commissie ingesteld om
een mogelij.ke regionalisering van de nationale bond te onderzoeken. Deze commissie
bestond uit toenmalig bondsvoorzitter P.Mauquoy en verder, in alfabetische orde,
A.Breda, J.Conings, M.Goormachtigh, H.Hernalsteen, R.Hubert, J.Janssens, J.Marquet,
A.Schepkens, J.Tonoli, N.Van Acker, P.Van Damme en ik zelf, door de voorzitter als
verslaggever aangezocht.
Die commissie vergaderde op 16 oktober, 6 november en 18 december 1976.
Onderzocht werd vooral in welke mate en in welke zin de statuten van de nationale
bond dienden aangepast te worden. Het ging duidelijk niet om een communautaire
aangelegenheid, maar in de eerste plaats om ruimere financiële mogelijkheden voor het
schaken. Tijdens de vergadering van 18 december werd afgesproken dat de voorzitter
een ontwerp van regionalisering zou uitwerken, na een onderhoud met de heer Van Ael
436
Tot op heden een belangrijk document om te begrijpen hoe en waarom VSF ontstond.
262
(toen minister van Franse Cultuur) en Van den Bossche (B.L.O.S.O.). De commissie is
dan een stille dood gestorven, nadat voorlopig van verdere vergaderingen werd
afgezien, in afwachting van het in uitzicht gestelde decreet inzake erkenning en
subsidiering van de landelijk georganiseerde sportverenigingen.
Begin 1977 was er dan, op initiatief van L.Watteeuw, voorzitter van liga Oost
Vlaanderen, een contact met de Vlaamse ligavoorzitters over een mogelijke
regionalisatie.
Op 2 maart 1977 werd het verwachte decreet goedgekeurd, om in werking te treden op
1 januari 1978.
Een aantal mensen waren toen van oordeel dat zo spoedig mogelijk het nodige moest
gedaan worden om mee van deze nieuwe bron van financiering te kunnen genieten, en
dat de eerste noodzakelijke stap daartoe de regionalisering van de nationale bond was.
Na publicatie van het decreet in het Belgisch Staatsblad van 10 mei 1977 werden langs
Vlaamse kant dan ook de koppen bijeen gestoken en, op initiatief van J.Janssens,
besloten tot een vergadering voor alle Vlaamse kringen op 12 juli te Hoboken.
De opkomst was eerder aan de magere kant : er waren vertegenwoordigers van de
kringen Mat of Pat, Oude God, Moretus, Merksem, Borgerhout, Deurne, Beveren, Kessel
Lo, Dendermonde, en de al vroeger opgerichte Vlaamse Jeugdschaak.
Ik gaf er een overzicht van de bij decreet voorziene voorwaarden tot erkenning en
subsidiering van de erkende verenigingen :
- basistoelage van 50 000 tot 100 000 BEF
- 75% van alle werkingskosten : tijdschrift, drukwerk, verplaatsingen, (verplichte)
verzekering ...
- 90 tot 50% van de personeelskosten (afnemend met het aantal betrokkenen)
Hoewel, gezien de relatief geringe opkomst, niet iedereen hiermee akkoord ging, werd
toch besloten verder te werken aan een Vlaamse Schaakfederatie. Er was immers noch
vooraf, noch tijdens de vergadering, enig mondeling of schriftelijk bezwaar geuit.
Er werd een commissie verkozen, bestaande uit vijf personen : P.Van Damme,
T.Peleman, R.Van den Berghe, H.Van Soom (secretaris) en ik zelf (voorzitter)
In een drietal avondlijke besprekingen met H.Van Soom, G.Wauters en ik zelf werd een
ontwerp van statuten uitgewerkt , om voorgelegd te worden aan een volgende
algemene vergadering. Die werd gepland te Sint Niklaas, op 17 September.
Definitieve oprichting
Deze nieuwe vergadering werd beroepen voor de definitieve oprichting van de federatie
en goedkeuring van de statuten. Er waren nu 43 aanwezigen, die 35 kringen
vertegenwoordigden.
Na een nieuwe uiteenzetting over de draagwijdte van het decreet van 2 maart 1977,
stemde de vergadering in :
- met de oprichting van de Vlaamse SchaakFederatie
- met het voorgelegde ontwerp van statuten
- met de oprichting van een commissie die als voorlopige beheerraad zou fungeren (zie
de eerste vergadering van 12 juli)
De oprichtingsakte verscheen in het Belgisch Staatsblad van 16 februari 1978 en
vermeldt als stichters (in deze orde) : M.Adams, T.Peleman, P.Van Damme, G.Wauters,
R.Verkouille, R.Van den Berghe, H.Van Soom, J.Coppens, N.Van Acker,
De eerste stap op weg naar de regionalisatie van de nationale bond was gezet.
263
Regionalisering van de K.B.S.B.
Tijdens de statutaire jaarvergadering van de nationale bond op 2 oktober 1977 werd
beslist over de regionalisatie, die als punt 9 voorkwam op de dagorde.
Voorzitter P.Mauquoy gaf vooreerst een overzicht van de werkzaamheden van de
vroeger opgerichte commissie, In afwachting van het in uitzicht gestelde decreet heeft
deze commissie haar werkzaamheden niet verder gezet.
Wanneer het decreet dan in mei 1977 verscheen, werd gezegd dat het niet van
toepassing zou zijn op de denksporten, waarvoor een tweede decreet in uitzicht werd
gesteld. De voorzitter achtte het weinig waarschijnlijk dat schaken gesubsidieerd zou
worden en stelde derhalve voor het verschijnen van dit decreet af te wachten alvorens
verder te handelen.
Ik heb dan herinnerd aan het tot stand komen van V.S.F. en aan de formele beloften
van subsidiëring vanwege B.L.O.S.O. vertegenwoordigers, ook bij mogelijk negatief
advies van de Hoge Raad voor de Sport.
Met medewerking van o.m. toenmalig nationaal jeugdleider R.Van den Berghe werd
namens V.S.F. een motie ingediend, strekkend tot :
- erkenning van V.S.F. als vertegenwoordiger bij de bond van de kringen uit het
Nederlandstalig landsgedeelte;
- aanstelling van een commissie met zowel Nederlands- als Franstaligen tot herziening
der structuur en statuten van de K.B.S.B.
- het toestaan van een stichtingssubsidie aan V.S.F.
Hierop volgden verschillende heftige tussenkomsten pro en contra, waarbij het betoog
van een bezadigde R.Beyen vermoedelijk heeft bijgedragen tot de uitslag van de
stemming over de V.S.F. motie die, luidens het verslag van de vergadering, "bij
meerderheid tegen minderheid" werd aangenomen en die, bij uitbreiding, ook gold voor
de Frans- en Duitstaligen.
Na nog talrijke tussenkomsten werd uiteindelijk aan V.S.F. toegezegd :
- een subsidie tot dekking der kosten van publicatie der V.S.F. statuten in het
Staatsblad;
- een lening van maximum 30 000 BEF
In zijn openingsrede had voorzitter Mauquoy al benadrukt dat zijn - al langer
aangekondigd - ontslag als nationaal voorzitter vooral was ingegeven door
beroepsredenen, maar door de omstandigheden verhaast werd ...
Als mogelijke opvolgers waren er de kandidaturen van de Heren J.Bossuyt, A.Vermandel
en G.Heynen. Zij behaalden respectievelijk 56, 55 en 7 stemmen, bij 2 onthoudingen.
Vermits geen kandidaat een absolute meerderheid had behaald, moest tot een nieuwe
stemming worden overgegaan, maar A.Vemandel verklaarde dan zijn kandidatuur in te
trekken, Waarna J.Bossuyt tot nieuwe voorzitter geproclameerd werd.
Een commissie werd opgericht om voorstellen uit te werken tot aanpassing der K.B.S.B.
statuten. Maakten er deel van uit : de Franstaligen A.Breda, H.Douha en R.Willaert, en
als Nederlandstaligen : G.Wauters, H.Van Soom en ikzelf. Deze commissie vergaderde
drie maal : de eerste twee keren met A.Breda, H.Van Soom en ik, een derde maal met
de voornoemden + H.Douha.
Een consensus werd bereikt over een ontwerp tekst die werd voorgelegd aan een
buitengewone algemene vergadering van de K.B.S.B. op 17 juni 1978 en door haar
aanvaard. De regionalisering van de bond was een feit.
Eerste stappen
264
Op 9 november 1977 hadden G.Wauters en ik een ontmoeting met Dr Van den Bossche
van B.L.O.S.O. Hier bleek al dat er weinig kans was op de erkenning van schaken als
sport, maar dat een afzonderlijk decreet voor de denksporten (bridge, dammen,
schaken...) tot de mogelijkheden behoorde.
Mijn daaropvolgend verzoek om een onderhoud met minister De Backer - Van Ocken
(Nederlandse Cultuur) werd door deze laatste doorverwezen naar haar kabinetsattache
De Donder ; het leidde tot geen resultaat.
In een brief van voornoemde minister d.d. 25 april 1978 vernamen we dan officieel dat
we, ingevolge ongunstig advies van de Hoge Raad voor de Lichamelijke Opvoeding, de
Sport en het Openluchtleven, niet erkend werden, maar wel een toelage van 100 000
BEF kregen toegewezen voor werkingskosten, voorbereiding topspelers, deelname aan
internationale wedstrijden, organisatie van wedstrijden. De Vlaamse Jeugdschaak kreeg
50 000 BEF.
Tijdens de beheerraadsvergadering van 10 december 1977 waren volgende functies
verdeeld : voorzitter M.Adams, tweede ondervoorzitter N.Van Acker, secretaris H.Van
Soom, wedstrijdleider R.Verkouille, tijdschrift T.Peleman, public relations J.Coppens.
In februari 1978 werd de eerste statutaire jaarvergadering gehouden te Knokke-Heist.
Naast bevestiging der leden van de beheerraad, aangewezen tijdens de
stichtingsvergadering, werden ook J.Lingier, B.Vandermeulen en F.Vlaeminck
opgenomen in de beheerraad.
In april 1978 werd besloten tot het opstellen van een huishoudelijk reglement, dat er
pas in 1982 kwam. Nog in 1978 konden we uitpatken met een eigen logo ontworpen
door de heer Rodriguez. En V.S.F. kreeg een plaats in het tijdschrift van de Vlaamse
Jeugdschaak.
Verdere Evolutie
Nu volgt een zo getrouw mogelijk chronologisch overzicht van latere feiten en
gebeurtenissen, op een uitzondering na zonder verder commentaar.
1979
We tellen ongeveer 2 200 aangeslotenen. J.Lingier wordt penningmeester. Ontslag van
secretaris H.Van Soom - N.Van Acker volgt hem op en gelast zich met briefwisseling en
verslagen, ik neem de ledenadministratie waar
1980
Eerste inrichting van een eigen bekercompetitie voor ploegen. Statutaire
jaarvergadering te Hasselt - ontslag van G.Wauters als eerste ondervoorzitter - het
bestuur bestaat uit : voorzitter M.Adams, ondervoorzitters J.Janssens en M.Aerssens,
secretaris N.Van Acker, penningmeester J.Lingier, wedstrijdleider R.Van Nevele, adjunct
R.Verkouille, Jeugdleider G.Wauters, Jeugdsecretaris L.Verstappen, public relations
J.Coppens.
Uit een brief van minister De Backer - Van Ocken ( april 1980) betreffende het decreet
voor de denksporten : " ...kan ik U melden dat dit nog steeds in het stadium van
voorbereidende besprekingen is, samen met de instellingen voor vormingswerk inzake
sportaangelegenheden ..."
Ontbinding van Vlaamse Jeugdschaak met uitwerking op 31 december 1980, ge-stemd
door een buitengewone algemene vergadering van 8 november, nadat een eerste
vergadering op 4 oktober niet de wettelijk vereiste aanwezigheid kende.
1981
Samenstelling van het bestuur na de statutaire jaarvergadering : voorzitter M. Adams,
ondervoorzitter J.Janssens, secretaris N.Van Acker, penningmeester J.Lingier,
265
toernooileider R.Van Nevele, adjunct R.Verkouille , tijdschrift F.De Simpelaere,
jeugdleider G.Wauters, jeugdsecretaris L.Verstappen
Een eigen V.S.F. Info ziet het licht onder leiding van F.De Simpelaere. Ontslag van de
bestuursleden J.Coppens en J.Lingier - laatstgenoemde wordt opgevolgd door
G.Wauters.
Deelname aan het Sportsalon op de Heizel te Brussel : via een uitnodiging aan de
K.B.S.B. die er geen brood in zag, werd besloten deel te nemen aan het jaarlijks Sport-
en Vakantiesalon te Brussel. We hadden er een stand , in samenwerking met de heer
Schols, vader van de jeugdige Anderlechtbelofte Joel Schols en die pas een
schaakwinkel had opgestart. Samen met voornoemde waren van V.S.F. zijde om
beurten N.Van Acker, J.Janssens, J.Lingier en ikzelf aanwezig van 21 tot 29 maart. De
oogst was uiterst gering : slechts een geinteresseerde, wonend in Lier en die aansloot
bij S.K.Oude God om na een twee/drietal jaren met stille trom terug te vertrekken. Het
experiment bleek, gezien de financiele implicaties, niet voor herhaling vatbaar. We
ontvingen overigens de volgende jaren ook geen uitnodiging meer. De inrichters hadden
blijkbaar een voorkeur voor nationale bonden ...
Eerste cursus wedstrijdleider met 30 deelnemers. De door V.S.F. benoemde
wedstrijdleiders worden erkend door de K.B.S.B. Subsidie van Nederlandse Cultuur :
150 000 BEF. Voor het eerst wordt het idee van een beschermde kalender gelanceerd.
Er komt een commissie voor het ontwerpen van een huishoudelijk reglement en maken
er o.m. deel van uit : N.Van Acker, J.Van Emmelo, Dewel, M.Adams. Medewerking aan
schaaklessen op de Nederlandse radio en televisie. Door een buitengewone algemene
vergadering op 25 april werden de eigen statuten grondig gewijzigd.
1982
We tellen 2593 leden. Samenstelling van het bestuur : voorzitter M. Adams, tweede
ondervoorzitter J.Janssens, secretaris N.Van Acker, penningmeester G.Wauters,
toernooileider R.Van Nevele, tijdschrift F.De Simpelaere, Jeugdleider D.De Ridder,
jeugdsecretaris E.Danneels, kadervorming R.Verkouille. Ontslag L.Verstappen als
jeugdsecretaris en M.Aerssens als ondervoorzitter. Bij de K.B.S.B. wordt de afschaffing
gevraagd van het bondsblad - info aan de kringen moet door de federaties verstrekt
worden. G.Lamote neemt de ledenadministratie over. Het ontwerp reglement van
inwendige orde is (eindelijk !) klaar
In Antwerpen wordt een Vlaamse SportFederatie opgericht. Na een eerste vergadering
en verklaring van toetreding van onzentwege , wordt er niets meer over vernomen...
Einde 1982 neemt de heer Adams na een dispuut over het elo-dossier ontslag en wordt
Jean Janssens de nieuwe voorzitter
266
Statuten van de VSF
437
Hoofdstuk 1: Naam, zetel, doel en duur
Art. 1 De naam van de vereniging luidt “Vlaamse Schaakfederatie” afgekort “VSF”. De
VSF is een vereniging zonder winstoogmerk (v.z.w.)
Art. 2 De maatschappelijke zetel van de vereniging is gevestigd op het adres van de
voorzitter van de vereniging dat in België ligt, meer bepaald in het Nederlands
taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel Hoofdstad. Alleen de rechtbanken van
het gerechtelijk arrondissement waarin de zetel van de vereniging is gevestigd zijn
bevoegd bij elke juridische procedure.
Art. 3 De maatschappelijke zetel van de vereniging is gevestigd Lindestraat 81, 2800
Mechelen en ressorteert onder het gerechtelijk arrondissement Antwerpen.
Art. 4 De Vlaamse Schaakfederatie heeft tot doel de schaaksport in het Nederlands
taalgebied evenals in het tweetalig gebied Brussel Hoofdstad in al haar facetten te
bevorderen en kan hiervoor alle wettelijke daden stellen die zij nodig acht. Zij kan
hiervoor alle mogelijke initiatieven ontwikkelen zoals het inrichten van toernooien, het
organiseren van opleidingen voor schakers, bestuurders, schaaktrainers,
wedstrijdleiders. Voor de uitwerking van projecten kan de vereniging in het kader van
haar doelstellingen contacten leggen met andere organisaties die gelijkaardige
doelstellingen nastreven, evenals met alle mogelijke overheden of overkoepelende
organisaties. In het bijzonder zal de vereniging instaan voor het organiseren van de
verschillende Vlaamse schaakkampioenschappen, daarenboven worden scholen
(schoolgemeenschappen) en jeugdschaak in het algemeen bijzonder ondersteund in
hun werking en wordt een extra inspanning gedaan om het schaken te integreren in
het onderwijs om op die wijze bepaalde vaardigheden uit te breiden.
De vzw maakt geen deel uit van organisaties van politieke, godsdienstige of
filosofische aard, zij aanvaardt in haar werking de principes en de regels van de
democratie en tevens de rechten van het kind en het Europees Verdrag tot
bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden welke zij
onderschrijft en uitdraagt.
Art. 5 De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur.
Hoofdstuk 2: De effectieve leden van de vereniging
Art. 6 De vereniging werd op 17 september 1977 door onderstaande stichters
opgericht.
Adams Marcel, Ellebroecken 13, Mortsel
Coppens Johan, F. Van Torrestraat 37, Heist
Peleman Tony, Eikelstraat 38, Berchem
Van Acker Noel, Stoktmolenstraat 9, Tielt
Van Damme Paul, Breestraat 107, Dendermonde.
Van Den Berghe Roger, Beukenstraat 16 Evergem
Van Soom Herman, R. Verhulstlaan 40 Wommelgem
Verkouille Richard, Van Biesbroeckstraat 80, Gentbrugge
Wauters Guy, Rozenbroekstraat 51, St. Amandsberg
Art. 7 De vereniging telt minimaal drie effectieve leden, hierna “lid” of “leden”
genoemd. De term “lid” of “leden” is geen verzamelnaam voor alle soorten leden maar
slaat enkel op de effectieve leden van de vereniging
De vereniging bestaat uit volgende effectieve leden:
437
Gestemd op de algemene vergadering van 25 Maart 2017
267
-regionale afdelingen, hierna liga's genoemd. Hun aantal en bevoegdheden
worden door een algemene vergadering vastgelegd en gebeurlijk gewijzigd. Bij het
van kracht worden van de huidige tekst zijn er vijf liga's:
Schaakliga Antwerpen vzw,
Schaakliga Limburg vzw,
Liga Oost-Vlaanderen vzw,
Schaakverbond Vlaams Brabant en Brussel,
West-Vlaamse Schaakliga vzw;
-de leden van de raad van bestuur.
Het lidmaatschap van een vereniging is voorbehouden aan eenieder die in principe
bekwaam is om overeenkomsten af te sluiten. Dit betekent dus ook dat
rechtspersonen kunnen toetreden als lid van de vzw. Een feitelijke vereniging kan
enkel lid zijn van de vzw bij persoonlijke vertegenwoordiging van één of meer van
haar leden die ten persoonlijke titel lid is (zijn) van de vzw. In dit geval zijn de Liga’s
die geen rechtsbekwaamheid bezitten lid in hoofde van hun voorzitter en zijn de
bestuurders van betreffende Liga samen met hem solidair en ondeelbaar
verantwoordelijk voor de engagementen door deze genomen voor zijn Liga.
Toegetreden leden zijn onder meer alle schaakkringen aangesloten bij een liga en de
leden van die kringen, deze laatsten ook wel spelers genoemd. Naast deze
toegetreden leden kan de raad van bestuur nog andere toegetreden leden aanvaarden
(zie hoofdstuk 8 van de statuten), voor zover ze deze nieuwe toegetreden leden
formeel laat goedkeuren op de eerstvolgende Algemene Vergadering.
Art. 8 Aansluiting van leden.
Kandidaat leden, zijnde natuurlijke- of rechtspersonen, dienen hun kandidatuur tot
hun toetreding schriftelijk in te dienen op de maatschappelijke zetel van de
vereniging.
De raad van bestuur zal op basis van de ingediende aanvraag en beschikbare
gegevens beslissen over de toetreding. De raad van bestuur kan tussen twee
algemene vergaderingen maximaal drie nieuwe effectieve leden laten toetreden. De
eerstvolgende algemene vergadering dient de toelating te bevestigen.
Art. 8 Bis. Uittreding van leden.
Leden die wensen uit te treden dienen dit schriftelijk mede te delen op de
maatschappelijke zetel van de vereniging.
Art. 8 Ter. Uitsluiting van een lid.
De uitsluiting van een lid kan enkel door de algemene vergadering worden
uitgesproken indien dit punt deel uitmaakt van de agenda en met twee derde van de
aanwezige leden of vertegenwoordigde stemmen.
Art. 9 Leden die niet tijdig dit is binnen de 30 dagen na ontvangst van de door de
vereniging regelmatig opgestelde factuur - hun lidmaatschapsbijdrage betalen worden
geacht uit de vereniging te treden.
Art. 10 Een lid dat ontslag neemt of wordt uitgesloten kan geen aanspraak maken op
het patrimonium van de vereniging en kan betaalde bijdragen niet terugvorderen.
Hoofdstuk 3: De algemene vergadering
Art. 11 De algemene vergadering wordt bijeengeroepen in de maand september of
oktober.
Een algemene vergadering wordt eveneens bijeengeroepen indien ten minste één
vijfde van de leden dit vragen. In dit geval gaat het om een Buitengewone Algemene
Vergadering (B.A.V.), alle in deze statuten opgenomen bepalingen zijn ook
268
rechtsgeldig op deze B.A.V. met dien verstande dat, om geldig te kunnen vergaderen,
minstens de helft van de leden dient aanwezig of vertegenwoordigd te zijn.
Art. 12 Tenminste vier weken voor de algemene vergadering wordt de uitnodiging met
de vermelding van de voorlopige dagorde verzonden naar de leden. Tenminste 10
dagen voor de vergadering wordt de definitieve dagorde met inbegrip van de
verslagen van de bestuurders, eventueel van het dagelijks bestuur evenals de
adviezen van de raad van bestuur en desgevallend het verslag van de commissarissen
of rekeningtoezichters en de verlies- en winstrekening naar de leden verzonden
inclusief de agendapunten/ amendementen die zijn toegevoegd door de leden. De
begroting wordt minstens vier weken voor de vergadering naar de leden verzonden.
Art. 13 Leden die een punt op de agenda wensen te plaatsen dienen dit uiterlijk twee
weken voor de vergadering schriftelijk kenbaar te maken bij de voorzitter en de
secretaris van de vereniging.
Art.14 De leden kunnen zich op de algemene vergadering laten vertegenwoordigen
door een ander lid of toegetreden lid van de vereniging. De volmacht drager kan
evenwel slechts één ander lid vertegenwoordigen. Daarenboven mag dit niet tot
gevolg hebben dat één lid de meerderheid zou bekomen op de algemene vergadering.
Art. 15 Aan elk lid wordt op de algemene vergadering 1 stem toegekend met dien
verstande dat aan de leden Ligas bovendien 1 stem per 50 sportbeoefenaars of breuk
ervan die zij vertegenwoordigen bij een Liga -wordt toegekend
438
.
Art. 16 Een besluit van de algemene vergadering is vereist voor:
1°de wijziging van de statuten en het huishoudelijk reglement, alsmede van de
toernooi- en wedstrijdreglementen;
2°de benoeming en de afzetting van de bestuurders ;
3°de benoeming en de afzetting van de commissarissen of rekeningtoezichters belast
met de controle op de jaarboekhouding en het bepalen van hun bezoldiging ingeval
een bezoldiging wordt toegekend;
4°de kwijting aan de bestuurders en de commissarissen of rekeningtoezichters;
5°de goedkeuring van de begroting en van de rekening;
6°de ontbinding van de vereniging;
7°de uitsluiting van een lid;
8°de uitsluiting van een toegetreden lid;
9°de omzetting van de vereniging in een vennootschap met een sociaal oogmerk;
10° het bepalen van de door de leden te betalen lidmaatschapsbijdrage voor het
volgend boekjaar;
11°de aanduiding van twee stemopnemers voor de algemene vergadering.
De bevoegdheden die wettelijk toekomen aan de algemene vergadering kunnen niet
overgedragen worden aan een derde.
Art. 17 Bij het nemen van besluiten mag niet afgeweken worden van de verdeelde
dagorde, tenzij met unanieme aanvaarding van de aanwezige of vertegenwoordigde
leden.
Over een statutenwijziging kan de algemene vergadering alleen op geldige wijze
beraadslagen en besluiten wanneer de wijzigingen uitdrukkelijk zijn vermeld in de
oproeping en wanneer ten minste twee derde van de leden op de vergadering
aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Een wijziging kan alleen worden aangenomen met
een meerderheid van twee derde van de stemmen van de aanwezige of
438
Dus elke liga heeft één stem plus een stem per 50 leden. 280 leden is 7 stemmen, 420 leden
is 10 stemmen, etc…
269
vertegenwoordigde leden. Wanneer de wijziging evenwel betrekking heeft op het doel
of de doeleinden waarvoor de vereniging is opgericht, kan zij alleen worden
aangenomen met een meerderheid van vier vijfde van de stemmen van de aanwezige
of vertegenwoordigde leden. Ingeval op de eerste vergadering minder dan twee derde
van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kan een tweede vergadering worden
bijeengeroepen, die geldig kan beraadslagen en besluiten alsook de wijzigingen
aannemen met de meerderheden bedoeld in het tweede of het derde lid ongeacht het
aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden. De tweede vergadering mag niet
binnen de vijftien dagen volgend op de eerste vergadering worden gehouden.
Art. 18 Op voorstel van een commissie ad hoc stelt de algemene vergadering een
Huishoudelijk Reglement op dat de werking van de vereniging toelicht.
Art. 19 De verslagen van de algemene vergadering waarin haar beslissingen worden
geacteerd, worden binnen de dertig dagen naar de leden verzonden.
Hoofdstuk 4: De raad van bestuur
Art. 20 De raad van bestuur bestaat uit minimaal drie personen. De raad van bestuur
bestuurt de vereniging en vertegenwoordigt haar in en buiten rechte. Alle
bevoegdheden, die de wet of de statuten niet uitdrukkelijk toekennen aan de
algemene vergadering, worden toegekend aan de raad van bestuur. De bevoegdheden
die wettelijk toekomen aan de raad van bestuur kunnen niet overgedragen worden
aan een derde.
Art. 21 De omvang van de bevoegdheden voor elke bestuurder wordt door de raad
van bestuur in gezamenlijk overleg vastgelegd met dien verstande dat de voorzitter
van de raad van bestuur rechtstreeks door de algemene vergadering wordt gekozen.
Art. 22 Tenzij uitdrukkelijk wordt vastgelegd bij de omschrijving van de omvang van
de bevoegdheden van de bestuurders oefenen deze hun mandaat uit als college. Het
mandaat van bestuurder is onbezoldigd.
Art. 23 De raad van bestuur kan rechtsgeldig beslissingen nemen indien meer dan de
helft der bestuurders aanwezig is.
Art. 24 De verslagen van de vergaderingen van de raad van bestuur worden op de
eerstvolgende vergadering van de raad van bestuur ter goedkeuring voorgelegd.
Art. 25 Alle akten die de vereniging binden worden ondertekend door de voorzitter, of
bij diens ontstentenis door de ondervoorzitter, en een bestuurder. Bij delegatie
vervangt de ondervoorzitter de voorzitter bij diens afwezigheid, zo niet de secretaris.
Art. 26 Kandidaat bestuurders, evenals bestuurders wiens mandaat zal eindigen en
zich opnieuw kandidaat wensen te stellen, dienen uiterlijk twee weken voor de
algemene vergadering een schriftelijke kandidatuur in te dienen bij de voorzitter en de
secretaris van de vereniging.
De kandidaturen worden vermeld op de uitnodiging voor de algemene vergadering. De
algemene vergadering beslist over de kandidatuur in een geheime stemming. De
kandidaat wordt verkozen indien deze meer dan de helft van de aanwezige of
vertegenwoordigde stemmen behaalt.
Art. 27 Tenzij uitdrukkelijk anders beslist door de algemene vergadering wordt elke
bestuurder benoemd voor een beperkte duur die eindigt op het einde van de
algemene vergadering van het derde jaar volgend op het jaar van de benoeming.
Art. 28 Het staat een bestuurder vrij om op elk moment zijn mandaat neer te leggen
door dit schriftelijk te melden op de maatschappelijke zetel van de vereniging. Indien
door de ambtsbeëindiging van een bestuurder het aantal bestuurders kleiner wordt
dan het door de wet of statutair voorgeschreven minimum aantal zal de raad van
bestuur binnen de zes weken een algemene vergadering beleggen om een nieuwe
bestuurder te benoemen.
270
Art. 29 De afzetting van een bestuurder kan enkel door de algemene vergadering
worden uitgesproken indien dit punt deel uitmaakt van de agenda. De beslissing over
de afzetting van een bestuurder wordt genomen in een geheime stemming. De
afzetting gebeurt indien meer dan de helft van de aanwezige of vertegenwoordigde
stemmen het voorstel tot afzetting steunen.
Hoofdstuk 5: Gemachtigde personen
Art. 30 Het staat de raad van bestuur vrij, met inachtneming van artikel 20, personen
met een specifieke machtiging te benoemen. Hiervoor zal de raad van bestuur op
voorhand volgende punten vastleggen:
1°een eenduidige omschrijving van de machtiging en de mate waarin deze personen
de vereniging kunnen vertegenwoordigen;
2°in voorkomend geval de daaraan verbonden taakomschrijving;
3°voor zover het gaat om meerdere personen, aangeven of deze alleen, gezamenlijk
of als college dienen te handelen;
4°de duur van de machtiging die niet meer dan drie jaar mag bedragen zonder een
expliciete herbevestiging door de raad van bestuur;
5°een procedure voor een vervroegde beëindiging van de machtiging.
Hoofdstuk 6: Het dagelijks bestuur
Art. 31 Het staat de raad van bestuur vrij personen voor het vormen van een
dagelijks bestuur te benoemen, met dien verstande dat de bevoegdheden die wettelijk
toekomen aan het dagelijks bestuur niet kunnen overgedragen worden aan een derde.
Hiervoor zal de raad van bestuur minimaal volgende punten vastleggen:
1°een gedetailleerde taakomschrijving van de uit te voeren opdrachten;
2°een eenduidige omschrijving van de bevoegdheden en de mate waarin deze de
vereniging kunnen vertegenwoordigen;
3°voor zover het gaat om meerdere personen, aangeven of deze alleen, gezamenlijk
of als college dienen te handelen;
4°de duur van het mandaat die niet meer dan drie jaar mag bedragen zonder een
expliciete herbevestiging door de raad van bestuur;
5° een procedure voor een vervroegde beëindiging van het mandaat.
Hoofdstuk 7: De rekeningtoezichters
Art. 32 De algemene vergadering benoemt één of meer rekeningtoezichters voor de
duur van het lopende boekjaar. Bij ontstentenis van een voordracht zal de raad van
bestuur kandidaten voordragen.
Hoofdstuk 8: De toegetreden leden
Art. 33 Toegetreden leden zijn leden die geen stemrecht hebben op de algemene
vergadering. Ze zijn enkel aangesloten als toegetreden” om te genieten van de
activiteiten die de vereniging organiseert.
De vereniging kan volgende toegetreden leden hebben:
lokale verenigingen die de lokale belangen van de sportbeoefenaars behartigen en
zich op een reglementaire wijze aansluiten bij de Koninklijke Belgische Schaakbond
vzw;
sportbeoefenaars die zich via een lokale vereniging op een reglementaire manier
aansluiten bij een vereniging.
verenigingen of instanties die zich inzetten om het schaken te promoten en waarvan
hun belangrijkste vestigingen of activiteiten zich op het grondgebied van de Vlaamse
Gemeenschap/Gewest bevinden, voor zover ze niet vallen onder 1°.
271
sportbeoefenaars die zich via een vereniging zoals vermeld in hebben
aangesloten, voor zover deze vereniging haar ledenlijst neerlegt bij de Vlaamse
Schaakfederatie.
Art. 34 Toetreding van een (lokale) vereniging of instantie die zich inzet om het schaken
te promoten
Een lokale vereniging die als toegetreden lid wenst deel uit te maken van de vereniging
dient zich op een reglementaire wijze aan te sluiten via een lid en te voldoen aan alle
administratieve procedures van de VSF en de KBSB.
Een vereniging of instantie die zich inzet om het schaken te promoten (art. 33 3°) dient
een verzoek tot aansluiting te zenden aan de raad van bestuur. De raad van bestuur
beslist autonoom over aanvaarding van de het lidmaatschap, met dien verstande dat
zij de lijst met aanvaarde toegetreden leden onverwijld laat goedkeuren op de
eerstvolgende algemene vergadering.
Art. 34 Bis. Uittreding van een (lokale) vereniging of instantie die zich inzet om het
schaken te promoten
Een (lokale) vereniging of instantie die wenst uit te treden uit de vereniging dient dit
schriftelijk te melden op de maatschappelijke zetel van de vereniging. Elke lokale
vereniging die bij het begin van het boekjaar niet aan alle administratieve verplichtingen
heeft voldaan of geen enkele sportbeoefenaar heeft ingeschreven wordt geacht uit de
vereniging te treden.
Art. 34 Ter. Uitsluiting van een (lokale) vereniging of instantie die zich inzet om het
schaken te promoten
De uitsluiting van een (lokale) vereniging of instantie kan enkel door de algemene
vergadering worden uitgesproken indien dit punt deel uitmaakt van de agenda. De
beslissing over de uitsluiting wordt genomen in een geheime stemming op basis van
een gemotiveerd advies dat door de aanvrager voor uitsluiting dient opgesteld te
worden. De uitsluiting gebeurt indien meer dan de helft van de aanwezige of
vertegenwoordigde stemmen het voorstel tot uitsluiting steunen.
Art. 35 Toetreding van een sportbeoefenaar
Sportbeoefenaars die als toegetreden lid wensen deel uit te maken van de vereniging
dienen zich op een reglementaire wijze aan te sluiten bij een erkende lokale vereniging
en te voldoen aan alle administratieve verplichtingen van de VSF en de KBSB.
Sportbeoefenaars die als toegetreden lid van een vereniging of instantie zoals vermeld
in artikel 33 wensen deel uit te maken van de VSF dienen door hun vereniging of
instantie nominatief te worden opgegeven.
Art. 35 Bis. Uittreding van een sportbeoefenaar
Sportbeoefenaars die wensen uit te treden uit de vereniging dienen dit schriftelijk te
melden op de maatschappelijke zetel van de vereniging. Sportbeoefenaars die niet tijdig
hun lidmaatschapsbijdrage betalen of bij het begin van het boekjaar niet voldoen aan
alle administratieve verplichtingen worden geacht ontslag te hebben gegeven.
Sportbeoefenaars zoals vermeld in artikel 33 van de statuten en die niet meer
voorkomen op de door hun vereniging of instantie ingediende ledenlijst, worden ook
geacht ontslag te hebben gegeven.
Art. 35 Ter. Uitsluiting van een sportbeoefenaar
De uitsluiting van een sportbeoefenaar kan enkel door de algemene vergadering worden
uitgesproken indien dit punt deel uitmaakt van de agenda. De beslissing over de
uitsluiting wordt genomen in een geheime stemming op basis van een gemotiveerd
advies dat door de aanvrager voor uitsluiting dient opgesteld te worden. De uitsluiting
gebeurt indien meer dan de helft van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen het
voorstel tot uitsluiting steunen.
272
Art. 36 Toegetreden leden kunnen gebruik maken van de aangeboden faciliteiten van
de vereniging en deelnemen aan de activiteiten die voor hen worden ingericht door de
vereniging.
Hoofdstuk 9: Algemeen
Art. 37 De effectieve leden betalen een jaarlijkse bijdrage die evenredig is met het
aantal toegetreden leden van het lid. Het bedrag wordt overeenkomstig art. 16, 10°
van deze statuten - jaarlijks vastgelegd door de algemene vergadering met een
maximum van 100 euro per aangesloten speler. Daarnaast kunnen bepaalde
toegetreden leden ook verplicht worden om een jaarlijkse bijdrage te betalen. Het
bedrag van voornoemde bijdrage kan voor elk toegetreden lid verschillend zijn en wordt
op voorstel van de raad van bestuur jaarlijks vastgesteld door de Algemene
Vergadering. Zowel effectieve als toegetreden leden leven de statuten en het
huishoudelijk reglement van de vereniging na.
Art. 38 De vereniging is aansprakelijk voor de misgrepen die kunnen toegeschreven
worden aan haar bestuurders, hetzij personen of organen, waardoor haar wil wordt
uitgeoefend. Door de bestuurders wordt geen persoonlijke verbintenis aangegaan
betreffende de verbintenissen die de vereniging aangaan. De verantwoordelijkheid
van de bestuurders is beperkt tot het uitvoeren van de hen toevertrouwde taken
volgens de zorgen van een goed huisvader.
Art. 39 De akten betreffende de benoeming of de ambtsbeëindiging van de
bestuurders, van de personen aan wie het dagelijks bestuur is opgedragen en van de
personen gemachtigd om de vereniging te vertegenwoordigen vermelden hun naam,
hun voornamen, hun woonplaats, hun geboortedatum en plaats of, ingeval het
rechtspersonen betreft, hun naam, hun rechtsvorm, hun eventueel BTW-
identificatienummer en/of ondernemingsnummer en het adres van de zetel. De akten
betreffende de benoeming van de bestuurders, van de personen aan wie het dagelijks
bestuur is opgedragen en van de personen gemachtigd om de vereniging te
vertegenwoordigen vermelden bovendien de omvang van hun bevoegdheden en de
wijze waarop zij die uitoefenen, ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college.
Art. 40 Op de maatschappelijke zetel van de vereniging wordt door de raad van
bestuur een register van de leden gehouden. Dit register vermeldt de naam,
voornamen en woonplaats van de leden of, ingeval het een rechtspersoon betreft, de
naam, de rechtsvorm, hun eventueel BTW-identificatienummer en/of
ondernemingsnummer en het adres van de zetel. Bovendien moeten alle beslissingen
betreffende de toetreding, uittreding of uitsluiting van leden door toedoen van de raad
van bestuur in dat register worden ingeschreven binnen acht dagen nadat hij van de
beslissing in kennis is gesteld.
Alle leden kunnen op de zetel van de vereniging het register van de leden raadplegen,
alsmede alle notulen en beslissingen van de algemene vergadering, van de raad van
bestuur en van de personen, al dan niet met een bestuursfunctie, die bij de vereniging
of voor rekening ervan een mandaat bekleden, evenals alle boekhoudkundige stukken
van de vereniging.
Art. 41 Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere stukken die
uitgaan van verenigingen zonder winstoogmerk, vermelden de naam van de
vereniging, onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de woorden “vereniging zonder
winstoogmerk” of door de afkorting “v.z.w.”, en het adres van de zetel van de
vereniging. Eenieder die in naam van een vereniging meewerkt aan een in het eerste
lid vermeld stuk waarop één van deze vermeldingen niet is aangebracht kan
persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor alle of voor een gedeelte van de
verbintenissen die de vereniging krachtens dit stuk heeft aangegaan.
273
Art. 42 Elk jaar worden de rekeningen van het boekjaar per 31 augustus afgesloten.
Ten laatste binnen zes maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar, legt de
raad van bestuur de jaarrekening van het voorbije boekjaar, alsook de begroting van
het volgende boekjaar, ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. Het
maatschappelijk jaar loopt van 1 september tot 31 augustus daar op volgend.
Art. 43 De voorzitter, de secretaris en de penningmeester zijn, elk apart, bevoegd om
in naam en voor rekening van de vereniging alle briefwisseling gericht aan de
maatschappelijke zetel van de vereniging te ontvangen (aangetekende zendingen,
telegrammen, pakjes, gerechtelijke stukken, enz.).
Art.44 Voor het eventueel niet voorziene in deze statuten zal men zich richten naar de
toepasselijke wet- en regelgeving.
Hoofdstuk 10: Ontbinding van de vereniging
Art. 45 Ingeval van vrijwillige ontbinding van de vereniging benoemt de algemene
vergadering die de ontbinding heeft uitgesproken een aantal vereffenaars, bepaalt
hun bevoegdheden en beslist over de aanwending van het patrimonium en de
waarden van de vereniging na aanzuivering van het passief. Bij voorkeur gaat dit naar
een organisatie die het schaken in het algemeen bevordert en in tweede orde naar
een organisatie die het school- of jeugdschaak bevordert.
274
Huishoudelijk reglement VSF
Goedgekeurd op de Algemene vergadering van 13-10-2018 te Mechelen
439
Artikel 1: Inleiding
Dit Huishoudelijk Reglement heeft tot doel de werking van en de relaties met de leden
van de Vlaamse Schaakfederatie te omschrijven en de statuten toe te lichten. Het
heeft voor zijn aangeslotenen dezelfde bindende kracht als de statuten van de
vereniging. De artikels zijn enkel van toepassing voor zover zij voldoen aan de vzw-
wetgeving en niet strijdig zijn met de bepalingen van de statuten.
Wijziging ervan is slechts mogelijk door een Algemene Vergadering, die vooraf in kennis
gesteld werd van de voorgestelde wijziging(en). Voorgestelde wijziging(en) moet(en)
een gewone meerder- heid bekomen.
Artikel 2: Lidmaatschap
Door toetreding tot de vereniging ontzegt ieder lid of toegetreden lid zich elke daad
of elke nalatigheid die nadelig zou zijn voor het maatschappelijk doel of van aard
zou zijn om zijn persoonlijk aanzien of eer, of het aanzien en de eer van andere
leden of toegetreden leden of van de vereniging schade te berokkenen. Elke inbreuk
op deze beschikking heeft onmiddellijke schorsing van het betrokken lid of toegetreden
lid tot gevolg.
Een geschorst lid of geschorst toegetreden lid kan geen enkel recht meer doen gelden
binnen de vereniging. De geschillen betreffende de toepassing van deze bepaling
worden aan de raad van bestuur voorgelegd en deze beslist zonder verhaal en zonder,
in verband met de procedure, de vormen en termijnen opgelegd aan de rechtbanken
af te wachten.
De betrokkene(n) heeft (hebben) het recht gehoord te worden. Indien er vergaderd
wordt over schorsing, verwittigt de raad van bestuur van de VSF de betrokkene(n)
minstens twee weken op voorhand per aangetekend schrijven. De beslissing wordt na
de beraadslaging, binnen de twee weken, eveneens per aangetekend schrijven aan
de betrokkene(n) medegedeeld. Op voorstel van de raad van bestuur kan een
geschorst lid of toegetreden lid op de eerstvolgende algemene vergadering uit de
vereniging gesloten worden met inachtneming van artikel 2. De beslissing wordt per
aangetekend schrijven aan het lid of toegetreden lid medegedeeld.
Artikel 3: Toegetreden leden
De categorie¨en van toegetreden leden die te vinden zijn in artikel 32 van de statuten
kunnen op de onderstaande wijzen lid worden
Toetreding, uittreding en uitsluiting van een (lokale) vereniging of instantie
die zich inzet om het schaken te promoten
Een lokale vereniging die als toegetreden lid wenst deel uit te maken van de vereniging
dient zich op een reglementaire wijze aan te sluiten via een liga en te voldoen aan alle
administratieve procedures van de KBSB.
Een vereniging of instantie die zich inzet om het schaken te promoten, dient een
verzoek tot aansluiting te zenden aan de raad van bestuur. De raad van bestuur beslist
autonoom over de aanvaarding van het lidmaatschap, met dien verstande dat zij de
lijst met aanvaarde toegetreden leden onverwijld ter kennis brengt op de eerstvolgende
algemene vergadering.
Een (lokale) vereniging of instantie die wenst uit te treden uit de vereniging, dient dit
schriftelijk te melden op de maatschappelijke zetel van de vereniging. Elke lokale
vereniging die niet aan alle administratieve/financiële verplichtingen heeft voldaan of
439
Let op, vermits deze AV enkel het nieuwe HR goedkeurde maar niet de nieuwe statuten staan
sommige artikels nu (tijdelijk) dubbel
275
geen enkele sportbeoefenaar heeft ingeschreven wordt geacht uit de vereniging te
treden.
De uitsluiting van een (lokale) vereniging of instantie kan enkel door de algemene
vergadering worden uitgesproken indien dit punt deel uitmaakt van de agenda. De
beslissing over de uitsluiting wordt genomen in een geheime stemming op basis van
een gemotiveerd advies dat door de aanvrager voor uitsluiting dient opgesteld te
worden. De uitsluiting gebeurt indien meer dan de helft van de aanwezige of
vertegenwoordigde stemmen het voorstel tot uitsluiting steunen.
Toetreding, uittreding en uitsluiting van een sportbeoefenaar
Sportbeoefenaars die als toegetreden lid wensen deel uit te maken van de vereniging
dienen zich op een reglementaire wijze aan te sluiten bij een erkende lokale vereniging
en te voldoen aan alle administratieve verplichtingen van de KBSB.
440
Sportbeoefenaars die als toegetreden lid van een vereniging of instantie wensen deel
uit te maken van de VSF, dienen door de betreffende vereniging of instantie nominatief
te worden opgegeven.
Sportbeoefenaars die niet meer voorkomen op de door hun vereniging of instantie
ingediende ledenlijst, worden ook geacht ontslag te hebben gegeven.
De uitsluiting van een sportbeoefenaar kan enkel door de algemene vergadering
worden uit- gesproken indien dit punt deel uitmaakt van de agenda.
De beslissing over de uitsluiting wordt genomen in een geheime stemming op basis
van een gemotiveerd advies dat door de aanvrager voor uitsluiting dient opgesteld te
worden. De uit- sluiting gebeurt indien meer dan de helft van de aanwezige of
vertegenwoordigde stemmen het voorstel tot uitsluiting steunen.
Ereleden
Op gemotiveerde voordracht van een lokale vereniging, een liga of de Raad van
Bestuur van de V.S.F., kan een toegetreden lid dat zich uitzonderlijk verdienstelijk en
langdurig ingezet heeft voor de Schaaksport in het algemeen en voor de V.S.F. in het
bijzonder, door de algemene vergadering benoemd worden tot erelid van de V.S.F. De
titel erelid is definitief verworven, tenzij de Algemene Vergadering daar wegens ernstige
redenen anders over beslist en de toegewezen titel intrekt.
Artikel 4: Middelen - Controle - Boekjaar
Ieder jaar op 31 augustus worden de rekeningen van het vorig boekjaar afgesloten
en de be- groting van het volgend boekjaar opgemaakt. Beide worden ter goedkeuring
voorgelegd aan de algemene vergadering.
Ter aanvulling van art. 31 van de statuten wordt bepaald dat de
rekeningtoezichter(s) de rekeningen van de vereniging controleert (controleren) en
hierover een schriftelijk verslag voor- legt (voorleggen) uiterlijk op de datum van de
algemene vergadering.
Bij gebeurlijke opmerkingen door de rekeningtoezichter(s) kan een commissie
samengesteld wor- den bestaande uit de voorzitter, de secretaris en de
rekeningtoezichter(s). Hun verslag dient vermeld te worden in een verslagboek. Het
behoort tot de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur om te beslissen of een
bovengenoemde commissie dient te worden opgericht, indien de raad van bestuur dit
nodig acht zal zij passende voorstellen voorleggen aan de algemene vergadering
die de uiteindelijke beslissing neemt.
Artikel 5: raad van bestuur
5.1
De regels in verband met de raad van bestuur zijn bindend tenzij anders
440
In 2016 heeft de raad van bestuur via een bijzondere AV de categorie “instapschaker”
ingevoerd echter zonder dit ooit te verwerken in de statuten of het HR.
276
aangegeven. De taakverdelingen per functie beschreven in het H.R. zijn richting
gevend. Ze worden afgesproken binnen de raad van bestuur, en het bestuur kan ook
iemand uit de raad van bestuur machtigen een taak op zich te nemen die in beginsel
toebehoort aan een ander bestuurslid.
5.2
De functies van de uittredende bestuurders die niet herkozen zijn nemen een
einde onmiddellijk na de algemene vergadering.
5.3
Wordt als ontslagnemend beschouwd de bestuurder die meer dan de helft van
de vergaderingen van de raad van bestuur niet heeft bijgewoond en zich niet
schriftelijk heeft verontschuldigd met redenen die de raad van bestuur als voldoende
ernstig beschouwt.
5.4
De raad van bestuur vergadert op uitnodiging en onder voorzitterschap van zijn
voorzitter of, bij ontstentenis, van zijn ondervoorzitter zo niet de secretaris. De
vergaderingen worden gehouden op de in de oproeping vermelde plaats en datum.
Elke beslissing van de raad van bestuur wordt genomen met eenvoudige meerderheid.
Indien nodig kan er ook met moderne middelen vergadert of beslist worden op afstand.
Ook hier beslist het bestuurscollege met eenvoudige meerderheid
5.5
Behoudens andersluidende bepaling, wordt alle briefwisseling uitgaande van
derden, bestemd voor de vereniging, gericht aan de Vlaamse Schaakfederatie en
gestuurd naar het adres van de maatschappelijke zetel van de vereniging, met
eventueel afschrift voor de voorzitter. Alle briefwisseling uitgaande van leden en
toegetreden leden dient te worden gericht aan de voorzit- ter en de secretaris. De
titularis is (zijn) verantwoordelijk voor informatie daarover tijdens de eerstvolgende
vergadering van de raad van bestuur.
5.6
Bij ontslag van een lid van de raad van bestuur in de loop van een dienstjaar,
treft de raad van bestuur schikkingen voor een tijdelijke vervanging tot de
eerstvolgende algemene vergadering en duidt zo mogelijk een medewerker aan.
5.7
De raad van bestuur kan commissies oprichten die, op een bepaald gebied, de
raad van bestuur advies geven over het uitvoeren van bepaalde taken. Elke commissie
wordt voorgezeten door een lid van de raad van bestuur of een medewerker. Voor het
eindrapport van een commissie opgesteld wordt, neemt het de meningen van de liga’s
mee in acht. Deze commissies vergaderen op uitnodiging van hun voorzitter, wanneer
de raad van bestuur dit vraagt.
5.8
De raad van bestuur kan, indien de omstandigheden dit rechtvaardigen,
strafbepalingen uitspreken tegen leden en toegetreden leden, met inachtneming
van de bepalingen beschreven in dit H.R.
5.9
De voorzitter heeft als voornaamste plicht de statuten, het huishoudelijk
reglement en de andere reglementen te doen eerbiedigen. Hij waakt altijd en met
alle middelen over het welzijn van de Vlaamse Schaakfederatie. Hij zit alle
vergaderingen voor en leidt de algemene vergadering. Hij stelt zo nodig aan de
raad van bestuur voor om een buitengewone algemene vergadering bijeen te
roepen. De voorzitter vertegenwoordigt de VSF overal waar die wordt uitgenodigd
en vertegenwoordigd wenst te zijn. Hij kan iemand opdragen hem in een bepaald
geval te vervangen. Alleen de aangewezen vervanger kan dan in naam van de VSF
spreken.
5.10
De ondervoorzitter vervangt de voorzitter automatisch bij afwezigheid of
onbeschikbaarbeid, met alle taken en machten verbonden aan het voorzitterschap.
5.11
De secretaris is gelast met de briefwisseling van de vereniging. Hij stelt de
verslagen op van de algemene vergadering en van de vergaderingen van de raad
van bestuur. Alle verslagen moeten medeondertekend worden door de voorzitter.
De secretaris staat in voor het neerleggen van alle door de wet vereiste documenten
bij de Rechtbank van Koophandel. Hij bewaart tevens de archieven van de
277
vereniging.
5.12
De penningmeester int de bijdragen, verschuldigd voor het lidmaatschap,
ontvangt alle gelden en is gelast met alle betalingen binnen grenzen van de
begroting of opgedragen door de raad van bestuur.
Voor de aanvang van het nieuwe dienstjaar of kalenderjaar stelt hij een ontwerp van
begroting op, dat na goedkeuring en gebeurlijke wijzigingen door de raad van
bestuur, aan de algemene vergadering zal voorgelegd worden, alsook de balans van
het voorbije jaar.
Zijn boekhouding zal klaar en duidelijk opgesteld worden in credit- en
debetrekeningen en geventileerd per rubriek in de begroting.
Op elke zitting van de raad van bestuur is hij verplicht verslag uit te brengen over de
kastoestand en de boekhouding bij te hebben.
Alle rekeningen zijn toegankelijk voor twee bestuurders, in principe een die de
bewerkingen doet (de penningmeester) en een die minstens toezicht heeft op de
rekeningen.
5.13
De bestuurder verantwoordelijke statuten/H.R./wedstrijdreglementen draagt
zorg voor het op puntstellen van alle desbetreffende materie, hij volgt ter zake
de eventueel nieuwe Belgische wetgeving over de vzws op en doet passende
voorstellen aan het bestuur van de VSF. Idem dito voor de wedstrijdreglementen
die hij nauwkeurig opvolgt op het vlak van KBSB/FIDE/VSF. Hij werkt in overleg
met de verschillende commissies.
5.14
De verantwoordelijke toernooien/kadervorming is verantwoordelijk voor alle
VSF-organisaties (behalve deze die onder de bevoegdheid vallen van de
verantwoordelijke jeugd). Hij oefent toezicht uit op de aansluiting van elke speler
ingeschreven voor een VSF-wedstrijd. Hij brengt hierover verslag uit bij de raad van
bestuur en de algemene vergadering.
Hij wijst tevens de spelers aan voor alle VSF-ploegen, evenals de VSF-
vertegenwoordigers voor KBSB-organisaties.
5.15
De verantwoordelijke toernooien/kadervorming (wedstrijdleider cat. A of
Fidearbiter) staat in voor de opleiding van wedstrijdleiders, het afnemen en
verbeteren van de examens. Hij zorgt tevens voor het ter beschikking zijn van de
nodige reglementen en cursusteksten.
Voor al deze punten zal hij te werk gaan overeenkomstig de in dit artikel vermelde
bepalingen en zich laten leiden door de voorschriften van de overkoepelende
organisaties
441
.
5.16
De verantwoordelijke jeugd heeft voor de jeugd dezelfde taak als de
verantwoordelijke toernooien. Hij is verantwoordelijk voor alle VSF-
jeugdactiviteiten, schoolschaakwerking en opleiding schaakleraars.
5.17
De verantwoordelijke website zorgt voor de regelmatige berichtgeving en de
VSF- en KBSB-informatie op de VSF-site.
5.18
De taak van de ligacommissaris bestaat uit het informeren van de raad van
bestuur over de werking van zijn liga; haar suggesties, klachten, e.d.m. over te
maken die besproken zijn binnen zijn liga en aan zijn liga informatie, vragen, e.d.m.
over te maken op vraag van de VSF en de KBSB. Tevens moet hij zijn liga inlichten
over de werking van de raad van bestuur. De verschillende ligacommissarissen
maken deel uit van de raad van bestuur met raadgevende stem.
5.19
Het aantal bestuurders zal altijd minstens ´e´en minder bedragen dan het aantal
effectieve leden. De functies worden overeenkomstig de statuten verdeeld en
441
VSF heeft dus geen eigen reglement kadervorming meer
278
kenbaar gemaakt via de notulen van de vergaderingen.
5.20
Vergaderingen
De raad van bestuur vergadert tenminste eenmaal per kwartaal.
Tijdens elke vergadering wordt de datum van de volgende vergadering
vastgesteld.
De uitnodiging tot een bestuursvergadering wordt tenminste ´e´en week op
voorhand schriftelijk verzonden aan alle leden van de raad van bestuur.
De dagorde, te voegen bij de uitnodiging, wordt opgesteld door de voorzitter.
Zowel tijdens de algemene vergadering als in de raad van bestuur is de
stemming geheim wanneer ze over personen of kringen gaat of wanneer
tenminste de helft van de aanwezige stemgerechtigden erom vraagt.
Artikel 6: Algemene Vergadering
6.1
De algemene vergadering is geldig samengesteld uit:
de leden van de raad van bestuur;
een gevolmachtigd afgevaardigde van iedere liga;
de ereleden.
Bovendien mag ieder toegetreden lid, die regelmatig aangesloten is, de algemene
vergadering bijwonen.
6.2
De algemene vergadering telt een aantal stemmen, toegewezen
overeenkomstig art. 15 van de statuten. Als toelichting bij art. 11 en 15 van de
statuten wordt bepaald dat wat de stemmenverdeling betreft, voor zowel de
algemene vergadering als de bijzondere algemene vergadering, de datum van 15
september voorafgaand aan de vergadering wordt in aanmerking genomen voor het
vaststellen van het aantal toegetreden leden aangesloten bij elke liga.
Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. Bij het tellen van de stemmen
worden om het vereiste quotum te behalen de uitgebrachte onthoudingen, aanwezig
of vertegenwoordigd, niet in aanmerking genomen tenzij het om een bijzondere
meerderheid gaat. Ereleden nemen aan de besprekingen deel met raadgevende stem
maar nemen niet deel aan de stemming zelf.
6.3
De vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur.
Bij diens ontstentenis door de ondervoorzitter, zo niet door de secretaris.
6.4
Elke algemene vergadering bepaalt de plaats van de volgende algemene
vergadering. Voor buitengewone algemene vergaderingen wordt de plaats bepaald
door de voorzitter, in overleg met de raad van bestuur.
Bovendien kan een buitengewone algemene vergadering door de voorzitter van de
vereniging bijeengeroepen worden in geval de noodzaak zich voordoet om tijdig te
kunnen inspelen om de rechten van de vereniging te vrijwaren ten overstaan van
derden, zo zal enkel in dat geval de wettelijke termijn voor het versturen van de
uitnodigingen volstaan.
Artikel 7: Financi¨en
Voor de uitvoering van verhandelingen via bestaande of nog te openen rekeningen bij
financi¨ele instellingen, zullen steeds twee handtekeningen vereist zijn: deze van de
penningmeester en deze van de voorzitter of van de secretaris en dit voor bedragen
boven de grens bepaald door de financi¨ele instelling(en). De vereniging kan, binnen
het raam van de budgettaire voorzieningen, subsidies toekennen waarvan het bedrag
en de toekenningscriteria door de raad van bestuur bepaald worden.
Artikel 8: Liga’s
8.1 Zoals bepaald in artikel 7 van de statuten telt de vereniging een aantal liga’s. Hun
279
gebied valt samen met de administratieve omschrijving van de provincie of de
agglomeratie waarvan zij de naam dragen. Bestaande afwijkingen inzake
aansluitingen bij een andere liga worden hierbij bevestigd als historisch gegroeid.
Wanneer het bestuur van een kring, die geniet van dergelijke uitzondering verzoekt om
opheffing daarvan en aansluiting vraagt bij de liga waartoe hij geografisch behoort,
dan moet dit verzoek ingewilligd worden.
Een dergelijke aanvraag is eenmalig en onomkeerbaar.
8.2 Wanneer een nieuw opgerichte kring wenst aan te sluiten bij een andere liga dan
diegene waartoe hij volgens voorgaande omschrijving behoort, dan moet daarvoor de
instemming bekomen worden van zowel de liga van zijn gebied als die waar hij wenst
toe te treden.
Een nieuwe kring moet om voor aansluiting in aanmerking te komen minstens vier leden
tellen.
8.3 Over de oprichting van bijkomende liga’s en over de uitgestrektheid van hun gebied
beslist de algemene vergadering, na het advies te hebben gehoord van de daarbij
betrokken kringen en liga’s.
8.4 Elke liga beschikt over de grootst mogelijke zelfstandigheid om in haar gebied
administratief en organisatorisch een zo bloeiend mogelijke schaakactiviteit te
bevorderen.Zij zal zelf haar statuten uitwerken, waarvan een exemplaar aan het VSF-
secretariaat wordt bezorgd binnen het jaar na het van kracht worden van het
huishoudelijk reglement.
De bepalingen van die statuten mogen niet in strijd zijn met die van VSF noch met die
van het huidige reglement.
Artikel 9: Rechtsmiddelen
Gemeenschappelijke bepalingen aan de sportcommissie, beroepscommissie
en jeugdcommissie
Vooraleer een rechtsgeding aanhangig te maken verbinden de leden van de vereniging,
zowel effectieve als toegetreden, zich er toe alle bestaande interne rechtsmiddelen uit te
putten. Elk geschil wordt kenbaar gemaakt aan de voorzitter en de secretaris van de
raad van bestuur, die het geschil aan de juiste commissie zal overmaken.
De specifieke bepalingen over een commissie primeren op de algemene bepalingen.
Een commissie bestaat uit 5 leden, ´en aangeduid door elk ligabestuur. Indien ´e´en
of meer van deze leden betrokken zijn bij een geschil, worden zij door hun ligabestuur
vervangen door een ander niet betrokken lid van dezelfde liga. De leden van de
commissie mogen geen lid zijn van de raad van bestuur van de VSF of van een andere
commissie uit artikel 9. In geval een lid ontslag neemt of in de onmogelijkheid verkeert
te zetelen, kan de raad van bestuur van de VSF een plaatsvervanger aanduiden tot de
eerstvolgende algemene vergadering van de VSF.
Een commissie kiest haar voorzitter. Bij voorkeur zal het voorzitterschap uitgaan naar
het lid (arbiter/wedstrijdleider) met de hoogste graad.
Een commissie werkt volgens een door haar opgesteld reglement van inwendige orde. Bij
ontstentenis hiervan, zijn de gebruikelijke principes voor beraadslagen en rapportering
van toepassing.
Voor de behandeling van een geschil is een waarborg verschuldigd. Het bedrag van
deze waarborg, wordt door de raad van bestuur van de VSF jaarlijks vastgesteld op
de eerste bestuursvergadering na de jaarlijkse algemene vergadering.
Deze waarborg moet door de eisende partij gestort worden op de rekening van de VSF
voor het in behandeling nemen van het geschil. De commissie die het geschil
behandelt, beslist over de eventuele volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de
waarborgsom.
280
Indien de eisende partij in het ongelijk wordt gesteld wordt de waarborg verminderd
met de procedurekosten.
Indien de eisende partij in het gelijk wordt gesteld wordt de waarborg integraal
terugbetaald.
Een commissie kan de procedurekosten ten laste leggen van de verliezende partij.
Commissies beslissen ten laatste 60 dagen na de ontvangst van de klacht.
De beslissingen van een commissie worden binnen de vijf dagen na de vergadering
schriftelijk aan de voorzitter van de raad van bestuur van de VSF en per aangetekend
schrijven of per elektronische briefwisseling met vraag om ontvangstbevestiging aan de
betrokken partijen medegedeeld.
De besprekingen en beraadslagingen over de voorgelegde klacht(en) zijn geheim. De
betrokken partijen moeten opgeroepen worden om gehoord te worden, maar zij
mogen hun standpunt ook schriftelijk mededelen, ten laatste vijf dagen voor de
geplande zitting van een commissie. Wanneer de commissie het nodig oordeelt, kan zij
om advies van derden verzoeken.
Bepalingen specifiek aan de sportcommissie
De sportcommissie behandelt klachten tegen de beslissing van een bestuurder van de VSF
of tegen een beslissing genomen tijdens een competitie of kampioenschap georganiseerd
door de VSF of in opdracht van de VSF in overeenstemming met het reglement van
die competitie of dat kampioenschap. De voorzitter van de VSF zal zo spoedig mogelijk
en na ontvangst van de waarborg de klacht overmaken aan de sportcommissie. De
sportcommissie zal in eerste instantie onderzoeken of de klacht geldig is overeenkomstig
dit artikel.
Indien geen beslissing kan worden getroffen of indien de sportcommissie zich
onbevoegd verklaart, of nog indien zich een vormfout voordoet die vastgesteld wordt
door de Algemene Vergadering of de Raad van Bestuur van de VSF, wordt het dossier
ter beslissing aan de beroepscommissie voorgelegd, in dat geval geldt de waarborg die
werd betaald tevens als waarborg voor de beroepcommissie.
Er kan beroep tegen de beslissing van de sportcommissie aangetekend worden bij de
voorzitter van de raad van bestuur van de VSF en dit binnen de veertien dagen na het
ontvangen van de beslissing.
Bepalingen specifiek aan de beroepscommissie
Bij voorkeur gaat het voorzitterschap van de beroepscommissie uit naar een jurist,
indien dit niet mogelijk is naar de arbiter/wedstrijdleider van de hoogste graad.
De beroepscommissie behandelt klachten tegen de beslissing van de sportcommissie.
De voorzitter van de VSF zal zo spoedig mogelijk en na ontvangst van de waarborg
de klacht overmaken aan de beroepscommissie. De beroepscommissie zal in eerste
instantie onderzoeken of de klacht geldig is overeenkomstig dit artikel en zal in tweede
instantie de beslissing van de sportcommissie onderzoeken, inclusief haar beslissing
omtrent haar bevoegdheid.
De voorzitter van de raad van bestuur van de VSF brengt de voorzitter van de
beroepscommissie op de hoogte van de geschillen die moeten behandeld worden.
De beroepscommissie wordt bijeengeroepen door haar voorzitter en beslist bij gewone
meerderheid binnen de twee maanden na ontvangst van het geschil. Ingeval van
hoorzitting dienen minstens drie leden van de commissie aanwezig te zijn.
Tegen de beslissing van de beroepscommissie is geen beroep mogelijk binnen de VSF.
Bepalingen specifiek aan de jeugdcommissie
De Jeugdcommissie bestaat enkel uit de liga jeugdverantwoordelijken, de voorzitter is
tevens de Vlaamse jeugdverantwoordelijke jeugdschaak. Deze laatste staat o.m. ook
in voor de inrichting van het Vlaams Jeugdkampioenschap (kandidaturen, toewijzing,)
281
De Jeugdcommissie komt zoveel als nodig samen en brengt na iedere samenkomst zo
spoedig mogelijk schriftelijk verslag uit bij de voorzitter van de VSF. Een bestuurder
VSF zal met raadgevende stem, inzonderheid met betrekking tot de jeugdreglementen,
de vergaderingen van de jeugdcommissie bijwonen.
Zij kan geschillen die zich voordoen bij/met jeugdspelers en voorstellen i.v.m.
jeugdregle- menten/jeugdkampioenschappen met raadgevende stem voorleggen aan
de raad van bestuur van de VSF. Zij legt al haar voorstellen, o.m. deze i.v.m.
reglementswijzigingen van Jeugdreglementen, voor aan de raad van bestuur die ter
zake beslist.
Artikel 10: Opleidingen
Het VSF bestuur doet wat nodig is in het algemeen om de schaakopleidingen van
jongeren en volwassenen te bevorderen, waarvan zeker het aanmoedigen van spelers
op Vlaams niveau tot het volgen van een opleiding. Deze opleidingen handelen zowel
over schaaktechnische zaken als over bestuurlijke aangelegenheden.
282
Raad van Bestuur VSF
Voorzitter : Bart Van Tichelen, Oudebareellei 115, 2170 Merksem, 0499/802487,
bart.van.tichelen@telenet.be
Secretaris : Marc Clevers, St. Pieterszuidstraat 28, 8000 Brugge,
clevers.marc@skynet.be, 050 / 31.26.87, 0474 / 97.62.19
Financien : Jan Gooris, Lindestraat 81, 2800 Mechelen, 0499/720015 ,
jan.gooris@gmail.com
Jeugdleider : Ben Dardha, Turnhoutsebaan 140, 2100 Deurne, Telefoon: 0472/920882
/ E-mail: ben.dardha@telenet.be
Medewerkers
Algemeen Medewerker/Contactpersoon Scholen : Tom Piceu, Nieuwenhovelaan 2, bus
6, 8020 Oostkamp, 0472/900235, tom.piceu@gmail.com
Schoolschaak : Tania Folie , Rode Poort 50 , BE-8200 Sint Michiels, 0473/710410,
tania.folie@telenet.be, Schaakcoach-C
Jeugdschaak : Luc Oosterlinck, 09/32 46 195, luc.oosterlinck@telenet.be
Reglementen : Kristof Verbeke
Ereleden
Simonne Dorval
Maurice Engelbosch (+)
Remi Limbourg
Louis Corbeel
Sportcommissie VSF
Afgev. Antwerpen: Tobias Verhulst
Afgev. Vlaams Brabant: Bart Persoons
Afgev. West-Vlaanderen: Bart Meyfroidt
Afgev. Oost-Vlaanderen: Luc Oosterlinck
Afgev. Limburg: Geert Meekers
Beroepscommissie VSF
Afgev. Antwerpen: Patrick Van De Perre
Afgev. Vlaams-Brabant: Robert Huysman
Afgev. West-Vlaanderen: (te beslissen)
Afgev. Oost-Vlaanderen: Hans Temmerman
Afgev. Limburg: Marc Bils
283
Reglementen Toernooien VSF
REGLEMENT VSF-KAMPIOENSCHAP
1. Organisatie
1.1. Jaarlijks richt de VSF het individueel kampioenschap van Vlaanderen in, bij
voorkeur tijdens de lentemaanden, bestaande uit één gesloten hoofdgroep en één
open toernooi. De inrichting van dit kampioenschap kan worden toegewezen door
de raad van bestuur van VSF aan een organisator of een kring op basis van de
ontvangen kandidaturen.
1.2. Het kampioenschap omvat in principe zeven partijen, gespreid over minstens vier
dagen.
1.3. De modaliteiten van de organisatie (plaats, data...) worden tijdig vooraf bekend
gemaakt.
2. Deelnemers.
2.1. De gesloten groep bestaat uit 18 (achttien) deelnemers samengesteld als volgt :
a. Drie deelnemers aangeduid per liga door de twee liga’s met het hoogste aantal
leden.
b. Twee deelnemers aangeduid per liga door de drie overige liga’s.
c. De winnaar van de gesloten reeks van het voorgaande jaar.
d. De winnaar van de open reeks van het voorgaande jaar.
e. Twee deelnemers op basis van de -20 reeks van de Vlaamse
jeugdkampioenschappen.
f. Twee of meer ingeschreven deelnemers met de hoogste Belgische ELO
volgens de laatst gepubliceerde ELO-lijst om het totaal van 18 deelnemers
rond te krijgen.
2.2. Ten minste één maand voor de start van het VSF kampioenschap nodigt de VSF
de liga’s uit om hun rechthebbende spelers voor de gesloten groep aan te melden.
Indien de liga één week voor de aanvang van het toernooi geen of onvoldoende
spelers heeft aangemeld komen deze plaatsen vrij. De toewijzing van de
vrijgekomen plaatsen gebeurt op basis van artikel 2.1 alinea g. De liga's zijn vrij
in het kiezen van hun selectiemethode.
2.3. Het maximaal aantal deelnemers voor de open groep wordt bepaald door de
organisator. De inschrijving valt ten laste van de organisatoren.
2.4. De afgevaardigde spelers dienen aangesloten te zijn aan de liga die hen afvaardigt.
2.5. De deelname aan het kampioenschap, gesloten groep, is gratis. Het
inschrijvingsrecht voor de open reeks wordt vastgesteld door de organiserende
kring.
3. Toernooireglement.
3.1. Beide reeksen spelen zeven partijen volgens een versie van het Zwitsers systeem
erkend door de FIDE, met als bijzonderheid: spelers met gelijke ELO-rating en titel
worden willekeurig (random) gerangschikt
3.2. Volgende scheidingssystemen zijn van toepassing:
Om de eindrangschikking te bepalen in geval van gelijkheid van punten, worden
de door de F.I.D.E. voorziene scheidingssystemen toegepast. De gebruikte
systemen moeten voor aanvang van het toernooi aan de deelnemers worden
meegedeeld.
3.3. De winnaar van de gesloten groep mag zich gedurende één jaar kampioen van
Vlaanderen noemen. De winnaar in de open groep is “open” kampioen van
Vlaanderen.
284
3.4. De 2 eerst geplaatsten van de gesloten groep worden aangeduid als
vertegenwoordiger van de VSF op het Belgische kampioenschap experten, tenzij
ze reeds gerechtigd zijn als deelnemer, of niet wensen deel te nemen. In dat geval
wordt de eerstvolgende in de rangschikking aangeduid. De volgenden in de uitslag
zijn reserven.
3.5. De partijen worden verwerkt in het nationaal ELO-klassement en indien mogelijk
het FIDE-klassement.
3.6. Een speler die minder dan de helft van het vooropgesteld aantal partijen speelt
wordt niet in de einduitslag opgenomen.
4. Wedstrijdreglement.
4.1. De FIDE-regels zijn zonder uitzondering van toepassing in hun laatst verspreide
versie.
4.2. Het tempo van de partijen is in principe 2 uur voor 40 zetten, gevolgd door 1 uur
Quick-Play Finish. De organisator kan hiervan afwijken mits goedkeuring door de
raad van bestuur van VSF, en voor zover het voorgestelde tempo beantwoordt aan
de minimale vereisten om in aanmerking te komen voor ELO-verwerking.
4.3. De organisator duidt een wedstrijdleider en eventueel hulpwedstrijdleiders aan,
erkend door de VSF, die de leiding tijdens de partijen zal/zullen uitoefenen. De
organisator duidt ook een toernooileider aan die de leiding van het toernooi zal
waarnemen. Deze twee functies mogen door dezelfde persoon worden uitgeoefend.
5. Prijzengeld en premies.
5.1. De organisator ontvangt van VSF een subsidie voor gestaafde uitgaven die
verbonden zijn aan de toernooiorganisatie. De subsidie is beperkt tot het
vastgestelde budget .
6. Diversen.
6.1. Deelname aan het toernooi impliceert aanvaarding van dit reglement.
6.2. Dit reglement wordt voor particuliere omstandigheden jaarlijks eventueel
aangevuld met een lokaal supplement.
6.3. In alle onvoorziene omstandigheden beslist de toernooileider of de wedstrijdleider
naargelang de bevoegdheid.
6.4. De organisator zal voor de aanvang van het toernooi een beroepscommissie
samenstellen bestaande uit 5 personen (4 deelnemers en 1 persoon uit de
organisatie). Klachten tegen een beslissing van toernooileiding, wedstrijdleiding of
organisatie worden ingediend bij deze beroepscommissie uiterlijk 30 minuten na
de feiten. De beroepscommissie beslist zo snel mogelijk en haar besluit is definitief.
285
REGLEMENT VSF - JEUGDKAMPIOENSCHAP
1. Organisatie
1.1. Jaarlijks richt de VSF het individueel jeugdkampioenschap van Vlaanderen in, bij
voorkeur buiten de krokusvakantie, gedurende twee weekends, bestaande uit vijf
gesloten hoofdgroepen voor de zes erkende leeftijdscategorieën. De inrichting van dit
kampioenschap kan worden toegewezen aan een kring op basis van de ontvangen
kandidaturen.
1.2. De indeling van de spelers gebeurt op basis van de leeftijd bij het begin van het
lopende jaar:
-20 jaar (junioren) -12 jaar (miniemen)
-18 jaar (junioren) -10 jaar (pionnen)
-16 jaar (scholieren) -8 jaar (pupillen)
-14 jaar (kadetten)
In een hogere leeftijdscategorie spelen is toegestaan.
1.3. Het kampioenschap omvat in principe bij de -12 tot -20 jaar negen partijen,
gespreid over drie dagen van 50 minuten + 10 seconden increment per zet vanaf zet
1 per persoon en per partij.
Dit zijn dus 3 partijen van ongeveer 2 uur per dag.
Aanmelden tussen 09 uur en 09 uur 45
1
ste
ronde start om 10 uur tot 12 uur
Middagmaal van 12 uur tot 13 uur
2
de
ronde van 13 uur tot 15 uur
3
de
ronde van 15 uur 30 tot 17 uur 30
1.4. De -8 en -10 spelen op één dag 7 ronden rapid Zwitsers systeem van 30 min per
speler en per partij als volgt:
Aanmelden van 08 uur 30 tot 09 uur 15
1
ste
ronde start om 09 uur 30 tot 10 uur 30.
2
de
ronde start om 10 uur 40 tot 11 uur 40.
3
de
ronde start om 11 uur 50 tot 12 uur 50.
Middagmaal van 12 uur 50 tot 13 uur 20
4
de
ronde start om 13 uur 20 tot 14 uur 20
5
de
ronde start om 14 uur 30 tot 15 uur 30
6
de
ronde start om 15 uur 40 tot 16 uur 40
7
de
ronde start om 16 uur 50 tot 17 uur 50
1.5. De modaliteiten van de organisatie (plaats, data...) worden minstens zes
maanden vooraf bekend gemaakt en opgenomen in de beschermde kalender.
2. Deelnemers.
2.1. De categorieën -20 jaar en -18 jaar spelen in één reeks.
2.2. De deelnemerslijst van elke categorie bestaat uit 1 jongen en 1 meisje van elke
liga, aangevuld met, voor elke reeks 6 afgevaardigden waarvan in elke categorie indien
mogelijk een 2
de
meisje wordt opgenomen van elke liga
De liga-jeugdleider of zijn/haar plaatsvervanger, geeft de namen van alle
geselecteerden voor zijn/haar liga schriftelijk door ten laatste twee weken voor de
aanvang van het toernooi, waarna het bestuur van de VSF het nodige doet om de
volledige lijst op de website VSF te publiceren.
286
2.3. Alle spelers dienen FIDE-Belg te zijn
442
en hun eerste aansluiting te hebben in de
liga die hen afvaardigt.
2.4. De Vlaamse kampioen van elke categorie en elke provinciale laureaat is
gerechtigd deel te nemen aan het volgende kampioenschap in dezelfde categorie, voor
zover hij/zij nog in deze categorie mag uitkomen, of in de oudere categorie die er juist
opvolgt.
2.5. De deelname aan het kampioenschap is gratis.
2.6. De organiserende kring mag één speler toevoegen aan het kampioenschap aan
elke reeks die bij aanvang van het toernooi een oneven aantal deelnemers zou tellen.
2.7. Indien een jeugdspeler tijdens de selectiewedstrijden van zijn liga, door de KBSB
uitgezonden wordt naar een buitenlands toernooi, krijgt deze speler een vrijplaats voor
deelname aan het jeugdkampioenschap van Vlaanderen.
2.8. In de reeksen 20, -18, -16 en 14 zijn de vijf hoogst geklasseerde van de ELO-
lijst van oktober van het jaar voorafgaand aan het kampioenschap automatisch
startgerechtigd, de hoogste ELO van KBSB of FIDE zal worden in aanmerking genomen.
Bedoelde lijst dient voor de planning van het kampioenschap ter beschikking te zijn
uiterlijk vier dagen later, op vijf oktober dus. Indien op de laatste plaats(en) een
gelijkheid zou bestaan over meerdere jeugdspelers, zijn deze allen startgerechtigd.
2.9. LAUREAAT VAN DE PROVINCIE: Beste resultaat per provincie (liga) over alle
reeksen. Bij gelijkheid wint de speler die in de hoogste reeks uitkomt. Bij gelijkheid in
dezelfde reeks, gelden de scheidingssystemen van 3.2.
LAUREAAT (LAUREATE) VAN VLAANDEREN: Beste procentuele resultaat over alle
reeksen. Bij gelijkheid wint de speler die in de hoogste reeks uitkomt. Bij gelijkheid in
dezelfde reeks, gelden de scheidingssystemen van 3.2.
3. Toernooireglement.
3.1. De categorieën 20, -18, -16, 14 en -12 jaar spelen op 9 partijen op 3 dagen.
De categorie 10 en 8 jaar 7 partijen op één dag volgens de geldende versie van het
Zwitsers systeem
3.2. Volgende scheidingssystemen zijn van toepassing:
a) Voor het toekennen van de titel geldt Onderling resultaat. Indien gelijkheid of indien
niet alle titelkandidaten tegen elkaar zijn uitgekomen, worden testmatchen gespeeld
volgens het Blitz schaakreglement. Zijn er twee spelers dan spelen zijn twee wedstrijden
met wit en zwart. Zijn er drie of meer, dan spelen zijn één gesloten toernooi enkele
ronde. Indien na deze blitz testwedstrijden nog steeds gelijkheid bestaat, dan worden
de titels verdeeld volgens de normale scheidingssystemen.
b) De normale scheidingssystemen zijn:
1. Median-Bucholtz; 2. Kashdan; 3. Voortschrijdingpunten; 4. Sonnenborn - Berger; 5.
Loting.
Voor het toekennen van de titel gelden enkel de scheidingssystemen 4. en 6. Indien
snelschaakpartijen gespeeld worden, bepalen die de definitieve eindstand.
3.3. De winnaar in elke categorie is voor één jaar kampioen van Vlaanderen voor die
categorie. Het beste meisje (jongen) in elke categorie is voor één jaar meisjeskampioen
(jongenskampioen) van Vlaanderen voor die categorie. De kampioen 20 jaar is de
speler (speelster) die eerst eindigt in de reeks (-18/-20 jaar). De kampioen 18 jaar is
de eerstvolgende speler (speelster) die voldoet aan de voorwaarden van deze categorie
442
Spelers die nog niet gekend zijn bij FIDE dienen dus een FIDE ID te ontvangen. Hiervoor
moet je ofwel de Belgische nationaliteit hebben, ofwel minstens drie maanden in België wonen.
287
3.4. De beste(n) in de einduitslag van het kampioenschap, in de reeks junioren
worden door de VSF afgevaardigd naar het nationaal jeugdkampioenschap, gesloten
groep. De volgenden in de uitslag zijn reserven.
3.5. De partijen worden niet verwerkt in het nationaal ELO-klassement.
3.6. Een speler die minder dan de helft van het vooropgesteld aantal partijen speelt
wordt niet in de einduitslag opgenomen.
4. Wedstrijdreglement.
4.1. De FIDE-regels zijn van toepassing in hun laatst verspreide versie.
4.2. Het tempo van de partijen bedraagt voor de categorieën -12 tot -20 jaar 50
minuten en 10 seconden increment per zet. De spelers in deze categorieën zijn verplicht
om de zetten te noteren. Als een speler op enig moment minder dan vijf minuten over
heeft op zijn klok, is hij voor de rest van de partij niet verplicht te zetten te noteren.
4.3. Het tempo van de partijen bedraagt voor de categorieën 8 en -10 jaar 30
minuten per partij rapid-play. De spelers in deze categorieën behoeven hun zetten niet
op te schrijven. De VSF vraagt evenwel dat ze in de mate van het mogelijke de zetten
zouden noteren.
4.4. De organisator duidt een toernooileider aan die de leiding van het toernooi zal
waarnemen en een hoofdwedstrijdleider. Deze twee functies mogen door dezelfde
persoon worden uitgeoefend. De hoofdwedstrijdleider duidt hulpwedstrijdleiders aan
(minstens één per zaal en één voor het maken van de paringen). Toernooileider en
wedstrijdleiders dienen erkend te zijn door de VSF.
4.5. Toernooicommissie
Voor de aanvang van het toernooi vraagt de hoofdwedstrijdleider aan bepaalde mensen
of zij zich willen op de lijst van de toernooicommissie zetten betreffende de behandeling
van mogelijke klachten tegen de toernooileiding, wedstrijdleiding of organisatie.
Na een mogelijke klacht worden uit deze lijst 5 niet betrokken personen door de
hoofdwedstrijdleider aangeduid. De toernooicommissie bestaat uit de organisator of zijn
vertegenwoordiger, één of twee spelers uit de hoogste klasse en bij voorkeur een aantal
niet van dienst zijnde wedstrijdleiders.
4.6. Er geldt een volledig rookverbod in de speelzaal.
4.7. Toeschouwers kunnen enkel toegang krijgen tot het spelersgebied gedurende de
eerste 15 minuten, tenzij het spelersgebied zodanig is ingericht dat toeschouwers geen
rechtstreekse toegang hebben tot de borden. Uitzonderingen in beide gevallen kan
enkel door de hoofdwedstrijdleider beslist worden zoals bijv. voor een begeleider in
geval van een gehandicapte speler, of voor een fotograaf, …
5. Prijzengeld en premies.
5.1. Jaarlijks legt de VSF het maximumbudget en de aanwending (zoals prijzengeld
arbitrage onkosten organisatie) hiervan vast die VSF verleent aan de organisator.
5.2. De organisator bepaalt de omzetting van het prijzengeld en de beschikbare fondsen
in prijzen in natura. Geen geldprijzen worden uitgereikt.
5.3. In de mate van het mogelijke worden bij gelijkheid van punten prijzen gedeeld.
6. Diversen.
6.1. Dit reglement wordt voor particuliere omstandigheden jaarlijks eventueel
aangevuld met een lokaal supplement.
6.2. In alle onvoorziene omstandigheden beslist de toernooileider of de wedstrijdleider
naargelang de bevoegdheid.
6.3. Klachten tegen de toernooileiding, wedstrijdleiding, of organisatie worden tot
uiterlijk 20 minuten na het voorval schriftelijk ingediend bij de hoofdwedstrijdleider. Er
dient tevens aan hem 50 EUR waarborg gegeven te worden. De hoofdwedstrijdleider
288
roept de aangestelde toernooicommissie samen welke ter zake een beslissing neemt.
Tegen de beslissing van die toernooicommissie is geen beroep mogelijk. Indien die
beslissing gedeeltelijk of geheel in het voordeel van de klager valt, krijgt deze zijn
waarborg terug. In het andere geval is de waarborg voor de VSF..
6.4. De liga's zijn vrij in het kiezen van hun selectiemethode.
289
REGLEMENT VSF-SCHOOLSCHAAKKAMPIOENSCHAP / MIDDELBAAR
ONDERWIJS
Artikel 1 Deelname
Elke Vlaamse en Brusselse Nederlandstalige school is gerechtigd om één of meerdere
ploegen in te schrijven voor dit kampioenschap.
De organisator kan bij de uitnodiging een maximum aantal ploegen vermelden.
De deelname aan het kampioenschap impliceert dat dit reglement aanvaard wordt.
Artikel 2 Samenstelling ploegen
Elke ploeg bestaat uit vier leerlingen van het middelbaar onderwijs van dezelfde
Vlaamse of Brusselse Nederlandstalige school. Leerlingen uit de lagere afdeling van deze
school worden ook tot de ploeg van het middelbaar onderwijs toegelaten.
Bij de aanmelding bij de hoofdwedstrijdleider dienen de ploegen een officieel
schoolattest voor te leggen, met de naam en handtekening van de directeur/directrice,
waaruit blijkt dat alle leerlingen zijn ingeschreven als leerlingen van één en dezelfde
school*! (*een middelbare of lagere school met één adres)
Artikel 3 Wedstrijdsysteem
Het wedstrijdsysteem : ploeg tegen ploeg, 9 ronden Zwitsers, tempo = 15 minuten
QPF.
Artikel 4
Het FIDE reglement voor rapid is van toepassing.
Hierbij enkele aanvullende artikelen:
Iedere speler dient al zijn zetten uit te voeren binnen de 15 minuten op zijn
klok.
Een onregelmatige zet dient onmiddellijk hersteld te worden op de tijd van de
speler die de foutieve zet deed. Spelers die opzettelijk misbruik maken van
deze regel worden gesanctioneerd: 2 minuten straftijd voor de tegenstander bij
en verlies van de partij bij de derde maal.
Wanneer een speler minder dan 2 minuten meer over heeft op zijn klok, en er
is een duidelijke remisestelling of zijn tegenstander is er uitsluitend op uit om
een voordeel in tijd uit te buiten zonder dat dit gerechtvaardigd wordt door de
stelling op het bord, kan hij de klokken stil zetten en aan de wedstrijdleider
verzoeken om de partij remise te verklaren.
o Indien de wedstrijdleider remise toestaat, is de partij beëindigd.
o Indien de wedstrijdleider het verzoek uitstelt, dan krijgt de tegenstander
2 minuten bij en gaat de partij verder, indien mogelijk, in bijzijn van de
wedstrijdleider. De wedstrijdleider kan echter later in de partij of zelfs als
één van de vlaggen gevallen is, de remise toekennen.
o de wedstrijdleider kan het verzoek afwijzen, indien hij van mening is dat
het verzoek niet gerechtvaardigd is. In dat geval krijgt de tegenstander 2
minuten bij.
Artikel 5 Aanmelding en rangorde
Na de aanmelding mag de rangorde van de spelers niet meer veranderd worden. Bij
onregelmatige opstelling verliest elke onregelmatig opgestelde speler de partij met
forfaitcijfer. Bij de uitwerking hiervan zal de toernooileider er evenwel voor zorgen dat
de ploeg zo weinig mogelijk benadeeld wordt.
Indien een ploeg niet over 4 spelers beschikt bij aanmelding, dan mag de ploeg zelf
kiezen op wel bord er forfait wordt gegeven.
290
Elke ploeg kan 1 reservespeler opstellen. De reservespelers mag in elke ronde een
vaste speler vervangen. De reservespeler speelt dan op het bord van de speler die
hij/zij vervangt.
Artikel 6 Ploegkapitein
Elke ploegkapitein meldt per ronde het volledig ploegresultaat van zijn ploeg (bord per
bord) bij de wedstrijdleiding.
Artikel 7 Scheidingssysteem
a. totaal van de matchpunten
b. totaal van de bordpunten (1, ½ of 0 punten per bord)
c. onderlinge uitslag (enkel indien alle desbetreffende ploegen onderling tegen
mekaar gespeeld hebben)
d. bij nieuwe gelijkheid zal het SB systeem worden toegepast op de matchpunten
e. en vervolgens op de bordpunten.
Artikel 8 Wedstrijdleiding
Indien nodig kunnen de spelers steeds de wedstrijdleiding raadplegen.
Artikel 9 Onvoorziene gevallen
De wedstrijdleiding beslist in alle onvoorziene gevallen.
Artikel 10 Titel
De eerste drie ploegen ontvangen een beker "EERSTE (TWEEDE of DERDE) PLAATS
VLAAMS SCHOOLSCHAAK MO + jaartal" en de bijhorende individuele medailles.
De eerste meisjesploeg ontvangt een beker “EERSTE PLAATS MEISJES VLAAMS
SCHOOLSCHAAK MO + jaartal” en de bijhorende individuele medailles.
De organisator beslist hoeveel bekers er verder nog uitgereikt worden.
De organisator beslist of er verder nog individuele medailles uitgereikt worden.
Artikel 11 Geplaatste ploegen
Voor aanvang van het Vlaams Schoolschaakkampioenschap wordt aan de
deelnemende ploegen bekend gemaakt hoeveel ploegen en hoeveel volledige
meisjesploegen geselecteerd worden om deel te nemen aan de nationale finale van
het schoolschaakkampioenschap.
Wanneer de beste meisjesploeg(en) bij de beste geklasseerde ploegen eindigt
(eindigen), wordt (worden) de volgende ploeg(en) geselecteerd om deel te nemen aan
de nationale finale van het schoolschaakkampioenschap.
Indien er niet voldoende meisjesploegen deelnemen, wordt (worden) de volgende
ploeg(en) geselecteerd.
291
REGLEMENT VSF-SCHOOLSCHAAKKAMPIOENSCHAP / LAGER ONDERWIJS
Artikel 1 Deelname
Elke Vlaamse en Brusselse Nederlandstalige school is gerechtigd om één of meerdere
ploegen in te schrijven voor dit kampioenschap.
De organisator kan bij de uitnodiging een maximum aantal ploegen vermelden.
De deelname aan het kampioenschap impliceert dat dit reglement aanvaard wordt.
Artikel 2 Samenstelling ploegen
Elke ploeg bestaat uit vier leerlingen van het lager onderwijs van dezelfde Vlaamse of
Brusselse Nederlandstalige school. Leerlingen uit de kleuterafdeling van deze school
worden ook tot de ploeg van het lager onderwijs toegelaten.
De reeks “Mini’s” is voorbehouden aan ploegen met leerlingen die maximaal in het derde
leerjaar zitten. In deze ploegen moet telkens minstens 1 meisje meespelen.
Bij de aanmelding bij de hoofdwedstrijdleider dienen de ploegen een officieel
schoolattest voor te leggen, met de naam en handtekening van de directeur/directrice,
waaruit blijkt dat alle leerlingen zijn ingeschreven als leerlingen van één en dezelfde
school*! (*een lagere school of kleuterschool met één adres)
Artikel 3 Wedstrijdsysteem
Het wedstrijdsysteem : ploeg tegen ploeg, 9 ronden Zwitsers, tempo = 15 minuten
QPF.
Voor de Mini’s is het aantal ronden beperkt tot 7.
De organisator dient in te staan voor de nodige opvang en animatie in de
tussenpauzes.
Artikel 4
Het FIDE reglement voor rapid is van toepassing.
Hierbij enkele aanvullende artikelen:
Iedere speler dient al zijn zetten uit te voeren binnen de 15 minuten op zijn
klok.
Een onregelmatige zet dient onmiddellijk hersteld te worden op de tijd van de
speler die de foutieve zet deed. Spelers die opzettelijk misbruik maken van
deze regel worden gesanctioneerd: 2 minuten straftijd voor de tegenstander bij
en verlies van de partij bij de derde maal.
Wanneer een speler minder dan 2 minuten meer over heeft op zijn klok, en er
is een duidelijke remisestelling of zijn tegenstander is er uitsluitend op uit om
een voordeel in tijd uit te buiten zonder dat dit gerechtvaardigd wordt door de
stelling op het bord, kan hij de klokken stil zetten en aan de wedstrijdleider
verzoeken om de partij remise te verklaren.
indien de wedstrijdleider remise toestaat, is de partij beëindigd.
indien de wedstrijdleider het verzoek uitstelt, dan krijgt de tegenstander 2
minuten bij en gaat de partij verder, indien mogelijk, in bijzijn van de
wedstrijdleider. De wedstrijdleider kan echter later in de partij of zelfs als één
van de vlaggen gevallen is, de remise toekennen.
de wedstrijdleider kan het verzoek afwijzen, indien hij van mening is dat het
verzoek niet gerechtvaardigd is. In dat geval krijgt de tegenstander 2 minuten
bij.
Artikel 5 Aanmelding en rangorde
Na de aanmelding mag de rangorde van de spelers niet meer veranderd worden. Bij
onregelmatige opstelling verliest elke onregelmatig opgestelde speler de partij met
292
forfaitcijfer. Bij de uitwerking hiervan zal de toernooileider er evenwel voor zorgen dat
de ploeg zo weinig mogelijk benadeeld wordt.
Indien een ploeg niet over 4 spelers beschikt bij aanmelding, dan mag de ploeg zelf
kiezen op wel bord er forfait wordt gegeven.
Elke ploeg kan 1 reservespeler opstellen. De reservespelers mag in elke ronde een
vaste speler vervangen. De reservespeler speelt dan op het bord van de speler die
hij/zij vervangt.
Artikel 6 Ploegkapitein
Elke ploegkapitein meldt per ronde het volledig ploegresultaat van zijn ploeg (bord per
bord) bij de wedstrijdleiding.
Artikel 7 Scheidingssysteem:
a. totaal van de matchpunten
b. totaal van de bordpunten (1, ½ of 0 punten per bord)
c. onderlinge uitslag (enkel indien alle desbetreffende ploegen onderling tegen
mekaar gespeeld hebben)
d. bij nieuwe gelijkheid zal het SB systeem worden toegepast op de matchpunten
e. en vervolgens op de bordpunten.
Artikel 8 Wedstrijdleiding
Indien nodig kunnen de spelers steeds de wedstrijdleiding raadplegen.
Artikel 9 Onvoorziene gevallen
De wedstrijdleiding beslist in alle onvoorziene gevallen.
Artikel 10 Titel
De eerste drie ploegen van het lager onderwijs ontvangen een beker "EERSTE
(TWEEDE of DERDE) PLAATS VLAAMS SCHOOLSCHAAK LO + jaartal" en de bijhorende
individuele medailles.
De eerste meisjesploeg ontvangt een beker “EERSTE PLAATS MEISJES VLAAMS
SCHOOLSCHAAK LO + jaartal” en de bijhorende individuele medailles.
De eerste drie ploegen bij de mini’s ontvangen een beker "EERSTE (TWEEDE of
DERDE) PLAATS VLAAMS SCHOOLSCHAAK MINI’S + jaartal” en de bijhorende
individuele medailles
De organisator beslist hoeveel bekers er verder nog uitgereikt worden.
De organisator beslist of er verder nog individuele medailles uitgereikt worden.
Artikel 11 Geplaatste ploegen
Voor aanvang van het Vlaams Schoolschaakkampioenschap wordt aan de
deelnemende ploegen bekend gemaakt hoeveel ploegen en hoeveel volledige
meisjesploegen geselecteerd worden om deel te nemen aan de nationale finale van
het schoolschaakkampioenschap.
Wanneer de beste meisjesploeg(en) bij de beste geklasseerde ploegen eindigt
(eindigen), wordt (worden) de volgende ploeg(en) geselecteerd om deel te nemen aan
de nationale finale van het schoolschaakkampioenschap.
Indien er niet voldoende meisjesploegen deelnemen, wordt (worden) de volgende
ploeg(en) geselecteerd.
293
Draaiboeken schoolschaak
Vlaamse Schoolschaakkampioenschappen Secundair Onderwijs
Concept
De Vlaamse schoolschaakkampioenschappen voor het Secundair Onderwijs is een
toernooi waar elke Vlaamse schaakliga (= schaakbond op provinciaal niveau) 7 ploegen
van 4 spelers naar toe mag sturen. Elke liga mag vrij de 7 afgevaardigde ploegen
kiezen. In de praktijk komt het er meestal op naar dat die ploegen zich moeten plaatsen
via de provinciale schoolschaakkampioenschappen.
Er zijn momenteel 6 liga’s die ploegen mogen afvaardigen naar de Vlaamse
Schoolschaakkampioenschappen Secundair Onderwijs: Antwerpen, Limburg, Oost-
Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen en Brussel.
De Vlaamse Schaak Federatie voorziet een budget van 750 euro voor de
schoolschaakkampioenschappen.
De Vlaamse Schaakfederatie ziet dit toernooi als een promotie voor het schaken waarbij
beginnende schakers voor het eerst in contact komen met de schaakcompetitie en de
schaakfederatie.
Inkomsten van verkoop van broodjes en drank zijn voor de organisator.
Aangezien dit een gesloten toernooi is, mag er GEEN inschrijvingsgeld gevraagd worden
van de deelnemers.
De eerste ploegen krijgen een trofee. Alle deelnemers krijgen normaal een prijsje.
De uitnodiging wordt ten laatste 3 maanden voor het toernooi verspreid door de
Vlaamse Schaakfederatie, via de provinciale schaakliga’s..
Een mogelijk uurrooster voor de dag zelf:
Aanmelden
9u.15 tot 9u.45
Ronde 1
10u.15
Ronde 2
11u.
Ronde 3
11u.45
Middagpauze
Belegde broodjes zullen te koop zijn in de
toernooizaal
Ronde 4
13u.
Ronde 5
13u.45
Ronde 6
14u.30
Ronde 7
15u.15
Ronde 8
16u.
Ronde 9
16u.45
Prijsuitreiking
17u.45
De organisator dient te zorgen voor:
De speelruimte: moet plaats kunnen bieden aan 120 schakers. (minstens 250
m²)
Er moeten uiteraard voldoende stoelen (120) en tafels aanwezig zijn.
Er moet een plaats in de speelzaal voorzien zijn waar de tussenstanden en
paringen kunnen opgehangen worden.
De organisator dient een bar te voorzien waar drank en belegde broodjes te
verkrijgen zijn.
294
Geluidsinstallatie voor de mededelingen van de toernooileider en de
prijsuitreiking.
Op de dag van het toernooi dienen minstens twee medewerkers van de
organisator aanwezig te zijn: iemand voor de bar en iemand die kan helpen bij
de praktische problemen tijdens het toernooi.
70 schaaksets (borden, stukken en klok evt. met hulp van de V.S.F.)
de prijzen voor de deelnemers
Andere zaken die vooraf moeten geregeld worden (door de V.S.F., in overleg met de
organisator):
1 toernooileider en 1 scheidsrechter
de uitnodiging en het inschrijvingsformulier
Tijdschema
3 maanden voor het toernooi
De uitnodiging en het inschrijvingsformulier (V.S.F.)
De toernooileider en de scheidsrechters moeten aangeduid worden (V.S.F.)
De 70 schaaksets moeten gereserveerd worden. (organisator/V.S.F.)
Het bestellen van de trofeeën (organisator)
Storten voorschot op de rekening van de organisator (V.S.F.)
1 week voor het toernooi
De prijzentafel moet vervolledigd worden (organisator)
Alle ingeschreven ploegen worden doorgegeven aan de toernooileider
1 dag voor het toernooi
Klaarzetten van de tafels en stoelen in de toernooizaal (organisator)
Klaarzetten borden of beamers en PC voor communicatie van de tussenstanden
en de paringen (organisator)
Dag van het toernooi
8u.30
Openen speelzaal
klaarzetten van de borden, stukken en klokken
9u.15
begin van de aanmeldingen
openen bar
10u.
Einde van de aanmeldingen, begin toernooi
onder leiding van de toernooileider
Het ploegentoernooi en het individueel toernooi hebben elk een scheidsrechter. De
scheidsrechter (en ev. extra medewerkers) verzamelen de uitslagen en geven die aan
de toernooileider. De toernooileider maakt de nieuwe paringen en zorgt er voor dat de
tussenstanden uitgehangen worden.
17u.
opzetten prijzentafel
17u.45
prijsuitreiking
18u.15
einde prijsuitreiking
begin opkuis
Dag na het toernooi
Publicatie van de eindstanden op de website van de V.S.F. (V.S.F.)
Opmaken van de afrekening (organisator)
295
Budget
Drie maanden voor de kampioenschappen wordt de helft van de voorziene V.S.F.-
bijdrage gestort op de rekening van de organisator.
Na het toernooi dient de organisator een balans op te maken met daarop de volgende
posten:
Inkomsten
Uitgaven
375 €voorschot V.S.F. (3,75 per
deelnemer)
Aankoop trofeeën
Aankoop prijzen
Vergoeding toernooileider en
scheidsrechters
Huur zaal
Huur of aankoop materiaal (papier,
computer, toner voor printer, ...)
Totaal balans
Uiteraard dienen alle bewijsstukken van de uitgaven bij deze balans te zitten.
(De toernooileider en de scheidsrechters hebben recht op een forfaitaire vergoeding van
25 euro, gelieve hen een papier te laten ondertekenen dat ze dit ontvangen hebben!)
Dit budget wordt via de contactpersoon bij de V.S.F. aan de penningmeester van de
V.S.F. bezorgd, die er voor zorgt dat het tekort op de balans op de rekening van de
organisator wordt gestort. De V.S.F. dekt een tekort tot 375 euro.
296
Vlaamse Schoolschaakkampioenschappen Lager Onderwijs
Toernooiformule
De Vlaamse schoolschaakkampioenschappen voor het Lager Onderwijs is een open
ploegentoernooi voor teams van 4 spelers.
Alle Vlaamse scholen mogen deelnemen en hoeven zich niet te plaatsen via provinciale
kampioenschappen.
Spelers van eenzelfde ploeg moeten in dezelfde school naar school gaan.
Minimumvereisten
RUIMTE
Een speelzaal om een schaaktoernooi voor 500 deelnemers te
organiseren. (Een minimum van 1000 m
2
aan beschikbare ruimte is daar voor
nodig.)
Een ruimte van 20m
2
waar de toernooileiders terecht kunnen voor het leiden
van het schaaktoernooi, liefst zo dicht mogelijk bij de locatie waar het toernooi
plaats vindt.
De kinderen moeten na hun partijen terecht kunnen in een aparte ruimte om
te spelen.
Een cafetaria of aparte ruimte waar 250 ouders en begeleiders terecht
kunnen.
MATERIAAL
In de speelzaal:
o Voldoende tafels om 250 schaakborden met een schaakklok er naast te
kunnen plaatsen. (Tafels van 70cm.x90cm. zijn groot genoeg om 1 bord
en 1 klok op te plaatsen.)
o 500 stoelen
o Schaaksets:
250 schaak borden
250 sets schaakstukken
250 schaakklokken
o Borden of beamer en PC’s om de tussenstanden en paringen te kunnen
tonen
In de ruimte voor de toernooileiding:
o Eén of meerdere tafels waar minstens 16 personen kunnen aan zitten.
(Om laptops, printers en ander werkmateriaal op te plaatsen.)
o 4 stoelen
In de cafetaria of aparte ruimte voor de begeleiders en toeschouwers:
o 250 stoelen
o Tafels voor 250 mensen.
Geïnteresseerde kandidaat-organisatoren die niet over schaakmateriaal beschikken,
raden we aan om contact op te nemen met een naburige club.
MEDEWERKERS
Een organisatieverantwoordelijke
Schaaktoernooi:
o 2 toernooileiders (kan geregeld worden via de VSF): minstens 1 met
ervaring met het organiseren van een schoolschaaktoernooi
o 2 scheidsrechters (kan geregeld worden via de VSF)
297
o 16 medewerkers voor het werk in de zaal: kinderen naar hun plaats
begeleiden, uitleg geven, resultaatkaarten invullen en afgeven aan de
toernooileiders. Deze mensen dienen de regels van het schaakspel te
kennen om de kinderen te kunnen helpen tijdens de partijen.
(Eenvoudige kennis is voldoende, bij moeilijkere discussies kan een
scheidsrechter er bij gehaald worden.)
Bijkomend
We gaan er van uit dat het schaaktoernooi op zich goed georganiseerd wordt met
ervaren mensen uit de schaakwereld..
Voor de VSF zijn de volgende punten van groot belang en ze vormen dus de
belangrijkste beoordelingscriteria voor de kandidaturen:
De mogelijkheid om zoveel mogelijk deelnemers op een comfortabele manier te
ontvangen. 500 is het minimum.
Veel jonge kinderen, dat is iets waar de pers naar komt kijken. Dit is het VSF-
toernooi waarmee we de meeste publiciteit kunnen genereren binnen en buiten
de schaakwereld. Een plan van aanpak in de richting van de pers is een
pluspunt.
Het toernooi laat kinderen kennis maken met de competitieve schaakwereld.
Het moet een leuke dag worden voor alle deelnemers. Leuke en originele
prijzen, en veel nevenactiviteiten tussen de ronden door, kunnen helpen.
Daarnaast worden ook de evidente organisatiecriteria bekeken: kwaliteit van de zalen,
bereikbaarheid enz.
De Vlaamse Schaak Federatie voorziet een budget voor de
schoolschaakkampioenschappen.
De Vlaamse Schaakfederatie ziet dit toernooi als een promotie voor het schaken waarbij
beginnende schakers voor het eerst in contact komen met de schaakcompetitie en de
schaakfederatie.
Inkomsten van verkoop van broodjes en drank zijn voor de organisator.
Om het budget rond te krijgen is het toegelaten om een kleine bijdrage te vragen per
deelnemer.
Bij de ploegenkampioenschappen krijgen de eerste ploegen een trofee, ook de spelers
die de hoogste score op hun bord haalden krijgen nog een aparte prijs. Alle deelnemers
krijgen normaal een prijsje.
Bij het individueel toernooi worden er trofeeën voorzien voor de beste prestatie per
leerjaar. Alle deelnemers krijgen een prijs.
De uitnodiging wordt ten laatste 6 maanden voor het toernooi verspreid door de
Vlaamse Schaakfederatie. De V.S.F. beschikt over een contactlijst met de scholen die
de laatste jaren hebben deelgenomen.
Een mogelijk uurrooster voor de dag zelf om op de uitnodiging te plaatsen:
Aanmelden
9u.15 tot 9u.45
Ronde 1
10u.15
Ronde 2
11u.
Ronde 3
11u.45
Middagpauze
Belegde broodjes zijn te koop in de toernooizaal
Ronde 4
13u.
Ronde 5
13u.45
Ronde 6
14u.30
298
Ronde 7
15u.15
Ronde 8
16u.
Ronde 9
16u.45
Prijsuitreiking
17u.45
Tijdschema
6 maanden voor het toernooi
De uitnodiging en het inschrijvingsformulier op de website schakenopschool
(V.S.F.)
De toernooileider en de scheidsrechters moeten aangeduid worden
(organisator, in overleg met V.S.F.)
De 250 schaaksets moeten gereserveerd worden. (organisator, evt. met hulp
van V.S.F.)
Het bestellen van de trofeeën (organisator)
1 week voor het toernooi
De prijzentafel moet vervolledigd worden (organisator)
Alle ingeschreven ploegen en deelnemers aan het individuele toernooi
doorgeven aan de toernooileider. (De inschrijvingen moeten bij de
toernooileider gebeuren.)
1 dag voor het toernooi
Klaarzetten van de tafels en stoelen in de toernooizaal (organisator)
Klaar maken communicatiesysteem voor het meedelen van de tussenstanden
en de paringen: beamers, naambordjes, prikborden,
Dag van het toernooi
8u.30
Openen speelzaal
klaarzetten van de borden, stukken en klokken
9u.15
begin van de aanmeldingen
openen bar
9u.30
Briefing zaalmedewerkers door de hoofdscheidsrechter
9u.45
Einde van de aanmeldingen, begin toernooi onder
leiding van de toernooileider
De scheidsrechters en zaalmedewerkers verzamelen de uitslagen en geven die aan de
toernooileider. De toernooileider maakt de nieuwe paringen en zorgt er voor dat de
tussenstanden uitgehangen worden.
17u.
opzetten prijzentafel
17u.45
prijsuitreiking
18u.15
einde prijsuitreiking
begin opkuis
Dag na het toernooi
Publicatie van de eindstanden op de website van de V.S.F. (V.S.F.)
Opmaken van de afrekening (organisator)
299
VZW Wetgeving
Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de
Europese politieke partijen en stichtingen
27 JUNI 1921
Ingrijpend gewijzigd door de hoofdstukken I en II van de WET van 2 MEI 2002 en
volledig gecoördineerd met inbegrip van alle latere wetswijzigingen tot en met januari
2017 (deel vzw's)
Titel I: Verenigingen zonder winstoogmerk
Hoofdstuk I: Belgische verenigingen zonder winstoogmerk
Artikel 1
De zetel van een Belgische vereniging zonder winstoogmerk, in dit hoofdstuk
“vereniging” genoemd, is gevestigd in België.
De vereniging geniet rechtspersoonlijkheid, onder de voorwaarden omschreven in dit
hoofdstuk.
De vereniging zonder winstoogmerk is die, welke niet nijverheids- of handelszaken
drijft en welke niet tracht een stoffelijk voordeel aan haar leden te verschaffen.
Art. 2
De statuten van een vereniging vermelden ten minste:
1° de naam, voornamen en woonplaats van iedere stichter, of ingeval het een
rechtspersoon betreft, de naam, de rechtsvorm en het adres van de zetel;
2° de naam en het adres van de zetel van de vereniging, alsook de vermelding van
het gerechtelijk arrondissement waaronder zij ressorteert;
3° het minimum aantal leden, dat niet minder mag zijn dan drie;
4° de precieze omschrijving van het doel of van de doeleinden waarvoor zij is
opgericht;
5° de voorwaarden en de formaliteiten betreffende toetreding en uittreding van de
leden;
6° de bevoegdheden van de algemene vergadering en de wijze van bijeenroeping
ervan, alsook de wijze waarop haar beslissingen aan de leden en aan derden ter
kennis worden gebracht;
a) de wijze van benoeming, ambtsbeëindiging en afzetting van de bestuurders, de
omvang van hun bevoegdheden en de wijze waarop zij die uitoefenen, ofwel alleen,
ofwel gezamenlijk, ofwel als college, en de duur van hun mandaat;
b) in voorkomend geval, de wijze van benoeming, ambtsbeëindiging en afzetting van
de personen gemachtigd de vereniging overeenkomstig artikel 13, vierde lid, te
vertegenwoordigen, de omvang van hun bevoegdheden en de wijze waarop zij die
uitoefenen, ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college;
c) in voorkomend geval, de wijze van benoeming, ambtsbeëindiging en afzetting van
de personen aan wie het dagelijks bestuur van de vereniging is opgedragen
overeenkomstig artikel 13bis, eerste lid, de omvang van hun bevoegdheden en de
wijze waarop zij die uitoefenen, ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college;
8° het maximumbedrag van de bijdragen of van de stortingen ten laste van de leden;
9° de bestemming van het vermogen van de vereniging ingeval zij wordt ontbonden,
welk vermogen tot een belangenloze doelstelling moet worden aangewend;
10° de duur van de vereniging ingeval zij niet voor onbepaalde tijd is aangegaan.
Deze statuten worden bij authentieke of bij onderhandse akte vastgesteld. In dat
300
laatste geval moeten zij in afwijking van artikel 1325 van het Burgerlijk Wetboek,
slechts in twee originelen worden opgesteld.
Art. 2bis
Onverminderd de artikelen 3, § 2, en 11, gaan de leden in die hoedanigheid geen
enkele persoonlijke verplichting aan inzake de verbintenissen die de vereniging
aangaat.
Art. 2ter
De statuten van de vereniging kunnen bepalen onder welke voorwaarden derden die
een band hebben met de vereniging als toegetreden lid van de vereniging kunnen
worden beschouwd.
De rechten en plichten van de leden omschreven in deze wet zijn niet van toepassing
op de toegetreden leden. Hun rechten en plichten worden bepaald door de statuten.
Art. 3
§ 1. De vereniging bezit rechtspersoonlijkheid vanaf de dag dat haar statuten, de
akten betreffende de benoeming van de bestuurders en in voorkomend geval van de
personen gemachtigd om de vereniging overeenkomstig artikel 13, vierde lid, te
vertegenwoordigen, worden neergelegd overeenkomstig artikel 26novies, § 1. De
akten betreffende de benoeming van de bestuurders en de personen gemachtigd om
de vereniging te vertegenwoordigen, bevatten de vermeldingen bedoeld in artikel 9.
§ 2. Niettemin kunnen in naam van de vereniging reeds verbintenissen worden
aangegaan vooraleer zij rechtspersoonlijkheid bezit. Tenzij anders is
overeengekomen, zijn de personen die, in welke hoedanigheid ook, dergelijke
verbintenissen aangaan, persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk indien de vereniging
binnen twee jaar na het ontstaan van de verbintenis geen rechtspersoonlijkheid heeft
verkregen en zij bovendien de verbintenissen niet heeft overgenomen binnen zes
maanden na het verkrijgen van de rechtspersoonlijkheid.
Verbintenissen overgenomen door de vereniging worden geacht door haar te zijn
aangegaan vanaf het ontstaan van die verbintenissen.
Art. 4
Een besluit van de algemene vergadering is vereist voor:
1° de wijziging van de statuten;
2° de benoeming en de afzetting van de bestuurders;
3° de benoeming en de afzetting van de commissarissen en het bepalen van hun
bezoldiging ingeval een bezoldiging wordt toegekend;
4° de kwijting aan de bestuurders en de commissarissen;
5° de goedkeuring van de begroting en van de rekening;
6° de ontbinding van de vereniging;
7° de uitsluiting van een lid;
8° de omzetting van de vereniging in een vennootschap met een sociaal oogmerk;
9° alle gevallen waarin de statuten dat vereisen.
Art. 5
De algemene vergadering wordt door de raad van bestuur bijeengeroepen in de
gevallen bepaald bij de wet of de statuten of wanneer ten minste één vijfde van de
leden het vraagt.
In laatstgenoemd geval roept de raad van bestuur, bij gebreke van statutaire
bepalingen, de algemene vergadering bijeen binnen eenentwintig dagen na het
verzoek tot bijeenroeping. De algemene vergadering wordt uiterlijk gehouden op de
veertigste dag na dit verzoek
301
Art. 6
Alle leden worden ten minste acht dagen tevoren voor de algemene vergadering
opgeroepen. De agenda wordt bij de oproeping gevoegd. Elk voorstel, ondertekend
door ten minste één twintigste van de leden, wordt op de agenda gebracht.
De leden kunnen zich op de algemene vergadering laten vertegenwoordigen door een
ander lid of, zo de statuten het toelaten, door een persoon die geen lid is.
Art. 7
Op de algemene vergadering heeft ieder lid een gelijk stemrecht en worden de
besluiten genomen bij meerderheid van de stemmen van de aanwezige of
vertegenwoordigde leden, behalve in de gevallen waarin de wet of de statuten anders
bepalen.
Bij het nemen van besluiten mag niet van de agenda afgeweken worden, tenzij de
statuten zulks uitdrukkelijk toelaten.
Art. 8
Over een statutenwijziging kan de algemene vergadering alleen op geldige wijze
beraadslagen en besluiten wanneer de wijzigingen uitdrukkelijk zijn vermeld in de
oproeping en wanneer ten minste twee derde van de leden op de vergadering
aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Een wijziging kan alleen worden aangenomen met een meerderheid van twee derde
van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden.
Wanneer de wijziging evenwel betrekking heeft op het doel of op de doeleinden
waarvoor de vereniging is opgericht, kan zij alleen worden aangenomen met een
meerderheid van vier vijfde van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde
leden.
Ingeval op de eerste vergadering minder dan twee derde van de leden aanwezig of
vertegenwoordigd zijn, kan een tweede vergadering worden bijeengeroepen, die
geldig kan beraadslagen en besluiten alsook de wijzigingen aannemen met de
meerderheden bedoeld in het tweede of het derde lid ongeacht het aantal aanwezige
of vertegenwoordigde leden. De tweede vergadering mag niet binnen vijftien dagen
volgend op de eerste vergadering worden gehouden.
Art. 9
De akten betreffende de benoeming of de ambtsbeëindiging van de bestuurders, van
de personen aan wie het dagelijks bestuur is opgedragen, van de commissarissen en
van de personen gemachtigd om de vereniging te vertegenwoordigen, vermelden hun
naam, hun voornamen, hun woonplaats, hun geboortedatum en -plaats of, ingeval het
rechtspersonen betreft, hun naam, hun rechtsvorm, hun ondernemingsnummer en
hun zetel.
De akten betreffende de benoeming van de bestuurders, van de personen aan wie het
dagelijks bestuur is opgedragen en van de personen gemachtigd om de vereniging te
vertegenwoordigen, vermelden bovendien de omvang van hun bevoegdheden en de
wijze waarop zij die uitoefenen, ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college.
Art. 10
Op de zetel van de vereniging wordt door de raad van bestuur een register van leden
gehouden. Dit register vermeldt de naam, voornamen en woonplaats van de leden of,
ingeval het een rechtspersoon betreft, de naam, de rechtsvorm en het adres van de
zetel. Bovendien moeten alle beslissingen betreffende de toetreding, uittreding of
uitsluiting van leden door toedoen van de raad van bestuur in dat register worden
ingeschreven binnen acht dagen nadat hij van de beslissing in kennis is gesteld.
Alle leden kunnen op de zetel van de vereniging het register van de leden raadplegen,
alsmede alle notulen en beslissingen van de algemene vergadering, van de raad van
302
bestuur en van de personen, al dan niet met een bestuursfunctie, die bij de vereniging
of voor rekening ervan een mandaat bekleden, evenals alle boekhoudkundige stukken
van de vereniging. De Koning bepaalt de nadere regels waaronder dit inzagerecht
wordt uitgeoefend.
Deze bepalingen zijn niet van toepassing ingeval de vereniging een commissaris heeft
benoemd.
De verenigingen moeten, bij mondeling of schriftelijk verzoek, aan de overheden, de
administraties en de diensten, met inbegrip van de parketten, de griffies en de leden
van de hoven, de rechtbanken en alle rechtscolleges en de daartoe wettelijk
gemachtigde ambtenaren, onverwijld toegang verlenen tot het register van de leden
en deze instanties bovendien de afschriften of uittreksels uit dit register verstrekken
welke zij nodig achten.
Art. 11
Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere stukken die uitgaan
van verenigingen zonder winstoogmerk, vermelden de naam van de vereniging,
onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de woorden “vereniging zonder
winstoogmerk” of door de afkorting “v.z.w.”, en het adres van de zetel van de
vereniging.
Eenieder die in naam van een vereniging meewerkt aan een in het eerste lid vermeld
stuk waarop één van deze vermeldingen niet is aangebracht, kan persoonlijk
aansprakelijk worden gesteld voor alle of voor een gedeelte van de verbintenissen die
de vereniging krachtens dit stuk heeft aangegaan.
Art. 12
Elk lid van een vereniging is vrij uit te treden door het indienen van zijn ontslag bij de
raad van bestuur. Onverminderd artikel 2, eerste lid, 5°, kan een lid dat zijn bijdrage
niet betaalt, worden geacht ontslag te nemen.
De uitsluiting van een lid kan slechts door de algemene vergadering worden
uitgesproken met een meerderheid van twee derde van de stemmen van de
aanwezige of vertegenwoordigde leden.
Een lid dat ontslag neemt of dat wordt uitgesloten, heeft geen aanspraak op het bezit
van de vereniging en kan betaalde bijdragen niet terugvorderen, tenzij de statuten
anders bepalen.
Art. 13
De raad van bestuur bestaat uit ten minste drie personen. Als evenwel maar drie
personen lid zijn van de vereniging, bestaat de raad van bestuur uit slechts twee
personen. Het aantal bestuurders moet in elk geval altijd lager zijn dan het aantal
personen dat lid is van de vereniging.
De raad van bestuur bestuurt de vereniging en vertegenwoordigt haar in en buiten
rechte. Alle bevoegdheden die de wet niet uitdrukkelijk verleent aan de algemene
vergadering, worden toegekend aan de raad van bestuur.
De statuten kunnen de bevoegdheden die op grond van het vorige lid aan de raad van
bestuur worden toegekend, beperken. Deze beperkingen, alsook de taakverdeling die
de bestuurders eventueel zijn overeengekomen, kunnen niet aan derden worden
tegengeworpen, zelfs niet indien zij zijn bekendgemaakt.
De bevoegdheid om de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen, kan
evenwel op de wijze bepaald in de statuten worden opgedragen aan één of meer
personen, al dan niet bestuurder of lid die ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als
college optreden. Deze beslissing is tegenwerpbaar aan derden onder de voorwaarden
bepaald in artikel 26novies, § 3.
303
Art. 13bis
Het dagelijks bestuur van de vereniging, alsook de vertegenwoordiging van de
vereniging wat dat bestuur aangaat, mogen op de wijze bepaald in de statuten
worden opgedragen aan één of meer personen, al dan niet bestuurder of lid, die ofwel
alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college optreden.
Deze beslissing is tegenwerpbaar aan derden onder de voorwaarden bepaald in artikel
26novies, § 3. Beperkingen van hun vertegenwoordigingsbevoegdheid zijn evenwel
niet tegenwerpbaar aan derden.
Art. 14
De vereniging is aansprakelijk voor de fouten die kunnen worden toegerekend aan
haar aangestelden of aan de organen waardoor zij handelt.
Art. 14bis
Onverminderd artikel 26septies gaan de bestuurders geen enkele persoonlijke
verplichting aan inzake de verbintenissen die de vereniging aangaat.
Art. 15
De personen die met het dagelijks bestuur zijn belast, gaan geen enkele persoonlijke
verplichting aan inzake de verbintenissen die de vereniging aangaat.
Art. 16
Met uitzondering van handgiften, behoeft elke gift onder de levenden of bij testament
aan een vereniging een machtiging door de minister van Justitie of zijn
vertegenwoordiger. Deze machtiging is evenwel niet vereist voor de aanneming van
giften waarvan de waarde niet hoger is dan 100.000 Euro.
Art. 17
§ 1. Ieder jaar en ten laatste binnen zes maanden na afsluitingsdatum van het
boekjaar, legt de raad van bestuur de jaarrekening van het voorbije boekjaar,
opgemaakt overeenkomstig dit artikel, alsook de begroting van het volgende
boekjaar, ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering.
§ 2. De verenigingen voeren een vereenvoudigde boekhouding die tenminste
betrekking heeft op de mutaties in contant geld of op de rekeningen, overeenkomstig
een door de Koning vastgesteld model.
§ 5. De verenigingen moeten één of meer commissarissen belasten met de controle
van de financiële toestand, van de jaarrekening en van de regelmatigheid in het licht
van de wet en van de statuten
§ 6. Binnen dertig dagen na de goedkeuring ervan door de algemene vergadering
wordt de jaarrekening van de verenigingen bedoeld in § 3 door de bestuurders
neergelegd bij de Nationale Bank van België.
Overeenkomstig het voorgaande lid worden gelijktijdig neergelegd:
1° een stuk met de naam en voornaam van de bestuurders en in voorkomend geval
van de commissarissen die in functie zijn;
2° in voorkomend geval, het verslag van de commissarissen.
§9. In voorkomend geval, kunnen de commissarissen de algemene vergadering
bijeenroepen. Zij moeten die bijeenroepen wanneer een vijfde van de leden van de
vereniging het vragen.
De commissarissen wonen de algemene vergadering bij wanneer deze te
beraadslagen heeft op grond van een door hen opgemaakt verslag.
Art. 18
De rechtbank kan op verzoek van een lid, van een belanghebbende derde of van het
openbaar ministerie de ontbinding uitspreken van een vereniging die:
304
1° niet in staat is haar verbintenissen na te komen;
2° haar vermogen of de inkomsten uit dat vermogen voor een ander doel aanwendt
dan die waarvoor zij is opgericht;
3° in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, of in strijd handelt met de wet of
de openbare orde;
4° gedurende drie opeenvolgende boekjaren niet heeft voldaan aan de verplichting
om een jaarrekening neer te leggen overeenkomstig artikel 26novies, § 1, tweede lid,
5°, tenzij de ontbrekende jaarrekeningen worden neergelegd vooraleer de debatten
worden gesloten;
5° minder dan drie leden telt.
De rechtbank kan de vernietiging van de betwiste handeling uitspreken ook indien zij
de eis tot ontbinding afwijst.
Art. 19
In geval van ontbinding van een vereniging door de rechtbank benoemt deze,
onverminderd artikel 19bis één of meer vereffenaars die, na aanzuivering van het
passief, de bestemming van het actief vaststellen.
Deze bestemming kan geen andere zijn dan die bepaald in de statuten of, bij
ontstentenis van enige statutaire bepaling daaromtrent, besloten door de algemene
vergadering die de vereffenaars bijeenroepen. Bij ontstentenis van een bepaling in de
statuten of van een besluit van de algemene vergadering geven de vereffenaars aan
het actief een bestemming die zoveel mogelijk overeenkomt met het doel waarvoor de
vereniging is opgericht.
De leden, de schuldeisers en het openbaar ministerie kunnen bij de rechtbank beroep
instellen tegen het besluit van de vereffenaars.
Art. 19bis
De vordering tot ontbinding op grond van artikel 18, eerste lid, 4°, kan slechts worden
ingesteld na het verstrijken van een termijn van dertien maanden te rekenen van de
afsluiting van het derde boekjaar.
De rechtbank die deze ontbinding uitspreekt, kan hetzij tot de onmiddellijke afsluiting
van de vereffening beslissen, hetzij de vereffeningswijze bepalen en één of meer
vereffenaars aanwijzen.
Wanneer de vereffening is beëindigd, brengen de vereffenaars verslag uit aan de
rechtbank, waarbij hij of zij, in voorkomend geval, aan de rechtbank een overzicht
voorleggen van de waarden van de vereniging en van het gebruik ervan. De
rechtbank spreekt de afsluiting van de vereffening uit. De Koning bepaalt welke
procedure moet worden gevolgd voor de consignatie van de activa die de vereniging
zouden toebehoren en wat er met die activa moet gebeuren ingeval nieuwe passiva
aan het licht komen.
Art. 20
De algemene vergadering kan de ontbinding van de vereniging alleen uitspreken
onder dezelfde voorwaarden als die welke betrekking hebben op de wijziging van het
doel of de doeleinden van de vereniging. Artikel 8, vierde lid, is van overeenkomstige
toepassing.
Art. 21
Tegen een vonnis waarbij de ontbinding van een vereniging of de nietigverklaring van
één van haar handelingen wordt uitgesproken, kan hoger beroep worden ingesteld.
Hetzelfde geldt voor een vonnis dat uitspraak doet over het besluit van de vereffenaar
of de vereffenaars.
305
Art. 22
In geval van ontbinding van een vereniging door de algemene vergadering, wordt de
bestemming van het actief, bij ontstentenis van statutaire bepalingen, vastgesteld
door de algemene vergadering of door de vereffenaars, overeenkomstig artikel 19,
tweede lid.
De vereffening geschiedt door één of meer vereffenaars die hun opdracht vervullen
hetzij overeenkomstig de statuten, hetzij krachtens een besluit van de algemene
vergadering, hetzij, bij ontstentenis daarvan, krachtens een rechterlijke beslissing die
door enige belanghebbende of door het openbaar ministerie kan worden gevorderd.
Art. 23
Elke beslissing van de rechter, van de algemene vergadering of van de vereffenaars
betreffende de ontbinding of de nietigheid van de vereniging, de
vereffeningsvoorwaarden, de benoeming en de ambtsbeëindiging van de vereffenaars,
de afsluiting van de vereffening en de bestemming van het actief wordt binnen een
maand na de dagtekening ervan neergelegd overeenkomstig artikel 26novies, § 1.
De akten betreffende de benoeming en de ambts-beëindiging van de vereffenaars
vermelden hun naam, voornamen en woonplaats, of, ingeval het rechtspersonen
betreft, hun naam, rechtsvorm en zetel.
Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere stukken die uitgaan
van een vereniging in verband waarmee een beslissing tot ontbinding is genomen,
vermelden de naam van de vereniging, onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de
woorden “vereniging zonder winstoogmerk in vereffening” of door de afkorting en de
woorden “vzw in vereffening”.
Eenieder die in naam van een dergelijke vereniging meewerkt aan een in het vorige
lid vermeld stuk waarop één van deze vermeldingen niet is aangebracht, kan
persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor alle of voor een gedeelte van de
verbintenissen die de vereniging krachtens dit stuk heeft aangegaan.
Art. 24
Het actief kan slechts worden aangewend na aanzuivering van het passief.
Art. 25
De bestemming van het actief mag de rechten van derden niet schaden.
De vordering van de schuldeisers verjaart door verloop van vijf jaar te rekenen van de
bekendmaking van de beslissing betreffende de bestemming van het actief.
306
Ledenadministratie
28 oktober 2009, Halleux Daniel, Vertaling NL: Cornet Luc
Wat is PlayersManager ?
PlayersManager is een Internetprogramma waarmee verantwoordelijken van clubs
liga’s federaties nationale bond alle taken rond het beheer van de leden kunnen
doen.
Welke taken kan men hiermee doen?
- Wijzigingen aanbrengen aan (adres)gegevens van aangesloten spelers
- Nieuwe spelers aansluiten
- Aangesloten spelers heraansluiten
- Transfers aanvragen
- Markeren wanneer een speler overleden is
- Allerhande lijsten afdrukken
. Ledenlijst
. Transferlijst
. Arbiterlijst
. Lijst met onbekende adressen
- Afdrukken ledenkaarten
Waarom PlayersManager
Hét voordeel dat PlayersManager biedt is dat er één en slechts één gegevensdatabase
is voor alle lagen binnen de KBSB. Destijds hadden alle federaties hun eigen database
(en nog erger hun eigen databasestructuur) waardoor er nooit sprake is van één
geïntegreerd systeem. Nu wordt door middel van beveiligingen bij het aanloggen ervoor
gezorgd dat elke verantwoordelijke enkel die gegevens te zien krijgt waarvoor hij/zij
bevoegd is.
Daarnaast is dit een module dat parallel langs ClubsManager en InterclubsManager
staat, waarbij men na het inloggen van de éne module naar de andere kan gaan zonder
opnieuw te moeten inloggen (met andere woorden een onderdeel van een
totaalpakket).
Daarnaast biedt één gecentraliseerd systeem meer mogelijkheden op vlak van
interfaces naar bijv. ChessManager en het ELO-bestand PLAYER.dbf.
Een ander groot voordeel is dat nu simultaan elk niveau op de hoogte gebracht wordt
via een mail:
- Verantwoordelijke ledenadministratie KBSB (Daniel Halleux)
- Verantwoordelijke ledenadministratie VSF (Eddy de Gendt)
- Verantwoordelijke ledenadministratie desbetreffende liga
- Verantwoordelijke ledenadministratie desbetreffende club
Waar en hoe aanloggen?
http://www.frbe-kbsb.be/
(Link naar de hoofdpagina, klikken op het logo van de KBSB, klikken op CLUBS
PLAYERS MANAGER)
http://www.frbe-kbsb.be/GestionCOMMON/GestionLogin.php
(Rechtstreekse link)
Om aan te loggen dient men een login en een paswoord te hebben. Een login kan men
enkel krijgen als men als verantwoordelijke van een club op de clubfiche staat “email
luc.cornet@telenet.be”. Dan pas kan men een login beginnen aan te maken. Voor
307
clubverantwoordelijken is de loginnaam zijn/haar stamnummer. Liga-, federatie- en
bondverantwoordelijken krijgen enkel op eigen aanvraag - een speciale loginnaam
van Daniel Halleux.
Aan de hand van de login weet het programma wat de bevoegdheid van de gebruiker
is en zal zijn/haar toegang beperkt worden tot zijn/haar verantwoordelijkheden.
Bijv. een verantwoordelijke van een club kan enkel gegevens van zijn club
wijzigen/raadplegen, terwijl een verantwoordelijke van een liga dit kan met de leden
van zijn liga enz
De rubrieken van de ledenadministratie
1. Wijziging van gegevens
2. Hernieuwing van het lidmaatschap
3. Transfer
4. Aansluiting van een nieuw lid
5. Wat te doen bij een sterfgeval?
6. Ledenlijsten
Wijziging van gegevens
Aanloggen
In geval de gebruiker geen verantwoordelijke van een club is, dient hij eerst te
filteren op het clubnummer.
In de ledenlijst kan men nu klikken op het stamnummer. van de bewuste speler
In de bewuste tabs kan men de gewenste gegevens wijzigen (opgepast: de
velden in het wit, grijs en rood kunnen niet gewijzigd worden)
Tijdens het transfer van alle gegevens uit de verschillende bronbestanden van de
verschillende federaties is gebleken dat niet alle gegevens correct zijn (vb. in het
veld straat steekt straat + huisnummer en bij huisnummer staat niets; er
ontbreken een aantal cijfers bij de telefoon-, fax- en GSM-nummers van
buitenlanders; de nationaliteiten van de spelers zijn soms half ingebouwd).
Daniel Halleux vraagt zeer vriendelijk om jullie medewerking om deze gegevens
éénmalig zeer grondig te controleren en zo nodig ook aan te passen zoals het
hoort. Hij dankt u hiervoor alvast bij voorbaat.
Hernieuwing van het lidmaatschap
Aanloggen
Dit dient te gebeuren door de verantwoordelijke van elke club, dus niet door de
liga- of federatieverantwoordelijke
Klikken op Verlenging aansluitingen
OPGEPAST: EENMAAL AANGEVINKT, NIET MEER AF TE VINKEN concreet houdt
dit in dat de interne procedure binnen de club in orde moet zijn: eerst geld
ontvangen (= dit is meestal zekerheid van aansluiting), dan pas aanvinken
Transfer
Aanloggen
Dit dient te gebeuren door de verantwoordelijke van elke club, dus niet door de
liga- of federatieverantwoordelijke
Klikken op Lidmaatschap van de leden
Men dient de speler op te zoeken. Hiervoor heeft men 3 zoekvelden: op
stamnummer, op clubnummer, op naam (dit is wel fonetisch). Geef een
zoekwaarde in en zoek op en klik vervolgens op het stamnummer van de speler
in kwestie.
308
Vanaf dit moment zal deze speler te zien zijn in de transferlijst.
De eigenlijke transferperiode is van 1 juni tot 30 juni. Echter als een speler op
het einde van het jaar zich uitschrijft bij één club en zich vervolgens inschrijft bij
een andere club voordat het jaar voorbij is, dan is dit ook een transfer.
Een club kan protest indienen tegen een transfer. Echter dit moet hij via een
gemotiveerd schrijven doen bij Daniel Halleux met Eddy de Gendt en zijn
ligaverantwoordelijke in CC.
Aansluiting van een nieuw lid
Aanloggen
Dit dient te gebeuren door de verantwoordelijke van elke club, dus niet door de
liga- of federatieverantwoordelijke
Klikken op Lidmaatschap van de leden
Er zijn twee gevallen: een speler is nog nooit aangesloten geweest bij de KBSB
en een speler was vroeger wel aangesloten geweest bij de KBSB.
Daarom maak ALTIJD de gewoonte om een speler op te zoeken. Hiervoor heeft
men 3 zoekvelden: op stamnummer, op clubnummer, op naam (dit is wel
fonetisch). Geef een zoekwaarde in en zoek op en klik vervolgens op het
stamnummer van de speler in kwestie.
Indien de speler gevonden wordt, open dan zijn fiche en verbeter of vul zijn
gegevens aan.
Indien de speler niet gevonden wordt, klik dan op nieuw en vul zijn gegevens aan
(merk op dat er onmiddellijk een stamnummer aangeboden wordt).
Wat te doen bij een sterfgeval?
Het aantal leden waarvoor de VSF bijdrage moet betalen aan de KBSB, wordt
jaarlijks bepaald op 1 oktober.
Indien voor deze datum wordt doorgegeven dat een speler gestorven is, dan zal
de KBSB deze persoon ook niet opnemen in zijn jaarlijkse factuur.
Het doorgeven dat een speler gestorven is, gebeurt door een maaltje te sturen
naar Daniel Halleux met Eddy de Gendt en de ligaverantwoordelijke in CC.
Ledenlijsten
Aanloggen
Klikken op Lijst van de ‘signaletique’ in CSV (Signaletique is de naam van het
bestand waarin alle gegevens van de spelers insteken)
Men kan kiezen voor een GZ-formaat (te lezen via winzip) of voor een CSV-
formaat (te lezen via Excel)
Financiële aspecten
Vroeger gebeurde de administratieve en financiële inschrijving door de club bij
zijn liga. Als de club het lidgeld van deze speler niet betaalde, dan was deze
speler én niet speelgerechtigd én niet verzekerd.
Nu gebeurt de administratieve inschrijving rechtstreeks bij de KBSB. Wat nu met
de financiële inschrijving en vooral wat met de speelgerechtigdheid en de
verzekering van deze speler?
Een speler is speelgerechtigd van zodra hij een stamnummer heeft gekregen
(ofwel zijn vorig, ofwel een nieuw gegenereerde).
Omtrent de verzekering heeft de VSF beslist dat van zodra de speler is
ingeschreven, dat deze verzekerd is.
De financiële procedure zal als volgt zijn: de KBSB geeft aan de VSF midden/eind
januari het juiste aantal leden door in de diverse categorieën. Deze zal dan aan
309
de Liga’s een voorschotfactuur toesturen. De liga’s dienen dit aan hun clubs over
te maken en dan pas te betalen. Op 1 oktober maakt de KBSB haar definitieve
factuur en stuurt deze naar de VSF. Op haar beurt maakt de VSF een bijkomende
factuur per liga, rekening houdend met het betaalde voorschot in het begin van
het jaar. Dit zelfde dient te gebeuren door de liga’s naar hun clubs toe.
Concreet: een liga of een club moet enkel betalen als ze via een factuur hierom
gevraagd wordt, dus niet meer uit eigen beweging !!!
Q&A Infosessie November 2008
1. Tot wanneer kan men spelers toevoegen aan de spelerslijst van de NIC? Op de
website van de KBSB pagina NIC staat “± 26/12/08”
2. Kunnen er bij transferaanvragen mails verstuurd worden naar de clubbestuurders
van de club die de speler verlaat? Op dit moment is dit niet voorzien. Anderzijds ziet
men in het scherm van zijn leden dat er bij een speler een transferaanvraag lopende
is en kan men in de transferlijst alle lopende transferaanvragen bekijken.
3. Kan men de datum van de transferaanvraag toevoegen in de transferlijst? Dit is een
goed idee en Daniel Halleux zal bekijken of dit gedaan kan worden.
4. Er was een probleem bij de transfer bij een speler X van club 143 naar club 174.
Waarom? Het probleem was dat bij het wegschrijven het systeem meldde dat het
huisnummer een verplicht veld was en dat dit eerst moest ingevuld worden. Na
verbetering hiervan lukt het wel.
5. Waar kan men de FIDE-ID ingeven? Bij het ingeven van nieuwe spelers die nog nooit
eerder zijn aangesloten bij de KBSB, maar die wel in het buitenland zijn aangesloten
(dus ze hebben een FIDE-ID, FIDE ELO, nationaal ID of nationaal ELO), mag men
deze gegevens niet invullen. Dit kan enkel Daniel Halleux. Daarom dient men dit in
te geven in het veld Nota wat op het tabblad Admin staat.
6. Bij het aanpassen of invullen van een spelersfiche dient men niet bij elk tabblad op
ok te klikken, maar pas als alle tabbladen zijn ingevuld. De reden hiervoor is dat dit
per keer (op voorwaarde dat alle belangrijke velden zouden zijn ingevuld) een mail
verstuurt naar alle betrokkenen. Kunnen mails dan niet gegroepeerd worden, bijv.
per week? Neen, dit is niet mogelijk.
7. Zijn de papieren aansluitingsformulieren (met handtekening) niet meer nodig? Neen,
deze zijn niet meer nodig. Echter een raad: laat die wel nog invullen door het nieuw
lid (zeker jeugdlid) en bewaar die in de club
310
Schaakleraars
443
Schaakleraar
De Bruycker Bernard 15/06/1941 M ALL
Schaakinstructeur stap 1 tot 4
Baecke Mieke 22/02/1962 V 12
Callens Johan 23/09/1955 M 12
Cillen Jeroen 12
Corbeel Louis 12/04/1957 M 12
Cornet Luc 12
Coudron Paul 21/05/1963 M 12
Dayer Glenn 12/11/1963 M 12
De Bie Herman 05/10/1941 M 12
De Vlieger Dirk 13/12/1957 M 12
Decrop Ruben 21/04/1965 M 12
Deleersnyder Lieselot 29/01/1982 V 12
Dermul Luc 02/05/1968 M 12
Desserano Gertjan 12
Englicky Kevin 12
Englicky Pavel 12
Essers Karel 12
Garez Dirk 06/04/1960 M 12
Geerts Luc 12
Hamblok Roel 12
Huysman Robert 27/06/1946 M 12
Kerckhove Giovani 12
Kocur Marc 23/02/1965 M 12
Lagrain Jan M 12
Lemmens Philip 13/11/1965 M 12
Malfliet Bernard 25/08/1965 M 12
Meekers Geert 12
Moors Dries 12
Peeren Yen 29/03/1976 M 12
Piceu Tom 20/10/1978 M 12
Pletinckx Eddy 03/02/1959 M 12
Sarrau Jelle 12
Schoemans Roy 12
Segers Jan 27/02/1952 M 12
Seynaeve Kevan 04/09/1958 M 12
Snijders Lambert M 12
Steen Pieter 16/03/1980 M 12
Tonoli Walter 25/04/1958 M 12
Ulenaers Marc 12
Van Bunderen Gert 26/01/1967 M 12
Van Dyck Marc 12
Van Hoecke Luc 26/12/1957 M 12
Van Speybroeck Philippe 10/02/1963 M 12
Van Steenwinckel Hugo 14/04/1956 M 12
Vanroose Christiaan 01/05/1968 M 12
443
Reeds enkele malen een actuele stand gevraagd aan VSF aar deze blijkt niet te bestaan.
Iedereen die denkt op deze lijst te moeten staan maar er niet opstat, graag een mailtje naar
bernard_malfliet@hotmail.com. Overigens zal de notie van schaakleraar volgens de voorzitter
van VSF binnenkort afgeschaft worden
311
Schaakinstructeur stappen 1 en 2
Baekelandt Els V 1
Beuselinck Steven 05/06/1971 M 1
Cocquyt Tijs 06/12/1978 M 1
De Billoez Yves 16/08/1967 M 1
De Roo Luc 08/08/1966 M 1
Debast Patrick 24/05/1956 M 1
Delaet Philippe 1
Devreese Gert 02/04/1962 M 1
D'hondt Peter M 1
Driessens Dirk 1
Driessens Patrick 20/03/1974 M 1
Gooris Jan 14/05/1954 M 1
Hugaert Daan M 1
Karpez Dani 1
Klijsen Yvonne V 1
Kosatka Edward 05/05/1951 M 1
Kox Vincent 1
Lagrain Martin 1
Leclercq Didier M 1
Maeckelbergh Anne-Marie 19/02/1965 V 1
Minnoye Filip 1
Peschl Hans 1
Petit Emilien 28/11/1938 M 1
Polat Yasin 1
Pools Robert 1
Reynaert Igor 12/07/1977 M 1
Roels Louis 05/12/1921 M 1
Rogiers Jonny 08/08/1955 M 1
Seghers Nico 02/12/1971 M 1
Van Camp Albert 02/02/1950 M 1
Van Coppenolle Kurt 30/04/1978 M 1
Van de Vyver Odile M 1
Van Rillaer Dirk 24/03/1946 M 1
Van Vlaenderen Koen 26/04/1960 M 1
Van Wassenhove Marc M 1
Vande Kerckhove Jose 04/05/1950 M 1
Vandergoten Theo M 1
Vandierendonck Hans M 1
Vanhove Edward M 1
Vansichen Kenneth 1
Vercauteren Daniël 1
Verstappen Stefan M 1
Wagemans Paul M 1
Schaakinstructeur stappen 3 en 4
Krekels Ignace 10/02/1965 M 2
Van Vooren Kristien 08/10/1970 V 2
Verstraeten Jan 17/05/1973 M 2
312
FIDE Trainers
1. Titels
1.1. FIDE & TRG erkennen de volgende titels (in dalende volgorde van
expertise):
1.1.1. FIDE Senior Trainer (FST)
1.1.2. FIDE Trainer (FT)
1.1.3. FIDE Instructeur (FI)
1.1.4. Nationaal Instructeur (NI)
1.1.5. Ontwikkelingsinstructeur (DI)
1.2. Titel Beschrijvingen - Vereisten - Toekenning:
1.2.1. FIDE Senior Trainer (FST)
1.2.1.1. Scope - Missie:
a. Lezingen in Seminaries als Docent of Seminarie Leider (indien goedgekeurd).
b. Τraining van de trainers, ontwikkeling van de toekomst van de schaaktraining,
inspireren, aanmoedigen en innoveren.
c. Het trainen van spelers vooral met ELO boven 2450.
1.2.1.2. Kwalificatie Vereisten naar Professionele Vaardigheden:
a. Voorstel of bevestiging van zijn nationale federatie.
b. FIDE Trainer of minimaal 10 jaar ervaring als trainer in het algemeen.
c. Houder van de titel GM, IM of FM.
d. Heeft in zijn carrière een FIDE ELO van 2450 behaald.
e. Kennis, naast zijn moedertaal, van ten minste één FIDE erkende taal:
Arabisch, Engels, Frans, Duits, Portugees, Russisch en Spaans.
f. Gepubliceerd materiaal, zoals handleidingen, boeken of een serie van artikels.
g. Bewijs van Internationale successen, zoals:
g1. Trainer van een team dat de Olympische medaille won.
g2. Trainer van een wereldkampioen
g3. Trainer van een Uitdager voor het WK (finale).
g4. Trainer van de gouden medaille winnaar van het Continentale team
kamp.
g5. Trainer van de Continentale individuele kampioen.
g6. Trainer van meer dan 3 wereldkampioenen in Jeugd en Junior
categorieën.
g7. Trainer - Oprichter van schaakscholen, die een minimum van 3 IGM of 6
titelhouders (GM, IM of WGM) hebben ontwikkeld.
g8. Trainer, die onderwijssystemen en / of programma’s opstelde en
ontwikkelde.
1.2.1.3.Toekenning van de Titel:
a. De aanvraag moet worden verzonden via de nationale federatie (verplicht).
b. De nadruk wordt gelegd op de belangrijkste criteria van een FST titel.
Verplichte vereisten zijn f. (Gepubliceerd materiaal) en g. (Internationale
successen) en TRG zal zich vooral richten op deze gebieden. Alle andere
vereisten worden behandeld als niet-verplicht.
c. Voor de toekenning van de titel zal een stemming onder de vijf leden van de
TRG raad plaatsvinden en een resultaat van 70% is vereist (Ja = 20%;
313
Onthouding = 10%; Nee = 0%). Indien de aanvraag geweigerd wordt, kan de
titel FIDE Trainer worden toegekend. De aanvrager is verplicht om deze
procedure te aanvaarden inclusief de nodige betalingen.
d. TRG behoudt zich het recht voor om elke verklaring van de aanvrager te
onderzoeken en te accepteren of te weigeren, zonder enige verdere uitleg
1.2.2. FIDE Trainer (FT)
1.2.2.1. Scope - Missie:
a. Introductie van de spelers inzake de belangrijke aspecten van het schaken,
zoals het concept van en de voorbereiding op competitief succes. Dit is
noodzakelijk voor spelers die een hoog schaakniveau wilen bereiken of die
competitief succes willen bereiken in welke vorm dan ook.
1.2.2.2. Kwalificatie Vereisten naar Professionele Vaardigheden:
a. Volgens de relatieve evaluatietabellen.
1.2.2.3. Toekenning van de Titel:
a. Door een succesvolle deelname aan een TRG Seminarie.
b. Afgewezen aanvragers van de FST titel, maar die de nodige kwalificaties voor
deze titel bezitten.
1.2.3. FIDE Instructor (FI)
1.2.3.1. Scope - Missie:
a. Leert de speler de theorie van het middenspel en het eindspel. Hij zal nauw
samenwerken met de speler teneide een gepersonaliseerd openingsrepertoire
te make, die hij ook zal helpen verrijken met nieuwe ideeën.
b. Verhoogt het competitief niveau van nationale jeugdspelers naar een
internationaal niveau.
1.2.3.2. Kwalificatie Vereisten naar Professionele Vaardigheden:
a. Volgens de relatieve evaluatietabellen.
1.2.3.3. Toekenning van de Titel:
a. Door een succesvolle deelname aan een TRG Seminarie.
1.2.4. Nationaal Instructeur (NI)
1.2.4.1. Scope - Missie:
a. Verhogen van het niveau van de competitieve spelers tot een nationale
standaard.
b. Trainings van spelers met ELO tot 1700.
c. Leraar op School.
1.2.4.2. Kwalificatie Vereisten naar Professionele Vaardigheden:
a. Volgens de relatieve evaluatietabellen.
1.2.4.3. Toekenning van de Titel:
a. Door een succesvolle deelname aan een TRG Seminarie.
1.2.5. Ontwikkelingsinstructeur (DI)
1.2.5.1. Scope - Missie:
a. Verspreidt de liefde voor het schaakspel bij kinderen en brengt hen met een
bepaalde methode tot een competitief niveau.
b. Instructeur voor beginnelingen, en spelers van een elementair of recreationeel
niveau.
c. Leraar op school.
314
1.2.5.2. Kwalificatie Vereisten naar Professionele Vaardigheden:
a. Volgens de relatieve evaluatietabellen.
1.2.5.3. Toekenning van de Titel:
a. Door een succesvolle deelname aan een TRG Seminarie.
1.2.6. Evaluatietabellen
1.2.6.1. Hoogste behaalde FIDE of nationale ELO. Telt voor 20% in de score:
ELO
Score
0-1100
0 x 20 = 0
1101-1250
1 x 20 = 20
1251-1400
2 x 20 = 40
1401-1550
3 x 20 = 60
1551-1700
4 x 20 = 80
1701-1850
5 x 20 = 100
1851-2000
6 x 20 = 120
2001-2150
7 x 20 = 140
2151-2300
8 x 20 = 160
2301-2450
9 x 20 = 180
2451-2900
10 x 20 = 200
1.2.6.2. FIDE titels. Evaluatie volgens de docent
444
. Telt voor 10% in de score:
Schaal
Score
0
0 x 10 = 0
1
1 x 10 = 10
2
2 x 10 = 20
3
3 x 10 = 30
4
4 x 10 = 40
5
5 x 10 = 50
6
6 x 10 = 60
7
7 x 10 = 70
8
8 x 10 = 80
9
9 x 10 = 90
10
10 x 10 = 100
1.2.6.3. Aanwezigheid. Evaluatie volgens de docent. Telt voor 10% in de score:
Schaal
Score
0
0 x 10 = 0
1
1 x 10 = 10
2
2 x 10 = 20
3
3 x 10 = 30
4
4 x 10 = 40
5
5 x 10 = 50
6
6 x 10 = 60
7
7 x 10 = 70
8
8 x 10 = 80
9
9 x 10 = 90
10
10 x 10 = 100
1.2.6.4. Bibliografie Gepubliceerd Materiaal. Evaluatie volgens de docent. Telt voor
10% in de score:
Schaal
Score
0
0 x 10 = 0
444
De docent van het Seminarie dat gevolgd moet worden
315
1
1 x 10 = 10
2
2 x 10 = 20
3
3 x 10 = 30
4
4 x 10 = 40
5
5 x 10 = 50
6
6 x 10 = 60
7
7 x 10 = 70
8
8 x 10 = 80
9
9 x 10 = 90
10
10 x 10 = 100
1.2.6.5. Ervaring zoals vermeld in de CV. Telt voor 20% in de score:
Jaren
Score
1
0 x 20 = 0
2
1 x 20 = 20
3
2 x 20 = 40
4
3 x 20 = 60
5
4 x 20 = 80
6
5 x 20 = 100
7
6 x 20 = 120
8
7 x 20 = 140
9
8 x 20 = 160
10
9 x 20 = 180
+10
10 x 20 = 200
1.2.6.6. Schriftelijk Examen. Telt voor 30% in de score. Voor een examen met 30
vragen wordt het eindresultaat gedeeld door 3 en dan vermenigvuldigd met 30. Voor
een examen met 15 vragen wordt het eindresultaat gedeeld door 1,5 en dan
vermenigvuldigd met 30
445
. De cijfers worden afgerond.
1.2.6.7. Volgens het totaal resultaat op basis van de voorgaande evaluatietabllen
wordt de titel toegekend als volgt:
Totale score
Titel
1000-800
FT
799-600
FI
599-400
NI
399-200
DI
199-0
Geen titel
1.3. Procedure - Financieel
a. Na het succesvol afstuderen van het seminarie zal elke deelnemer een
certificaat ontvangen, getekend door de docenten / Seminarieleiders.
b. Na de indiening van een gedetailleerd rapport door de Docenten /
Seminarieleiders bij TRG, zal deze laatste de titelaanvraag voorleggen bij FIDE
voor goedkeuring door een officiële instantie (PB, EB of GA).
c. Na goedkeuring zal de trainer het officiële certificaat en de badge (die de foto
van de trainer en de geldigheid van het bewijs bevat) van de FIDE te
ontvangen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
c1. Vereisten (Kwalificatie) voor elke titel zoals hierboven beschreven.
c2. Diploma van de succesvolle deelname aan het FIDE Trainer Seminarie
(behalve voor FST).
445
FIDE geeft hier de indruk te maken hebben met mensen zonder enig wiskundig inzicht, toch
wel merkwaardig in de schaakwereld
316
c3. Schriftelijke examens (behalve voor FST).
c4. Betalingen van de FIDE vergoedingen (deelname en titel), volgens de
volgende tabel:
Titel
Voor de titel (eenmalig)
Licentie (4 jaar geldig)
FIDE Senior Trainer
300 Euros
180 Euros
FIDE Trainer
200 Euros
120 Euros
FIDE Instructeur
100 Euros
60 Euros
Nationaal Instructeur
50 Euros
30 Euros
Ontwikkelingsinstructeur
50 Euros
30 Euros
d. De FIDE bijdrage voor een deelnemer aan een TRG seminarie is 100 euro en
moet worden betaald aan de federatie of instelling die mede-organisator is van
het seminarie. De federatie of instelling die medeorganisator is zal van FIDE
een rekening ontvangen voor het totale bedrag van de bijdragen van de
deelnemers. Merk op dat het seminarievergoeding, onder bijpaalde
omstandigheden kan varieren van 0 tot 100 euro.
e. Het is toegestaan voor een deelnemer om de bijdrage voor zijn titel te betalen
vooraf aan de federatie of instelling die medeorganisator is of dadelijk bij de
FIDE. In dit geval moet hij FIDE schriftelijk op de hoogte stellen van deze
actie. In het geval dat zijn titel door de FIDE niet wordt goedgekeurd, wordt
deze bijdrage niet terugbetaald.
f. Een trainer met een titel zal een Licentie bijdrage betalen nadat twee
kalenderjaren zijn verstreken sinds de titel werd toegekend. Elke licentie is
geldig voor vier (4) jaar. (Voormalig) wereldkampioenen en de FST die in 2004
rechtstreeks goedgekeurd werden (als oprichters) zijn vrijgesteld van dit
licentie-reglement. Indien de verplichtingen van de licentie niet worden
vervuld, zal dit leiden tot een schorsing van lijst van trainers met titels.
g. Engels is de officiële taal tussen TRG, federaties en trainers.
h. GMs en IMs moeten geen seminarie bijwonen, maar ontvangen de laagste titel
samen met alle TRG literatuur (optioneel).
i. Voor de titel van schoolinstructeur zie bijlage 9 van de FIDE regels inzake
2. TRG Seminaries
2.1. Procedure
2.1.1. Aanvraag door de mede-organisator bij TRG.
2.1.2. Goedkeuring door de federatie en de Continentale President.
2.1.3. Goedkeuring van de Docenten / Seminarieleiders, van het programma en de
lessen.
2.1.4. Aankondiging op FIDE en TRG web-sites door het invullen van de nodige
formulieren.
2.1.5. Doorgeven van de resultaten door de Docent bij TRG ter goedkeuring.
2.1.6. Indiening door TRG van de voorgestelde resultaten bij PB/GA en betaling bij
FIDE.
2.2. Docenten - Seminarieleiders
2.2.1. Alle TRG seminaries worden geleid door Docenten / Seminarieleiders (met een
FST titel). Docenten / Seminarieleiders zijn zeer ervaren professionals, elk met vele
jaren ervaring in schaaktraining. Ze combineren de ervaring van een professionele
trainer, een deskundige in de praktijk en ervaring met TRG seminaries, in het leveren
van bewezen koennis van lesgeven en faciliteren, die een actieve en participatieve
leerervaring garandeert.
317
2.2.2. Alle Docenten / Seminarieleiders worden benoemd door de TRG eenmaal per
jaar en een aanvraag (en goedkeuring) is nodig om een nieuwe FST aan de lijst toe te
voegen.
2.2.3. In elk seminarie van 30 uur zullen twee Docenten / Seminarieleiders
verantwoordelijk zijn. Uitzonderingen zijn toegestaan, mits vooraf goedgekeurd door
TRG. Voor een 15 uur durend seminarie is één Docent toegestaan.
2.2.4. Assistenten (andere getitelde trainers, psychologen, etc.) zijn toegestaan.
2.2.5. De Syllabus zal worden gebruikt in TRG seminaries. Een kopie moet worden
verdeeld (gratis of betalend) aan alle deelnemers voor de schriftelijke examens.
2.2.6. Bij het organiseren van seminaries voor titels van Nationaal Instructeur en
Ontwikkelingsinstructeur, is het toegestaan dat ze geleid worden door de FIDE Trainer
of FIDE Instructeur. Maar dit moet vooraf worden goedgekeurd door TRG.
2.2.7. Een aanbevolen geschatte kost voor de docenten-vergoeding voor TRG
seminaries is € 3500 voor een 30 uur durend seminarie en € 1750 voor een 15 uur
durend seminarie. Dat bedrag omvat geen reis- of verblijfskosten. Diverse andere
kosten (auditorium, bulletin, koffiepauzes) vallen onder de verantwoordelijkheid van
de mede-organisator.
2.2.8. Een mede-organisator heeft het recht voor iedere deelnemer een deelnamekost
tot maximaal 450 euro aan te rekenen. Een dergelijke deelnamekost wordt geacht de
FIDE vergoeding van 100 euro (voor de deelname) te bevatten.
2.2.9. In het programma van elk seminarie moet het volgende voorzien zijn:
2.2.9.1. Data.
2.2.9.2. Plaats.
2.2.9.3. Analyse van de titels
2.2.9.4. Dagorde en lesplan.
2.2.9.5. Diverse kosten en betalingen.
2.2.9.6. Docenten.
2.2.9.7. Diverse andere informatie.
2.2.10. Alle deelnemers moeten hun persoonlijke ID-kaart invullen en terugsturen in
elektronische vorm naar de organisatie.
2.2.11. Elke deelnemer aan het seminarie is verplicht om dit reglement met zijn
schriftelijke inschrijving volledig te accepteren. Beroep tegen de beslissing van de
docent zijn toegestaan binnen 30 dagen en alleen via de nationale federatie. De
beslissing van TRG is finaal.
2.2.12. Seminaries mogen gehouden worden via internet, maar alleen na goedkeuring
van elk specifiek geval door TRG.
3. Richtlijnen voor FIDE Academies
3.1. Procedures.
3.1.1. De aanvraag voor een FIDE Academie moet worden ondersteund en verzonden
door de Nationale Federatie (die moet lid zijn van de FIDE), waar de Academie wordt
geregistreerd.
3.1.2. De aanvrager dient een officiële aanvraag in te dienen bij zijn Nationale
Federatie, met een kopie aan TRG.
3.1.3. De Nationale Federatie is verantwoordelijk om officieel TRG te informeren,
binnen 90 dagen over haar beslissing. In geval van afwijzing van de organisatie, moet
een geldige reden, volgens de FIDE / TRG regels, worden meegedeeld.
3.1.4. De aanvrager heeft het recht om in beroep te gaan tegen een afwijzing. De
beslissing van TRG is finaal na goedkeuring door de presidentiële raad of de Algemene
318
Vergadering van FIDE.
3.2. Verplichtingen.
3.2.1. Een goedgekeurd en bekrachtigd FIDE Academie zal haar activiteiten uitvoeren
in overeenstemming met de vereisten, verplichtingen en rechten die door de FIDE,
TRG, en alle officiële overeenkomsten tussen de FIDE Academie en de Nationale
Federatie.
3.2.2. Moet op al haar officiële documenten de FIDE titel en het FIDE-logo vermelden.
3.2.3. Zal de FIDE en TRG regels en richtlijnen opvolgen.
3.2.4. Zal de FIDE Trainers Commissie Syllabus en de FIDE en TRG Officiële Boeken
volgen.
3.2.5. Betaalt het registratierecht (200 euro) en de jaarlijkse vergoeding (300 EUR
per jaar) aan FIDE. Deze kosten zijn niet van toepassing op de drie oprichtende FIDE
Academies: ASEAN Schaak Academie (Singapore), FIDE Trainer Academie (Berlijn),
en de Amerikaanse Schaak Universiteit (New Jersey).
3.2.6. Werkt samen met de door TRG goedgekeurde FIDE Docenten /
Seminarieleiders.
3.2.7. Werkt samen met trainers met een FIDE licentie.
3.2.8. Verstrekt, met regelmatige updates, alle gevraagde en noodzakelijke informatie
voor de archieven en micro-site van TRG.
3.2.9. Werken harmonieus samen met iedereen.
3.3. Rechten.
3.3.1. Kan zij interne toernooien rechtstreeks indienen voor FIDE ELO berekening.
3.3.2. Kan FIDE Trainingskampen organiseren.
3.3.3. Kan FIDE Aanwezigheidscertificaten afleveren.
3.3.4. Kan zich aanmelden (via de federatie) bij TRG om FIDE Trainers Seminaries
voor FIDE Trainers titels te organiseren.
3.3.5. Kan zijn leerlingen sturen (maximaal één speler per categorie - wild cards) naar
Wereld & Continentale Jeugd- en School-kampioenschapen. In dit geval moet de
registratie worden verzonden via de Nationale Federatie. Een vergoeding voor elke
speler van de FIDE Academy tot €100 kan worden opgelegd door de Nationale
Federatie (administratiekosten). In geval van onenigheid over het bedrag, kan de
FIDE Academie beroep aantekenen bij TRG, die een finale beslissing neemt.
4. Gelicentieerde Trainers
4.1. Geen enkele trainer zal gratis verblijf aangeboden worden bij officiële FIDE
evenementen zoals Olympiades, Wereld, Europees, Continentaal, Pan-Amerikaanse of
Aziatische Ploegenkampioenschappen en Wereld of Continentale Individuele
Jeugdkampioenschappen, indien hij geen officiële FIDE / TRG titel bezit.
4.2. Geen enkele trainer zal toegang krijgen tot de officele speelruimte van officiele
FIDE evenementen zoals Olympiades, Wereld, Continentaal, Europees, Pan-
Amerikaanse of Aziatische Ploegenkampioenschappen en Wereld of Continentale
Individuele Jeugdkampioenschappen, als hij geen officiële FIDE / TRG titel bezit.
4.3. Elke nationale federatie benoemt een 'Officiele Contactpersoon' met de TRG.
319
Belgische FIDE trainers
Chuchelov Vladimir 201260 FIDE Senior Trainer 2010
Gurevich Mikhail 200930 FIDE Senior Trainer 2006
Ahn Martin 200972 FIDE Trainer 2017
Beujema Stefan 1024523 FIDE Trainer 2017
Cornet Luc 205494 FIDE Trainer 2017
Dardha Arben 4700482 FIDE Trainer 2017
De Jonghe Bruno 202037 FIDE Trainer 2017
Decrop Ruben 201308 FIDE Trainer 2017
Godart François 208078 FIDE Trainer 2017
Hamblok Roel 209317 FIDE Trainer 2016
Hovhannisyan Mher 13300865 FIDE Trainer 2016
Le Quang Kim 200700 FIDE Trainer 2017
Meessen Rudolf 202029 FIDE Trainer 2016
Morozova Iulia 14104946 FIDE Trainer 2017
Piceu Tom 21952 FIDE Trainer 2017
Vukojevic Philippe 264059 FIDE Trainer 2017
Breuer, Ralph 256030 FIDE Instructor 2017
Cuvelier, Annelies 213950 FIDE Instructor 2017
Dayer, Glenn 214094 FIDE Instructor 2017
De Block, Fabio 226181 FIDE Instructor 2017
De Block, Yordi 214175 FIDE Instructor 2017
De Strycker, Nathan 226343 FIDE Instructor 2017
De Vet, Sylvin 214787 FIDE Instructor 2017
De Vogelaere, Bart 214850 FIDE Instructor 2017
Dierckens Sarah Linda 205745 FIDE Instructor 2016
Englicky, Pavel 211044 FIDE Instructor 2017
Escribano Illan, Juan Carlos 249734 FIDE Instructor 2017
Jacobs, Oliver 217450 FIDE Instructor 2017
Kocur, Marc 205036 FIDE Instructor 2017
Logie, Dimitri 231207 FIDE Instructor 2017
Loo, Bernd 263303 FIDE Instructor 2017
Soors Stef 209511 FIDE Instructor 2016
Van de Wynkele, Herman 207144 FIDE Instructor 2017
Van Melsen Raymond 263877 FIDE Instructor 2018
Van Peer, Cedric-Johan 205877 FIDE Instructor 2017
Weiss, Philippe 250350 FIDE Instructor 2017
Bailleul Geert 225185 National Instructor 2016
Barbier Astrid 200395 National Instructor 2016
Breuer Max 237590 National Instructor 2017
Dorr Yannick 205389 National Instructor 2017
Fryns Patrick 206237 National Instructor 2017
Scheen Pascal 220590 National Instructor 2017
320
Ligabesturen
1. Schaakverbond Vlaams-Brabant en Vlaams-Brussel
Statuten
Artikel 1: Oprichting - Benaming - Zetel.
In het kader van de Vlaamse Schaakfederatie is door de schaakverenigingen van
Vlaams-Brabant en Brussel overgegaan tot de oprichting van het 'Schaakverbond
Vlaams-Brabant en Vlaams-Brussel', afgekort tot S.V.B. De zetel is gevestigd ten huize
van de Secretaris of zijn plaatsvervanger.
Artikel 2: Doel - Duur.
Het S.V.B. stelt zich tot doel in het raam van de Vlaamse Schaakfederatie (VSF) en de
Koninklijke Belgische Schaakbond (KBSB) in Vlaams-Brabant en Brussel het schaakspel
in al zijn aspecten te bevorderen en te propageren. Het vertegenwoordigt zijn leden bij
de VSF. Het S.V.B. is als feitelijke vereniging opgericht zonder beperking van duur en
het maatschappelijk jaar loopt van 1 januari tot 31 december.
Artikel 3: Leden.
Alle schaakverenigingen gevestigd in Vlaams-Brabant en Brussel kunnen aansluiten bij
het S.V.B. Zij dienen hun aanvraag daartoe schriftelijk te richten aan het Uitvoerend
Bestuur. Het bestuur kan hen voorlopig aanvaarden tot de eerstvolgende Algemene
Vergadering.
Artikel 4: Organen.
De organen van het S.V.B. zijn de Algemene Vergadering (AV) en het Uitvoerend
Bestuur (UB).
Artikel 5: De Algemene Vergadering.
§1. Samenstelling:
Alle spelers van de aangesloten verenigingen hebben toegang tot de Algemene
Vergadering. De voorzitters van de aangesloten verenigingen vertegen-woordigen hun
vereniging. Zij kunnen zich laten vervangen door een lid van hun vereniging, mits
voorafgaand de Secretaris van het S.V.B. te verwittigen.
§2. Bevoegdheid:
De AV heeft als uitsluitende bevoegdheid:
a) de wijziging van de statuten,
b) de benoeming van de leden van het UB,
c) de afzetting van leden van het UB,
d) de goedkeuring van de rekeningen, op basis van het verslag van twee door haar
aangestelde commissarissen,
e) vaststelling van de bijdrage voor het volgend maatschappelijk jaar,
f) de definitieve aanvaarding, de schorsing en de uitsluiting van leden of spelers,
g) de ontbinding van het S.V.B.,
h) de goedkeuring van de begroting.
§3. Bijeenkomst:
a) De AV komt jaarlijks bijeen in de loop van de maand januari
b) Een buitengewone AV kan worden samengeroepen door het UB of op verzoek van
ten minste 1/5 van de leden. Dit verzoek dient schriftelijk gericht te worden aan de
Voorzitter en de Secretaris bij een door alle verzoekers ondertekende brief, die
tevens de punten vermeldt die moeten besproken worden. De vergadering heeft
plaats binnen de maand na ontvangst van bedoeld schrijven.
321
c) De Secretaris richt minstens 20 dagen op voorhand een uitnodiging aan de
voorzitter en de secretaris van elke aangesloten vereniging. Deze uitnodiging
vermeldt datum, uur, plaats en agenda van de vergadering.
d) Elke vereniging kan tot 1 december een punt op de agenda laten plaatsen.
§4. Quorum:
De Algemene Vergadering beslist geldig welk ook het aantal vertegenwoordigde leden
is, behalve over punten a), c) en g) van art5.§2, waarvoor ten minste de helft van de
leden vertegenwoordigd moet zijn. Indien dit quorum niet bereikt wordt, kan de AV een
nieuwe vergadering bijeen laten roepen, die geldig beslist ongeacht het aantal
vertegenwoordigde leden.
§5. Stemming:
a) stemverdeling: elke vertegenwoordigde vereniging beschikt over 1 stem per 15 of
fractie van 15 bij het S.V.B. aangesloten spelers, met een maximum van 1/3 van
de uit te brengen stemmen.
b) de AV beslist bij gewone meerderheid, met uitzondering van de punten a) en g)
van art5.§2, waarvoor 2/3 meerderheid vereist is. Onthoudingen worden niet geteld
bij de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
c) Bij punten b), c), d) en f) van art5.§2 nemen de betrokkenen niet deel aan de
stemming. De door het UB voorlopig aanvaarde verenigingen hebben stemrecht.
Artikel 6: Het Uitvoerend Bestuur.
§1. Samenstelling:
Het Uitvoerend Bestuur bestaat uit de Voorzitter, de Secretaris, de Penningmeester, de
Toernooileider, de Liga-commissaris en de andere door de AV verkozen bestuursleden.
Elk lid dat minstens 1/5 van de spelers in de liga vertegenwoordigd, zal ten minste 1
bestuurslid aanduiden.
Alle spelers van de aangesloten verenigingen kunnen de bestuursvergaderingen als
waarnemer bijwonen.
§2. Verkiezing:
De leden van het UB worden door de AV verkozen voor 2 jaar.
§3. Bevoegdheid:
a) het UB neemt de dagelijkse leiding van het S.V.B. waar.
b) het UB voert de beslissingen van de AV uit.
c) het UB neemt elke beslissing, niet voorbehouden aan de AV.
Artikel 7: Uitsluiting - Schorsing.
De AV kan een vereniging of een lid van een vereniging schorsen of uitsluiten wegens:
a) wanbetaling na 2 schriftelijke aanmaningen vanwege de Penningmeester,
b) activiteiten die rechtstreeks indruisen tegen de geest of de werking van het S.V.B.,
c) klaarblijkelijke, georganiseerde of herhaalde onsportiviteit.
De aangeklaagde partij moet de kans krijgen om door de AV gehoord te worden.
Artikel 8: Ontbinding.
Een beslissing tot ontbinding van het S.V.B. dient genomen te worden door een AV die
speciaal daartoe werd samengeroepen. De AV die de ontbinding uitspreekt, duidt een
vereffenaar aan die het patrimonium van het S V B. verdeelt onder de aangesloten
verenigingen naar verhouding van hun aantal bij het S V.B. aangesloten spelers.
Artikel 9: Huishoudelijk reglement.
Een huishoudelijk reglement omschrijft de bevoegdheid en de taak van ieder
bestuurslid. Het UB regelt zijn werking in een huishoudelijk reglement.
322
goedgekeurd door de Algemene Vergadering van 12 januari 1991 te Humbeek.
Aangepast januari 2008
Huishoudelijk reglement
Art 1. Het Uitvoerend Bestuur vergadert op uitnodiging van de voorzitter
Art 2a. De notulen moeten door de secretaris naar de leden van het U.B. verstuurd
worden ten minste tien dagen voor de datum van de volgende vergadering.
Art 2b. Nadat ze door het U.B. zijn goedgekeurd worden de notulen door de secretaris
naar de voorzitters van de aangesloten verenigingen gestuurd.
Art 3. De agenda zal volgende punten bevatten
1. Inleiding door de voorzitter
2. Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering
3. Financiële toestand
4. Briefwisseling
5. Verslag vergaderingen
6. Activiteiten van S.V.B.
7. Reglementen
8. Interne werking
9. Allerlei
10. Datum en plaats van de volgende vergadering
Art 4. Het U.B. vergadert geldig ongeacht het aantal aanwezige leden. Het beslist slechts
geldig indien ten minste de helft van de leden aanwezig is. Leden van aangesloten
verenigingen die geen lid zijn van het U.B. mogen de vergadering bijwonen met een
raadgevende stem.
Art 5. De voorzitter kan een zaak ter stemming voorleggen, de stemming is niet geheim.
Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
Art 6. Het U.B. kan werkgroepen oprichten. Het U.B. duidt een lid van het bestuur aan
als verslaggever van de werkgroep. De werkgroep kan beroep doen op de medewerking
van leden van de aangesloten kringen; andere personen kunnen gehoord worden met
een raadgevende stem.
Art 7. Taken en bevoegdheden van de leden van het U.B.
De VOOZITTER vertegenwoordigt het S.V.B. waar dit nodig of gewenst is. Hij zit de
vergaderingen van het Uitvoerend bestuur en van de Algemene Vergadering voor en
staat in voor de tucht en de eerbiediging van de statuten. In alle gevallen waar het hem
onmogelijk is het U.B. bijeen te roepen, neemt hij beslissingen in eer en geweten en
deelt dit mee op de eerstvolgende vergadering van het U.B.
De ONDERVOORZITTERS. De eerste ondervoorzitter of, bij diens afwezigheid, de
tweede ondervoorzitter, vervangt de voorzitter, indien deze afwezig is op de
vergadering van het U.B. of op de Algemene Vergadering.
De SECRETARIS voert de briefwisseling, houdt de archieven, verzendt ten gepaste tijd
alle uitnodigingen, beheert de administratie van het verbond en stelt de notulen op van
de Algemene Vergadering en van de vergaderingen van het Uitvoerend Bestuur. Na de
goedkeuring van de notulen bewaart hij ze in het daartoe voorziene archief dat op
aanvraag kan ingezien worden. Onmiddellijk na de Algemene Vergadering deelt de
secretaris de samenstelling van het Uitvoerend Bestuur mee aan de V.S.F.
De PENNINGMEESTER staat in voor de financiën van het S.V.B. en houdt de
boekhouding volgens de door de A.V. goedgekeurde begroting waarvan hij het ontwerp
opstelt en aan het U.B. voorlegt. Hij int de bijdragen verschuldigd voor het lidmaatschap
en de inschrijvingsgelden en de waarborgen in verband met de S.V.B. toernooien. Hij
doet de gerechtvaardigde betalingen. Hij heeft beheer van de rekening van het S.V.B.
Hij stelt de winst- en verliesrekening op en zendt een dubbel daarvan aan de Secretaris,
323
die het in het archief opneemt. Op elke vergadering van het U.B. legt hij de boekhouding
ter inzage voor. Hij verzorgt de ledenadministratie van het S.V.B.
De TOERNOOILEIDER beheert de speltechnische activiteiten van het S.V.B., richt
toernooien en kampioenschappen van het S.V.B. in met uitzondering van deze voor de
jeugd en zorgt voor het doorzenden van de uitslagen hiervan. Hij stelt de
vertegenwoordigende ploegen samen.
De COMMISARIS BIJ DE VLAAMSE SCHAAKFEDERATIE vertegenwoordigt het S.V.B. in
de schoot ven de V.S.F. en behartigt er zijn belangen, volgens de richtlijnen van de A.V.
en van het U.B. Hij brengt verslag uit bij het U.B. over de werkzaamheden van de V.S.F.
De JEUGDLEIDER stimuleert de jeugdwerking in de verenigingen, en richt de
jeugdtoernooien en S.V.B. jeugdkampioenschappen in. Hij zorgt voor het doorsturen
van de uitslagen van die activiteiten.
De SCHOOLSCHAAKLEIDER coördineert de basisopleiding in de scholen en organiseert
het schoolschaakkampioenschap van het S.V.B.
Art 8. Het U.B. stelt het huishoudelijk reglement op, dat ter inzage is van de leden van
de Algemene Vergadering. Het U.B. kan van een advies van de Algemene Vergadering
inzake het huishoudelijk reglement enkel afwijken bij unanimiteit.
Bestuur
Voorzitter, Penningmeester ai
Malfliet Bernard, Kattenbroekstraat 1, 9310 Moorsel, 0471/98.33.87,
bernard_malfliet@hotmail.com
Ondervoorzitter, Toernooileider ai
Ida Vandermeulen, 0486/71.51.13, Ida.vandermeulen@gmail.com
Secretaris
Huysman Robert, E. Vandersteenenstraat 50, 1600 Sint-Piet.-Leeuw, 02/305.41.28,
robert.huysman@pandora.be
Jeugdleider,Schoolschaak,
Johan Verstraeten, Opvoedingstraat 26, Kessel-Lo, 0475/488214,
johan.verstraeten@dolletoren.be
324
2. Liga Antwerpen
Statuten
TITEL I: NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR
ARTIKEL 1:
Tussen ondergetekenden wordt een vereniging zonder winstoogmerk opgericht ter
voortzetting van de feitelijke Liga Schaakliga Antwerpen, opgericht in 1947.
De vzw wordt genoemd Schaakliga Antwerpen vzw, hierna verder genoemd onder de
naam “Liga” in Statuten en Huishoudelijk Reglement.
ARTIKEL 2:
Haar Maatschappelijke zetel is gevestigd in het Huis van de Sport, Boomgaardstraat
22, bus 40, 2600 Antwerpen.
De Liga ressorteert onder het gerechtelijk arrondissement Antwerpen.
ARTIKEL 3:
De Liga heeft tot doel het promoten van de sport in de breedst mogelijke zin van het
woord en de schaaksport in het bijzonder.
De Liga tracht dit omschreven doel onder meer te bereiken door het inrichten van
toernooien, cursussen, clinics, ondersteuning van de bij hen aangesloten wettelijke
leden, stimuleren van de jeugd voor de sport enzovoort.
De Liga kan meer in het algemeen alle middelen aanwenden die tot de verwezenlijking
van het doel rechtstreeks of onrechtstreekse bijdragen. De Liga kan ter uitvoering van
wat hierboven bepaald is, onder meer alle eigendommen en zakelijke rechten
verwerven, in huur nemen, verhuren, personeel aanwerven, rechtsgeldige
overeenkomsten afsluiten, fondsen verzamelen, kortom alle activiteiten uitoefenen of
laten uitoefenen die haar doel rechtvaardigen.
In het kader van de verwezenlijking van haar doel kan de Liga zelfs daden van
koophandel stellen.
ARTIKEL 4:
De Liga wordt opgericht voor onbepaalde duur.
TITEL II: LEDEN
ARTIKEL 5:
De Liga telt wettelijke leden en toegetreden leden.
De wettelijke leden zijn kringen zoals beschreven in het Huishoudelijk Reglement.
Deze kringen worden vertegenwoordigd door hun organen of aangestelde, feitelijke
verenigingen (kringen) worden vertegenwoordigd door hun voorzitter.
De volheid van lidmaatschap, met inbegrip van het stemrecht op de Algemene
Vergadering, komt uitsluitend toe aan de wettelijke leden.
De toegetreden leden zoals beschreven in het Huishoudelijk Reglement hebben enkel
die rechten en plichten die ze hebben op basis van de wet of van de besluiten,
genomen in uitvoering van de wet, of het Huishoudelijk Reglement.
De Liga telt minstens drie wettelijke leden.
Waar de notitie “leden, lid” vermeld staat in deze Statuten of het Huishoudelijk
Reglement, worden de wettelijke leden bedoeld.
ARTIKEL 6:
Een wettelijk lid kan tot de Liga toetreden, ieder rechtspersoon of natuurlijke persoon
die door de Raad van Bestuur als zodanig wordt aanvaard. De Raad van Bestuur zal
zich bij het opnemen van haar beslissingen houden aan de voorschriften, zoals
desgevallend opgenomen in het Huishoudelijk Reglement.
325
De Raad van Bestuur kan inhoudelijke of formele voorwaarden bepalen onder de
welke natuurlijke of rechtspersonen als toegetreden leden kunnen worden
aangenomen. Deze voorwaarden worden opgenomen in het Huishoudelijk reglement.
ARTIKEL 7:
Het jaarlijks lidgeld is vastgesteld op maximum 25 000€. De Algemene Vergadering
bepaalt jaarlijks en op voorstel van de Raad van Bestuur het verschuldigde lidgeld
voor de leden evenals voor de toegetreden leden.
ARTIKEL 8:
De leden van de Liga zijn verplicht
- De Statuten en het Huishoudelijk reglement van de Liga alsook de besluiten van
haar organen na te leven.
- De belangen van de Liga of één van haar organen niet te schaden.
ARTIKEL 9:
Elk lid kan te allen tijde ontslag nemen uit de Liga mits het opsturen van een
aangetekend schrijven aan de Raad van Bestuur.
- Een lid (of toegetreden lid) kan slects uit de Liga worden uitgesloten door de
Algemene Vergadering met meerderheid van twee derden van de vertegenwoordigde
stemmen.
- In afwachting van de beslissing betreffende de uitsluiting van een lid kan de Raad
van Bestuur het lidmaatschap schoren van het lid (of toegetreden lid) volgens de
bepalingen, opgenomen in het Huishoudelijk reglement.
- Besluit de Algemene Vergadering om niet tot uitsluiting over te gaan, dan vervalt
van rechtswege de schorsing van het lid (of toegetreden lid) en wordt deze geacht
nooit te hebben plaatsgehad.
- Het lidmaatschap eindigt automatisch ingeval het lid een rechtspersoon is, door haar
ontbinding, fusie of splitsing Als het lid geen rechtspersoon is, zal het lidmaatschap
automatisch eindigen, wanneer er binnen de maand na et overlijden van het lid geen
vervangend lid werd aangeduid.
- Ontslagnemende of uitgesloten leden hebben geen recht op een deel in het
vermogen van de Liga en kunnen nooit teruggave of vergoeding vorderen van
gestorte bijdragen of gedane inbrengen.
TITEL III: RAAD VAN BESTUUR
ARTIKEL 10:
De Liga wordt bestuurd door een Raad van Bestuur van minimum 3 bestuurders,
aangesloten bij één van de leden van de Liga. De bestuurders handelen als een
college. Zij worden benoemd door de Algemene Vergadering en zijn te allen tijden
door deze afzetbaar. De Algemene Vergadering bepaalt de vergoeding van de
bestuurders. Onkosten, gemaakt in functie van het uitoefenen van hun mandaat,
worden vergoed na overlegging van een verantwoordingsstuk of factuur.
ARTIKEL 11:
De bestuurders worden rechtstreeks in hun mandaat benoemd voor een termijn van
twee jaar, zoals bepaald in het Huishoudelijk reglement, en zijn herkiesbaar. Zo door
vrijwillig ontslag, verstrijken van termijn of afzetting het aantal bestuurders is
teruggevallen tot onder het wettelijk minimum, dan blijven de bestuurders in functie,
totdat in hun vervanging is voorzien.
ARTIKEL 12:
- De voorzitter of de secretaris roept de Raad bijeen. De voorzitter zit de vergadering
voor. Bij afwezigheid wordt hij vervangen door de ondervoorzitter, bij diens
afwezigheid door de oudst aanwezige bestuurder.
326
- Iedere bestuurder kan op schriftelijke wijze volmacht geven aan een andere
bestuurder om hem op een vergadering van de Raad van Bestuur te
vertegenwoordigen
- De Raad kan slechts geldig beslissen, wanneer tenminste de helft van de
bestuurders aanwezig is Indien dit quorum niet bereikt is, moet een nieuwe Raad van
Bestuur worden bijeengeroepen
- De beslissingen worden genomen met gewone meerderheid van stemmen.
- Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of van diegene die hem
vervangt, doorslaggevend.
- De Raad van Bestuur kan ook vergaderen per telefoon- of videoconferentie. De
algemene principes van beraadslagen blijven van kracht.
ARTIKEL 13:
a) De Raad van Bestuur leidt de zaken van de Liga en vertegenwoordigt deze in en
buiten rechte Hij is bevoegd voor alle aangelegenheden, met uitzondering van deze
die door de wet uitdrukkelijk aan de Algemene Vergadering zijn voorbehouden De
raad kan zelfs daden van beschikking stellen met inbegrip van ondermeer, het
verwerven van roerende en onroerende goederen, het hypothekeren, het lenen en
uitlenen, alle handels- en bankverrichtingen, het lichten van hypotheken, enz
b) Ten aanzien van derden is de Liga slechts geldig verbonden door de gezamenlijke
handtekening van twee bestuurders. Bestuurders die namens de Raad van Bestuur
optreden moeten ten aanzien van derden niet doen blijken van enig besluit of enige
machtiging
c) De Raad van Bestuur kan voor bepaalde handelingen en taken, en voor daden van
van dagelijks bestuur zijn bevoegdheid overdragen aan een dagelijks bestuur, aan één
of meer bestuurders, of zelfs aan een andere persoon, al dan niet lid van de Liga De
duur waarvoor deze bevoegdheidsdelegatie plaatsgrijpt, wordt bepaald door de Raad
van Bestuur en kan niet langer zijn dan tien jaar En het mandaat kan te allen tijde
met onmiddellijke ingang worden ingetrokken door de Raad van Bestuur Wanneer
meer dan één persoon met het dagelijks bestuur wordt belast, wordt de Liga in al
haar handelingen van het dagelijks bestuur rechtsgeldig vertegenwoordigd door één
persoon belast met het dagelijks bestuur, die geen bewijs van een voorafgaand
besluit onder hen moet leveren
d) De bevoegdheid om de Liga in en buiten rechte te vertegenwoordigen kan door de
Raad van Bestuur bij eenvoudig besluit worden opgedragen aan één of meer
personen, al dan niet bestuurder.
De bevoegdheid van bovengenoemde personen wordt precies afgebakend door de
Raad van Bestuur, die eveneens de duur van het mandaat bepaald. Het mandaat kan
te allen tijde met onmiddellijke ingang door de Raad van Bestuur worden ingetrokken.
e) De Algemene Vergadering beslist over het door de Raad van Bestuur voorgesteld
Huishoudelijk Reglement Wijzigingen aan het Huishoudelijk Reglement kunnen worden
opgesteld door de Raad van Bestuur, doch dienen ter bekrachtiging worden
voorgelegd aan de Algemene Vergadering In dit Huishoudelijk Reglement mogen,
zonder strijdig te zijn met de bindende voorschriften van de wet of van de Statuten,
alle maatregelen getroffen worden in verband met de toepassing van de Statuten en
de regeling van maatschappelijke zaken in het algemeen
Tevens kan aan de leden of hun rechtverkrijgende alles worden opgelegd wat in het
belang van de Liga wordt geacht
f) De Raad van Bestuur kan, zoals bepaald in het Huishoudelijk Reglement, sancties
opleggen aan een lid of toegetreden lid
TITEL IV: ALGEMENE VERGADERING
ARTIKEL 14:
327
De Algemene Vergadering is samengesteld uit alle wettelijke leden.
De Algemene Vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de Raad van
Bestuur of door de oudst aanwezige ondervoorzitter, of bij afwezigheid door de oudst
aanwezige bestuurder.
Elk wettelijk lid beschikt over één stem op de Algemene Vergadering Een wettelijk lid
dat 15 of minder toegetreden leden vertegenwoordigt, heeft enkel recht op deze ene
stem Een wettelijk lid krijgt een extra stem per bijkomende fractie van 15 toegetreden
leden, dit echter met een maximum van 4 stemmen per wettelijk lid Een wettelijk lid
beschikt dus over maximum 5 stemmen.
Een lid kan zich bij volmacht laten vertegenwoordigen door een fysiek persoon naar
keuze. Bij de aanvang van de vergadering dient deze persoon zich kenbaar te maken
en de nodige stavingstukken aan de voorzitter van de vergadering voor te leggen. Een
fysiek persoon kan meerdere leden vertegenwoordigen, met dien verstande dat hij/zij
nooit meer dan 10 stemmen kan uitbrengen.
ARTIKEL 15:
De Algemene Vergadering is uitsluitend bevoegd voor de volgende onderwerpen:
a) Het wijzigen van de Statuten en het Huishoudelijk Reglement
b) De benoeming en het afzetten van de bestuurders
c) De benoeming en afzetting van de rekeningtoezichters
d) De benoeming van ereleden
e) De kwijting van de bestuurders en de rekeningtoezichters
f) Het goedkeuren van de begrotingen en jaarrekening
g) Het vrijwillig ontbinden van de Liga
h) Het uitsluiten van een lid en/of toegetreden lid
i) Alle gevallen waarin onderhavige Statuten dit vereisen
ARTIKEL 16:
a) De Raad van Bestuur roept de Algemene Vergadering bijeen, telkens als het doel of
het belang van de Liga dit vereist De vergadering moet worden samengeroepen,
telkens wanneer minstens 3 leden dit verzoeken Zij moet minstens éénmaal per jaar
bijeenkomen voor het goedkeuren van de jaarrekening van het afgelopen jaar en de
begroting. De Raad van Bestuur bepaalt plaats en datum. Deze vergadering moet
plaatsvinden vóór 30 juni.
b) Alle leden worden bij gewone brief of per e-mail uitgenodigd minstens veertien
dagen voor de Algemene Vergadering De uitnodiging wordt ondertekend door de
voorzitter of de secretaris Ze vermeldt dag, uur en plaats van de Algemene
Vergadering.
c) De oproep bevat de agenda, die wordt vastgelegd door de Raad van Bestuur De
Algemene Vergadering kan op geldige wijze een beslissing nemen over de punten die
niet op de agenda vermeld staan op voorwaarde dat alle leden aanwezig of
vertegenwoordigd zijn.
ARTIKEL 17:
a) Bij een gewone Algemene Vergadering en bij een buitengewone Algemene
Vergadering dient de helft van de leden vertegenwoordigd te zijn om geldig te
beraadslagen Indien dit quorum niet bereikt is, kan minstens veertien dagen later een
nieuwe buitengewone Algemene Vergadering gehouden worden Deze kan geldig
beraadslagen ongeacht het quorum.
b) In gewone gevallen worden de besluiten genomen bij eenvoudige meerderheid van
de vertegenwoordigde leden. Bij staking van stemmen wordt één stem aan de
voorzitter toegekend, deze stem is doorslaggevend. In geval van uitsluiting van een
lid of toegetreden lid, van wijziging van Statuten of wijziging van doel of van
328
ontbinding van de Liga zal de in de wet voorgeschreven procedure worden nageleefd
Bij stemming betreffende wijziging van Statuten of Huishoudelijk Reglement of
ontbindingen worden onthoudingen geteld als tegenstem.
TITEL V:INZAGERECHT LEDEN
ARTIKEL 18:
Van elke vergadering worden notulen opgemaakt, die ondertekend worden door de
secretaris of een bestuurder en die in een bijzonder register worden opgenomen
Uitreksels daarvan worden ondertekend door de secretaris of een bestuurder.
ARTIKEL 19:
Alle leden kunnen op de zetel van de Liga het register van de leden raadplegen,
evenals alle notulen en beslissingen van de Algemene Vergadering, van de Raad van
Bestuur en van de personen al dan niet met een bestuursfunctie, die bij de Liga of
voor rekening ervan een mandaat bekleden, evenals alle boekhoudkundige stukken
van de Liga.
TITEL VI: BEGROTINGEN REKENINGEN - CONTROLE
ARTIKEL 20:
a) Het boekjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus.
b) De Raad van Bestuur bereidt de rekeningen en begrotingen voor en legt ze ter
goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering. Na goedkeuring van de jaarrekening
en begroting spreekt de Algemene Vergadering zich, in afzonderlijke stemming, uit
over de kwijting aan de bestuurders en desgevallend aan de rekeningtoezichters.
c) De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat de jaarrekening en de overige in de
wet vermelde stukken binnen de voorgeschreven wettelijke termijn worden
neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen.
ARTIKEL 21:
a) De Algemene Vergadering stelt twee rekeningtoezichters aan die voor de Algemene
Vergadering waarop de jaarrekening ter goedkeuring worden voorgelegd, de
boekhouding nakijken.
b) Deze rekeningtoezichters hebben gezamenlijk een onbeperkt recht van controle
over alle verrichtingen van de Liga. Zij mogen ter plaatse inzage nemen van de
boeken, de briefwisseling, de notulen en in het algemeen alle geschriften van de Liga.
TITEL VII:ONTBINDING VEREFFENING
ARTIKEL 22:
In geval van vrijwillige ontbinding benoemt de Algemene Vergadering, of bij gebreke
daarvan de rechtbank, één of meer vereffenaars Zij bepaalt tevens hun bevoegdheid,
evenals de vereffeningvoorwaarden.
ARTIKEL 23:
In geval van ontbinding worden de activa, na aanzuivering van de schulden,
overgedragen aan een vereniging binnen hetzelfde werkingsgebied die een
gelijkaardig doel nastreeft De Algemene Vergadering die tot de ontbinding besluit, zal
aanduiden aan welke vereniging het vereffeningsaldo wordt overgedragen.
ARTIKEL 24:
Voor alles wat in deze Statuten niet uitdrukkelijk is geregeld, zijn de wet van 2 mei
2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale
verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen en het Huishoudelijk Reglement
van toepassing, alsook de algemene wettelijke bepalingen.
Huishoudelijk reglement
Hoofdstuk I: DE LEDEN
Art. 1: De SchaakLiga Antwerpen v.z.w. (hierna de Liga genoemd) bestaat uit wettelijke
leden (hierna kringen genoemd) en toegetreden leden (hierna schakers genoemd).
329
Art. 2: Ereleden, d.w.z. toegetreden leden benoemd door de raad van bestuur, kunnen
de vergaderingen van de Raad van Bestuur bijwonen met raadgevende stem.
Art. 3: Een kandidaat kring dient te worden voorgedragen door de Raad van Bestuur
of door één of meer kringen.
Art. 4: Een kring kan ontslag nemen uit de SchaakLiga Antwerpen door een
aangetekend schrijven te richten aan de Raad van Bestuur met de vraag tot ontslag.
Art. 5: De aangesloten kringen van de Liga betalen na ontvangst van de factuur in
januari een bijdrage per lid van de betrokken kring waarvan het bedrag wordt
vastgelegd door de Algemene Vergadering. De betaling van de bijdrage gebeurt op
rekening van de Liga en is te storten samen met deze verschuldigd aan Vlaamse
Schaak Federatie v.z.w. (hierna afgekort V.S.F.). Voor bijkomende aansluitingen in de
loop van het jaar ontvangen de kringen een afzonderlijke factuur.
Bij het niet nakomen van hun verplichtingen kan aan de in gebreke gebleven kringen
een sanctie worden opgelegd, zoals bepaald in hoofdstuk VII, Strafbepalingen.
Deelname aan schaakactiviteiten, ingericht door de Liga, wordt voor de leden van in
gebreke gebleven kring(en) opgeschort, totdat de kring haar verplichtingen terug is
nagekomen.
Art. 6: Alle officiële briefwisseling tussen de Liga en de kringen, of tussen de kringen
van de Liga onderling, dient gericht te worden aan de correspondentie adressen. De
briefwisseling kan gebeuren per normale post, fax of e-mail. Communicatie via e-mail
geniet de voorkeur.
Art. 7: De bij de Liga aangesloten kringen dienen bij de Raad van Bestuur jaarlijks, de
juiste samenstelling mee te delen van hun bestuur voor het lopend dienstjaar (functie,
naam, voornaam, adres, telefoon, fax en e-mail).
Zij zijn tevens verplicht elke wijziging in de samenstelling van hun bestuur binnen de
veertien dagen aan de Raad van Bestuur te melden, via de secretarisdoor middel van
de nodige documenten die door laatstgenoemde ter beschikking worden gesteld..
Door de Liga kan enkel die persoon in zijn bestuursfunctie erkend worden welke zij of
hij uitoefent in zijn/haar kring.
Hoofdstuk II: ALGEMENE VERGADERING
Art. 9: De jaarlijkse Algemene Vergadering van de Liga wordt gehouden zoals
beschreven in artikel 16 van de statuten.
Indien de dagorde te uitgebreid is, wordt een tweede Algemene Vergadering
gehouden. De jaarlijkse verkiezing van de bestuurders en de goedkeuring van de
jaarrekening van het voorbije boekjaar alsmede de begroting van het volgende
boekjaar dienen echter in op de dagorde van de jaarlijkse Algemene Vergadering te
staan.
De Algemene Vergadering wordt gehouden op de maatschappelijke zetel van de Liga.
Art. 10: De uitnodiging voor de Algemene Vergadering bevat minimaal de volgende
gegevens:
- de eventuele voorstellen tot wijziging van de Statuten, het Huishoudelijk Reglement
of elk ander voorstel dat tot de uitsluitende bevoegdheid van de Algemene
Vergadering behoort;
- oproep tot kandidaten voor een bestuursfunctie.
Art. 11: Kandidaturen voor een bestuursfunctie dienen voorafgaand aan de Algemene
Vergadering bij de voorzitter schriftelijk toe te komen.
Art. 12: De dagorde van de jaarlijkse Algemene Vergadering bevat
noodzakelijkerwijze:
- controle van de volmachten;
- de goed- of afkeuring van het verslag van de vorige Algemene Vergadering;
- de goed- of afkeuring van het verslag van eventuele bijzondere of bijkomende
Algemene Vergaderingen, gehouden sinds de vorige Algemene Vergadering;
- het verslag van de aangestelde bestuurders;
- de verlies- en winstrekening en de balans van het afgelopen boekjaar;
- de begroting voor het volgende boekjaar;
330
- eventuele voordracht van nieuwe kringen;
- de verkiezing van de raad van bestuur;
- verkiezing van de voorzitter van de Tucht- en Beroepscommissie en zijn
plaatsvervanger;
- eventuele verkiezing van ereleden;
- schriftelijke voorstellen van de kringen;
- rondvraag.
Art. 13: De kringen worden op de Algemene Vergadering van de Liga rechtstreeks
vertegenwoordigd door hun voorzitter of door één of meer daartoe gemandateerde
personen, mits zij dit schriftelijk staven, ten laatste voor aanvang van de vergadering.
Art. 14: Bij aanvang van de Algemene Vergadering worden twee stemopnemers en
twee rekeningtoezichters aangeduid.
Art. 15: Stemmingen over kringen of personen dienen steeds geheim te geschieden.
Art. 16: Het verslag van de Algemene Vergadering wordt binnen de twee maanden
aan alle kringen bekendgemaakt.
Art. 17: Een bijzondere Algemene Vergadering kan door de Raad van Bestuur
samengeroepen worden telkens zij dit nodig acht.
Hoofdstuk III: RAAD VAN BESTUUR
Art. 18: De Raad van Bestuur vergadert minstens vier keer per jaar.
Art. 19: De leden worden voor de vergaderingen van de Raad van Bestuur door de
secretaris minstens acht dagen op voorhand schriftelijk uitgenodigd. De uitnodiging
vermeldt de dagorde, plaats en tijdstip van de vergadering.
Art. 20: Het verslag van een vergadering van de Raad van Bestuur wordt binnen de
veertien dagen aan de leden van de Raad van Bestuur bekendgemaakt.
Art. 21: De verslagen van de Raad van Bestuur dienen door de secretaris binnen de
veertien dagen na hun goedkeuring verzonden aan de Informatieverantwoordelijke en
bij ontbreken hiervan aan de correspondent(en) van de kringen. Het verslag van de
secretaris geldt als kennisgeving voor alle besluiten van de Raad van Bestuur.
Het archief van de goedgekeurde verslagen wordt bewaard op de maatschappelijke
zetel.
Art. 22: De bij de Raad van Bestuur aanhangig gemaakte geschillen tussen:
a) kringen en de Raad van Bestuur
b) schakers en de Raad van Bestuur
worden beslecht door de Tucht/Beroepscommissie. Haar samenstelling, bevoegdheden
en werkingsmodaliteiten worden omschreven in de artikels 51 tot 69 van het
Huishoudelijk Reglement.
c) kringen van de Liga onderling
d) kringen en schakers van de Liga
e) schakers van de SchaakLiga Antwerpen onderling
worden beslecht door de Raad van Bestuur, dat het geschil na beraadslaging kan
doorverwijzen naar de Tucht/Beroepscommissie.
Art. 23: In geval de omstandigheden dit rechtvaardigen, kan door de Raad van Bestuur
een strafbepaling worden uitgesproken tegen kringen en schakers volgens de
bepalingen opgenomen in de artikels 70 tot 75 van het Huishoudelijk Reglement.
Hoofdstuk IV: SAMENSTELLING VAN DE RAAD VAN BESTUUR
Art. 24: De functies van voorzitter, penningmeester, secretaris, toernooileider en
jeugdleider niet cumuleerbaar. Naast voormelde functies kan de Algemene Vergadering
bijkomende bestuurders benoemen al dan niet met een specifieke taak.
Art. 25: De bestuurders zijn na hun bestuursperiode herkiesbaar. De mandaten
hierna beschreven in een even artikel vervallen in de even jaren, die in een oneven
artikel in de oneven jaren.
Art. 26: Een lid van de Raad van Bestuur kan ontslag nemen als bestuurder ia
communicatie te richten aan de voorzitter en/of secretaris met de vraag tot ontslag.
Art. 27: Een bestuurder kan een volmacht geven aan een andere bestuurder. Een
bestuurder kan echter slechts volmachtdrager zijn van maximum één volmacht.
331
Art. 28: De Voorzitter:
Zijn voornaamste rol bestaat er in de stipte naleving van de Statuten en het
Huishoudelijk Reglement te handhaven en op de goede werking van de Liga. Hij is
voorzitter van alle vergaderingen van de Liga.
Art. 29: De Ondervoorzitter:
Vervangt automatisch de voorzitter bij diens afwezigheid, met alle bevoegdheden en
machten aan het voorzitterschap verbonden.
Bij beslissing van de Raad van Bestuur kunnen bepaalde taken aan hem worden
toegewezen.
Art. 30: De Penningmeester:
Ontvangt de bijdragen en is belast met de betaling der uitgaven in overeenstemming
met de begroting, goedgekeurd door de Algemene Vergadering.
Ter voorbereiding van het nieuw maatschappelijk jaar stelt hij een ontwerp van
begroting op, dat na voorafgaandelijk goedkeuring door de Raad van Bestuur aan de
Algemene Vergadering ter goedkeuring wordt voorgelegd.
Op het einde van elk boekjaar maakt hij de rekeningen op en onderwerpt ze ter
goedkeuring aan de Raad van Bestuur, de rekeningtoezichters, en daarna aan de
Algemene Vergadering.
Op elke vergadering van de Raad van Bestuur is hij gehouden verslag uit te brengen
over de kastoestand van de Liga.
Art. 31: De Secretaris:
Is gelast met de algemene briefwisseling van de Liga en het bewaren van de archieven.
Hij stelt de verslagen op van de vergaderingen van de Liga. Hij schrijft en verzendt in
samenspraak met de voorzitter de oproepingen tot deze vergaderingen, alsmede de
dagorde.
Van elke vergadering van de Raad van Bestuur, van het Dagelijks Bestuur of van de
Algemene Vergadering wordt door de secretaris een verslag opgemaakt Dit verslag
dient op de eerstvolgende vergadering van het desbetreffende orgaan te worden
voorgelegd ter goedkeuring. Het wordt bewaard in een speciaal daartoe bestemd
register en vormt samen met de andere documenten het archief van de Liga.
Art. 32: De Toernooileider:
Dient steeds een wedstrijdleider te zijn, aangesloten bij een kring van de Liga.
Is gelast met de leiding en de controle van de Ligatoernooien en -wedstrijden. Hij boekt
de uitslagen. Hij zorgt voor de stipte uitvoering van de toernooi- en
wedstrijdvoorschriften. Hij beslecht in eerste instantie alle geschillen welke tijdens een
wedstrijd in welke vorm ook zouden voorkomen en brengt hierover schriftelijk verslag
uit op de eerstvolgende vergadering van de Raad van Bestuur. Hij controleert de
aansluiting van alle spelers, ingeschreven voor een wedstrijd of toernooi, ingericht door
de Liga, en past de desbetreffende voorschriften toe.
Eventueel kan hij één of meer van voormelde taken overdragen aan een actieve
wedstrijdleider.
Hij zetelt in de Toernooi Advies Commissie (hierna T.A.C. genoemd) en zal hiertoe
steeds uitgenodigd worden.
De beslissingen van de toernooileider zijn onmiddellijk uitvoerbaar. Hiertegen kan
schriftelijk beroep worden aangetekend uiterlijk tot de achtste dag na die beslissing.
Om ontvankelijk te zijn, dient elk beroep te worden gericht tot de Liga voorzitter, de
secretaris en de toernooileider.
Art. 33: De Jeugdleider:
Heeft tot taak de schaakactiviteiten van de jeugdspelers der Liga te stimuleren en
speciaal daartoe bestemde wedstrijden of toernooien in te richten. Hij voert alle acties
uit welke door de Raad van Bestuur worden goedgekeurd ten einde het schaken onder
de jeugd te verbreiden. Hij doet hiertoe de nodige voorstellen aan de Raad van Bestuur
en neemt de gepaste initiatieven . Hij onderhoudt de nodige correspondentie met de
jeugdleiding van V.S.F. v.z.w. en K.B.S.B. v.z.w. en zorgt voor de nodige informatie
332
aan de aangesloten kringen van de Liga betreffende alle schaakactiviteiten in binnen-
en buitenland waarvoor jeugdspelers in aanmerking komen.
Art. 34: De Verantwoordelijke Kadervorming:
Dient steeds een wedstrijdleider te zijn, aangesloten bij een kring van de Liga. Hij zal
minstens categorie B bezitten, en als wedstrijdleider actief zijn.
Is voorzitter van alle vergaderingen van de T.A.C. (zie hoofdstuk V), roept deze samen
zoals bepaald in hun reglement van inwendige orde, en brengt hierover verslag uit bij
de Raad van Bestuur op haar eerstvolgende vergadering.
Hij is verantwoordelijk voor alle voorgestelde aanpassingen van de
wedstrijdreglementen en houdt deze actueel bij.
Hij zorgt tevens dat alle bij de T.A.C. aangesloten wedstrijdleiders tijdig op de hoogte
gebracht worden van aanpassingen en eventuele nieuwe reglementen uitgegeven door
FIDE en K.B.S.B./V.S.F. en de Liga.
Hij houdt contact met de V.S.F. kadervorming en richt in samenwerking met deze
laatste cursussen en/of informatiesessies in voor wedstrijdleiders in de Liga.
Hij kan zich indien nodig laten vertegenwoordigen door de Ligatoernooileider, en zal
met deze steeds nauw samenwerken.
Hij dient de aanvragen voor een categorieverhoging van wedstrijdleider, na gunstig
advies van de T.A.C. en na goedkeuring hiervan door de raad van bestuur, in bij de
V.S.F. Hij helpt nieuwe arbiters die dit wensen met het bekomen van een F.I.D.E.-
licentie.
Hoofdstuk V: TOERNOOI ADVIES COMMISSIE
ALGEMENE BEPALINGEN
Art. 41: De T.A.C. is een adviserend orgaan, bevoegd voor alle zaken welke haar door
de Raad van Bestuur toegewezen worden.
SAMENSTELLING
Art. 42: De T.A.C. staat onder het voorzitterschap van de verantwoordelijke
kadervorming van de Liga. Hij zit de vergaderingen voor en is verantwoordelijk voor
alle correspondentie.
Art. 43: De T.A.C. is verder samengesteld uit alle door Vlaamse Schaak Federatie
v.z.w., Koninklijke Belgische SchaakBond v.z.w. of FIDE gediplomeerde
wedstrijdleiders, welke lid zijn van de Liga.
Art. 44:A. Elk jaar dient de verantwoordelijke kadervorming in de loop van de maand
november een bijeenkomst te houden van de wedstrijdleiders van de Liga.
B. Tijdens diezelfde bijeenkomst wordt een Dagelijks Bestuur T.A.C. samengesteld,
bestaande uit de verantwoordelijke kadervorming en twee zich kandidaat stellende
wedstrijdleiders van de Liga alsmede de Ligatoernooileider.
C. Tijdens deze bijeenkomst van de T.A.C. zullen de wedstrijdleiders op de hoogte
gesteld worden van de wijzigingen en nieuwe reglementen die in voege treden.
Wedstrijdleiders welke in twee jaar geen enkele bijeenkomst bijwonen zullen
automatisch op non-actief gesteld worden. Zij kunnen terug als actief beschouwd
worden volgens de modaliteiten vastgelegd door de Raad van Bestuur.
D. Voor aanvragen van categorie verhoging dient een verslag binnen de 14 dagen na
afloop van elke activiteit aan de voorzitter van de T.A.C. gestuurd te worden.
Art.45: De vergaderingen zijn besloten. De verantwoordelijke kadervorming kan echter
steeds beslissen derden mee uit te nodigen.
BEVOEGDHEDEN
Art. 46: De Toernooi Advies Commissie geeft advies aangaande wedstrijdreglementen
aan de Raad van Bestuur of de Algemene vergadering.
Art. 47: Het Dagelijks Bestuur van de T.A.C. kan als beroepskamer zetelen voor
betwistingen in alle Ligatoernooien.
Art. 48: Het Dagelijks Bestuur van de T.A.C. vergadert wanneer dit noodzakelijk is of
op vraag van de Raad van Bestuur en beslist over de samenroeping van alle
wedstrijdleiders van de Liga, indien zij zulks nodig acht.
Art. 49: De T.A.C. beslist bij gewone meerderheid over haar interne werkingsregelen.
333
Art.50: De T.A.C. brengt een gunstig of ongunstig advies uit bij aanvragen voor
benoemingen van wedstrijdleiders in een hogere categorie.
Hoofdstuk VI: TUCHT EN BEROEPSCOMMISSIE
ALGEMENE BEPALINGEN
Art.51: De Tucht- en Beroepscommissie is bevoegd voor alle zaken welke haar,
overeenkomstig artikel 22 toegewezen worden.
Art. 52: Samen met het verzoek tot behandeling van de zaak, zal aan de voorzitter van
de Tucht- en Beroepscommissie een zo volledig mogelijk dossier overgemaakt worden.
SAMENSTELLING
Art. 53: De Tucht- en Beroepscommissie staat onder voorzitterschap van een voorzitter
of erevoorzitter van een kring die elk jaar tijdens de Algemene Vergadering van de Liga
verkozen wordt. Bij dezelfde gelegenheid wordt ook een plaatsvervanger verkozen, die
als voorzitter optreedt, wanneer de voorzitter zelf verhinderd is of betrokken partij in
het geschil is.
Art. 54: De voorzitter of zijn vervanger stelt de Commissie samen en is voorzitter van
de vergaderingen van de Tucht- en Beroepscommissie.
Art. 55: De Tucht- en Beroepscommissie wordt door de voorzitter samengesteld uit alle
bij de Liga aangesloten voorzitters en ere-voorzitters die geen deel uitmaken van de
Raad van Bestuur, noch van de Toernooi Advies Commissie van de Liga.
Art. 56: De voorzitter kiest vier voorzitters of erevoorzitters uit vier verschillende
kringen die niet betrokken zijn bij het hem voorgelegde geschil.
Art. 57: De Tucht- en Beroepscommissie dient te vergaderen binnen de drie weken
na de datum waarop het verzoek tot behandeling van een geschil toegestuurd is aan
de voorzitter van de Tucht- en Beroepscommissie.
Art. 58: De leden van de Tucht- en Beroepscommissie worden voorafgaandelijk door
de voorzitter in bezit gesteld van het op dat ogenblik in zijn bezit zijnde dossier en/of
andere gegevens met betrekking tot het geschil.
Art. 59: Ten laatste één week voor de eerste samenkomst van de Commissie dient de
voorzitter de samenstelling ervan schriftelijk mee te delen aan de voorzitter van de Liga
en de betrokken partijen.
Art. 60: De vergaderingen van de Tucht- en Beroepscommissie zijn besloten. De in
het geschil betrokken partijen hebben het recht gehoord te worden door de Tucht- en
Beroepscommissie. Zij mogen zich laten bijstaan door een raadsman.
BEVOEGDHEDEN
Art. 61: Behoudens de bepalingen in artikel 68 en 69 neemt de Tucht- en
Beroepscommissie bindende beslissingen in alle haar toegewezen zaken. In al haar
beslissingen dient de commissie rekening te houden met de Statuten, het Huishoudelijk
Reglement alsook de Wedstrijdreglementen van de Liga.
Art.62: Minstens drie van de vier gekozen leden (voorzitters) dienen op de
vergadering van de Tucht- en Beroepscommissie aanwezig te zijn om het quorum te
bereiken en rechtsgeldig te kunnen stemmen.
Art. 63: De stemmen kunnen alleen door ter plaatse aanwezige leden uitgebracht
worden. Geen enkele schriftelijk stem kan voor de stemming in aanmerking komen.
Art. 64: Een lid welke de bijeenkomst voor het opnemen van de stemmen verlaat, kan
geen voorafgaandelijk stem of volmacht hiertoe uitbrengen.
Art. 65: Wanneer het quorum van de vergadering van de commissie na het verlaten
van een gekozen lid niet meer bereikt is, dient door de leden binnen vijf dagen een
nieuwe bijeenkomst gehouden te worden, waarop de stemming kan geschieden.
Art. 66: De Tucht- en Beroepscommissie beslist bij gewone meerderheid; bij staking
van de stemmen beslist de voorzitter.
Art. 67: De voorzitter van de Tucht- en Beroepscommissie brengt binnen de vijf dagen
na de vergadering de partijen en de voorzitter van de Liga op de hoogte van de door
de Commissie getroffen beslissingen.
Art. 68: Beroep tegen een beslissing van de Tucht- en Beroepscommissie is slechts
mogelijk bij de Algemene Vergadering van de Liga, te contacteren via haar voorzitter
334
binnen de maand na betekening van de uitspraak. Deze vergadering moet gehouden
worden binnen de drie maand na de uitspraak van de commissie.
Art. 69: Elk beroep schort de beslissing en de eventuele sanctie van de Commissie op
tot na de uitspraak in beroep.
Hoofdstuk VII: STRAFBEPALINGEN
ALGEMENE BEPALINGEN
Art. 70: De Raad van Bestuur van de Liga zal steeds trachten:
- Alle geschillen onderling te regelen tot tevredenheid van elke partij,
teneinde straf- en tuchtmaatregelen te vermijden;
- Alleen dan straf- en tuchtmaatregelen uit te spreken, wanneer duidelijk
blijkt dat er moedwil, weerspannigheid of onwil of wat hiermede gelijk
staat, bestaat bij de betrokken partij(en) om zich neer te leggen bij een
besluit of het aanvaarden van de Statuten en/of reglementen van de Liga.
Art. 71: De hoogste instantie in de Liga voor het aantekenen van beroep is de Algemene
Vergadering.
Beroep kan ingediend worden aan de voorzitter en/of secretaris van de Liga.
In geval van beroep bij de Algemene Vergadering dient deze vergadering
gehouden te worden binnen de drie maanden volgend op datum van het
aangetekend schrijven.
Art. 72: Geen enkele strafmaatregel mag uitgesproken worden, indien deze maatregel
een rechtstreekse inbreuk is op de Statuten van de Liga, de Vlaamse Schaak Federatie
v.z.w. of de Koninklijke Belgische SchaakBond v.z.w.
SOORTEN STRAFMAATREGELEN
Art.73: Door de Raad van Bestuur kunnen volgende maatregelen genomen worden:
A. Betreffende de kringen aangesloten bij de Liga:
- Schorsing van een kring bij de Liga voor deelname aan een bepaalde of alle
activiteiten van de Liga, zowel als kring of als ploeg;
- Opleggen van een geldboete;
- Boetes, schorsingen en forfaits zoals bepaald in de gangbare en de terzake
geldende reglementering.
B. Betreffende schakers aangesloten door of bij een kring van de Liga:
- Schorsing van een schaker voor deelname aan een bepaalde of alle activiteiten
van de Liga, zowel individueel als in een ploeg;
- Opleggen van een geldboete;
- Boetes, schorsingen en forfaits zoals bepaald in de gangbare en de terzake
geldende reglementering.
C. Betreffende verantwoordelijkheid van kringen en hun spelers aangesloten bij
de Liga:
- Elke kring ontvangt een factuur betreffende zijn financiële verplichtingen aan de
Liga. Bij het niet tijdig voldoen van zijn financiële verplichtingen aan de Liga
wordt er een verwittiging aan de kring toegestuurd en dient deze kring zijn
verplichtingen onmiddellijk na te komen. Wanneer er meermaals een
verwittiging aan een kring dient verstuurd te worden over dezelfde of een
andere verplichting, dan kan de raad van bestuur beslissen om die club voor
onbepaalde duur te sanctioneren. Deze beslissing wordt vermeld in het verslag
van de raad van bestuur en de club wordt hiervan zowel per e-mail als per brief
op de hoogte gebracht.
Deze sanctie bepaalt dat die club het recht verliest om te wachten tot ontvangst
van de factuur. De club dient voortaan in orde te zijn met zijn financiële
verplichtingen, voordat die club bijvoorbeeld kan deelnemen aan competities of
voordat bijvoorbeeld de ledenaansluitingen in orde gebracht kunnen worden. Zij
dient dus voortaan te betalen bij inschrijving aan competities of bij indienen
van ledenaansluitingen. Wanneer dit niet gebeurt, kan dit dus voor die club en
spelers als gevolg hebben dat de aansluiting niet in orde kan gebracht worden
en zij aan geen enkele competitie kunnen deelnemen.
335
- Bij het niet voldoen van zijn financiële en/of administratieve verplichtingen aan
de Liga, wordt de kring een boete opgelegd welke gelijk is aan 50% van de
Ligabijdrage, wordt de kring geschorst totdat hij zijn financiële en/of
administratieve verplichtingen nagekomen is;
Ingeval een schorsing en/of boete uitgesproken wordt tegen een kring, dienen alle
leden van de laatst gekende ledenlijst van die kring bij de Liga met een persoonlijk
aan hen gericht schrijven in kennis gesteld van de genomen maatregel.
RECHTEN EN VERHAAL
Art. 74: Geen enkele straf kan uitgesproken worden zonder dat de betrokken
perso(o)n(en) en/of kring daadwerkelijk en tijdig werd uitgenodigd voor een verhoor.
Elke betrokken persoon of afgevaardigde van een kring mag zich door een raadsman
laten bijstaan.
Geen enkel minderjarig lid van een kring aangesloten bij de Liga, kan gehoord worden
zonder dat ofwel zijn wettelijke vertegenwoordiger, ofwel een volwassen gemandateerde
aanwezig is.
Elke kring of persoon heeft steeds recht op beroep.
Art. 75: Alle door de Raad van Bestuur uitgesproken straffen, dienen binnen de veertien
dagen gepubliceerd te worden in ofwel:
- op de website van de Liga;
- In een bestuurlijke mededeling welke gericht wordt aan de contactpersonen,
bekend bij de verantwoordelijke ledenadministratie..
Hoofdstuk VIII: WEDSTRIJDREGLEMENTEN
Art. 76: Behoudens de spelregels en voorschriften van hogere instanties en de FIDE,
worden de wedstrijden en toernooien, door de Liga ingericht, bestuurd door bijzondere
reglementen, in opdracht van de Raad van Bestuur uitgewerkt en bijgehouden door de
T.A.C. Zij dienen minstens drie weken voor het afsluiten van de inschrijvingen voor
wedstrijden of toernooien door de toernooileider bekend gemaakt te worden.
Hoofdstuk IX: ONTBINDING
Art. 77: Bij ontbinding van de Liga worden de bezittingen bij voorkeur overgedragen
aan een vereniging met een gelijkaardig doel binnen hetzelfde werkingsgebied en dit
volgens een beslissing van de Algemene Vergadering.
336
Bestuur
Voorzitter
Van Tichelen Bart, Oudebareellei 115, 2170 Merksem, 0499/80.24.87,
voorzitter@schaakliga-antwerpen.info
Ondervoorzitter, Secretaris
Patrick Van De Perre, Korte Van Ruusbroeckstraat 14 bus 1, 2018 Antwerpen,
0472/90 00 36, ondervoorzitter@schaakliga-antwerpen.info, secretaris@schaakliga-
antwerpen.info
Penningmeester
Steven Bogaert, Rerum Novarumlaan 36, 2170 Merksem, 0473 45 34 92
penningmeester@schaakliga-antwerpen.info
Toernooileider
Tobias Verhulst - GSM: +32 (0)484 65 30 91 - tornooileider@schaakliga-
antwerpen.info
Jeugdleider
Ben Dardha, jeugdleider@schaakliga-antwerpen.be
Medewerkers
Materiaalmeester
Arthur Duré, Smaragdstraat 14, 2600 Antwerpen, 03 239 71 48 -
materiaalmeester@schaakliga-antwerpen.info
Schoolschaak
Philippe Vukojevic, Rue de Grand-feu 19, 5522 Falaën, 082 664 517 -
schoolschaak@schaakliga-antwerpen.info
Ereleden
Louis Corbeel
Peter Beeckmans
Robert Schuermans
337
3. Liga West-Vlaanderen vzw
Maatschappelijke zetel: St. Pieterszuidstraat 28, 8000 Brugge
Rekeningnummer: Op naam van Rudy Defour: 001-2353763-37
Statuten
Hoofdstuk 1: Naam, zetel, doel en duur
Art. 1 De naam van de vereniging luidt "West-Vlaamse Schaakliga". afgekort WVSL”
Art. 2 De maatschappelijke zetel van de verenlging is gevestigd in de provincie West-
Vlaanderen.
Alleen de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement waarin de zetel van de
vereniging gevestigd is, zijn bevoegd bij elke juridische procedure
Art. 3 De maatschappelijke zetel van de vereniging is gevestigd in de St,
Pieterszuidstraat 28, 8000 Brugge die ressorteert onder het gerechtelijk arrondissement
Brugge
Art. 4 De West-Vlaamse Schaakliga heeft tot doel de schaaksport in West-Vlaanderen
in al haar facetten te bevorderen en kan hiervoor alle wettelijke daden stellen die zij
nodig acht
De vzw maakt geen deel uit van organisaties van politieke, godsdienstige of filosofische
aard, zij aanvaardt in haar de principes en de regels van de democratie en tevens de
rechten van het kind en het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de
Mens en de fundamentele vrijheden er van welke zij onderschrijft en uitdraagt
Art 5 De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur
Hoofdstuk 2: De effectieve leden van de vereniging
Art. 6 De WVSL vzw werd op 05 maart 2011 ult de feitelijke vereniging Liga West-
Vlaanderen opgericht in 1950. 0e VWSL vzw wordt door onderstaande stichters
opgericht.
Vandamme François, Bauwensplein 10 bus 1, te 8400
Oostende
Clevers Marc, St Pieterszuidstraat 28 te 8003 Brugge
Denduyver Bart, Zevekoteheirweg 12 te 8470 Gistel.
Defour Rudy, Bosweg 8 bus 5 te 8400 Oostende
Eduard Vertenten, Stationstraat 56 te 8020 Oostkamp.
Art. 7 De vereniging telt minimaal drie effectieve leden (schaakclubs). hierna "lid"
of "leden" genoemd De term "lid" of “leden' slaat enkel op de effectieve leden van
de vereniging.
Art. 8 Aansluiting van leden
Kandidaat leden, zijnde natuurlijke- of rechtspersonen, dienen hun kandidatuur tot hun
toetreding schriftelijk of elektronisch via mail in te dienen op de maatschappelijke zetel
van de vereniging. Als natuurlijke personen worden aanzien de leden van feitelijke
verenigingen. Een feitelijke vereniging kan enkel lid zijn van de vzw bij persoonlijke
vertegenwoordiging van één van haar leden en die ten persoonlijke titel lid is van de
vzw. In dit geval zijn die schaakkringen die geen rechtsbekwaamheid bezitten lid in
hoofde van hun voorzitter en zijn de bestuurders en leden van betreffende schaakkring
samen met hem solidair en ondeelbaar verantwoordelijk voor de engagementen door
deze genomen voor zijn schaakkring.
De raad van bestuur zal op basis van de ingediende aanvraag en beschikbare gegevens
voorlopig beslissen over de toetreding. De raad van bestuur kan tussen twee algemene
vergaderingen maximaal drie nieuwe effectieve leden laten toetreden. De eerstvolgende
algemene vergadering dient de toelating te bevestigen.
338
Art. 8 Bis Uittreding van leden
Leden die wensen uit te treden dienen dit schriftelijk 0f elektronisch via mail mede te
delen aan de maatschappelijke zetel van de vereniging ter attentie van de raad van
bestuur
Art. 8 Ter Uitsluiting van een lid.
De uitsluiting van een lid kan enkel door de algemene vergadering worden uitgesproken
indien dit punt deel uitmaakt van de agenda en tenminste een meerderheid heeft van
twee derde van de aanwezige of vertegenwoordigde Stemmen,
Art 9 Leden die niet tijdig dit is binnen de 30 dagen na ontvangst van de door de
vereniging regelmatig opgestelde factuur hun lidmaatschapsbijdrage betalen worden
geacht uit de vereniging te treden Mogelijks kan de uitsluitingsprocedure zoals voorzien
in art 20 (7°) in gang worden gesteld.
Art 10 Een lid dat ontslag neemt of wordt uitgesloten kan geen aanspraak maken op
het patrimonium van de vereniging en kan betaalde bijdragen niet terugvorderen.
Hoofdstuk 3: De toegetreden leden
Art. 11 De verenlging telt als toegetreden leden (schaaksportbeoefenaars) alle
sportbeoefenaars die zich via een lokale vereniging op een reglementaire manier
aansluiten bij de vereniging. Toegetreden leden hebben geen stemrecht op de algemene
vergadering. Ze zijn enkel aangesloten als "toegetreden" om te genieten van de
activiteiten die de vereniging organiseert
Art. 12. Toetreding van een sportbeoefenaar
Sportbeoefenaars die als toegetreden lid wensen deel uit te maken van de vereniging
dienen zich op een reglementaire wijze aan te sluiten bij een erkende lokale
stemgerechtigde vereniging of in naam van een natuurlijke die lid is (feitelijke
verenging) en te voldoen aan alle administratieve verplichtingen van de vereniging.
Art 12 Bis Uitsluiting van een sportbeoefenaar Toegetreden lid.
De uitsluiting van een sportbeoefenaar kan enkel door de algemene vergadering worden
uitgesproken indien dit punt deel uitmaakt van de agenda. De beslissing over de
uitsluiting wordt genomen in een geheime stemming op basis van een gemotiveerd
advies dat door de aanvrager voor uitsluiting dient opgesteld te worden. De uitsluiting
gebeurt indien meer dan de helft van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen het
voorstel tot uitsluiting steunen
Art. 13 Toegetreden leden kunnen gebruik maken van de aangeboden faciliteiten van
de vereniging en deelnemen aan de activiteiten die voor hen worden ingericht door de
vereniging of de overkoepelende organisaties.
Hoofdstuk 4: De algemene vergadering
Art 14 De algemene vergadering wordt bijeengeroepen in de maand september. oktober
of november.
Een algemene vergadering wordt eveneens bijeengeroepen indien ten minste één vijfde
van de leden of drie bestuurders dit vragen. Het is de expliciete taak van de raad van
bestuur die beslist over de bijeenroeping van de algemene vergadering. De jaarlijkse
algemene vergadering zal steeds plaatsvinden binnen de drie maanden na afsluiting
van het boekjaar die loopt van één september tot 31 augustus.
Art 15 Tenminste vier weken voor de algemene vergadering wordt de uitnodiging met
de vermelding van de voorlopige dagorde via elektronische mail verzonden naar de
leden. De definitieve dagorde wordt tenminste 8 kalenderdagen voor de vergadering,
dit met inbegrip van de aangebrachte agendapunten door leden en RvB met de nodige
toelichting, inclusief de amendementen die zijn toegevoegd, de verslagen van de
bestuurders. evenals de adviezen van de raad van bestuur en desgevallend het verslag
van de commissarissen of rekeningtoezichters. de verlies- en winstrekening en de
339
begroting naar de leden via elektronische mail verzonden
Art. 16 Leden die een punt op de agenda wensen te plaatsen dienen dit met de nodige
toelichting uiterlijk twee weken voor de vergadering hetzij schriftelijk hetzij vla
elektronische weg kenbaar te maken op de maatschappelijke zetel van de vereniging.
Eén twintigste van de effectieve leden kunnen een uitbreiding van de agenda vragen
zonder dat zij hiervoor een toelichting of verantwoording moeten geven.
Art 17 De huidige voorzitter of secretaris worden aanzien als de geldige
gemandateerden van een kring of feitelijke vereniging, Zij kunnen zich evenwel steeds
laten vertegenwoordigen mits een volmacht van de voorzitter bij voorkeur of secretaris
van de schaakkring of de voorzitter bij voorkeur of secretaris van de feitelijke
vereniging.
Art 17 bis De leden kunnen zich op de algemene vergadering laten vertegenwoordigen
door een ander lid of toegetreden lid van de vereniging. De volmachtdrager kan evenwel
slechts twee andere leden vertegenwoordigen. Daarenboven mag dit niet tot gevolg
hebben dat één lid de meerderheid zou bekomen op de algemene of buitengewone
algemene vergadering
Art 18 Aan elke kring of vertegenwoordiger van een kring of vertegenwoordiger van
een feitelijke vereniging wordt op de algemene vergadering 1 stem per 10
sportbeoefenaars of breuk ervan die zij vertegenwoordigen toegekend. Het aantal
stemmen die iedere kring kan uitbrengen volgens zijn leden wordt genomen bij
afsluiting van het vorig boekjaar vermeld in het huishoudelijk reglement en is geldig
voor de gehele loop van het daarop volgend jaar
Art. 19 Bij het nemen van besluiten mag niet afgeweken worden van de verdeelde
dagorde, tenzij met unanieme aanvaarding van de aanwezige of vertegenwoordigde
leden
Art 20 Een besluit van de algemene vergadering is vereist voor:
1° de wijziging van de Statuten en het huishoudelijk reglement;
2° de benoeming en de afzetting van de bestuurders
3° de benoeming en de afzetting van de commissarissen of rekeningtoezichters en het
bepalen van hun bezoldiging ingeval een bezoldiging wordt toegekend.
de kwijting aan de bestuurders en de commissarissen of
rekeningtoezichters;
5° de goedkeuring van de balans en begroting van de rekening;
6° de ontbinding van de vereniging:
7" de uitsluiting van een lid;
8
0
de uitsluiting van een toegetreden lid. in tegenstelling met een lid is hier een gewone
meerderheid voldoende;
de vaststelling van de lidmaatschapsbijdrage die de effectieve leden dienen te
betalen per schaakbeoefenaar die zij vertegenwoordigen;
10° de omzetting van de vereniging in een vennootschap met een sociaal oogmerk
1 de algemene vergadering is ook bevoegd voor alle gevallen waarin de statuten het
vereisen
De bevoegdheden die wettelijk toekomen aan de algemene vergadering kunnen niet
overgedragen worden aan een derde.
Art 21 De algemene vergadering is rechtsgeldig samengesteld welke ook het aantal
aanwezige of vertegenwoordigde leden is De beslissingen worden genomen met een
meerderheid van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden. Deze
bepalingen gelden enkel onder voorbehoud van de gevallen voorzien in de wet en de
statuten
340
Art. 21 Bis Over een statutenwijziging en uitsluiting van een lid, kan de algemene
vergadering alleen op geldige wijze beraadslagen en besluiten wanneer de wijzigingen
uitdrukkelijk zijn vermeld in de oproeping en wanneer ten minste de helft van de leden
op de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Een wijziging kan alleen worden
aangenomen met een meerderheid van twee derde van de stemmen van de aanwezige
of vertegenwoordigde leden, waarbij onthoudingen indien een quorum van twee derden
of meer vereist is steeds als negatieve stemmen tellen. Wanneer de wijziging betrekking
heeft op het doel of de doeleinden waarvoor de vereniging is opgericht, kan zij alleen
worden aangenomen met een meerderheid van vier vijfde van de stemmen van de
aanwezige of vertegenwoordigde leden. Ingeval op de eerste vergadering minder dan
de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kan een tweede vergadering
worden bijeengeroepen, die geldig kan beraadslagen en besluiten alsook wijzigingen
aannemen met twee derden of vier vijfden ongeacht het aantal aanwezige of
vertegenwoordigde leden. De tweede vergadering mag niet binnen dertig dagen
volgend op de eerste vergadering worden gehouden.
Art 22 De goedgekeurde notulen van de algemene vergadering, waarin haar
beslissingen worden geacteerd, worden bunnen de zestig dagen via elektronische weg
naar de leden verzonden. Derden kunnen via elektronische briefwisseling en de website
van de vereniging kennis nemen van de beslissingen van de algemene vergadering.
Hoofdstuk 5: De raad van bestuur
Art. 23 De raad van bestuur bestaat uit minimaal drie personen en maximaal uit het
aantal leden effectieve en vertegenwoordigde leden - 1. De raad van bestuur bestuurt
de vereniging en vertegenwoordigt haar in en buiten rechte. Alle bevoegdheden, die de
wet of de statuten niet uitdrukkelijk toekennen aan de algemene vergadering, worden
toegekend aan de raad van bestuur. De bevoegdheden die wettelijk toekomen aan de
raad van bestuur kunnen niet overgedragen worden aan een derde.
Art 24 De omvang van de bevoegdheden voor elke bestuurder wordt door de raad van
in gezamenlijk overleg vastgelegd met dien verstande dat de voorzitter van de raad
van bestuur rechtstreeks door de algemene vergadering wordt gekozen.
Art. 25 Tenzij uitdrukkelijk anders wordt vastgelegd bij de omschrijving van de omvang
van de bevoegdheden van de bestuurders oefenen deze hun mandaat uit als college.
Het mandaat van bestuurder is onbezoldigd.
Art. 26 De raad van bestuur kan rechtsgeldig beslissingen nemen met een gewone
meerderheid van stemmen, indien meer dan de helft van de bestuurders aanwezig is.
Art 27 De notulen van de vergaderingen van de raad van bestuur worden op de
eerstvolgende vergadering van de raad van bestuur ter goedkeuring voorgelegd
Art. 28 Alle akten die de vereniging binden worden ondertekend door de voorzitter, of
bij diens ontstentenis de plaatsvervanger, en een bestuurder. Aan alle leden Raad van
Beheer en aan ieder afzonderlijk werd volmacht gegeven om in naam van de Liga West-
Vlaanderen, tot herroeping door de Algemene Vergadering, alle financiële verrichtingen
te maken en uit te voeren die zij denken nodig te hebben om de goede werking van de
West-Vlaamse Liga vzw te blijven behouden
Art 29 Kandidaat bestuurders, evenals bestuurders wiens mandaat zal eindigen en zich
opnieuw kandidaat wensen te stellen, dienen uiterlijk twee weken voor de algemene
vergadering hetzij schriftelijke per post hetzij elektronisch via mail hun kandidatuur in
te dienen op de maatschappelijke zetel van de vereniging De kandidaturen worden
vermeld op de uitnodiging voor de algemene vergadering. De algemene vergadering
beslist over de kandidatuur in een geheime stemming. De kandidaat wordt verkozen
indlen deze meer dan de helft van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen
behaalt
Art, 30 Tenzij uitdrukkelijk anders beslist door de algemene vergadering wordt elke
bestuurder benoemd voor een beperkte duur die eindigt op het einde van de algemene
341
statutaire vergadering van het derde jaar volgend op het jaar van de benoeming
Art, 31 Het staat een bestuurder vrij om op elk moment zijn mandaat neer te leggen
door dit schriftelijk te melden op maatschappelijke zetel van de vereniging. Indien door
de ambtsbeëindlging van een bestuurder het aantal bestuurders kleiner wordt dan het
door de wet of statutair voorgeschreven minimum aantal zal het ontslag weerhouden
worden tot de raad van bestuur binnen de zes weken een algemene vergadering belegd
om een nieuwe bestuurder te benoemen
Art, 32 De afzetting van een bestuurder kan enkel door de algemene vergadering
worden uitgesproken indien dit punt deel uitmaakt van de agenda. De beslissing over
de afzetting van een bestuurder wordt genomen in een geheime stemming. De afzetting
gebeurt indien meer dan de helft van de aanwezige Of vertegenwoordigde stemmen
het voorstel tot afzetting steunen
Ary 32bis Afzetting en ambtsbeëindlging van een voorzitter kan enkel door de algemene
vergadering worden uitgesproken indien dit punt deel uitmaakt van de agenda. 0e
beslissing over de afzetting van een voorzitter kan enkel worden genomen in een
geheime stemming. De afzetting gebeurt indien meer dan de helft van de aanwezige of
vertegenwoordigde stemmen het voorstel tot afzetting steunen.
Hoofdstuk 6: Gemachtigde personen
Art. 33 Het staat de raad van bestuur vrij, met inachtneming van artikel 24, personen
met een specifieke machtiging te benoemen. Hiervoor zal de raad van bestuur op
voorhand volgende punten vastleggen
een eenduidige omschrijving van de machtiging en de mate waarin deze personen
de vereniging kunnen vertegenwoordigen.
2° in voorkomend geval de daaraan verbonden taakomschrijving;
voor zover het gaat cm meerdere personen, aangeven of deze alleen, gezamenlijk
of als college dienen te handelen;
de duur van de machtiging die niet meer dan drie jaar mag bedragen zonder een
expliciete herbevestiging door de raad van bestuur;
5° een procedure voor een vervroegde beëindiging van de machtiging.
de afzetting en ambtsbeëindiging van een gemachtigd persoon kan door de raad van
bestuur genomen worden in een geheime stemming. Op de eerstvolgende algemene
vergadering wordt dit door de algemene vergadering bevestigd in een geheime
stemming indien dit punt deel uitmaakt van de agenda. 0e afzetting is effectief indien
meer dan de helft van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen het voorstel tot
afzetting steunen
Hoofdstuk 7: De commissarissen of rekeningtoezichters
Art. 34 De algemene vergadering benoemt twee commissarissen of rekeningtoezichters
voor de duur van het lopende boekjaar. Bij ontstentenis van een voordracht door de
algemene vergadering zal de raad van bestuur kandidaten voordragen
Hoofdstuk 8: Algemeen
Art 35 De effectieve leden of de kring die de leden vertegenwoordigt betalen een
jaarlijkse bijdrage die evenredig is met het aantal toegetreden leden van het lid, Het
bedrag wordt jaarlijks vastgelegd door de algemene vergadering met een maximum
van 50 euro per aangesloten speler
Art. 36 Zowel effectieve als toegetreden leden leven de statuten en het huishoudelijk
reglement van de vereniging na
Art 37 De vereniging is aansprakelijk voor de misgrepen die kunnen toegeschreven
worden aan haar bestuurders, hetzij personen of organen waar haar wil wordt
uitgeoefend. Door de bestuurders wordt geen persoonlijke verbintenis aangegaan
betreffende de verbintenissen die de vereniging aangaat. De verantwoordelijkheid van
342
de bestuurders is beperkt tot het uitvoeren van de hen toevertrouwde taken volgens de
zorgen van een goede huisvader,
Art. 38 De akten betreffende de benoeming of de ambtsbeëindiging van de bestuurders
en van de van de gemachtigde personen vermelden hun naam, voornamen, woonplaats
geboorteplaats en geboortedatum indien het natuurlijke personen betreft. Ingeval het
rechtspersonen betreft bijkomend, het adres van de maatschappelijke zetel van de
vereniging en het ondernemingsnummer De akten van de gemachtigde personen
vermelden bovendien de omvang van hun bevoegdheden en de wijze waarop zij die
uitoefenen, ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college.
Art. 39 Op de zetel van de vereniging wordt door de raad van een register van de leden
gehouden Dit register vermeldt de naam, voornamen en woonplaats van de leden of,
ingeval het een rechtspersoon betreft, de naam, de rechtsvorm en het adres van de
zetel. Bovendien moeten alle beslissingen betreffende de toetreding, uittreding of
uitsluiting van leden door toedoen van de raad van bestuur in dat register worden
ingeschreven binnen acht dagen nadat hij van de beslissing in kennis is gesteld, Alle
leden kunnen op de zetel van de vereniging het register van de leden raadplegen,
alsmede alle notulen en beslissingen van de algemene vergadering en de raad van
bestuur. Ook alle boekhoudkundige stukken van de vereniging moeten er ter inzage
liggen.
Art. 40 Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere stukken die
uitgaan van de vereniging vermelden de naam van de vereniging, onmiddellijk
voorafgegaan of gevolgd door de woorden "vereniging zonder winstoogmerk" of door
de afkorting vzw, en het adres van de zetel van de vereniging. Eenieder die in naam
van de vereniging meewerkt kan persoonlijk aansprakelijk worden gesteld indien
bovenstaande niet werd aangebracht voor alle of voor een gedeelte van de
verbintenissen die de vereniging krachtens dit stuk heeft aangegaan.
Afl. 41 Elk jaar worden de rekeningen van het boekjaar op de datum vermeld in het
huishoudelijk reglement afgesloten. Ten laatste binnen de drie maanden na de
afsluitingsdatum van het boekjaar, legt de raad van bestuur de jaarrekening van het
voorbije boekjaar. de begroting van het volgende boekjaar, ter goedkeuring voor aan
de algemene vergadering,
Art. 42 Indien volgens de raad van bestuur noodzakelijk, kunnen natuurlijke personen
die lid zijn van de vereniging. evenals één vertegenwoordiger van elke rechtspersoon
die lid is van de vereniging, uitgenodigd worden om de raad van bestuur bij te wonen.
Art. 43 De voorzitter. de secretaris en de penningmeester zijn elk apart bevoegd, om
in naam en voor rekening van de vereniging alle briefwisseling gericht aan de
maatschappelijke zetel van de vereniging te ontvangen (aangetekende zendingen,
telegrammen, pakjes, gerechtelijke stukken. enz.).
Hoofdstuk 9: Ontbinding van de vereniging
Art, 44 Ingeval van vrijwillige ontbinding van de vereniging benoemt de bijzondere
algemene vergadering die de ontbinding heeft uitgesproken een aantal vereffenaars,
bepaalt hun bevoegdheden en beslist over de aanwending van het patrimonium en de
waarden van de vereniging na aanzuivering van het passief. Bij voorkeur gaat dit naar
een organisatie die het schaken in het algemeen en in tweede orde naar een organisatie
die het school- of jeugdschaak bevordert.
Art 45 0e algemene vergadering kan de ontbinding van de vereniging alleen uitspreken
indien twee derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en met een
meerderheid van vier vijfde van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen.
Huishoudelijk reglement
Niet beschikbaar
343
Bestuur
Voorzitter, Webmaster:
Marc Clevers, St. Pieterszuidstraat 28, 8000 Brugge, clevers.marc@skynet.be, 050 /
31.26.87, 0474 / 97.62.19
Secretaris, Webmaster:
Bart Denduyver, Zevekoteheirweg 12, 8470 Gistel, Bart.Denduyver@pandora.be, 0496
/ 50.61.76
Penningmeester:
Rudy Defour, Bosweg 8 Bus 5, 8400 Oostende, Rudy.oostende@yahoo.com, 059 /
80.75.51, 0485 /452 288
Toernooileiding:
Maarten Passchyn, Noord Edestraat 33, 8400 oostende, mppasschijn@hotmail.com,
0496/235.894
Jeugdleiding:
Glenn Dayer, Prof. Verkouillestraat 41, 8400 Oostende, glenn.dayer@skynet.be;
0496/025501
Ere-voorzitter: John Verhulst
Ere-bestuurders:
Eduard Vertenten
Herman ottevaere
+ Albert van Camp
Kurt Vantomme
344
4. Liga Oost-Vlaanderen vzw
Vereniging zonder winstoogmerk
Zetel: Opbrakelsestraat 37, 9660 Brakel
Ondernemingsnummer 4244.99.615
Statuten van de vzw Liga Oost-Vlaanderen V.S.F. (zoals goedgekeurd op de bijzondere
algemene vergadering van 04 december 2017)
Hoofdstuk 1: rechtsvorm, naam, zetel, doel en duur
Art. 1: rechtsvorm, benaming
De vereniging is opgericht als vzw met de naam “Liga Oost-Vlaanderen V.S.F”.
Art. 2: zetel
De maatschappelijke zetel van de vereniging is gevestigd te 9660 Brakel, Opbrakelsestraat 37,
in het gerechtelijk arrondissement Oudenaarde.
Art. 3: doel en activiteiten
De vereniging heeft tot doel de schaaksport in Oost-Vlaanderen in al haar facetten te bevorderen
en kan hiervoor alle wettelijke daden stellen die zij nodig acht. Zij kan hiervoor alle mogelijke
initiatieven ontwikkelen zoals het inrichten van toernooien, het organiseren van opleidingen voor
schakers, bestuurders, schaaktrainers, wedstrijdleiders en dergelijke. Voor de uitwerking van
projecten kan de vereniging in het kader van haar doelstellingen contacten leggen met andere
organisaties die gelijkaardige doelstellingen nastreven, evenals met alle mogelijke overheden of
overkoepelende organisaties. In het bijzonder zal de vereniging instaan voor het organiseren
van de verschillende Oost-Vlaamse schaakkampioenschappen. De Liga kan meer in het
algemeen alle middelen aanwenden die tot de verwezenlijking van het doel rechtstreeks of
onrechtstreekse bijdragen.
Art. 4:duur
De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur en kan op elk moment ontbonden worden.
Hoofdstuk 2: de leden van de vereniging
Art. 5: stichters
De vereniging werd gesticht op 04 april 1982.
De stichters van de vereniging waren:
- De Simpelaere Freddy, bediende, Belg
- Wauters Guy, bediende, Belg
- Van Emmelo John, bediende, Belg
- Maes Hendrik, bediende, Belg
- Van Theemsche Etienne, leraar, Belg
- Dondelinger Jean-Pierre, bediende, Belg
- Verkouillie Richard, bediende, Belg
- De Backere Jean-Pierre, bediende, Belg
Art. 6: leden
De vereniging bestaat uit effectieve leden (schaakclubs) en toegetreden leden
(schaaksportbeoefenaars). Het aantal effectieve leden is onbeperkt, maar moet ten minste 3
bedragen. De volheid van het lidmaatschap, met inbegrip van het stemrecht op de algemene
vergadering, komt enkel toe aan de effectieve leden. De effectieve leden van de vereniging
(natuurlijke of rechtspersonen) zijn diegene die vermeld staan op de ledenlijst die wordt
bijgehouden op de zetel van de vereniging. De rechten en de verplichtingen van de toegetreden
leden worden ingeschreven in een huishoudelijk reglement. Zijn effectief lid: alle schaakclubs
gelegen in het werkgebied van de vzw en van wie de aansluiting is aanvaard door de algemene
vergadering. De woorden “lid” en “leden” (zonder verdere specificatie) betreffen in de statuten
alleen de effectieve leden. De toegetreden leden worden hierna omschreven als
schaaksportbeoefenaars.
Art. 7: toetreding van een nieuw lid
Kandidaat leden, zijnde natuurlijke- of rechtspersonen, dienen hun kandidatuur tot toetreding
schriftelijk in te dienen op de maatschappelijke zetel van de vereniging. De raad van bestuur
beslist over de aanvraag. De eerstvolgende algemene vergadering dient de toetreding te
bevestigen.
Art. 7 bis: uittreding van leden
Elk lid kan ten allen tijde uit de vereniging treden. Leden die wensen uit te treden dienen dit
schriftelijk mede te delen op de maatschappelijke zetel van de vereniging.
Art. 7 ter: uitsluiting van een lid.
De uitsluiting van een lid kan enkel door de algemene vergadering worden uitgesproken en enkel
345
indien dit punt expliciet deel uitmaakt van de agenda en met een meerderheid van twee derden
van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen wordt goedgekeurd.
Art. 8: niet-betaling lidmaatschapsbijdrage
Leden die niet tijdig hun lidmaatschapsbijdrage betalen worden geacht uit de vereniging te
treden.
Art. 9: aanspraken ontslagnemende of uitgesloten leden
Een lid dat ontslag neemt of wordt uitgesloten kan geen aanspraak maken op het patrimonium
van de vereniging en kan betaalde bijdragen niet terugvorderen.
Hoofdstuk 3: De algemene vergadering
Art. 10: samenstelling, bijeenroeping
De algemene vergadering is samengesteld uit de bestuursleden, alle effectieve leden van de
vereniging of hun vertegenwoordigers, en de ereleden.
Zij wordt jaarlijks bijeengeroepen voor de 30
ste
november, de datum van de algemene
vergadering wordt vastgelegd door de Raad van Bestuur en vindt bij voorkeur plaats in de maand
september of de eerste week van oktober.
Een algemene vergadering wordt eveneens bijeengeroepen indien ten minste één vijfde van de
leden of indien ten minste drie bestuurders dit schriftelijk aanvragen bij de voorzitter en de
secretaris van de Liga. Dit is dan een buitengewone algemene vergadering.
Art. 11: wijze van bekendmaking
Tenminste twee weken voor de algemene vergadering wordt de uitnodiging met de vermelding
van de dagorde per e-mail of per post verzonden naar de leden.
Art. 12: aanvulling agenda
Leden die een punt op de agenda wensen toe te voegen dienen dit uiterlijk één week voor de
vergadering schriftelijk kenbaar te maken op de maatschappelijke zetel van de vereniging.
Art. 13: vertegenwoordiging
De leden kunnen zich op de algemene vergadering laten vertegenwoordigen door een ander lid
of toegetreden lid van de vereniging.
De gevolmachtigde kan evenwel slechts één ander lid vertegenwoordigen. Elke aangesloten
sportbeoefenaar bij een van de effectieve leden handelend buiten elk mandaat of machtiging,
heeft het recht de vergaderingen bij te wonen met raadgevende stem, op voorwaarde dat hij
voluit 18 jaar is.
Art. 14: stemverdeling
Aan elk lid of vertegenwoordiger van een lid wordt op de algemene vergadering 1 stem per 10
sportbeoefenaars of breuk ervan die zij vertegenwoordigen, toegekend.
Art. 15: wijzigingen dagorde
Bij het nemen van besluiten mag niet afgeweken worden van de verdeelde dagorde, tenzij met
aanvaarding van de meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde leden.
Art. 16: bevoegdheden
De algemene vergadering is als enige bevoegd voor:
1. de goedkeuring van de wijziging van de statuten;
2. de benoeming en afzetting van de leden van de Raad van Bestuur;
3. het benoemen en het afzetten van de rekeningtoezichters;
4. de benoeming van ereleden, op voorstel van de Raad van Bestuur;
5. het verlenen van de kwijting aan de bestuurders en de
rekeningtoezichter(s);
6. de goedkeuring van de rekeningen en van de begroting;
6.b. eventueel de goedkeuring van de begroting van het tweede boekjaar hier op volgend;
7. de goedkeuring en de bekrachtiging van de wijziging van het huishoudelijk
reglement;
8. de aanduiding van een of twee stemopnemers voor de algemene
vergadering;
9. de uitsluiting van een effectief lid;
10. de vaststelling van de lidmaatschapsbijdrage voor het volgende boekjaar die
de effectieve leden dienen te betalen per schaaksportbeoefenaar die zij
vertegenwoordigen;
11. het vaststellen van de waarborgen vereist om toegang te krijgen tot het
Recht (Geschillencommissie en Beroepscommissie);
12. de omzetting van de vereniging in een vennootschap met een sociaal
oogmerk;
13. de ontbinding van de vereniging en de benoeming van de vereffenaars;
346
14. alle gevallen waarin onderhavige statuten dit vereisen.
In geval van overmacht zal de Raad van Bestuur handelen naar best vermogen, ten dienste van
de vereniging, en zijn beslissing ter ratificatie voorleggen aan de eerstvolgende Algemene
Vergadering.
Art. 17: quorum en stemming
Tenzij anders bepaald door de wetgever of anders vermeld in de statuten is de algemene
vergadering rechtsgeldig samengesteld welke ook het aantal aanwezige of vertegenwoordigde
leden is. De beslissingen worden genomen met een meerderheid van de stemmen van de
aanwezige of vertegenwoordigde leden.
Onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen worden niet beschouwd als stemmen van de leden,
aanwezig of vertegenwoordigd, op het moment van de stemming.
Art. 17 bis: quorum en stemming wijziging statuten
Over een statutenwijziging kan de algemene vergadering alleen op geldige wijze beraadslagen
en besluiten wanneer de wijzigingen uitdrukkelijk zijn vermeld in de oproeping en wanneer ten
minste twee derde van de leden op de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
De wijziging kan alleen worden aangenomen met een meerderheid van twee derde van de
stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden.
Wanneer de wijziging evenwel betrekking heeft op het doel of op de doeleinden waarvoor de
vereniging is opgericht, kan zij alleen worden aangenomen met een meerderheid van vier vijfden
van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden.
Ingeval op de eerste vergadering minder dan twee derde van de leden aanwezig of
vertegenwoordigd zijn, kan een tweede vergadering worden bijeengeroepen, die geldig kan
beraadslagen en besluiten ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden. De
tweede vergadering mag niet binnen de vijftien dagen volgend op de eerste vergadering worden
gehouden.
Art. 18: inzagerecht
De besluiten van de algemene vergadering worden gebundeld en bewaard op de
maatschappelijke zetel van de vereniging. Zij zijn voor de leden ter inzage beschikbaar. Derden
kunnen op de maatschappelijke zetel kennis nemen van de beslissingen.
Hoofdstuk 4: De raad van bestuur
Art. 19: samenstelling en bevoegdheden
De raad van bestuur bestaat uit minimaal drie personen. De raad van bestuur bestuurt de
vereniging en vertegenwoordigt haar in en buiten rechte. Alle bevoegdheden, die de wet of de
statuten niet uitdrukkelijk voorbehouden aan de algemene vergadering, worden toegekend aan
de raad van bestuur.
Art. 20: benoeming, functieverdeling
De leden van de raad van bestuur worden benoemd door de algemene vergadering en zijn te
allen tijde door deze afzetbaar. De bestuurders worden benoemd voor een periode van 3 jaar,
maar zijn opnieuw herkiesbaar. De omvang van de bevoegdheden voor elke bestuurder wordt
door de raad van bestuur in gezamenlijk overleg vastgelegd met dien verstande dat de voorzitter
van de raad van bestuur rechtstreeks door de algemene vergadering wordt gekozen. De raad
van bestuur kiest verder onder zijn leden ten minste een secretaris en een penningmeester.
Art. 21:vertegenwoordiging
Tenzij uitdrukkelijk anders wordt vastgelegd bij de omschrijving van de omvang van de
bevoegdheden van de bestuurders oefenen deze hun mandaat uit als college en worden
beslissingen van de raad van bestuur genomen bij meerderheid van de stemmen van de
aanwezige bestuurders. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Art. 21 bis:
Ten opzichte van derden wordt de vereniging rechtsgeldig gebonden door de gezamenlijke
handtekening van de voorzitter enerzijds en de secretaris of één van de andere bestuurders
anderzijds, zonder dat deze hun macht hoeven te bewijzen.
Art. 21 ter:
Voor het uitvoeren van betalingen en het ontvangen van inkomsten kan de penningmeester
binnen het kader van de begroting autonoom handelen. In geval van tijdelijke onbeschikbaarheid
van de penningmeester kan de raad van bestuur deze taak onder dezelfde voorwaarden
toevertrouwen aan een andere bestuurder totdat deze taak opnieuw kan uitgevoerd worden door
de penningmeester.
Art. 21 quater:
De voorzitter, secretaris en penningmeester zijn, elk voor zich, bevoegd om de correspondentie
gericht aan de maatschappelijke zetel in ontvangst te nemen.
347
Art. 22: bezoldiging
Het mandaat van bestuurder is onbezoldigd.
Art. 23: kandidaatstelling
Kandidaat bestuurders, evenals bestuurders wiens mandaat zal eindigen en die zich opnieuw
kandidaat wensen te stellen, dienen uiterlijk 2 weken voor de algemene vergadering een
schriftelijke kandidatuur in te dienen op de maatschappelijke zetel van de vereniging. De
kandidaturen worden vermeld op de uitnodiging voor de algemene vergadering. De algemene
vergadering beslist over de kandidatuur in een geheime stemming. De kandidaat wordt verkozen
indien deze meer dan de helft van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen behaalt.
Art. 24: duur mandaat, vervanging
Tenzij uitdrukkelijk anders beslist door de algemene vergadering, wordt elke bestuurder
benoemd voor een beperkte duur die eindigt op het einde van de algemene statutaire
vergadering van het derde jaar volgend op het jaar van de benoeming.
Bij ontslag, schorsing of overlijden van een bestuurder zal de eerstvolgende algemene
vergadering in zijn vervanging voorzien. In de tussentijd kan de raad van bestuur in zijn midden
een bestuurder aanduiden die tijdelijk de opengevallen functie waarneemt.
Art. 25: ontslag
Het staat een bestuurder vrij om op elk moment zijn mandaat neer te leggen door dit schriftelijk
te melden op de maatschappelijke zetel van de vereniging. Indien door de ambtsbeëindiging van
een bestuurder het aantal bestuurders kleiner wordt dan het door de wet of statutair
voorgeschreven minimum aantal zal de raad van bestuur binnen de 6 weken een algemene
vergadering beleggen om een nieuwe bestuurder te benoemen. Een bestuurder die 3
achtereenvolgende vergaderingen niet verontschuldigd afwezig is wordt geacht ontslag te
hebben gegeven.
Art. 26: afzetting
De afzetting van een bestuurder kan enkel door de algemene vergadering worden uitgesproken
indien dit punt deel uitmaakt van de agenda. De beslissing over de afzetting van een bestuurder
wordt genomen in een geheime stemming. De afzetting gebeurt indien meer dan de helft van
de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen het voorstel tot afzetting steunen.
Art. 27: bekendmaking
De benoeming van de leden van de raad van bestuur en hun ambtsbeëindiging wordt openbaar
gemaakt door neerlegging in het verenigingsdossier ter griffie van de rechtbank van koophandel,
en van een uittreksel daarvan, bestemd om in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad te worden
opgenomen.
Hoofdstuk 5: De rekeningtoezichter(s)
Art 28
De algemene vergadering benoemt een of twee rekeningtoezichter(s) voor de duur van het
lopende boekjaar. Een rekeningtoezichter kan worden vergoed voor zijn onkosten.
Hoofdstuk 6: De toegetreden leden
Art. 29: definitie
De vereniging telt toegetreden leden. Hiermee zijn bedoeld: de schaaksportbeoefenaars die
reglementair zijn aangesloten bij een effectief lid (schaakclub).
Art. 30: rechten
Toegetreden leden kunnen gebruik maken van de aangeboden faciliteiten van de vereniging en
deelnemen aan de activiteiten die voor hen worden ingericht door de vereniging of door de
overkoepelende organisaties.
Hoofdstuk 7: Andere organen
Art. 31
De vereniging beschikt over twee interne juridische organen: de Commissie voor Geschillen en
de Beroepscommissie. De voorzitter van de Geschillen- en Beroepscommissie wordt door de
voorzitter van de Liga aangeduid uit alle bij de Liga aangesloten leden die geen deel uitmaken
van de raad van bestuur van de Liga; het staat hem tevens vrij een “gespecialiseerd” lid aan te
duiden (bv. een jurist).
De Commissie voor Geschillen behandelt de klachten van de leden (clubs/sportbeoefenaars)
tegen beslissingen van de (een lid/leden van) Raad van Bestuur; en nog de geschillen tussen
twee clubs onderling, tussen de clubs en de sportbeoefenaars van de Liga, tussen de
sportbeoefenaars van de Liga onderling.
De Beroepscommissie behandelt in beroep de beslissingen van de Commissie voor Geschillen.
De beslissingen van de Beroepscommissie zijn bindend: tegen die beslissingen is geen verder
intern beroep mogelijk.
348
Beide juridische commissies zijn onafhankelijke organen, ze passen in het bijzonder de
statuten van de Liga Oost-Vlaanderen, de wetten, de decreten en reglementen van de
openbare overheden en de nationale en internationale overkoepelende schaakorganisaties toe.
Art. 32
De leden van de vereniging en de sportbeoefenaars die zij vertegenwoordigen verbinden er zich
toe slechts in rechte op te treden tegen de vereniging dan na uitputting van de hun ter
beschikking staande interne rechtsmiddelen.
Hoofdstuk 8: Algemene bepalingen
Art. 33: jaarlijkse bijdrage
De effectieve leden betalen een jaarlijkse bijdrage die evenredig is met het aantal toegetreden
leden van het lid. Het bedrag wordt jaarlijks vastgelegd door de algemene statutaire vergadering
met een maximum van 100 euro per toegetreden lid.
Art. 34: aansprakelijkheid
De vereniging is aansprakelijk voor de fouten die kunnen toegeschreven worden aan haar
bestuurders, hetzij personen of organen, waardoor haar wil wordt uitgevoerd. Door de
bestuurders wordt geen persoonlijke verbintenis aangegaan betreffende de verbintenissen die
de vereniging aangaan. De verantwoordelijkheid van de bestuurders is beperkt tot het uitvoeren
van de hun toevertrouwde taken, volgens de zorgen van een goede huisvader.
Art. 35: begroting en rekeningen
Het boekjaar loopt van 1 september tot 31 augustus daar opvolgend.
De raad van bestuur stelt jaarlijks de jaarrekening en begroting op.
Na goedkeuring van de jaarrekening en de begroting legt de raad van bestuur verantwoording
af voor het beleid in het voorgaande jaar en spreekt de algemene vergadering zich uit over de
kwijting aan de bestuurders en de rekeningtoezichter(s).
Art. 36: Huishoudelijk Reglement
Voor de praktische toepassing van de statuten is het Huishoudelijk Reglement verder van
toepassing.
Hoofdstuk 9: Ontbinding van de vereniging
Art. 37
Ingeval van vrijwillige ontbinding van de vereniging benoemt de bijzondere algemene
vergadering die de ontbinding heeft uitgesproken een aantal vereffenaars, bepaalt hun
bevoegdheden en beslist over de bestemming van het patrimonium en het actief van de
vereniging na aanzuivering van het passief. Bij voorkeur gaat dit naar een organisatie die het
schaken in het algemeen bevordert en in tweede orde naar een organisatie die het school- of
jeugdschaak bevordert.
De algemene vergadering kan de ontbinding van de vereniging alleen uitspreken indien twee
derden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en met een meerderheid van vier vijfden
van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen.
Hoofdstuk 10: Eindbeschikking
Art. 38
Voor alles wat in deze statuten niet uitdrukkelijk is geregeld, zijn de wet van 2 mei 2002
betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder
winstoogmerk en de stichtingen en het Huishoudelijk Reglement, waarvan sprake in artikel 36
van deze statuten, van toepassing, alsook de algemene wettelijke bepalingen. Het Huishoudelijk
Reglement behandelt eveneens de richtlijnen i.v.m. de privacy-wetgeving.
349
Huishoudelijk Reglement van de Liga Oost-Vlaanderen VSF, vzw zoals goedgekeurd
door de Bijzondere Algemene Vergadering van vier december 2017
Hoofdstuk I : DE LEDEN
Art. 1 : De Schaakliga Oost-Vlaanderen VSF vzw bestaat uit effectieve leden (ook kringen
genoemd) en toegetreden leden (ook schakers of schaaksportbeoefenaars genoemd).
Art. 2 : Art. 7 van de statuten is van toepassing bij toetreding van een nieuw lid. Elk kandidaat
lid heeft alle rechten van een volwaardig lid, tot zijn goedkeuring als volwaardig lid tijdens de
eerstvolgende Algemene Vergadering. Art. 7bis van de statuten is van toepassing bij uittreding
van een lid.
Art. 3 : Schakers behorende tot de aangesloten kringen van de Schaakliga Oost-Vlaanderen VSF
vzw (hierna “de Liga” genoemd) worden van rechtswege beschouwd als toegetreden leden, op
voorwaarde dat ze voldoen aan de ter zake geldende reglementen van de overkoepelende
organen. Tevens kan men op elk moment slechts eenmaal toegetreden lid zijn.
Art. 4 : De effectieve leden betalen jaarlijks een bijdrage, afhankelijk van de leeftijd en
proportioneel met het aantal van hun toegetreden leden. De lidgelden (per leeftijds-klasse)
worden elk jaar tijdens de jaarlijkse Statutaire Algemene Vergadering (zie Hoofdstuk II)
vastgelegd en zijn geldig vanaf het boekjaar volgend op deze vergadering. De verschuldigde
bijdrage aan de Vlaamse Schaakfederatie en de Oost-Vlaamse schaakliga dient te worden gestort
op de rekening van de Liga op hetzelfde moment.
Het niet nakomen van deze verplichtingen kan aanleiding geven tot schorsing van het effectieve
lid, waarbij al haar toegetreden leden als niet
meer aangesloten bij de overkoepelende organen worden beschouwd. Alle clubs zijn verplicht
een verantwoordelijke en correspondentieadres aan de Liga mee te delen.
Art. 5 : Alle officiële briefwisseling tussen effectieve leden onderling, of tussen deze leden en
de bestuursorganen (zie Hoofdstuk IV) van de Liga dient gericht te worden aan de
respectievelijke correspondentieadressen, en kan geschieden per brief, per fax of (en) per e-
mail.
Art.6 : De bestuursleden van elk effectief lid dienen toegetreden leden te zijn. Alle kringen dienen
bij het begin van elk boekjaar een volledige lijst van hun bestuursleden aan de Liga mee te
delen. Elke daaropvolgende wijziging dient binnen de 30 dagen aan de Liga meegedeeld te
worden, en te worden aangepast op de clubfiche op de officiële site van de KBSB.
Art. 7 : Alle effectieve leden dienen hun speellokaal te hebben op grondgebied van de Provincie
Oost-Vlaanderen, tenzij de Algemene Vergadering er anders over beslist, en in zoverre dit niet
in tegenspraak is met de statuten en huishoudelijke reglementen van de overkoepelende
organen.
Hoofdstuk II : DE JAARLIJKSE (STATUTAIRE) ALGEMENE VERGADERING
Art. 8: Elk effectief lid kan zijn kandidatuur stellen om deze vergadering te organiseren. De Raad
van Bestuur beslist over de toekenning ervan. Bij afwezigheid van zulke kandidatuur is de Raad
van Bestuur verplicht deze vergadering zelf te organiseren.
Art. 9 : De uitnodigingen voor deze vergadering dienen de volledige dagorde te bevatten.
Art. 10 : De dagorde moet minimaal volgende punten bevatten :
- Controle van stemgerechtigden en volmachten
- Goedkeuring van het verslag van de vorige Algemene Vergadering
- Het verslag van alle leden van de Raad van Bestuur. Indien niet aanwezig kan een
bestuurder zich hiervoor laten vervangen, of een schriftelijk verslag bezorgen
- De verlies- en winstrekening en de balans van het boekjaar dat de Statutaire
Algemene Vergadering voorafgaat
- Het budget voor het volgend boekjaar
- Het vaststellen van de lidgelden
- Het vaststellen of bekrachtigen van de waarborg Commissie Geschillen en
Beroepscommissie
- Aanduiding van een of twee rekeningtoezichter(s)
- Voordracht van nieuwe effectieve leden
- Verkiezing van de leden van de Raad van Bestuur
- Verkiezing van ereleden
- Schriftelijke voorstellen van de kringen
- Voorstellen van wijzigingen van de Statuten/Huishoudelijk Reglement met daarbij
behorende teksten
- Verkiezing of aanduiding of bevestiging van de voorzitter van de
Geschillencommissie en Beroepscommissie en hun eventuele plaatsvervanger.
350
- Rondvraag
Art. 11 : Elk effectief lid duidt één toegetreden lid van zijn kring aan als vertegenwoordiger op
deze vergadering. Andere leden kunnen de vergadering bijwonen, echter zonder stemrecht.
Art. 12 Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. Onthoudingen worden niet in
aanmerking genomen voor de berekening van de quota.
Art. 13 : Het verslag van de Algemene Vergadering wordt aan alle effectieve leden bezorgd
binnen een termijn van 30 dagen.
Hoofdstuk III : DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING
Art. 14 : Bij toepassing van artikel 10 van de statuten kan een Buitengewone Algemene
Vergadering bijeengeroepen worden. De Raad van Bestuur is verplicht binnen de dertig dagen
zulk een vergadering te organiseren. Art. 9, 11, 12 en 13 van dit reglement zijn van toepassing.
Hoofdstuk IV : DE RAAD VAN BESTUUR
Art. 15 : De vereniging wordt beheerd door een Raad van Bestuur van minstens drie leden, die
respectievelijk de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester uitoefenen. Deze drie
leden maken het Dagelijks Bestuur uit. Alle bestuursleden brengen jaarlijks verslag uit
betreffende hun activiteiten op de Algemene Vergadering.
Zij kunnen worden vergoed voor hun onkosten.
Art. 16 : De Raad van Bestuur komt minstens zes maal per jaar samen. De uitnodigingen
hiervoor worden minstens acht dagen op voorhand per email door de secretaris verzonden.
Art. 17 : Van zodra aan de minimumvereisten van art. 15 niet voldaan wordt, is de Algemene
Vergadering verplicht het bestuur van de vereniging op zich te nemen.
Art. 18 : Bestuursfuncties :
a) De voorzitter heeft als voornaamste plicht de statuten en het huishoudelijk reglement te
doen eerbiedeigen. Hij zit alle vergaderingen voor en leidt de algemene vergadering. Hij
roept een Buitengewone Algemene Vergadering bijeen wanneer dit volgens art.14 nodig is.
Hij neemt de functie van ligacommissaris waar wanneer geen andere bestuurder dit
expliciet doet. In deze functie vertegenwoordigt hij de vereniging tijdens vergaderingen van
de overkoepelende organen waar onze vertegenwoordiging is vereist.
b) De ondervoorzitter vervangt automatisch de voorzitter bij diens afwezigheid of verlet en
heeft alle bevoegdheid. Het bestuur kan twee ondervoorzitters aanduiden. Als zowel de
voorzitter als de ondervoorzitter afwezig of belet zijn worden zij automatisch vervangen
door de secretaris.
c) De secretaris is gelast met de briefwisseling van de vereniging. Hij stelt de verslagen op van
de diverse vergaderingen en maakt deze bekend aan de effectieve leden. Na goedkeuring
worden deze verslagen door hem verzameld en toegevoegd aan het archief van de
vereniging.
d) De penningmeester int de bijdragen, verschuldigd voor het lidmaatschap, en doet alle
financiële verrichtingen zoals door de Raad van Bestuur wordt bepaald.
e) De wedstrijdleider/toernooileider houdt toezicht over en leidt de door de liga ingerichte
toernooien. Gebeurlijk kan hij deze functie delegeren. Hij neemt tevens de functie van
verantwoordelijke voor kadervorming op zich.
f) De jeugdleider centraliseert en coördineert de jeugdactiviteiten in samenwerking met de
jeugd verantwoordelijken van de verschillende effectieve leden. Hij werkt samen met de
jeugdverantwoordelijke.
g) De schoolschaakverantwoordelijke is belast met de organisatie van en het toezicht van
schoolschaakactiviteiten. Hij werkt samen met de jeugdleider.
h) De klassementsleider verzamelt, controleert en verzendt de gegevens voor de nationale
spelersklassering.
i) De verantwoordelijke voor de ledenadministratie regelt de aansluitingen van de effectieve
en toegetreden leden bij de overkoepelende organen.
j) De verantwoordelijke “website” staat in voor het op punt houden van de website van de
vereniging. Paswoorden, domeinnaam, eigendomsrechten blijven te allen tijde eigendom
van de vereniging, zelfs indien bepaalde rechten door de verantwoordelijke van de website
werden betaald. Bij het stoppen van zijn functie zal hij alle zaken eigen aan de website
onmiddellijk overdragen aan de voorzitter.
k) De Liga-commissaris vertegenwoordigt de Liga bij de V.S.F. Hij zal er de standpunten van
de Liga verklaren en verdedigen. Indien de functie van Liga-commissaris niet is ingevuld,
wordt zijn taak voor één of meer vergaderingen automatisch overgenomen door een door
de raad van bestuur gedelegeerde.
Hoofdstuk V : WEDSTRIJDREGLEMENTEN
351
De reglementen van de wedstrijden die de Liga organiseert worden door het bestuur van de Liga
bepaald.
Hoofdstuk VI : ANDERE ORGANEN: DE COMMISSIE VOOR GESCHILLEN EN DE
BEROEPSCOMMISSIE
Beide juridische commissies zijn onafhankelijke organen. De Commissies nemen bindende
beslissingen in alle haar toegewezen zaken. In al haar beslissingen dienen de Commissie
rekening te houden met de Statuten, het Huishoudelijk Reglement alsook met de
wedstrijdreglementen van de Liga.
Art. 19 : GEMEENSCHAPPELIJKE REGELS EIGEN AAN ZOWEL DE COMMISSIE
GESCHILLEN ALS DE BEROEPSCOMMISSIE (hierna telkens “de Commissie” genoemd)
a. De samenstelling, de bevoegdheid en de werking van de Commissie zijn vastgelegd door de
statuten en onderhavig huishoudelijk reglement.
b. De Commissie behandelt de zaken die haar zijn voorgelegd en die gedekt zijn overeenkomstig
de bevoegdheden haar toegekend zoals bepaald in artikel 31 van de statuten. De
vergaderingen van de Commissie zijn besloten.
c. De dienovereenkomstig aangeduide voorzitter van de Commissie kiest vier leden uit zo
mogelijk vier verschillende kringen aangesloten bij de Liga die niet betrokken zijn bij het hem
voorgelegde geschil, als leden van de Commissie; i.e. drie vaste leden met inbegrip van de
voorzitter en twee plaatsvervangende leden.
d. De Commissie dient te vergaderen binnen de drie weken na de datum waarop het verzoek tot
behandeling van een geschil toegestuurd is aan de voorzitter van de Commissie.
e. De leden van de Commissie worden voorafgaandelijk door de voorzitter van de Commissie in
bezit gesteld van het op dat ogenblik in zijn bezit zijnde dossier en/of andere gegevens met
betrekking tot het geschil.
f. Ten laatste één week voor de eerste vergadering van de Commissie dient de voorzitter ervan
de samenstelling van de Commissie schriftelijk mee te delen aan de voorzitter van de Liga en
aan de betrokken partijen.
g. Minstens twee van de vier gekozen leden dienen, samen met de voorzitter van de Commissie,
op de vergadering van de Commissie aanwezig te zijn om het quorum te bereiken en
rechtsgeldig te kunnen besluiten.
De stemmen kunnen alleen door ter plaatse aanwezige leden uitgebracht worden. Geen enkele
voorafgaande stem kan voor de stemming in aanmerking komen. Een lid welke de
bijeenkomst voor het opnemen van de stemmen verlaat, kan geen voorafgaande stem of
volmacht hiertoe uitbrengen.
Wanneer het quorum van de vergadering van de Commissie na het verlaten van een gekozen
lid niet meer bereikt is, dient door de leden binnen zeven dagen een nieuwe vergadering
gehouden te worden, waarop de stemming kan geschieden.
De Commissie beslist bij gewone meerderheid; bij staking van stemmen is de stem van de
voorzitter doorslaggevend.
h. Wanneer een lid van de Commissie deel uit maakt van een betrokken kring, zal hij worden
vervangen door het lid dat al als vervanger is aangeduid door de voorzitter van de Commissie.
Als het geval zich voordoet wanneer de voorzitter van de Commissie zou deel uitmaken van
een betrokken kring zal de voorzitter van de Liga passende maatregelen treffen om hieraan
te verhelpen.
i. De verantwoordelijke bestuurder of zijn vervanger, evenals de betrokken partijen zullen altijd
uitgenodigd worden om gehoord te worden door de Commissie. Geen enkele straf kan
uitgesproken worden zonder dat de betrokken perso(o)n(en) en/of kring daadwerkelijk en
tijdig werd uitgenodigd voor een verhoor. Elke betrokken persoon of afgevaardigde van een
kring mag zich door een raadsman laten bijstaan.
i.1. Geen enkel minderjarig lid van een kring, aangesloten bij de Liga, kan gehoord worden
zonder dat ofwel zijn wettelijke vertegenwoordiger, ofwel een volwassen gemandateerde
aanwezig is.
Alle door de raad van bestuur uitgesproken straffen dienen binnen de veertien dagen
gepubliceerd te worden hetzij:
- op de website van de Liga;
- in een bestuurlijke mededeling welke gericht wordt aan de contactpersonen, bekend bij de
verantwoordelijke ledenadministratie.
j. Een waarborg, waarvan het bedrag elk jaar op voorhand wordt vastgelegd door de Algemene
Vergadering, is over te schrijven op de rekening van de Liga. Deze waarborg wordt slechts
terugbetaald wanneer de klacht geheel of gedeeltelijk ontvankelijk is.
352
k. Zodra zowel de klacht als de waarborg werden ontvangen zal de voorzitter of de
ondervoorzitter de zaak voorleggen aan de voorzitter van de Commissie.
l. De Commissie vergadert op initiatief van hetzij zijn voorzitter, hetzij de voorzitter van de Liga,
hetzij van de ondervoorzitter van de Liga wanneer de omstandigheden het vereisen.
m. De vergaderingen van de Commissie zijn besloten. De Commissie behandelt de zaken die
haar zijn voorgelegd met spoed. Als ze geen beslissing kan nemen dan zal ze de secretaris
verwittigen.
n. De Commissie dient een beslissing te nemen binnen de zes weken nadat ze de klacht
ontvangen heeft van de Liga-verantwoordelijke.
o. De voorzitter van de Commissie brengt binnen de vijf dagen na de vergadering de partijen en
de voorzitter van de Liga op de hoogte van de door de Commissie getroffen beslissingen.
p. De voorzitter van de Commissie zal aan de gewone Algemene Vergadering een verslag
voorleggen van de behandelde zaken.
Overgangsmaatregel: bij de eerste vergadering van de Commissie neemt het oudste lid het
voorzitterschap waar, waarna de aanwezige leden hun voorzitter kiezen.
Art. 20 : DE COMMISSIE VOOR GESCHILLEN.
Elke klacht bij de Commissie voor Geschillen dient, binnen de 15 dagen volgend op het zich
voordoen van de betwiste zaak of de notificatie of de publicatie van de betwiste beslissing, te
worden ingediend bij de voorzitter van de Liga, met afschrift voor de ondervoorzitter van de Liga
en zal een duidelijke en gedetailleerde weerlegging in houden van die betwiste beslissing.
Elk beroep tegen de uitspraak van de Commissie schort de beslissing en de eventuele sanctie
van de Commissie op tot na de uitspraak in beroep.
Art. 21 : DE BEROEPSCOMMISSIE.
Elke klacht bij de Beroepscommissie dient, binnen de 15 dagen volgend op de notificatie of de
publicatie van de betwiste beslissing van de Commissie Geschillen, te worden ingediend bij de
voorzitter van de Liga, met afschrift voor de ondervoorzitter van de Liga en zal een duidelijke
en gedetailleerde weerlegging inhouden van die betwiste beslissing.
Art. 22 : PRIVACY-WETGEVING.
De Liga zich schikt naar de wettelijke en reglementaire bepalingen in voege, incluis deze die
door de overkoepelende vereniging KBSB (zullen) worden opgelegd. Inzonderheid wordt
rekening gehouden met het door het Europees Parlement voorziene verordening van 27 april
2016 waarvan de overgangsmaatregelen ingaan op 25 mei 2018, datum waarop alle
verenigingen zich dienen in regel te stellen met de Europese Verordening.
Zo goedgekeurd door de Buitengewone Algemene Vergadering van de Liga Oost-
Vlaanderen, Zottegem 4 december 2017.
Bestuur
Voorzitter
Temmerman Hans, 0479/98.42.93, Hans.Temmerman@nbb.be
Ondervoorzitter en kadervorming
Haverbeke Jean-Pierre, 056/612.420, jean-pierre.haverbeke@telenet.be
Penningmeester
Ward Van Eetvelde, 0499/194.601, ward.van.eetvelde@gmail.com
Secretaris
Eddy De Gendt, 0476/992 575, eddy.dg@skynet.be
Jeugdleider
Ben Van De Putte, 0497 45 57 85, benvandeputte@gmail.com
Schoolschaakleider
Luc Oosterlinck, 09/32 46 195, luc.oosterlinck@telenet.be,
Medewerkers:
Ledenadministratie, Toernooileider
VanSon Marc, 09/227.73.70, marc.vanson@pandora.be
Webmaster
David Roos, 0498 64 75 04, david.d.roos@gmail.com
Erelid : Remi Limbourg
353
5. Liga Limburg vzw
Maatschappelijke zetel: Nieuwstraat 23, 3665 As, 089/65.92.15
Rekeningnummer Schaakliga Limburg v.z.w.: 979-0700231-90
Statuten (09/09/2000)
De ondergetekenden:
Naam, voornamen, beroep, woonplaats
Claes Raf Sales Manager Leeuwerikenstraat 29 3001 Heverlee
Mondelaers Raf Student St-Beggalaan 15 3400 Landen
Bils Marc Kaderlid Naamsesteenweg 109 3001 Heverlee
Wolfs Jean Geen Burchtstraat 1A 3770 Zichen-Zussen-Bolder
Kortzorg Philippe Arbeider Canadastraat 78 3530 Houthalen-Helchteren
Cleuren Freddy Bediende Henri Jonasstraat 14 NL-6137 CM Sittard
Kocur Johan Analist-programmeur Geenhornstraat 12 3600 Genk
Peschl Hans Projectleider Kolibriestraat 4 3530 Houthalen-Helchteren
Peeters Raymond Handelaar Luikersteenweg 42/b101 3800 Sint-Truiden
Vansichen Johny Schrijnwerker Haantjeslaan 2 3583 Paal
zijn overeengekomen een vereniging zonder winstoogmerk op te richten, waarvan zij de statuten
als volgt samenstellen:
I Naam, zetel, doel
Art. 1 De vereniging wordt genoemd "Schaakliga Limburg vereniging zonder winstoogmerk",
evenwaardig afgekort tot: "Schaakliga Limburg v.z.w.".
Art. 2 De maatschappelijke zetel van de vereniging is gevestigd te Tulpenlaan 15, 3583 Paal.
Art. 3 De vereniging heeft tot doel het schaken in al zijn aspecten te bevorderen in de regio
Limburg. Zonder dat deze opsomming beperkend is neemt de vereniging hiertoe alle nodige of
nuttige initiatieven zoals het organiseren van wedstrijden, het voeren van propaganda, het
helpen oprichten van nieuwe schaakclubs en het steunen van clubs in hun werking.
De vereniging mag alle handelingen verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks met de
verwezenlijking van haar doel te maken hebben.
II. Leden, bijdrage
Art. 4 De vereniging bestaat uit wettelijke en reglementaire leden. De volheid van het
lidmaatschap, met inbegrip van het stemrecht op de Algemene Vergadering, komt uitsluitend
toe aan de wettelijke leden. Het aantal wettelijke leden is onbepaald, doch mag niet minder
bedragen dan drie. De stichters zijn de eerste wettelijke leden.
De reglementaire leden hebben de rechten en plichten hen toegekend door het huishoudelijk
reglement.
Art. 5 Als wettelijk lid kan tot de vereniging toetreden, ieder natuurlijk persoon of rechtspersoon,
die door de Algemene Vergadering als zodanig wordt aanvaard. Als reglementair lid kan tot de
vereniging toetreden, ieder natuurlijk persoon, die door de Raad van Beheer als zodanig wordt
aanvaard. De beslissing dient niet gemotiveerd te worden.
Art. 6 De ontslagneming en uitsluiting van een wettelijk lid gebeurt op de wijze bepaald door de
wet van 27 juni 1921. Ontslagnemende of uitgesloten leden en hun rechtsopvolgers hebben
geen deel in het vermogen van de vereniging, en kunnen nooit teruggave of vergoeding vorderen
van gestorte bijdragen of gedane inbrengsten.
Art. 7 Het jaarlijks lidgeld is vastgesteld op maximum 100 Euro per persoon. De bijdrage wordt
door de Algemene Vergadering bepaald.
III. DE ALGEMENE VERGADERING
Art. 8 De Algemene Vergadering (A.V.) wordt samengesteld uit de wettelijke leden. Deze kunnen
zich mits schriftelijke volmacht laten vertegenwoordigen door een ander wettelijk of reglementair
lid. Een lid heeft stemrecht in functie van het aantal reglementaire leden dat hij
vertegenwoordigt.
Art. 9 De wijze van beraadslagen en de bevoegdheden van de Algemene Vergadering zijn
bepaald in de wet van 27 juni 1921.
Na de kenbaarmaking van de dagorde kunnen punten worden toegevoegd mits
akkoordverklaring van de helft der aanwezigen.
Om geldig te kunnen beslissen dient steeds een meerderheid van de leden aanwezig en/of
vertegenwoordigd te zijn, een bijzondere meerderheid is evenwel vereist in de gevallen voorzien
door de wet en de statuten.
354
Aanwezigen die bij de beraadslaging over een punt een strijdig belang hebben dienen dit
spontaan bekend te maken en niet deel te nemen aan de beraadslaging en stemming over
betreffend punt.
Art. 10 De besluiten van de A.V. worden gebundeld en bewaard op de maatschappelijke zetel
van de vereniging. Op aanvraag kunnen de leden alsook derden die een belang doen blijken een
afschrift ontvangen.
Zowel de besluiten als de dagorde worden kenbaar gemaakt bij gewone brief of publicatie in het
Limburgs Schaakblad.
Art. 11 Iedere wijziging in de statuten wordt binnen de maand ter publicatie doorgestuurd naar
het Belgisch Staatsblad. Dit geldt eveneens voor de benoeming, het ontslag, de herroeping en
de herverkiezing van de beheerders. Minimaal een maal per jaar zal de Raad van Beheer het
bewijs leveren van het voldoen van de publicaties , de fiscale aangiften en de neerlegging van
de ledenlijsten ter griffie.
IV DE RAAD VAN BEHEER
Art. 12 De vereniging wordt beheerd door een beheerraad van tenminste drie personen,
reglementaire leden van de vereniging. Zij worden benoemd door de Algemene Vergadering en
zijn te allen tijde door deze afzetbaar.
Art. 13 De Raad van Beheer kan slechts geldig beslissen indien de meerderheid van de
beheerders aanwezig is. De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid der
stemmen. Bij staking van stemmen wordt een tweede stemming gehouden. Geeft deze geen
uitsluitsel dan is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Art. 14 De beheerders worden benoemd voor een termijn van 3 jaar en zijn herkiesbaar.
Art. 15 Zo door vrijwillig ontslag, verstrijken van termijn of afzetting, het aantal beheerders is
teruggevallen tot onder het wettelijk minimum, dan blijven de beheerders in functie totdat
regelmatig in hun vervanging is voorzien.
Art. 16 De beheerders oefenen hun mandaat onbezoldigd uit.
Art. 17 De Raad van Beheer leidt de zaken van de vereniging en vertegenwoordigt deze in en
buiten rechte. Hij is bevoegd voor alle aangelegenheden, met uitzondering van deze die door de
wet uitdrukkelijk aan de Algemene Vergadering zijn voorbehouden.
Art. 18 De akten die de vereniging onderschrijft worden beschouwd als geldig, wanneer ze
getekend worden door 1 van de beheerders, tenzij het om transacties gaat die de som van 1000
Euro overschrijden. In dat geval is de handtekening van minimum twee beheerders vereist.
V DIVERSE BEPALINGEN
Art. 19 Een huishoudelijk reglement zal door de Raad van Beheer aan de Algemene Vergadering
worden voorgelegd. Wijzigingen aan het huishoudelijk reglement kunnen door de Algemene
Vergadering worden aangebracht.
Art. 20 Lidmaatschap tot de vereniging sluit aanvaarding van statuten en huishoudelijk
reglement in.
Art. 21 Het dienstjaar begint 1 september en eindigt op 31 augustus van het volgende jaar.
Art. 22 De rekeningen van het afgelopen dienstjaar en de begroting van het volgende dienstjaar
zullen ten laatste in de maand oktober onderworpen worden aan de goedkeuring van de
Algemene Vergadering.
Art. 23 Bij ontbinding van de vereniging wijst de Algemene Vergadering 1 of meer vereffenaars
aan, bepaalt hun machten, alsook de bestemming die aan het nettovermogen van het
maatschappelijk bezit gegeven wordt.
De bestemming zal plaatsvinden ten voordele van een vereniging die gelijkaardige doeleinden
nastreeft. Deze beslissingen zullen gepubliceerd worden in de bijlagen van het Belgisch
Staatsblad.
Art. 24 Voor alles wat hier niet uitdrukkelijk voorzien is blijft de wet van 27 juni 1921
toepasselijk.
Opgemaakt in zoveel exemplaren als er oprichters zijn, te Houthalen-Helchteren op 9 september
2000.
(handtekening van de stichters)
355
Huishoudelijk reglement
Hoofdstuk 1: Lidmaatschaps- en aansluitingsmodaliteiten
1. Algemene bepalingen
Al wie deelneemt aan een schaakactiviteit die valt onder de bevoegdheid van de Schaakliga
Limburg, moet bij de Vlaamse Schaakfederatie (VSF) aangesloten zijn. Een geldige VSF-
aansluiting kan alleen gebeuren via een schaakclub die op haar beurt via één van de
(provinciale) liga’s onder de VSF ressorteert. De spelers die aangesloten zijn bij de VSF
zijn ook bij de Koninklijke Belgische Schaakbond (KBSB) aangesloten.
Voor sommige activiteiten (bv. het interscholenkampioenschap) kan een vrijstelling van de
aansluitingsplicht gelden. Hiervoor raadplege men de reglementen betreffende de
verschillende schaakactiviteiten (zie Deel 2).
- De Koninklijke Belgische schaakbond (KBSB) is één van de vele nationale
federaties aangesloten bij de wereldschaakbond FIDE.
- De KBSB heeft als leden de clubs
- De VSF heeft als leden de vijf Vlaamse provinciale liga’s en de Liga “Brussel
Hoofdstad”, en als “medeleden” de aangesloten spelers.
- De Schaakliga Limburg heeft als leden de aangesloten clubs en spelers.
Een speler kan slechts door één club bij de VSF worden aangesloten. Deze club wordt als
hoofdclub beschouwd. Bij zijn eerste VSF-aansluiting krijgt elke speler een stamnummer
toegewezen.
Wel is het toegestaan dat een speler bijkomende aansluitingen neemt bij andere federaties
of liga’s, op voorwaarde dat al de betrokken instanties in de mogelijkheid tot bijkomende
aansluiting voorzien (niet alle liga’s staan dit toe). De Schaakliga Limburg staat zowel toe
dat spelers bij haar een bijkomende aansluiting nemen, als dat bij haar aangesloten spelers
elders een bijkomende aansluiting nemen. De clubs van de Schaakliga Limburg mogen hun
spelers niet weigeren bijkomende aansluitingen bij andere clubs te nemen.
Een aansluiting bij een andere nationale bond dan de Belgische wordt voor de
inschrijvingen bij de VSF en de Liga niet in rekening gebracht. De eerste aansluiting bij de
VSF wordt zonder meer als hoofdinschrijving beschouwd.
Wanneer een speler bij een andere Belgische federatie of liga aangesloten is, moet hij een
bijkomende aansluiting bij de Schaakliga Limburg nemen wanneer hij zich inschrijft bij een
club van de Schaakliga Limburg. Wanneer een speler reeds via een club van de Schaakliga
Limburg een liga-aansluiting heeft (hoofdaansluiting of bijkomende aansluiting), kan hij
zich bij andere clubs van de Liga aansluiten zonder een bijkomende liga-aansluiting te
nemen.
De VSF-aansluitingen volgen het burgerlijk jaar. Het schaakseizoen loopt echter van 1
september tot 31 augustus van het volgende jaar. Door deze discrepantie is het vaak nodig
dat men zich voor twee opeenvolgende jaren moet aansluiten om aan één volledige
competitie te kunnen deelnemen. Dit is een spijtige toestand waarvoor de
verantwoordelijkheid bij de VSF ligt. De deelnemers aan een competitie moeten alleszins
bij de VSF aangesloten zijn op het ogenblik dat ze een partij spelen (met uitzondering van
de competities waarvoor geen aansluiting vereist is, zoals het
interscholenkampioenschap).
Om een club te kunnen vertegenwoordigen bij de Liga of bij de VSF, een bestuursfunctie
te vervullen in een club of in de Liga, of om officieel op te treden als wedstrijdleider is een
liga-aansluiting vereist. Men mag slechts in één club binnen de Liga bestuursfuncties
uitoefenen.
2. Bijkomende bepalingen
a. Na 15 oktober worden geen aansluitingen van nieuwe leden meer aanvaard. Zij
kunnen zich dus pas vanaf 1 januari van het volgende jaar aansluiten. Ook spelers
die gedurende de vijf voorgaande jaren geen aansluiting hebben gehad, worden voor
de inschrijving als nieuwe leden beschouwd. Spelers die op 1 januari afgevoerd
worden, kunnen niet opnieuw aangesloten worden door een andere VSF-club vóór 1
mei van hetzelfde jaar.
b. Elk lid kan vrij veranderen van hoofdclub. De uitvoeringsmodaliteiten worden door
de beheerraad van VSF bepaald en gepubliceerd in VSF-info. Zie hoofdstuk 2 voor de
transferregeling.
c. De spelers worden in volgende leeftijdscategorieën ingedeeld:
- senioren: +20 jaar op 1 januari van het lopende jaar
356
- junioren: -20 jaar op 1 januari van het lopende jaar
- scholieren: -16 jaar op 1 januari van het lopende jaar
- kadetten: -14 jaar op 1 januari van het lopende jaar
- miniemen: -12 jaar op 1 januari van het lopende jaar
- pionnen: -10 jaar op 1 januari van het lopende jaar
Voor het bepalen van de lidmaatschapsbijdragen worden slechts volgende drie
categorieën gehanteerd:
- senioren: (20-plussers)
- junioren: jeugd jonger dan 20 jaar
- miniemen: jeugd jonger dan 13 jaar
3. Formulieren
a. Een speler die zich wenst aan te sluiten, moet daarvoor een aanvraag indienen op
het daartoe bestemde formulier “Aanvraag tot aansluiting als speler”
(hoofdaansluiting). Hij moet dit formulier ondertekenen en het door zijn club aan de
ligasecretaris laten bezorgen. Voor minderjarige spelers dient het aanvraagformulier
medeondertekend te zijn door één van de ouders of de wettelijke voogd.
Naast het origineel moet de club vijf kopieën van dit formulier aan de ligasecretaris
bezorgen.
b. Spelers, met een hoofdaansluiting in een andere Liga, die wensen lid te worden bij
de Schaakliga Limburg (bijkomende aansluiting) dienen het formulier “Aanvraag tot
het bekomen van een bijkomende liga-aansluiting” te gebruiken. Voor het overige
gelden dezelfde formaliteiten.
c. Adreswijzigingen moeten in tweevoud door de clubsecretaris aan de ligasecretaris
worden bezorgd. Hiervoor dient het formulier “Aanpassing persoonlijke gegevens van
spelers” gebruikt te worden.
d. Bestuurswijzigingen moeten in tweevoud door de clubsecretaris aan de ligasecretaris
worden bezorgd. Hiervoor dient het formulier “ Clubfiche” gebruikt te worden.
e. De jaarlijkse hernieuwing van de ledenbijdrage op 1 januari valt onder de
verantwoordelijkheid van de clubsecretarissen. Zij ontvangen hiervoor volgende
formulieren.
1. een clubfiche voor het nieuwe jaar
2. een formulier voor de ledenlijst (hoofdaansluitingen)
3. een formulier voor aanpassing van persoonlijke gegevens van spelers
4. een formulier voor aanvraag tot aansluiting als speler
5. een formulier voor aanvraag tot wijziging van hoofdclub
6. een formulier voor de ledenlijst bijkomende liga-aansluitingen
7. een formulier voor aanvraag tot het bekomen van een bijkomende liga-
aansluiting
8. een financieel overzicht inschrijvingen van de club
Vóór 10 december, postdatum, moeten deze formulieren (behalve transferformulier zie
pagina 3.2.1) in tweevoud naar de ligasecretaris worden gezonden. Van het
aansluitingsformulier moeten naast het origineel formulier vijf kopieën opgestuurd worden.
4. Lidgelden
De lidgelden worden door de clubs betaald aan de Liga. De clubs zijn verantwoordelijk voor
de inning van de lidgelden bij hun leden.
Het lidgeld dat de Liga moet ontvangen voor een hoofdaansluiting, omvat naast het
ligalidgeld een som die door de Liga aan de VSF wordt doorgestort. De VSF moet op haar
beurt een deel van dit bedrag afstaan aan de KBSB. De VSF betaalt ook een
verzekeringsbijdrage voor de aangesloten spelers.
Spelers die reeds bij een andere Belgische Liga zijn aangesloten kunnen een bijkomende
aansluiting nemen (zie hoger).
- Wanneer zij reeds een hoofdaansluiting bij een Limburgse club hebben (of een andere
bijkomende aansluiting waarvoor zij reeds het ligalidgeld hebben betaald), moet voor
hen geen extra ligabijdrage worden betaald.
- Wanneer zij reeds een VSF-aansluiting hebben, maar geen aansluiting bij de
Schaakliga Limburg, moet voor hen het bedrag voor een bijkomende liga-aansluiting
worden betaald.
- Wanneer zij geen VSF-aansluiting hebben (m.a.w. wanneer zij alleen bij een andere
federatie zijn aangesloten), moet voor hen naast de bijkomende liga-aansluiting ook
het bedrag voor de bijkomende VSF-aansluiting worden betaald.
357
Voor de bepaling van de hoogte van de ligabijdrage wordt verder rekening gehouden met
de leeftijdscategorie waartoe de speler behoort (zie hoger: 2. bijkomende bepalingen).
Nieuwe leden (zonder stamnummer bij VSF) die aansluiten vanaf 1 juli betalen de helft
van de ligalidmaatschapsbijdrage. Dit geldt ook voor spelers die niet aangesloten waren
gedurende de vijf voorgaande jaren en die zich vanaf 1 juli opnieuw aansluiten.
De hoogte van de bedragen van de ligabijdrage per categorie wordt jaarlijks door de AV
bepaald.
De penningmeester brengt de clubs op de hoogte van het bedrag van de
lidmaatschapsbijdrage per categorie. Dit bedrag is dus de som van de jaarlijks vastgelegde
ligabijdrage en het bedrag dat de Liga aan de VSF moet doorstorten (ook dit laatste is aan
jaarlijkse wijzigingen onderhevig). De clubsecretarissen berekenen zelf de hoogte van het
totaalbedrag dat zij voor het lidmaatschap van hun leden aan de Liga verschuldigd zijn.
Met vragen om verduidelijking kunnen zij uiteraard steeds bij de ligapenningmeester
terecht. Voor het verrichten van de betaling raadplege men de richtlijnen van hoofdstuk 3,
“Financiële verrichtingen”.
Hoofdstuk 2: Transfermodaliteiten
1. Deze modaliteiten regelen de transfers van spelers tussen de clubs aangesloten bij de VSF.
De transferperiode loopt van 1 juni tot 30 juni met uitwerking op 1 juli daaropvolgend.
2. Spelers, aangesloten bij de VSF, die een transfer wensen naar een andere club van de VSF
dienen een formulier “Aanvraag tot wijziging van club”, verder aanvraagformulier
genoemd, volledig in te vullen en te ondertekenen.
3. De beslissing dient aan de voorzitter of transferverantwoordelijke van de verlatende club
medegedeeld tijdens de transferperiode, dit op straffe van nietigheid.
De mededeling kan gebeuren door de voorzitter of de transferverantwoordelijke van de
verlatende club het aanvraagformulier te laten tekenen (binnen de transferperiode) of
aangetekend een kopie van het aanvraagformulier (bij voorkeur zonder omslag) toe te
zenden (datum poststempel is van toepassing). In dit laatste geval dient het bewijs van
verzending bij het originele aanvraagformulier, bestemd voor de VSF, gevoegd te worden.
4. De voorzitter of de transferverantwoordelijke van de nieuwe club dienen het
aanvraagformulier eveneens te tekenen als bevestiging voor de inschrijving in de nieuwe
club.
5. De beslissing dient medegedeeld te worden aan de VSF tijdens de transferperiode (datum
poststempel is van toepassing), dit op straffe van nietigheid. Het originele
aanvraagformulier dient (indien van toepassing samen met het bewijs van aangetekende
zending naar de verlatende club) naar het vast secretariaat van de VSF gezonden te
worden.
De kennisgeving mag per gewone zending gebeuren. Indien een bewijs van verzending
gewenst is, dient dit aangetekend te gebeuren.
6. Interfederale transfers vallen onder de bevoegdheid van de K.B.S.B. Deze dienen in
viervoud aangevraagd te worden bij de nationale toernooileider (art. 7 WR K.B.S.B.)
Spelers die naar de VSF transfereren dienen zich bovendien bij de VSF in te schrijven als
nieuwe speler.
De interfederale transfersperiodes lopen van 1 tot 31 december met ingang op 1 januari
daaropvolgend en van 1 april tot 30 april met ingang op 1 juni daaropvolgend.
7. Enkel om ernstige reden kan een club zich tegen een transfer van één van haar leden
verzetten. Zij kan dit doen binnen de maand nadat de VSF de transfer gepubliceerd heeft.
Wanneer de club zich verzet, oordeelt de VSF over de ernst van de ingeroepen reden.
Wanneer clubs van verschillende federaties bij de betwisting betrokken zijn, zijn de
nationale toernooileider en het nationaal Uitvoerend Bestuur bevoegd.
8. Een getransfereerde speler mag verder deelnemen aan de lopende ligacompetities
waarvoor hij reeds ingeschreven was vóór zijn transfer, ook wanneer hij naar een andere
Liga getransfereerd is. Wanneer hij naar een andere Liga getransfereerd is en wil
deelnemen aan ligacompetities die nog aanvangen na het ingaan van zijn transfer, moet
hij een aanvraag tot het bekomen van een bijkomende aansluiting indienen bij de
ligasecretaris. Deze bijkomende aansluiting is gratis voor het jaar waarin de transfer
plaatsvindt (dit betekent dat de speler die op 1 juli transfereert een gratis bijkomende
aansluiting tot 31 december van hetzelfde jaar kan krijgen).
358
Hoofdstuk 3: Financiële verrichtingen
Betalingen aan de Liga betreffen voornamelijk lidgelden, inschrijvingen voor kampioenschappen,
diverse waarborgsommen en boetes.
De betaling van de inschrijvingen (lidmaatschap voor het volgende jaar, inschrijvingsgelden voor
het individueel kampioenschap, de interclubcompetitie, het bekerkampioenschap) mag
eventueel gelijktijdig gebeuren in één overschrijving op rekening van de Liga (zie formulier
“Financieel overzicht van de club”).
Alle betalingen aan de Liga dienen te gebeuren door middel van een overschrijving van een
clubrekeningnummer naar rekening 735-1091995-54 van de Schaakliga Limburg. In het vak
“mededeling” van de overschrijving moeten de reden van de betaling en de samenstelling van
het betalingsbedrag worden vermeld. Om de samenstelling duidelijk te omschrijven volstaat het
de aantallen en de bedragen te vermelden, gescheiden door middel van een “x” of een “0”
(bruikbaar bij telebanking).
Bijvoorbeeld 1x lidgeld senior + 2x lidgeld miniem + 3x bekerkampioenschap + 4x individueel
kampioenschap kan als volgt omschreven worden:
1x15002x5003x7904x800
of
101500205003079040800
Een wijziging van het rekeningnummer van een club of een verandering van penningmeester
moet onmiddellijk en schriftelijk aan de ligapenningmeester gemeld worden.
Bestuur
Voorzitter
Englicky Pavel, Stalmanstraat 5, 3900 Overpelt, 011/646049, 0473/90.89.00
pavel.englicky@schaakliga-limburg.be
Secretaris
Krista Dethier, 0479/24,68,33
Voorzitter Toernooicommissie, LIC toernooileider, LIK-verantwoordelijke,
materiaalmeester
Cornet Luc, Koppelstraat 56, 3650 Dilsen, 0474/995.274, luc.cornet@schaakliga-
limburg.be
Penningmeester, ledenadministratie, Ligacommissaris bij VSF
Martens Ludo, Nieuwstraat 23, 3665 As, 089/659.215, 0476/35.35.70,
ludo.martens@schaakliga-limburg.be
Verantwoordelijke jeugd
Hamblok Roel, 0496/93,75,84
Verantwoordelijke schoolschaak
Sarrau Jelle
ELO-verantwoordelijke, website
Moors Dries, Kroonwinningstraat 2, 3500 Hasselt, 011/243.667, 0485/53.05.87,
dries.moors@schaakliga-limburg.be
359
VADEMECUM